ECLI:NL:RBNNE:2024:1956

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
1 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
C/18/223171 / HA ZA 23-138
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van de beslaglegger uit onrechtmatige daad en de rol van de deurwaarder in het beslagproces

In deze zaak, die voor de Rechtbank Noord-Nederland is behandeld, vordert Baidu China dat de rechtbank verklaart dat de pogingen van Baidu Europe om executoriaal beslag te leggen op haar Europese merkportfolio nietig zijn. De procedure is voortgekomen uit een eerdere rechtszaak waarin Baidu China was veroordeeld tot het betalen van proceskosten aan Baidu Europe, welke kosten niet zijn voldaan. Baidu Europe heeft daarop gerechtsdeurwaarders ingeschakeld om het vonnis te executeren, wat leidde tot beslaglegging op de merkportfolio van Baidu China. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beslag nietig was, omdat alleen de Spaanse autoriteiten bevoegd waren om beslag te leggen op de merkportfolio.

De rechtbank heeft vervolgens beoordeeld of Baidu Europe onrechtmatig heeft gehandeld jegens Baidu China door het initiëren van het beslag. De rechtbank oordeelt dat Baidu China onvoldoende bewijs heeft geleverd dat Baidu Europe instructies heeft gegeven aan de deurwaarders om onrechtmatig beslag te leggen. De deurwaarders zijn onafhankelijk en verantwoordelijk voor hun eigen handelen, en Baidu Europe kan niet aansprakelijk worden gesteld voor hun acties.

Uiteindelijk heeft de rechtbank de vorderingen van Baidu China afgewezen, met uitzondering van de verklaring dat het beslag nietig was. Baidu China is veroordeeld in de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 5.265,00. Dit vonnis is uitgesproken op 1 mei 2024.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling privaatrecht
Locatie Groningen
zaaknummer / rolnummer: C/18/223171 / HA ZA 23-138
Vonnis van 1 mei 2024
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
BAIDU ONLINE NETWORK TECHNOLOGY (BEIJING) CO. LTD,
gevestigd te Beijing (China),
eiseres,
advocaat: mr. J.H.A.M. Klaus, kantoorhoudende te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAIDU EUROPE B.V.,
gevestigd te Foxhol,
gedaagde,
advocaat mr. A. Das Gupta, kantoorhoudende te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Baidu China en Baidu Europe genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het vonnis in incident van 25 oktober 2023;
  • de akte houdende eiswijziging, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 6 december 2023;
  • de conclusie van antwoord van Baidu Europe;
  • de akte houdende eiswijziging tevens akte houdende overlegging aanvullende producties van Baidu China van 5 april 2024;
  • de mondelinge behandeling van de zaak, gehouden op 16 april 2024, waarvan de griffier aantekeningen heeft bijgehouden;
  • de pleitaantekeningen van de zijde van Baidu China;
  • de spreekaantekeningen van de zijde van Baidu Europe.
1.2.
Ten slotte is bij vervroeging vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Baidu China en Baidu Europe zijn eerder met elkaar verwikkeld geweest in een gerechtelijke procedure ten overstaan van deze rechtbank. In die procedure heeft de rechtbank op 14 augustus 2013 vonnis gewezen. Bij dit vonnis is Baidu China veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van Baidu Europe, begroot op € 43.726,61.
2.2.
Baidu China heeft voormelde proceskosten niet vrijwillig aan Baidu Europe voldaan. Baidu Europe heeft gerechtsdeurwaarderskantoor Groot & Evers B.V. (hierna: Groot & Evers), gevestigd te Amsterdam, daarom ingeschakeld om het vonnis van
14 augustus 2013 te executeren. Enig aandeelhouder en bestuurder van Groot & Evers is gerechtsdeurwaarder de [gerechtsdeurwaarder 1] . [gerechtsdeurwaarder 2] is bij Groot & Evers in loondienst als gerechtsdeurwaarder.
2.3.
Bij afzonderlijke exploten van 29 november 2021 en 22 februari 2022 is door [gerechtsdeurwaarder 3] , daartoe ingeschakeld door Groot & Evers, respectievelijk [gerechtsdeurwaarder 4] , toegevoegd aan gerechtsdeurwaarder [gerechtsdeurwaarder 2] , namens Baidu Europe executoriaal beslag gelegd op - kort gezegd - de volledige Europese merkportfolio van Baidu China.
2.4.
Op 8 augustus 2022 is door de [gerechtsdeurwaarder 5] , toegevoegd aan gerechtsdeurwaarder [gerechtsdeurwaarder 1] , gepoogd de Europese merkportfolio van Baidu China executoriaal te verkopen aan Baidu Europe.
2.5.
Baidu China heeft op 13 februari 2023 - na verkregen verlof daartoe van de voorzieningenrechter van deze rechtbank bij beschikking van 10 februari 2023 - conservatoir leveringsbeslag op haar Europese merkportfolio laten leggen onder Baidu Europe, alsmede conservatoir verhaalsbeslag op de vordering die Baidu Europe uit hoofde van voormeld vonnis van 14 augustus 2013 op haar heeft.
2.6.
Baidu China heeft vervolgens de onderhavige procedure aanhangig gemaakt tegen Baidu Europe. Aanvankelijk heeft zij ook Groot & Evers en de [gerechtsdeurwaarder 1] , [gerechtsdeurwaarder 2] en [gerechtsdeurwaarder 3] in deze procedure betrokken. Met deze partijen heeft Baidu China nadien evenwel een minnelijke regeling getroffen. Zij hebben - kort gezegd - een bepaald geldbedrag aan Baidu China betaald ten titel van schadevergoeding, tegen het verlenen van finale kwijting. De onderhavige procedure is gelet hierop alleen ten aanzien van Baidu Europe voortgezet.

