ECLI:NL:RBNNE:2023:5284

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
22 december 2023
Publicatiedatum
27 december 2023
Zaaknummer
18-293976-21
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Organisatie en exploitatie van hennepkwekerijen in Duitsland met betrokkenheid van verdachte

In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die betrokken was bij de organisatie en exploitatie van drie hennepkwekerijen in Duitsland, heeft de rechtbank op 22 december 2023 uitspraak gedaan. De verdachte is veroordeeld voor haar rol in het telen van hennep en witwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen op professionele wijze hennep heeft geteeld in een pand in Duitsland, waarbij in totaal 1399, 1694 en 1414 hennepplanten zijn aangetroffen. De hennepkwekerijen werden aangestuurd vanuit een onderneming in Emmen. De verdachte heeft een gevangenisstraf van 532 dagen opgelegd gekregen, waarvan 360 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, en daarnaast een taakstraf van 240 uren. De rechtbank heeft de rol van de verdachte als medepleger van de hennepteelt en het witwassen van een geldbedrag van 45.000 euro vastgesteld. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten, omdat deze niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De uitspraak is gedaan na een uitgebreid onderzoek ter terechtzitting, waarbij de verdachte en haar advocaat aanwezig waren, evenals vertegenwoordigers van het openbaar ministerie.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Groningen
parketnummer 18/293976-21
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 22 december 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1977 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] [plaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 13 en 15 november en 22 december 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. G. Meijer, advocaat te Veendam.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. S.M. von Bartheld en mr. D. Roggen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
zij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 22 juni 2020 tot en met 30 november 2021 te [plaats]
(D) (in een pand/loods aan [adres] ), althans in Duitsland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (uit JM1190, p. 5882) 1399 hennepplanten, althans (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, (telkens) een hoeveelheid/hoeveelheden van (een) middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2.
zij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 28 maart 2020 tot en met 7 februari 2022 te [plaats]
(D) (in een pand/loods aan [adres] ), althans in Duitsland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (uit JM584, p. 4121) 1694 hennepplanten, althans 311 hennepplanten, in elk geval (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, (telkens) een hoeveelheid/hoeveelheden van (een) middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
zij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 28 maart 2020 tot en met 21 mei 2021 te [plaats] (D) (in een pand/loods aan de [adres] ), althans in Duitsland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
(telkens) opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, in elk geval (telkens opzettelijk aanwezig heeft gehad, (uit JM376-01, p. 4346) 1414 hennepplanten, in elk geval (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep, (telkens) een hoeveelheid/hoeveelheden van (een) middel/middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
zij op of omstreeks 7 februari 2022 te [plaats] , althans in Nederland,
(telkens) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (van) een geldbedrag (aangetroffen in een kluiskoffer) van (ongeveer) 45.000,-, althans één of meerdere (grote) geldbedrag(en),
  • de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of heeft verhuld dan wel
  • heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat/die geld(en) was/waren, en/of heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den) (sub a)
  • en/of dat/die (meerdere) (grote) geldbedrag(en) heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeftovergedragen, heeft omgezet en/of gebruik heeft gemaakt (sub b),
terwijl zij, verdachte, en/of haar mededader(s) wist(en) dat dat/die geldbedragen en/of voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben veroordeling gevorderd voor alle ten laste gelegde feiten.
Met betrekking tot het onder 1 en 2 ten laste gelegde hebben de officieren van justitie opgemerkt dat slechts een deel van de ten laste gelegde periode wettig en overtuigend bewezen kan worden. Voor het onder 1 ten laste gelegde ( [plaats] ) betreft dit de periode van eind oktober 2020 tot en met 21 november 2021 en voor het onder 2 ten laste gelegde ( [plaats] ) betreft dit de periode van eind oktober 2020 tot en met 7 februari 2022.
Met betrekking tot het onder 4 ten laste gelegde hebben de officieren van justitie veroordeling gevorderd voor het witwassen van het gehele bedrag van 45.000,00. Zij hebben daarbij opgemerkt dat ook het medeplegen van het verhullen wie de rechthebbende was op het geldbedrag wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van het onder 1, 3 en 4 ten laste gelegde. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
[plaats]
Er kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat er een hennepkwekerij in de loods aan [adres] te [plaats] heeft gezeten. Dat er in de loods bouwmaterialen en apparatuur voor een hennepkwekerij zijn aangetroffen, is daarvoor onvoldoende. Verdachte heeft aangegeven dat de loods als opslag werd gebruikt. Dit wordt bevestigd door medeverdachte [medeverdachte 1] . Tijdens de observaties is een aantal keer gezien dat verdachte bij de loods was, maar dit was telkens voor korte duur. Verder zijn er onvoldoende aanknopingspunten om aan te nemen dat de encrypted berichten over [plaats] gaan. De fotos die worden verstuurd, vertonen enige gelijkenis met de loods in [plaats] . Echter, het gros van de hennepkwekerijen ziet er ongeveer hetzelfde uit qua opbouw en inrichting. Naast de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] is er geen ander bewijs waaruit blijkt dat met [naam] [plaats] wordt bedoeld. Daarnaast wordt in alle encrypted berichten de naam van verdachte nagenoeg niet genoemd. Voorts is er geen proces-verbaal waaruit blijkt dat de elektriciteitsvoorziening in de loods was gemanipuleerd, zodat ervan uitgegaan moet worden dat dit niet het geval was. Er zit evenmin een proces-verbaal in het dossier waaruit blijkt dat er sprake was van een hoog elektriciteitsverbruik in de loods. Uit de verklaringen van medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] blijkt dat [medeverdachte 2] op twee locaties hennep heeft geknipt. Zij geeft aan dat dit in [plaats] en [plaats] was, maar ze erkent ook dat zij in [plaats] is geweest. Het heeft er dus alle schijn van dat zij zich vergist en dat zij doelt op [plaats] in plaats van [plaats] . Indien er wel een hennepkwekerij in [plaats] heeft gezeten, is er geen bewijs dat verdachte hierbij betrokken is geweest.
[plaats]
Verdachte is in zeer beperkte mate betrokken geweest bij de hennepkwekerij in [plaats] . Voorafgaand aan de inval is zij hooguit één keer in het pand geweest. Zij zou de catering verzorgen en boodschappen doen voor de knippers. De rol van verdachte kan hooguit medeplichtigheid opleveren. Dit is echter niet ten laste gelegd. Er kan geen doorslaggevende waarde worden gegeven aan de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 7] . Naast zijn verklaring is er geen ander bewijs dat verdachte vanaf maart 2020
betrokken is geweest bij de hennepkwekerij in [plaats] .
Witwassen
Met betrekking tot het onder 4 ten laste gelegde heeft verdachte aangegeven dat 5.000,00 van haar was en dat zij 40.000,00 voor iemand anders bewaarde. Er is haar niet verteld dat dit geld afkomstig was uit enig misdrijf en ze had ook geen enkele reden om dit aan te nemen. Aangezien de herkomst van het geld onbekend is, kan niet vastgesteld worden dat het geld afkomstig is uit enig misdrijf. Dat verdachte geen volledige openheid van zaken wil geven, moet niet in haar nadeel worden uitgelegd. Indien verdachte had verklaard dat het geld van haar was, zou dat in haar voordeel kunnen werken. In dat geval kan het geld immers verrekend worden met de ontnemingsvordering. Daarnaast is de maximale straf voor eenvoudig witwassen fors lager dan die voor witwassen. Dit moet leiden tot de conclusie dat haar verhaal juist is en dat zij ten aanzien van het geldbedrag te goeder trouw is geweest. Indien aangenomen wordt dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is, dan kan niet bewezen worden dat verdachte dit wist, hooguit dat ze dit had kunnen vermoeden. Schuldwitwassen is echter niet ten laste gelegd. Tot slot heeft verdachte verklaard dat 5.000,00 van haar was. Dit geld is uit eigen misdrijf afkomstig. Op grond van jurisprudentie van de Hoge Raad is het enkele aanwezig hebben van geld uit eigen misdrijf niet te kwalificeren als witwassen. Er moet sprake zijn van gedragingen die gericht zijn op het verhullen van de criminele herkomst van het geld. Hier is in onderhavige zaak geen sprake van.
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, maar daarbij opgemerkt dat verdachte bij deze kwekerij niet in maart 2020 al betrokken is geraakt, maar zeker een jaar later.
Oordeel van de rechtbank
Ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde1

