Uitspraak
De overeenkomst is tussentijds niet opzegbaar behoudens in de navolgende gevallen:
Conform artikel 6 van de ontwikkelingsovereenkomst d.d. 2 juni 2009 vorderen wij bij deze de directe schade, nu geraamd op EUR 3.750.000.000 (drie driekwart miljard Euro) (25.000 – 35.000 kavels à € 125.000 per kavel). Wij beraden ons op nadere onderbouwing van de schadevordering.”
1. Aansluiting aangifte omzetbelasting
2.Levering percelen
[eiseres] heeft in 2011 diverse grondposities verworven van [J BV] , [K BV] en [D2 BV] . Het betreffen agrarische gronden die zonder BTW zijn geleverd maar ook bouwrijpe kavels die met BTW zijn geleverd. De grondposities zijn bij [eiseres] op rekening 3500 Werkelijke kosten OHW geboekt. Een totaaloverzicht in 2011 komt op een bedrag van ruim 19.051.306,85 (excl. OB geboekt op rek 3500) en 21.886.316,74 (mcl OB, geboekt op rek 1600 crediteuren). [eiseres] heeft de voorbelasting geclaimd in 2011.
4.Onjuiste tenaamstelling
5.Boekstuknummer 13681490
6.Creditnota’s
1. Aansluiting aangifte omzetbelasting
2.Voorbelasting ‘voorraadwoningen’
3.Voorbelasting ‘doorbelaste kosten c’
Op 1 januari 2014 is € 23.100 negatief verantwoord op grootboekrekening 1502 ‘Af te dragen BTW 21%’ met omschrijving “doorbelaste kosten c”. Het betreft transactienummer 70:57. De debiteur is [K BV] .
4.Voorbelasting ‘credit 13700090 + de’
Op 1 januari 2014 is € 23.100 negatief verantwoord op grootboekrekening 1502 ‘Af te dragen BTW 21%’ met omschrijving “credit 13700090 + de”. Het betreft transactienummer 70:57. De debiteur is [K BV] .
5.Voorbelasting ‘correctie’
Op 31 december 2014 is € 5.250 negatief verantwoord op grootboekrekening 1502 ‘Af te dragen BTW 21%’ met omschrijving “Correctie”. Het betreft transactienummer 70:65. De debiteur is [L2 BV] .
6.Onjuiste tenaamstelling
7.BTW betrekking hebbende op andere vennootschappen
8.Privékosten
9.Geldontvangsten zonder omzetbelasting
Uit de administratie blijkt dat diverse vergoedingen zijn verantwoord zonder daarover omzetbelasting te berekenen.
4.4 Omzetbelasting 2016
7.3. Met u ben ik van mening dat de prestaties op grond waarvan de correctie van
9.6. Met u ben ik van mening dat ook belanghebbende zaken deed onder de (handels)naam [I] . De advocatenkosten zijn gemaakt voor meerdere vennootschappen, aangezien de [bank] tegen 10 tot het concern behorende vennootschappen een zaak had aangespannen. Omdat ik niet kan aantonen dat deze gefactureerde OB bij een andere vennootschap in aftrek is gebracht, wijs ik de aftrek van deze OB bij belanghebbende toe. Dit betekent dat de correctie tot een bedrag van € 5.648,90 niet in stand blijft. In zoverre is uw bezwaar dan ook gegrond.
Inzagerecht en hoorrecht:
6.2. Verreden kilometers woon-werkverkeer zijn voor de Loonheffingen welzakelijke kilometers, maar voor de OB niet. Dit betekent dat woon-werkverkeervoor de OB als privégebruik wordt aangemerkt. De door u genoemde “verklaringgeen privégebruik” ziet op de Loonheffingen en is in het kader van de OB dan ookniet relevantVolgens de rittenregistratie van de heer Neefjes (zie bijlage 5) was de beginstand1-1-2016 35.066 kilometer (hierna: km) en de eindstand 31-12-2016 58.967 km.Derhalve is in 2016 58.967 km met de auto met het kenteken [kenteken] gereden.
De door u als bijlage bij uw brief van 7 juli 2021 gezonden documenten vermeldenin totaal een OB-bedrag van € 54.073,65 (afgerond € 54.074). Gelet op het feit dat in de aangiften en de suppletieaangifte over 2017 door belanghebbende € 69.372 aan voorbelasting in aanmerking is genomen, is de naheffingsaanslag sowieso tot een bedrag van € 15.298 (69.372 -/- 54.074) terecht opgelegd.
- verklaart de beroepen gericht tegen de naheffingsaanslagen omzetbelasting over de tijdvakken 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014, 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 en 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017 ongegrond;
- verklaart het beroep gericht tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op het bezwaar tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013, met uitzondering van de beslissing over de proceskostenvergoeding;
- vermindert de naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 tot een bedrag van € 1.652.787;
- vermindert de belastingrentebeschikking bij de naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2013 tot en met 31 december 2013 dienovereenkomstig;
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 360 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 322,58.