3.Het geschil

3.1.
Baidu China vordert - na eiswijziging bij akte houdende eiswijziging tevens akte houdende overlegging aanvullende producties - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
1. voor recht verklaart dat de pogingen op haar Europese merkportfolio executoriaal beslag te leggen, alsmede de (pogingen tot) executoriale verkoop van deze merkportfolio nietig zijn, althans onrechtmatig waren en dat Baidu Europe onrechtmatig heeft gehandeld tegenover haar door (het doen van een poging tot) het (doen) initiëren en/of (doen) leggen en/of (doen) medewerken aan het gelegde beslag en/of de executoriale verkoop;
2. Baidu Europe veroordeelt om de door haar geleden schade als gevolg van het nietige, althans onrechtmatige beslag op haar Europese merkportfolio en de nietige, althans onrechtmatige executoriale verkoop van deze merkportfolio, zoals in de dagvaarding beschreven, begroot op EUR 87.190,57, te vergoeden, één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, op een door haar schriftelijk nader aan Baidu Europe op te geven bankrekening, met dien verstande dat het door Baidu Europe aan haar te vergoeden bedrag wordt verminderd met het bedrag waarvoor aan de zijde van Groot & Evers en/of [gerechtsdeurwaarder 1] en/of [gerechtsdeurwaarder 2] en/of [gerechtsdeurwaarder 3] een bijdrageplicht bestaat (waaronder, maar niet beperkt tot, de bijdrageplicht als bedoeld in artikel 6:10 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en/of artikel 6:13 BW);
3. Baidu Europe veroordeelt in proceskosten, alsmede de kosten van het conservatoir beslag als beschreven in de dagvaarding, één en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van betekening van dit vonnis tot aan de dag der algehele voldoening, op een door Baidu China schriftelijk nader aan Baidu Europe op te geven bankrekening, met dien verstande dat het door Baidu Europe aan Baidu China te vergoeden bedrag wordt verminderd met het bedrag waarvoor aan de zijde van Groot & Evers en/of [gerechtsdeurwaarder 1] en/of [gerechtsdeurwaarder 2] en/of [gerechtsdeurwaarder 3] een bijdrageplicht bestaat (waaronder, maar niet beperkt tot, de bijdrageplicht als bedoeld in artikel 6:10 BW en/of artikel 6:13 BW).
3.2.
Baidu Europe voert verweer, met conclusie tot afwijzing dan wel tot niet-ontvankelijkverklaring van Baidu China in haar vorderingen, onder veroordeling van Baidu China in de proceskosten.