Aanleiding onderzoek

Eind mei en begin juli 2021 komen er twee MMA meldingen binnen met betrekking tot de onderneming [bedrijf] aan de [adres] in [plaats] . Hierin staat dat deze onderneming op grote schaal wiet opkoopt.
Daarnaast zouden er ook hennepstekken verkocht worden. Via het TCI komt in juli 2021 soortgelijke informatie binnen. Hierin wordt vermeld dat er vanuit [bedrijf] meerdere hennepkwekerijen worden geëxploiteerd en dat er gewerkt zou worden met encrypted telefoons.
2Naar aanleiding van deze informatie wordt het onderzoek Mergel gestart. Op basis van het onderzoek wordt zicht gekregen op een aantal locaties in Duitsland waar vermoedelijk hennepkwekerijen aanwezig zijn. Dit betreffen onder meer [plaats] , [plaats] en [plaats] .
Het omvangrijke dossier is grofweg in twee delen te splitsen. Eén deel van het dossier betreft het onderzoek aan het berichtenverkeer via de beveiligde communicatiediensten EncroChat en Sky ECC. Deze bewijsmiddelen hebben voornamelijk betrekking op de personen die een organisatorische rol hebben gehad bij het exploiteren van de hennepkwekerijen. In deze berichten wordt overleg gevoerd, problemen worden besproken en beslissingen worden gemaakt. Het andere deel van het dossier betreft onder meer de observaties van de politie, tapgesprekken tussen de verdachten, bakengegevens, zendmastgegevens en onderzoek aan de telefoons van de verdachten. Deze bewijsmiddelen hebben voornamelijk betrekking op de personen die een uitvoerende rol hebben gehad bij het exploiteren van de hennepkwekerijen. Dit zijn ook de personen die met enige regelmaat in de kwekerijen zijn geweest om werkzaamheden te verrichten
en om spullen te brengen en/of op te halen.
De rechtbank zal eerst ingaan op de identificatie van de belangrijkste EncroChat- en Sky ECC-accounts die in het onderzoek Mergel naar voren zijn gekomen. Vervolgens zal de rechtbank per locatie ingaan op de vragen: heeft er op deze locatie een hennepkwekerij gezeten, wat is de omvang van deze kwekerij geweest en in welke periode is deze hennepkwekerij in werking geweest. Tot slot zal de rechtbank ingaan op de rol van verdachte bij de drie hennepkwekerijen en beoordelen of deze van voldoende gewicht is om haar aan te kunnen merken als medepleger.

