Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiser] , te [woonplaats eiser] , eiser,
de heffingsambtenaar van het Noordelijk Belastingkantoor, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Appingedam
Delfzijl
de gemeenten Appingedam, Delfzijl en Loppersum vanaf 1-1-2021 zijn toegetreden tot de nieuwe gemeente Eemsdelta;
dat de gemeenteraad van Eemsdelta een Verordening onroerende-zaakbelastingen heeft vastgesteld;
dat toepassing van de in deze verordening opgenomen tarieven voor een deel van de eigenaren en gebruikers van niet-woningen gelegen binnen het grondgebied van de gemeente Eemsdelta leidt tot onevenredige, buiten het normaal maatschappelijk risico vallende, schade;
dat het gewenst is een verordening vast te stellen waarin de compensatie van het nadeel geregeld wordt;
Artikel 2 Doelstelling
Artikel 4 Hoogte van de compensatie
Voor het belastingjaar 2021: 80% van het bedrag, waarmee het verschil tussen de aanslag OZB 2021 en aanslag OZB 2020 het bedrag van € 100 te boven gaat;
voor het belastingjaar 2022: 60% van het bedrag, waarmee het verschil tussen de aanslag OZB 2021 en aanslag OZB 2020 het bedrag van € 100 te boven gaat;
voor het belastingjaar 2023: 40% van het bedrag, waarmee het verschil tussen de aanslag OZB 2021 en aanslag OZB 2020 het bedrag van € 100 te boven gaat;
voor het belastingjaar 2024: 20% van het bedrag, waarmee het verschil tussen de aanslag OZB 2021 en aanslag OZB 2020 het bedrag van € 100 te boven gaat;
“Artikel 3 Belastbaar feit en belastingplicht
De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht van een perceel dat direct of indirect is aangesloten op de gemeentelijke riolering.”
“Artikel 2. Belastbaar feit en belastingplicht
De belasting wordt geheven van de persoon die een perceel al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt, verder te noemen: gebruikersdeel.”
(...)
Artikel 1 Voorwaarden
Artikel 2 Compensatie
De compensatie bedraagt:
Beslissing
mr. M.A. Veenstra, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 24 februari 2023.