4.De beoordeling

4.1.
De onderhavige zaak heeft een internationaal karakter, omdat Baidu China in China is gevestigd. De rechtbank heeft al bij vonnis in incident van 25 oktober 2023 geoordeeld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van het geschil tussen partijen en dat Nederlands recht hierop van toepassing is. Dit recht zal dan ook toegepast worden bij de beoordeling van het onderhavige geschil.
4.2.
Voordat inhoudelijk op de zaak zal worden ingegaan, zal de rechtbank eerst nog ingaan op een formeel punt. Bij akte houdende eiswijziging tevens akte houdende overlegging aanvullende producties van 5 april 2024 heeft Baidu China haar eis gewijzigd en twee producties overgelegd. Baidu Europe heeft ter zitting van 16 april 2024 bezwaar gemaakt tegen deze eiswijziging en nadere producties. De rechtbank heeft ter zitting mondeling beslist dat de eiswijziging en producties zullen worden toegestaan. Ten aanzien van de eiswijziging heeft de rechtbank overwogen dat Baidu China in beginsel bevoegd is om haar eis te wijzigen, zolang nog geen eindvonnis is gewezen. Voorts is vastgesteld dat de producties binnen een termijn van 10 dagen voor de zitting zijn overgelegd, zoals artikel 4.9 van het Landelijke procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de rechtbanken voorschrijft. Baidu China heeft - aldus de rechtbank - voldoende tijd gehad om kennis te kunnen nemen van de eiswijziging en de producties. Bovendien heeft zij hierop ter zitting kunnen reageren. Dit alles maakt naar het oordeel van de rechtbank dat Baidu Europe niet in haar verdedigingsbelangen is geschaad door de eiswijziging en nadere producties.
4.3.
Inhoudelijk gaat het in deze zaak - samengevat weergegeven - om het volgende. Baidu China is bij vonnis van 14 augustus 2013 door deze rechtbank veroordeeld in de proceskosten van Baidu Europe, begroot op € 43.726,61. Baidu China is niet in hoger beroep gekomen van dit vonnis, waardoor het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. Baidu China heeft niet vrijwillig voldaan aan de proceskostenveroordeling. Baidu Europe heeft daarom aan Groot & Evers opdracht gegeven om het vonnis te executeren. Groot & Evers heeft vervolgens - namens Baidu Europe - executoriaal beslag gelegd op de volledige Europese merkportfolio van Baidu en deze merkportfolio getracht executoriaal te verkopen aan Baidu Europe. Het beslag is, zoals tussen partijen niet ter discussie staat, nietig gebleken, omdat op grond van het bepaalde in artikel 19 van de Uniemerkenverordening EG/2017/1001 (hierna: UMVo) enkel de Spaanse autoriteiten tot beslaglegging bevoegd waren. Gelet hierop hebben het executoriale beslag en de executoriale verkoop geen doel getroffen. De onder I. gevorderde verklaring voor recht dat de pogingen op de Europese merkportfolio van Baidu China beslag te leggen en de (pogingen tot) executoriale verkoop hiervan nietig zijn, is in zoverre toewijsbaar. Ter beoordeling ligt verder voor of de nietigheid van het beslag en de executoriale verkoop van de beslagen merkportfolio meebrengen dat Baidu Europe - zoals Baidu China heeft gesteld - zelfstandig onrechtmatig heeft gehandeld tegenover Baidu China, dan wel of zij risicoaansprakelijk is voor het handelen van Groot & Evers of misbruik van haar beslagbevoegdheid heeft gemaakt en zo ja, of zij uit dien hoofde schadeplichtig is jegens Baidu China. Baidu China heeft haar schade begroot op een bedrag van in hoofdsom € 87.190,57.
4.4.
Ten aanzien van de vraag of Baidu Europe zelfstandig onrechtmatig tegenover Baidu China heeft gehandeld overweegt de rechtbank als volgt. Op grond van artikel 6:162 lid 2 BW wordt als onrechtmatige daad aangemerkt een inbreuk op een recht en een doen of laten in strijd met de wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijke verkeer betaamt, een en ander behoudens de aanwezigheid van een rechtvaardigingsgrond. Een onrechtmatige daad kan, zo bepaalt lid 3 van voormeld artikel, aan de dader worden toegerekend, als zij te wijten is aan zijn schuld of aan een oorzaak welke krachtens de wet of de in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