EncroChat en SKY ECC

Accounts die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 5]
Het EncroChat-account [medeverdachte 5] en het Sky ECC-account [medeverdachte 5] worden door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 5] . De politie baseert dit op het volgende.
[medeverdachte 5] is door de EncroChat-gebruikers [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] opgeslagen onder de nicknames [medeverdachte 5] en [medeverdachte 5] . [medeverdachte 5] is geboren in [geboorteplaats] en eigenaar van een growshop in [plaats] . Uit de chats met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] blijkt dat [medeverdachte 5] een band heeft met [plaats] . Hij spreekt regelmatig af in [plaats] of geeft aan dat hij daar is. De EncroChat-gebruiker [naam] heeft [medeverdachte 5] opgeslagen onder de naam [medeverdachte 5] . [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] noemen [medeverdachte 5] [medeverdachte 5] of [medeverdachte 5] . De namen [medeverdachte 5] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 5] lijken allemaal sterk op [medeverdachte 5] , de voornaam van [medeverdachte 5] . Tot slot valt de woning van [medeverdachte 5] binnen het bereik van de zendmasten die door het IMEI- nummer [nummer] gebruikt worden. Dat IMEI-nummer kan gekoppeld worden aan [medeverdachte 5] .
3
De gebruiker van het Sky ECC-account [medeverdachte 5] wordt net als [medeverdachte 5] aangesproken met [medeverdachte 5] . Daarnaast is in een Apple iPhone 6, die in gebruik was bij [medeverdachte 4] ,
4een lijst aangetroffen met Sky ECC-accounts. In deze lijst staat achter het account [medeverdachte 5] de naam [medeverdachte 5] . Daarnaast laat de gebruiker van het Sky ECC-account op 15 januari 2021 weten dat hij thuis is omdat [naam] jarig is. [medeverdachte 5] heeft een dochter genaamd [naam] . Zij is geboren op [geboortedatum] 2016.
5Tot slot wordt de stem van [medeverdachte 5] herkend in een audiobericht van [medeverdachte 5] .
6Hoewel het geen wetenschappelijk onderbouwde stemherkenning betreft, is de rechtbank van oordeel dat er ook zonder deze stemherkenning genoeg aanknopingspunten zijn om te concluderen dat [medeverdachte 5] de gebruiker is van het Sky ECC-account [medeverdachte 5] . De stemherkenning versterkt enkel de overtuiging.
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat bewezen kan worden dat het EncroChat-account [medeverdachte 5] en het Sky ECC-account [medeverdachte 5] door [medeverdachte 5] werden gebruikt.
Accounts die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 1]
Het EncroChat-account [medeverdachte 1] en het Sky ECC-account [medeverdachte 1] worden door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 1] . De politie baseert dit op het volgende.
[medeverdachte 5] heeft [medeverdachte 1] opgeslagen onder de nickname [medeverdachte 1] . Daarnaast geeft [medeverdachte 5] in een gesprek met het EncroChat-account [naam] aan dat [medeverdachte 1] het EncroChat-account is van [medeverdachte 1] . [medeverdachte 1] heeft het in verscheidene chats over [verdachte] . Dit betreft hoogstwaarschijnlijk [verdachte] , de partner van [medeverdachte 1] .
7
[medeverdachte 5] duidt de gebruiker van [medeverdachte 1] aan als [medeverdachte 1] . Daarnaast is in een Apple iPhone 6, die in gebruik was bij [medeverdachte 4] , een lijst aangetroffen met Sky ECC- accounts. In deze lijst staat achter het account [medeverdachte 1] de naam [medeverdachte 1] .
Daarnaast heeft de gebruiker van [medeverdachte 1] het in een chat met [medeverdachte 5] over [verdachte] . Tot slot geeft [medeverdachte 1] aan dat [naam] bijna gaat bevallen en spreekt hij over een operatie van [naam] . [medeverdachte 1] heeft twee dochters genaamd [naam] en [naam] .
8
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat bewezen kan worden dat het EncroChat-account [medeverdachte 1] en het Sky ECC-account [medeverdachte 1] door [medeverdachte 1] werden gebruikt.
Accounts die kunnen worden toegeschreven aan [medeverdachte 4]
Het EncroChat-account [medeverdachte 4] en het Sky ECC-account [medeverdachte 4] worden door de politie toegeschreven aan [medeverdachte 4] . De politie baseert dit op het volgende.
[medeverdachte 4] staat sinds 27 januari 2016 ingeschreven op het adres [adres] in [plaats] . Deze woning valt binnen het bereik van de zendmasten die door het IMEI-nummer [nummer] , dat gekoppeld kan worden aan [medeverdachte 4] , in de nachtelijke uren worden aangestraald. [medeverdachte 4] heeft daarnaast samen met [medeverdachte 6] een recycling bedrijf, genaamd [bedrijf] . Dit bedrijf is gevestigd op de [adres] . Deze locatie valt onder de dekking van de zendmasten die overdag het meeste worden gebruikt.
9In een gesprek met het EncroChat-account [naam] geeft [medeverdachte 4] het adres [adres] in [plaats] door. Vervolgens geeft hij aan 1 straat verder en daarna En erin. Deze instructies passen bij een routebeschrijving naar [bedrijf] .
10In een gesprek met het EncroChat-account [naam] geeft [medeverdachte 4] aan dat [naam] hier moet komen. Vervolgens stuurt hij een afbeelding met daarop het adres van [bedrijf] .
11Daarnaast zou het door [medeverdachte 4] gebruikte wachtwoord [wachtwoord] een verwijzing kunnen zijn naar de geboortedatum van [medeverdachte 4] en zijn voertuig, een Volkswagen Caddy. Voorts blijkt uit de chats dat [medeverdachte 4] mr. J.P. Plasman als advocaat heeft. In een strafrechtelijk onderzoek uit 2019 heeft [medeverdachte 4] aangegeven dat hij een voorkeursadvocaat wil, namelijk mr. J.P. Plasman.
12Tot slot wordt door [medeverdachte 4] een foto verstuurd van een kind dat een trui draagt van the Lion King. Het kind en de kleding worden herkend op een foto op de Facebookpagina van [medeverdachte 4] en zijn partner.
13
[medeverdachte 4] geeft bij [medeverdachte 5] aan dat hij een nieuw account heeft. Hij schrijft hierbij: [medeverdachte 4] . [medeverdachte 4] verwijst mogelijk naar de Marokkaanse afkomst van [medeverdachte 4] en [plaats] zou een verwijzing kunnen zijn naar zijn woonplaats. In een gesprek over corona noemt de Sky ECC-gebruiker [medeverdachte 6] , waarvan de gebruiker door de politie is geïdentificeerd als [medeverdachte 6] ,
14[medeverdachte 4] [medeverdachte 4] . Op 3 december 2020 sturen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] meerdere spraakberichten naar elkaar. Hierbij spreekt [medeverdachte 6] [medeverdachte 4] meerdere malen aan met de naam [medeverdachte 4] , de voornaam van [medeverdachte 4] . Op 5 december 2020 stuurt [medeverdachte 4] een foto van kenmerkende schoenen. Soortgelijke schoenen worden bij de doorzoeking in de woning van
[medeverdachte 4] aangetroffen.
15Tot slot wordt de stem van [medeverdachte 4] in meerdere audioberichten van [medeverdachte 4] herkend.
16
Hoewel het ook in dit geval geen wetenschappelijk onderbouwde stemherkenning betreft, is de rechtbank van oordeel dat er ook zonder deze stemherkenning meer dan genoeg aanknopingspunten zijn om te concluderen dat [medeverdachte 4] de gebruiker is van het Sky ECC-account [medeverdachte 4] . De stemherkenning versterkt enkel de overtuiging.
De rechtbank neemt de conclusies van de politie over en is van oordeel dat bewezen kan worden dat het EncroChat-account [medeverdachte 4] en het Sky ECC-account [medeverdachte 4] door [medeverdachte 4] werden gebruikt.
Slotopmerking
Met betrekking tot de identificaties van bovenstaande accounts merkt de rechtbank tot slot nog op dat de identificaties elkaar onderling ook versterken. De verdachten kennen elkaar. Daarnaast zijn ze allemaal gezien bij [bedrijf] in [plaats] . Verder wordt in de chats gesproken over hennepteelt en ook zoals hierna zal blijken specifiek over de drie hennepkwekerijen in Duitsland. [medeverdachte 1] , die een oud-werknemer is van [medeverdachte 5] , heeft ook bekend dat hij bij deze kwekerijen betrokken is geweest.
17Dat er derhalve achter deze accounts andere personen zouden zitten die verder niet (of nauwelijks) in het onderzoek naar voren zijn gekomen, acht de rechtbank zeer onaannemelijk.

