In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om schadevergoeding voor mijnbouwschade. De aanvraag was door het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) afgewezen met een besluit van 19 oktober 2020, en het IMG bleef bij deze afwijzing na het bezwaar van eiseres. De rechtbank heeft het beroep op 7 december 2022 behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigden van het IMG aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat het IMG het bewijsvermoeden van artikel 6:177a van het Burgerlijk Wetboek voor een deel van de schades heeft weerlegd. Dit betreft onder andere schade aan de woning van eiseres, die zij toeschrijft aan mijnbouwactiviteiten. De rechtbank stelt vast dat het IMG zijn oordeelsvorming heeft gebaseerd op de bevindingen van meerdere onafhankelijke deskundigen, die hebben geconcludeerd dat andere oorzaken dan mijnbouwschade verantwoordelijk zijn voor de schade aan de woning.
Eiseres heeft echter voldoende concrete aanknopingspunten voor twijfel aangedragen over de conclusies van de deskundigen, met name met betrekking tot schade 6, die volgens eiseres identiek is aan eerder behandelde schade door de NAM. De rechtbank oordeelt dat het IMG ten onrechte heeft geconcludeerd dat schade 6 identiek is aan eerder behandelde schade en dat het IMG deze schade alsnog moet behandelen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover het IMG zich onbevoegd heeft verklaard om schade 6 te behandelen en draagt het IMG op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. Eiseres krijgt ook een vergoeding van haar proceskosten en het griffierecht.