4.5.
De rechtbank is van oordeel dat indien en voor zover de nietige beslaglegging op de Europese merkportfolio van Baidu China al als een onrechtmatig daad kan worden aangemerkt op grond van één van drie hiervoor genoemde categorieën, wat de rechtbank in het midden laat, deze onrechtmatige daad niet aan Baidu Europe kan worden toegerekend. Daartoe wordt als volgt overwogen. Baidu China heeft zich - zo begrijpt de rechtbank - op het standpunt gesteld dat de veronderstellenderwijs aangenomen onrechtmatige daad krachtens schuld aan Baidu Europe kan worden toegerekend, omdat Baidu Europe Groot & Evers expliciet heeft geïnstrueerd om de Europese merkportfolio te beslaan en om de raadslieden van Baidu China niet te informeren over dit beslag. Baidu Europe heeft dit uitdrukkelijk betwist. Zij heeft volgens eigen zeggen Groot & Evers gevraagd om het vonnis van 14 augustus 2013 ten uitvoer te leggen en haar daarbij enkel geïnformeerd over de haar bekende vermogensbestanddelen van Baidu China in Europa, te weten de Europese merkportfolio, maar zich afzijdig gehouden van enige instructies hieromtrent. Gelet op dit verweer van Baidu Europe heeft Baidu China haar stellingen dat Baidu Europe Groot & Evers expliciet heeft geïnstrueerd om beslag te leggen op haar Europese merkportfolio en de raadslieden van Baidu China hier niet over te infomeren, onvoldoende onderbouwd. Het had op haar weg gelegen om deze stellingen te staven met bewijsstukken, bijvoorbeeld door het overleggen van een verklaring van de deurwaarder. Dit heeft zij nagelaten. Omdat Baidu China niet voldaan heeft aan haar stelplicht, is voor nadere bewijslevering geen plaats. Het aanbod van Baidu China om de deurwaarders als getuigen te doen horen zal dan ook gepasseerd worden. Indien en voor zover er al sprake is van een onrechtmatige daad, dan kan deze op grond van het vorenstaande naar het oordeel van de rechtbank niet krachtens schuld worden toegerekend aan Baidu Europe.
4.6.
Ten aanzien van de vraag of de veronderstellenderwijs aangenomen onrechtmatige daad krachtens verkeersopvattingen aan Baidu Europe kan worden toegerekend, in die zin dat het handelen van de deurwaarders voor risico van Baidu Europe kan worden gebracht, overweegt de rechtbank - onder verwijzing naar de conclusie van A-G Snijders bij ECLI:NL:HR:2022: 1110, vindplaats ECLI:NL:PHR:2022:211 - als volgt. Het leggen van beslag is op grond van artikel 2 lid 1, aanhef en onder c van de Gerechtsdeurwaarderswet een aan de deurwaarder voorbehouden ambtshandeling. De deurwaarder is op grond van artikel 12a van deze wet een onafhankelijk openbaar ambtenaar, die tot taak heeft ervoor te zorgen dat een dergelijke handeling rechtmatig en op behoorlijke wijze plaatsvindt. Het behoort met andere woorden tot de wettelijke taak van de gerechtsdeurwaarder om geen onrechtmatig beslag te leggen. De deurwaarder is ook - anders dan de beslaglegger - bij uitstek de deskundige op dit terrein. Gelet op de taak en de deskundigheid van de deurwaarder en gelet op het feit dat de beslaglegger de keuze van de zaak waarop beslag wordt gelegd in de praktijk vaak geheel aan de deurwaarder zal moeten overlaten, wat volgens Baidu Europe in het onderhavige geval ook is gebeurd, mag de beslaglegger er in beginsel op vertrouwen dat de deurwaarder zijn taak naar behoren uitvoert en een onrechtmatig beslag vermijdt. Een deurwaarder heeft een eigen verantwoordelijkheid met betrekking tot een beslag. Anders dan Baidu China meent te veronderstellen, was Baidu Europe dan ook niet gehouden om Groot & Evers dan wel de aan haar verbonden deurwaarders te instrueren over de toepasselijke regelgeving of de wijze van aankondiging of uitvoering van de beslaglegging en executoriale verkoop en evenmin om het werk van de deurwaarders op deze punten of anderszins te controleren. Het voorgaande brengt mee dat het handelen van de deurwaarders, voor zover al onrechtmatig, naar het oordeel van de rechtbank niet krachtens verkeersopvattingen voor risico van Baidu Europe komt.