[plaats] (feit 1)

Op 7 februari 2022 treedt de Duitse politie binnen in een loods aan [adres] te [plaats] . De politie treft geen in werking zijnde hennepkwekerij aan, maar wel tien pallets met hennepgerelateerde goederen.
18
Hoewel er geen hennepkwekerij is aangetroffen in [plaats] is de rechtbank van oordeel dat wel wettig en overtuigend bewezen kan worden dat hier een hennepkwekerij heeft gezeten. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat de locatie in [plaats] [naam] werd genoemd. Dit zou volgens haar gaan om een grote kwekerij van meer dan duizend planten. Ze is in januari/februari 2021 acht dagen op deze locatie geweest om hennep te knippen.
19[medeverdachte 2] bevestigt deze verklaring in het verhoor bij de rechter- commissaris.
20De rechtbank ziet geen reden om aan deze verklaring te twijfelen. Haar verklaring vindt steun in het overige bewijs.
Dat de locatie in [plaats] de bijnaam [naam] of [naam] had, blijkt bijvoorbeeld ook uit het onderzoek aan de Samsung Galaxy S9+ die tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] in beslag is genomen. Op deze telefoon zijn verschillende notities aangetroffen waarop staat vermeld wat er op bepaalde locaties wel of niet aanwezig is. De locaties die hierbij worden genoemd zijn onder andere [naam] , [naam] en
[naam] .
21Dit betreffen zoals hieronder ook nog zal blijken bijnamen van de drie hennepkwekerijen in Duitsland. De namen [naam] en [naam] komen ook terug op een notitieblokje dat door de Duitse politie wordt gevonden in een Volvo XC60 met Nederlands kenteken. Deze Volvo staat op dat moment bij een in werking zijnde hennepkwekerij in [plaats] . Het vermoeden is dat er meerdere personen aanwezig waren in deze kwekerij op het moment dat de Duitse politie is binnengetreden, maar dat zij er vervolgens snel vandoor zijn gegaan en daarbij de Volvo hebben achtergelaten. In het notitieblokje staat één notitie met bovenaan [naam] en een andere met bovenaan [naam] . Bij beide notities staan daaronder artikelen die gebruikt worden bij het telen van hennep, waarbij vermeld wordt hoeveel er van elk artikel nodig is.
22Tot slot blijkt ook uit de EncroChat- en Sky ECC-berichten dat [naam] betrekking heeft op een hennepkwekerij die enige tijd actief is geweest in [plaats] . Op 7 april 2020 zegt [medeverdachte 1] via EncroChat tegen [medeverdachte 5] dat de tenten bijna klaar zijn, maar dat er problemen zijn met de stroom, het schakelbord en de afzuigers.
23Op 22 juni 2020 stuurt [medeverdachte 1] via Sky ECC naar [medeverdachte 5] dat het bij de tenten niet goed gaat, maar dat het drooghok afgebouwd is. Op 13 september 2020 geeft [medeverdachte 5] bij [medeverdachte 1] aan dat als hij morgen naar tenten gaat,
hij wat dingen mee moet nemen. Een dag later stuurt hij een foto waarop [plaats] en [plaats] staat. Op 17 september 2020 stuurt [medeverdachte 1] een aantal afbeeldingen naar [medeverdachte 5] die grote overeenkomsten vertonen met de loods in [plaats] zoals deze door de Duitse politie is aangetroffen. Op 27 oktober 2020 stuurt [medeverdachte 1] in het Albanees de eerste is klaar. Daarbij stuurt hij een aantal afbeeldingen door waarop vijf stroken met potten te zien zijn. Deze potten zijn door de politie geteld en het blijkt te gaan om 1399 potten. Wederom vertonen de afbeeldingen overeenkomsten met de fotos die de Duitse politie heeft genomen in de loods aan [adres] te [plaats] .
24
Uit de zendmastgegevens van de telefoons van [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 3] blijkt dat deze drie verdachten in de maanden oktober 2021 tot en met december 2021 regelmatig zendmasten aanstralen in of nabij [plaats] . De zendmasten worden voor langere periodes aangestraald, hetgeen overeenkomt met de verklaring van [medeverdachte 2] .
25Ook uit de bakengegevens van de Opel Astra met kenteken [kenteken] , in gebruik bij [verdachte] ,
26en de bakengegevens van de Renault Clio met kenteken [kenteken] , in gebruik bij [medeverdachte 1] ,
27blijkt dat beide voertuigen zowel bij [bedrijf] als bij [plaats] zijn geweest. Op 21 oktober 2021 is op de camerabeelden van de statische camera die op [bedrijf] gericht is, te zien dat [medeverdachte 1] aan komt rijden in een Volkswagen Crafter met Duits kenteken [kenteken] . Vervolgens is te zien dat [medeverdachte 5] vier jerrycans inlaadt. Door het observatieteam is gezien dat [medeverdachte 1] met de Volkswagen Crafter de grens over rijdt en uiteindelijk stopt bij de loods aan [adres] . Hier laadt hij meerdere dozen uit.
28
Op 18 november 2021 wordt door het observatieteam gezien dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en een onbekende vrouw (dit betreft hoogstwaarschijnlijk [medeverdachte 2] ) in de Renault Clio met kenteken [kenteken] naar [plaats] rijden en daar stoppen bij de loods aan [adres] . De Renault Clio wordt vervolgens achteruit de loods ingereden. Ongeveer tien minuten later vertrekt de Renault Clio weer. Deze rijdt vervolgens naar de hennepkwekerij in [plaats] .
29
Uit de bakengegevens van de Renault Clio met kenteken [kenteken] blijkt dat dit voertuig op 12 november 2021 naar Duitsland rijdt. Het voertuig stopt vervolgens bij de woning van [naam] , de huurder van de loods aan [adres] .
30Hierna rijdt het voertuig door naar de [adres] in [plaats] , waar het voertuig ongeveer een half uur blijft staan. Dit is in de directe nabijheid van de loods aan [adres] .
31Op de camerabeelden van een tankstation wordt [medeverdachte 3] herkend als bestuurder van de Renault Clio.
32
Op 26 oktober 2021 straalt de telefoon van [verdachte] een zendmast aan die in de directe omgeving van [plaats] staat.
33Die middag ziet het observatieteam drie voertuigen bij de loods aan [adres] .
34Twee van deze voertuigen, de Renault Clio met kenteken [kenteken] en de Mazda 3 met kenteken [kenteken] , zijn ook gezien bij [bedrijf] , bij de woningen van [verdachte] en [medeverdachte 1] en/of aan [adres] (de verblijfplaats van [medeverdachte 3] ).
35
