Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Algemene wet bestuursrecht
Artikel 4:48
1. Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het bestuursorgaan de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidie-ontvanger wijzigen, indien:
c. de subsidie-ontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;
Subsidieregeling kennisontwikkeling op het gebied van technologische innovatie, organisatie-innovatie of marktinnovatie bij het midden- en kleinbedrijf (KEI 2019)
Artikel 6 Weigeringsgronden
De subsidie wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 2.3 van de ASR SNN 2019 en artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht, in ieder geval geweigerd indien:
(…)
b. ter zake van de subsidiabele kosten vóór ontvangst van de aanvraag verplichtingen zijn aangegaan of de activiteiten zijn aangevangen vóór de ontvangst van de aanvraag;
1. Binnen drie weken na de verleningsbeschikking worden subsidies voor 40% van het verleende subsidiebedrag bevoorschot. Een tweede voorschot van maximaal 40% kan op aanvraag van de subsidieontvanger eenmaal worden verleend naar evenredigheid van de gemaakte en betaalde subsidiabele kosten.
2. Bij de verlening van een voorschot wordt in ieder geval de verplichting opgelegd dat als voorschot uitbetaalde bedragen onmiddellijk worden terugbetaald, indien en voor zover:
a. de subsidie lager wordt vastgesteld dan het uitbetaalde voorschot;
b. het verleningsbesluit wordt ingetrokken of gewijzigd.
Artikel 12 Wijzigings- of intrekkingsgronden
De subsidie kan onverminderd het bepaalde in de artikelen 4:48 en 4:50 van de Algemene wet bestuursrecht worden ingetrokken of ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd, indien:
a. de activiteiten niet worden uitgevoerd in overeenstemming met het doel of de voorschriften van deze regeling;
Artikel 17 Toetsingscriteria
1. De gedetacheerde wordt geplaatst bij een vestiging van de aanvrager in de provincie Drenthe, Fryslân of Groningen.
2. De gedetacheerde wordt minimaal 12 uren per week ingezet.
3. Het gedetacheerd hebben van een medewerker geldt voor een duur van minimaal 3 maanden en maximaal 24 maanden.
4. Indien de activiteiten betrekking hebben op het gedetacheerd hebben van hooggekwalificeerd personeel van een mkb-onderneming moet de aanvrager voldoen aan de voorwaarden van de de-minimisverordening.
5. Er dient sprake te zijn van directe kennisoverdracht op medewerker(s). De medewerker aan wie de kennis wordt overgedragen dient na afloop van het project zelfstandig deze kennis te kunnen gebruiken in de praktijk
Toelichting
Artikel 6, sub b
Onder het aangaan van verplichtingen wordt bijvoorbeeld verstaan het (mondeling) bevestigen van of een het voor akkoord ondertekenen van een (arbeids)overeenkomst. Indien vóór de ontvangst van de aanvraag is gestart met de werkzaamheden wordt ervan uitgegaan dat de verplichting is aangegaan. Indien een verplichting is aangegaan vóór ontvangst van de aanvraag wordt géén subsidie verleend.
In het geval er voor een deel van de opgevoerde projectkosten de verplichting vóór ontvangst van de aanvraag is aangegaan, dan zal de gehele aanvraag worden afgewezen.
Verdrag betreffende de Europese Unie
Artikel 107
1. Behoudens de afwijkingen waarin de Verdragen voorzien, zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de interne markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt.
3. De Commissie wordt van elk voornemen tot invoering of wijziging van steunmaatregelen tijdig op de hoogte gebracht, om haar opmerkingen te kunnen maken. Indien zij meent dat zulk een voornemen volgens artikel 107 onverenigbaar is met de interne markt, vangt zij onverwijld de in het vorige lid bedoelde procedure aan. De betrokken lidstaat kan de voorgenomen maatregelen niet tot uitvoering brengen voordat die procedure tot een eindbeslissing heeft geleid.
4. De Commissie kan verordeningen vaststellen betreffende de soorten van staatssteun waaromtrent de Raad overeenkomstig artikel 109 heeft bepaald dat zij van de in lid 3 van dit artikel bedoelde procedure kunnen worden vrijgesteld.
Verordening (EU) nr. 1407/2013 van de commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun
1. Steunmaatregelen worden geacht niet aan alle criteria van artikel 107, lid 1, van het Verdrag te voldoen, en zijn derhalve vrijgesteld van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag, indien zij voldoen aan de voorwaarden die in deze verordening zijn vastgesteld.
2. Het totale bedrag aan de-minimissteun dat per lidstaat aan één onderneming wordt verleend, ligt niet hoger dan 200 000 EUR over een periode van drie belastingjaren. (…)