4.7.
Baidu China heeft de risicoaansprakelijkheid van Baidu Europe voor het handelen van de deurwaarders ook gegrond op artikel 6:171 BW. Zij heeft in dit kader verwezen naar een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 13 juni 2012, ECLI:NL:RBROT:2012: BW9086, waaruit zij afleidt dat de deurwaarder als een hulppersoon in de zin van artikel 6:171 BW van de beslaglegger kan worden aangemerkt. De rechtbank volgt deze uitspraak niet. Evenals A-G Snijders in voormelde conclusie onderschrijft, is de rechtbank van oordeel dat de deurwaarder bij zijn werkzaamheden niet pleegt op te treden in de uitoefening van het bedrijf van de beslaglegger als bedoeld in artikel 6:171 BW, welk artikel volgens geldende jurisprudentie ook restrictief moet worden opgevat (zie HR 21 december 2000, ECLI:NL:HR:2001:AD7395).
4.8.
Baidu China heeft tot slot aan haar vorderingen ten grondslag gelegd dat Baidu Europe misbruik van haar beslagbevoegdheid heeft gemaakt door het initiëren van nietige beslagpogingen op de merken van Baidu. De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat onvoldoende onderbouwd is dat de nietige beslaglegging is geïnitieerd door Baidu Europe. Het beroep op misbruik van beslagbevoegdheid strandt reeds daarom.
4.9.
In het licht van het voorgaande leveren ook de pogingen van Baidu Europe om de aan Baidu China in eigendom toebehorende Europese merken in te laten schrijven en aan te laten tekenen bij het Bureau voor Intellectuele Eigendom van de Europese Unie (EUIPO) geen toerekenbare onrechtmatige daad aan de zijde van Baidu Europe op. Zoals hiervoor (in rechtsoverweging 4.6.) is overwogen, mocht Baidu Europe erop vertrouwen dat rechtmatig beslag was gelegd op de Europese merkportfolio en dat de door Groot &Evers uitgevoerde executoriale verkoop eveneens rechtmatig was. Baidu Europe heeft ook aangevoerd dat zij pas na een brief van het EUIPO van 14 maart 2013 ervan op de hoogte is geraakt dat het executoriale beslag op de merkportfolio van Baidu China geen doel heeft getroffen.
4.10.
Het voorgaande leidt tot de slotsom dat de rechtbank voor recht zal verklaren dat de pogingen op de Europese merkportfolio van Baidu China beslag te leggen en de (pogingen tot) executoriale verkoop hiervan nietig zijn. Vordering I. van Baidu China zal in zoverre worden toegewezen. De overige vorderingen van Baidu China zullen worden afgewezen. Dit geldt ook voor de gevorderde schadevergoeding. Hiervoor bestaat geen grondslag.
4.11.
Baidu China zal als de overwegend in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van Baidu Europe tot op heden vastgesteld op:
- griffierecht € 2.837,00
- salaris advocaat €
2.428
‬,00(2 punten × € 1.214,00 (tarief IV))‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬‬
Totaal € 5.265,00.
4.12.
De nakosten zullen worden toegewezen zoals in het dictum te melden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verklaart voor recht dat de pogingen op de Europese merkportfolio van Baidu China, zoals weergegeven onder punt 26 van de dagvaarding, beslag te leggen, alsmede de (pogingen tot) executoriale verkoop van deze Europese merkportfolio nietig zijn,
5.2.
veroordeelt Baidu China in de proceskosten, aan de zijde van Baidu Europe tot op heden vastgesteld op € 5.265,00,
5.3.
veroordeelt Baidu China in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 178,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat Baidu China niet binnen
14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de beslissingen onder 5.2. en 5.3. uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.B. Faber-Siermann en in het openbaar uitgesproken op 1 mei 2024. [1]

Voetnoten

1.type: pgm