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er in de loods aan [adres] een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. [medeverdachte 2] verklaart hierover, via EncroChat en Sky ECC worden berichten gedeeld die duiden op een in werking zijnde hennepkwekerij en tot slot blijkt uit de zendmastgegevens, bakengegevens en observaties dat er meerdere verdachten met enige regelmaat bij de loods komen en daar dan ook langere tijd verblijven.
Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet de gehele ten laste gelegde periode bewezen kan worden, maar dat deze beperkt dient te worden tot de periode van eind oktober 2020 tot en met 21 november 2021. Hoewel er aanwijzingen zijn dat er ook op een eerder moment al activiteiten zijn geweest, kan niet bewezen worden dat er op dat moment al hennep werd geteeld. Op 27 oktober 2020 stuurt [medeverdachte 1] via Sky ECC naar [medeverdachte 5] een aantal fotos met de tekst de eerste is klaar. Op de fotos die overeenkomsten vertonen met de loods aan [adres] zijn rijen met potten te zien.
36De hennepkwekerij is op dat moment kennelijk gereed.
[plaats] (feit 2)
Op 7 februari 2022 treedt de Duitse politie binnen in een pand aan [adres] te [plaats] . Het pand betreft een voormalig restaurant met op de begane grond een bowlingbaan. Op de voormalige bowlingbaan treft de politie een hennepkwekerij aan. In één gedeelte van de kwekerij staan 836 potten, waarvan er 311 beplant zijn met stekken. In het andere gedeelte staan 858 potten die enkel gevuld zijn met plantenaarde en granulaat. Verder vindt de politie onder meer droognetten, plantenresten (vermoedelijk hennep) en plantenmest van het merk Dutch Pro.
37
De rechtbank is van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat in het pand aan [adres] te [plaats] een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat de locatie in [plaats] [naam] werd genoemd. Het zou gaan om een grote kwekerij. In de rechter ruimte heeft ze 845 planten geteld en in het andere deel stonden er nog meer. Ze is drie keer in [plaats] geweest om wiet te knippen.
38[medeverdachte 2] bevestigt deze verklaring in het verhoor bij de rechter- commissaris.
39De rechtbank ziet geen reden om aan deze verklaring te twijfelen. Haar verklaring vindt steun in het overige bewijs.
Dat de locatie in [plaats] de bijnaam [naam] had, wordt net als bij [plaats] bevestigd door het onderzoek aan de telefoon van [verdachte]
40en het notitieblokje dat is aangetroffen in de Volvo XC60 met Nederlands kenteken.
41Daarnaast wordt er in de tapgesprekken tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] meerdere keren gesproken over [naam] . Op 5 januari 2022 is [verdachte] vanuit Nederland onderweg naar [medeverdachte 1] . In het tapgesprek van 13:06 uur geeft ze aan dat ze nu naar [naam] rijdt. Om 13:36 uur geeft ze aan dat ze met ongeveer 2 minuten bij [medeverdachte 1] is.
42Uit de zendmastgegevens blijkt dat de telefoon van [medeverdachte 1] omstreeks 13:45 uur een zendmast aanstraalt in de omgeving van [plaats] .
43Tot slot blijkt ook uit de EncroChat- en Sky ECC-berichten dat [naam] betrekking heeft op een hennepkwekerij die enige tijd actief is geweest in [plaats] . Op 30 maart 2020 zegt [medeverdachte 5] via EncroChat tegen [medeverdachte 1] dat hij even langs [naam] moet gaan om te kijken naar de weed (hennep).
44Op 25 augustus 2020 geeft [medeverdachte 1] aan dat hij op 26 augustus 2020 naar [naam] gaat als gevolg van een onjuiste levering. Deze levering van goederen was bestemd voor [naam] .
45
[medeverdachte 1] heeft aangegeven dat hij in [plaats] hennep heeft geknipt.
46Uit de zendmastgegevens van de telefoons van [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 3] blijkt dat deze drie verdachten in de maanden oktober tot en met december 2021 regelmatig zendmasten aanstralen in of nabij [plaats] . De zendmasten worden voor langere periodes aangestraald, wat overeenkomt met de verklaring van [medeverdachte 2] .
47Ook uit de bakengegevens van de Renault Clio met kenteken [kenteken] , in gebruik bij [medeverdachte 1] , blijkt dat dit voertuig zowel bij [bedrijf] als bij [plaats] is geweest.
48Op 18 november 2021 wordt door het observatieteam gezien dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en (hoogstwaarschijnlijk) [medeverdachte 2] in de Renault Clio met kenteken [kenteken] eerst naar [plaats] rijden en vervolgens doorrijden naar de hennepkwekerij in [plaats] .
49[medeverdachte 2] geeft aan dat ze tijdens kerst twee dagen heeft geslapen in [plaats] .
50Dit wordt bevestigd door een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] van 23 december 2021 waaruit blijkt dat [medeverdachte 1] [medeverdachte 2] de volgende dag mee zal nemen zodat ze het over kan nemen van [verdachte] . [verdachte] zegt tegen [medeverdachte 1] dat hij de TomTom op [plaats] moet zetten. [plaats] ligt vlakbij de veerdienst voor de overtocht richting [plaats] .
51Uit de verklaring van [medeverdachte 2] blijkt dat de verdachten altijd met een veerpont richting [plaats] gingen.
52Daarnaast wordt in de Volvo XC60 met Nederlands kenteken die bij de hennepkwekerij in [plaats] is achtergelaten, een strippenkaart aangetroffen voor de veerdienst [plaats] .
53
Op 7 december 2021 worden door de Duitse politie fotos gemaakt van het pand aan [adres] te [plaats] . Hierop is een wit busje te zien (een Fiat Ducato met kenteken [kenteken] ). Uit de zendmastgegevens blijkt dat de telefoons van [verdachte] en [medeverdachte 1] die dag een zendmast aanstralen in [plaats] .
Tevens werd op 5 december 2021 een gesprek gevoerd tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] . Hierin wordt gesproken over een Duits busje dat zij tot hun beschikking hadden. Uit de observaties blijkt het om hetzelfde busje te gaan.
54
Op 1 februari 2022 worden [verdachte] en [medeverdachte 3] door de Duitse politie gezien in [plaats] . Bij het pand aan [adres] zien zij een witte Volkswagen Passat. Het gaat vermoedelijk om de Volkswagen Passat met kenteken [kenteken] . In de ochtend van 1 februari 2022 is gezien dat [medeverdachte 3] [verdachte] bij haar woning op heeft gehaald in deze Volkswagen Passat.
55Deze auto is ook een aantal keer bij [bedrijf] gezien. De eerste keer is op 18 januari 2022. [medeverdachte 3] was toen hoogstwaarschijnlijk de bestuurder.
56Op 26 januari 2022 is de auto wederom bij [bedrijf] gezien. [medeverdachte 5] was op dat moment ook in het bedrijfspand aanwezig. Daarnaast is de auto op 2 februari 2022 nog een keer bij [bedrijf] gezien. [medeverdachte 5] was toen de bestuurder van de auto.
57
Tot slot heeft het NFI vergelijkend onderzoek gedaan met enerzijds monsters hennep uit [bedrijf] en anderzijds monsters hennep uit [plaats] . Het NFI heeft geconcludeerd dat de DNA-profielen van beide monsters volledig overeen komen. Dit betekent dat het materiaal afkomstig kan zijn van dezelfde moederplant.
58
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er in het pand aan [adres] een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. De verklaring van [medeverdachte 2] past bij de aangetroffen situatie, [medeverdachte 1] heeft bekend dat hij hennep heeft geknipt in [plaats] en uit de zendmastgegevens, bakengegevens en observaties volgt dat meerdere verdachten met enige regelmaat bij het pand komen en daar dan ook langere tijd verblijven.
Met de officieren van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet de gehele ten laste gelegde periode bewezen kan worden, maar dat deze beperkt dient te worden tot de periode van november 2020 tot en met 7 februari 2022. [medeverdachte 2] heeft aangegeven dat zij vanaf november of december 2020 mee is gegaan om te knippen.
59Daarnaast is in de telefoon van [verdachte] een notitie aangetroffen over [naam] , die dateert van begin december 2020.
60
[plaats] (feit 3)
Op 21 mei 2021 wordt er in een pand aan de [adres] te [plaats] een hennepkwekerij aangetroffen. Het pand betreft een voormalig hotel en restaurant met een bowlingbaan. Op de voormalige bowlingbaan treft de politie een hennepkwekerij aan van in totaal 1414 hennepplanten.
61Verder vindt de politie een portemonnee met het rijbewijs van [verdachte] , een kentekenbewijs dat eveneens op haar naam staat en een kassabon van een benzinestation in [plaats] (Duitsland).
62Op de camerabeelden van het tankstation worden [verdachte] en [medeverdachte 1] herkend.
63In de kwekerij worden twee dactyloscopisch sporen van [medeverdachte 1] veiliggesteld
64en één van [medeverdachte 3] .
65
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat ze één keer naar de locatie in [plaats] is geweest samen met onder andere [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] . Ze zijn echter na een uur gevlucht omdat de politie er was.
66Een Duitse verdachte die is aangehouden, [medeverdachte 7] , heeft verklaard dat een paartje ( [verdachte] en [medeverdachte 1] ) voor alles heeft gezorgd. Hij noemt hen de tuiniers. Hij verklaart dat zij meestal bleven overnachten, maar dat zij niet permanent in het pand verbleven.
67Voor zover deze verklaring ziet op het overnachten op de locatie in [plaats] wordt deze verklaring bevestigd door de Sky ECC-berichten van [medeverdachte 1] .
68
Uit de EncroChat-gesprekken van april en mei 2020 blijkt dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] contact met elkaar hebben over [plaats] . Uit de chats valt op te maken dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] in de kwekerij in [plaats] zijn geweest om werkzaamheden te verrichten. Zo wordt er gesproken over stekken (die [medeverdachte 4] heeft geregeld
69), potten, het verzorgen van de planten en problemen met de stroom. Daarnaast hebben [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] contact over het sluiten van de grens met Duitsland. [medeverdachte 5] vraagt aan [medeverdachte 4] of de eigenaar in geval van nood iemand kan regelen
om water te geven. Verder geeft [medeverdachte 5] [medeverdachte 1] instructies bij het opbouwen van de hennepkwekerij.
De locatie in [plaats] wordt ook regelmatig [naam] , [naam] of [naam] genoemd. Dat het wel degelijk gaat over de hennepkwekerij in het pand aan de [adres] blijkt uit een foto die door [medeverdachte 4] naar [medeverdachte 1] wordt gestuurd. Deze foto vertoont grote overeenkomsten met het pand aan de [adres] . Daarnaast vraagt [medeverdachte 1] het EncroChat-account [naam] om het adres in [plaats] . [naam] stuur het adres [adres] door.
70Verder stuurt [medeverdachte 4] op 6 april 2020 drie fotos naar het EncroChat-account [medeverdachte 6] , waarvan de gebruiker door de politie is geïdentificeerd als [medeverdachte 6] .
71Dit betreffen fotos van een kabelaansluiting in een zekeringenkast. Deze fotos vertonen grote gelijkenis met de door de Duitse politie gefotografeerde zekeringenkast in de hennepkwekerij in [plaats] .
72
In de Sky ECC-berichten is te lezen dat [medeverdachte 4] de stekken heeft besteld voor [naam] . [medeverdachte 5] geeft instructies met betrekking tot het planten van de stekjes. Hij geeft aan dat het beter is als [medeverdachte 1] het zelf doet.
73In januari 2021 hebben [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] contact over een inbraak in [naam] . [medeverdachte 4] vraagt aan [medeverdachte 1] om er zo snel mogelijk heen te gaan. [medeverdachte 4] geeft aan dat er iemand in [naam] had moeten slapen. Waarop [medeverdachte 1] aangeeft er zoveel mogelijk samen met [verdachte] te slapen.
74Op 1 december 2020 geeft [medeverdachte 1] bij [medeverdachte 5] aan dat hij morgen naar [naam] moet en daarna naar [naam] . [verdachte] gaat met hem mee. Een dag later stuurt [medeverdachte 1] een bericht over 10 netten en 22 kilo hennep. Op 4 januari 2021 zegt [medeverdachte 5] dat hij met [naam] (dit betreft zeer waarschijnlijk [medeverdachte 4] ) zal overleggen hoe en waar ze willen knippen in [naam] .
75
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat er in het pand aan de [adres] te [plaats] een hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. Uit de doorzoeking, het sporenonderzoek, de verklaring van [medeverdachte 2] en de EncroChat- en Sky ECC-berichten blijkt van betrokkenheid van [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 4] , [verdachte] en [medeverdachte 3] bij deze kwekerij.
De rechtbank is tot slot van oordeel dat de bewezenverklaarde periode beperkt dient te worden tot de periode van 1 april 2020 tot en met 21 mei 2021.
Uit de EncroChat-gesprekken blijkt dat [medeverdachte 5] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] vanaf april 2020 contact hebben over [plaats] .

De rol van verdachte

Juridisch kader
Voor de beoordeling van de vraag of de rol van [verdachte] voldoende is om haar aan te kunnen merken als medepleger is door de rechtbank steeds het volgende juridische kader gehanteerd.
De kwalificatie medeplegen vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking, gericht op het voltooien van het delict. Hiervoor moet sprake zijn van een intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict, die van voldoende gewicht is. De vraag of aan deze eis is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval. Bij de beoordeling of daaraan is voldaan, kan de rechtbank rekening houden met de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
76Verdachte moet een wezenlijke bijdrage hebben geleverd
aan het delict.
Algemeen
[verdachte] heeft aangegeven dat zij in de loods in [plaats] spullen neer heeft gezet. Ze heeft hier geen hennepkwekerij gezien. Met betrekking tot [plaats] heeft zij aangegeven dat ze planten heeft verzorgd en de stekjes neer heeft gezet. Volgens [verdachte] is een deel van de oogst mislukt vanwege een lekkage. Tot slot heeft ze met betrekking tot [plaats] aangegeven dat ze hier twee keer is geweest. Ze heeft hier niet geknipt, maar ze verzorgde de catering en deed boodschappen voor de knippers.
77De rechtbank is echter van oordeel dat uit het dossier blijkt dat [verdachte] een grotere rol heeft gehad bij het exploiteren van de hennepkwekerijen dan zij zelf verklaard heeft.
[plaats]
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat ze bij de [naam] hennep heeft geknipt met onder andere [verdachte] .
78Zoals hiervoor reeds is overwogen, acht de rechtbank bewezen dat er in [plaats] een in werking zijnde hennepkwekerij van aanzienlijke omvang heeft gezeten. De verklaring van [verdachte] dat zij niet heeft geweten dat er een hennepkwekerij in de loods heeft gezeten, acht de rechtbank ongeloofwaardig. Uit de zendmastgegevens, bakengegevens van de Opel Astra met kenteken [kenteken] (in gebruik bij [verdachte] ) en observaties blijkt dat [verdachte] meerdere keren in (de omgeving van) [plaats] is geweest.
79Daarnaast worden in de Samsung Galaxy S9+, die tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] in beslag is genomen, meerdere notities aangetroffen die betrekking hebben op de locatie [naam] . Hierin staat vermeld wat er op deze locatie wel en niet aanwezig is. Het gaat hierbij onder andere over dekens, kussens, kleren, wc papier etc.
80Dit kan passen bij de verklaring van [medeverdachte 2] dat het knipteam enkele dagen in de loods verbleef.
81
Uit het bewijs volgt dat [verdachte] een grotere rol heeft vervuld dan enkel knipper en dat zij in de hiërarchie boven iemand als [medeverdachte 2] stond. Uit de notities blijkt dat zij zich bezighoudt met de spullen die in de loods aanwezig dienen te zijn. Verder blijkt uit een tapgesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] dat [verdachte] aan [medeverdachte 1] geld vraagt om daarmee [medeverdachte 2] te kunnen betalen.
82Uit de verklaring van [medeverdachte 2] blijkt vervolgens dat zij het geld inderdaad heeft ontvangen van [verdachte] .
83Voorts geeft [verdachte] in een tapgesprek met haar dochter aan dat [medeverdachte 2] doet wat zij zegt.
84Tot slot is [verdachte] met enige regelmaat te zien op de camerabeelden van de statische camera die op [bedrijf] gericht is. Hierop is ook te zien dat zij beschikking heeft over een sleutel en dat zij spullen in- en uitlaadt.
85
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat voldoende is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het telen van hennep. De rol van [verdachte] is van voldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen. De rechtbank zal derhalve het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen achten.
[plaats]
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat ze in [naam] hennep heeft geknipt met onder andere [verdachte] .
86Uit de zendmastgegevens en observaties blijkt dat [verdachte] meerdere keren in (de omgeving van) [plaats] is geweest.
87Uit een tapgesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] in
combinatie met de zendmastgegevens van de telefoons van [verdachte] en [medeverdachte 1] blijkt dat [verdachte] naar [bedrijf] gaat om spullen op te halen en dat zij deze vervolgens meeneemt naar [medeverdachte 1] , die op dat moment in [plaats] verblijft.
88Daarnaast wordt in een tapgesprek tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] gesproken over [plaats] . [plaats] ligt vlakbij de veerdienst voor de
overtocht richting [plaats] .
89Verder zijn op de Xiaomi Red, die tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] in beslag is genomen, meerdere zoekopdrachten gevonden die in verband kunnen worden gebracht met [plaats] .
90Op de Samsung Galaxy S21, die eveneens in de woning van [verdachte] in beslag is genomen
91, wordt een gesprek aangetroffen met [medeverdachte 5] waarin wordt gesproken over [naam] .
92Tot slot worden in de Samsung Galaxy S9+, die bij [verdachte] in gebruik is, meerdere notities aangetroffen die betrekking hebben op de locatie [naam] . Verder staan er in deze telefoon zoekopdrachten die in verband kunnen worden gebracht met [plaats] en heeft deze telefoon verbinding gemaakt met de wifi van een motel aan [adres] .
93
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat voldoende is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het telen van hennep. De rol van [verdachte] is van voldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen. De rechtbank zal derhalve het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen achten. De verklaring van [verdachte] dat een deel van de oogst in [plaats] is mislukt vanwege lekkage vindt geen steun in het overige bewijs.
[plaats]
[medeverdachte 2] heeft verklaard dat ze één keer in [plaats] is geweest met onder andere [verdachte] , maar dat ze na een uur moesten vluchten voor de politie.
94Tijdens de doorzoeking vindt de politie het rijbewijs van [verdachte] , een kentekenbewijs welke eveneens op haar naam staat en een kassabon van een benzinestation in [plaats] (Duitsland).
95Op de camerabeelden van het tankstation worden [verdachte] en [medeverdachte 1] herkend.
96Tijdens de doorzoeking houdt de politie medeverdachte [medeverdachte 7] aan. Hij heeft verklaard dat [verdachte] en [medeverdachte 1] de planten hebben verzorgd en dat zij meestal bleven overnachten.
97Hoewel er kanttekeningen zijn te plaatsen bij deze verklaring, wordt deze in ieder geval deels gesteund door de Sky ECC-berichten van [medeverdachte 1] . In deze berichten geeft [medeverdachte 1] aan dat hij zoveel mogelijk in [naam] slaapt samen met [verdachte] .
98Daarnaast zegt [medeverdachte 1] op 1 december 2020 tegen [medeverdachte 5] dat hij morgen naar [naam] moet en daarna naar [naam] . Hij geeft hierbij aan dat [verdachte] met hem meegaat.
99Tot slot worden in de Samsung Galaxy S9+, die bij [verdachte] in gebruik is, ook ten aanzien van [naam] meerdere notities aangetroffen. Hierop staan niet alleen spullen voor de mensen die in het pand verblijven, maar ook spullen die betrekking kunnen hebben op hennepteelt.
100
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat voldoende is gebleken van een nauwe en bewuste samenwerking ten aanzien van het telen van hennep. De rol van [verdachte] is van voldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen. Ze verblijft regelmatig meerdere dagen samen met [medeverdachte 1] in [plaats] . De rechtbank acht het volstrekt onaannemelijk dat zij in die tijd geen uitvoeringshandelingen heeft verricht met betrekking tot de hennepkwekerij. De rechtbank zal derhalve het onder 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen achten.
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking woning d.d. 7 februari 2022, opgenomen op pagina 3029 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100- 2021139325 d.d. 28 april 2022 (onderzoek MERGEL / NN1R021094), inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 7 februari 2022 om 06:01 uur trad ik binnen in de woning [adres] . Op zolder werd in een stoffen kledingkast een zwarte geldkoffer van het merk Honeywel aangetroffen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 4961 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten:
Op 7 februari 2022 hebben wij onderzoek gedaan naar de kluiskoffer van het merk Honeywell. In de koffer troffen wij meerdere bundels met eurobiljetten.
Dit betroffen bundels a 1000 euro. Hierbij ging het om 15 bundels a 1000 euro met 20-eurobiljetten, 29 bundels a 1000 euro met 50-eurobiljetten. En 1 gecombineerde bundel a 1000 euro met 1 x een 10- eurobiljet, 15 x een 50-eurobiljet en 12 x een 20-eurobiljet.
In totaal ging het om een bedrag van 45.000 euro.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 november 2021, opgenomen op pagina 2567 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant:
Op 11 november 2021 werd door de Officier van Justitie de bankgegevens gevorderd van verdachte [verdachte] . Dit gaat om onderstaande rekeningnummers:
  • [rekeningnummer] ; (Betaalrekening, ING bank)
  • [rekeningnummer] ; (Betaalrekening, ING bank)
  • [rekeningnummer] . (Betaalrekening, Volksbank)
De bankgegevens zijn gevorderd over een periode van 09-11-2016 tot en met 09-11-2021.

Inkomsten

[verdachte] ontvangt inkomen uit het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Haar inkomen betreft zon 1.016,- per maand.
Naast het UWV ontvangt [verdachte] huurtoeslag. Dit betreft zon 220,- per maand. Naast huurtoeslag ontvangt [verdachte] zorgtoeslag. Dit betreft zon 108,- per maand.

Uitgaven

[verdachte] is aan vaste lasten, onderstaande per maand kwijt Belastingen 60,-
Woonlasten 615,-
Verzekering 299,-
Abonnementen 123,-
Overheid 10,-

Totale uitgaven 1.107,-

Totale inkomsten zijn 1.344,- minus vaste lasten 1.107,- = 237,-.
Dat betekent dat [verdachte] van deze 237,- per maand het volgende nog moet betalen:
- brandstofkosten auto
  • huishoudelijke uitgaven zoals eten/drinken
  • aanschaf kleding
Conclusie: Opmerkelijk is dat [verdachte] in verhouding zeer weinig uitgeeft aan huishoudelijke uitgaven en dat zij geld kan storten op haar rekening terwijl zij een uitkering geniet. Dit betekent dat er sprake moet zijn van contant geld waarmee zij de huishoudelijke uitgaven doet.
In het jaar 2021, tot en met 30 november 2021, heeft verdachte 662,44 uitgegeven aan huishoudelijke uitgaven. Dit betreft zo'n 55,- per maand.
Op de rekeningen van [verdachte] zijn er in de afgelopen 5 jaren, 18 stortingen verricht. Hierbij is er in totaal 7.657,69 op haar rekening gestort aan contanten.
Met betrekking tot de hiervoor weergegeven standpunten overweegt de rechtbank het volgende.
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel afkomstig uit enig misdrijf, niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling ter zake van dit wetsartikel vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf.
Indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp en een bepaald misdrijf, kan niettemin bewezen worden geacht dat een voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Als uit het door het openbaar ministerie aangedragen bewijs feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid die van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het voorwerp.
In de onderhavige zaak wordt op 7 februari 2022 tijdens de doorzoeking in de woning van [verdachte] op de zolder in een geldkoffer een geldbedrag aangetroffen van 45.000,00. Uit het financieel onderzoek blijkt dat [verdachte] een uitkering van het UWV, zorgtoeslag en huurtoeslag ontvangt. Daarnaast blijkt dat [verdachte] via haar bankrekening zeer weinig geld besteedt aan huishoudelijke uitgaven. Dit betekent dat er sprake moet zijn van contant geld waarmee zij de huishoudelijke uitgaven doet. Verder blijkt ook dat [verdachte] meerdere keren contant geld op haar rekening heeft gestort. Tot slot heeft [verdachte] zich op grote schaal beziggehouden met hennepteelt. Het is een feit van algemene bekendheid dat met de handel in verdovende middelen veel contant geld gemoeid is.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het vermoeden gerechtvaardigd is dat het geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is en dat derhalve van de verdachte mag worden verlangd dat zij een verklaring geeft voor de herkomst van het geld. Deze verklaring dient concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn.
[verdachte] heeft verklaard dat 5.000,00 van haar is. Dit geld heeft zij verdiend met criminele activiteiten. Het overige geld heeft zij voor iemand bewaard die gedetineerd zit. Ze wil echter niet zeggen voor wie ze het geld moest bewaren.
De rechtbank acht het witwassen van de aangetroffen 5.000,00 waarvan [verdachte] aangeeft dat dit haar geld is, niet wettig en overtuigend bewezen. [verdachte] heeft verklaard dat dit geld is wat zij met criminele activiteiten heeft verdiend. Het betreft derhalve geld uit eigen misdrijf. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad blijkt dat enkel het aanwezig hebben van geld afkomstig uit eigen misdrijf niet te kwalificeren valt als witwassen. Er moet sprake zijn van een gedraging die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen voorwerp gericht karakter heeft.
101De rechtbank is van oordeel dat het verstoppen van het geld in een geldkoffer een redelijk gebruikelijke plek om geld te bewaren niet gezien kan worden als een gedraging die gericht is op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst.
Met betrekking tot het overige geld is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van [verdachte] niet concreet en verifieerbaar is. Er is daarom geen andere conclusie mogelijk dan dat het ten laste gelegde geldbedrag onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig is. Gelet op de omstandigheden die [verdachte] schetst, heeft zij willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard dat het om crimineel geld ging.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
zij in de periode van eind oktober 2020 tot en met 21 november 2021 te [plaats] (D) (in een pand/loods aan [adres] ), (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt, 1399 hennepplanten, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
zij in de periode van november 2020 tot en met 7 februari 2022 te [plaats] (D) (in een pand/loods aan [adres] ), (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt, 1694 hennepplanten, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
3.
zij in de periode van 1 april 2020 tot en met 21 mei 2021 te [plaats] (D) (in een pand/loods aan de [adres] ), (telkens) tezamen en in vereniging met anderen, (telkens) opzettelijk heeft geteeld en bereid en bewerkt en verwerkt, 1414 hennepplanten, zijnde hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
4.
zij op 7 februari 2022 te [plaats] , een geldbedrag (aangetroffen in een kluiskoffer) van 40.000,-, voorhanden heeft gehad, terwijl zij, verdachte, wist dat dat geldbedrag - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
Witwassen.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat verdachte ter zake van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 24 maanden met aftrek van het voorarrest.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft gepleit voor een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest met eventueel een voorwaardelijke gevangenisstraf en/of een taakstraf. De raadsman heeft de rechtbank verzocht rekening te houden met de beperkte rol van verdachte en haar persoonlijke omstandigheden. Door de detentie is er goed contact ontstaan met de reclassering, waardoor verdachte inmiddels wekelijkse afspraken heeft bij de AFPN. Indien verdachte opnieuw de gevangenis in zou moeten, zou zij haar woning kwijtraken en wordt de behandeling bij de AFPN doorkruist.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en de over haar opgemaakte rapportages, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officieren van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Ernst van de feiten
Verdachte en haar medeverdachten hebben zich gedurende langere tijd en op grote schaal beziggehouden met het telen van hennep. Vanuit de onderneming [bedrijf] in [plaats] werden drie omvangrijke hennepkwekerijen in Duitsland aangestuurd. Dit gebeurde in georganiseerd verband en op professionele wijze. Het telen van hennep veroorzaakt overlast en schade voor de maatschappij. Softdrugs zijn immers stoffen die bij (langdurig) gebruik kunnen leiden tot schade aan de gezondheid en tot verslavingsproblematiek. Daarnaast gaat hennepteelt en de handel in verdovende middelen vaak gepaard met verschillende vormen van criminaliteit, zoals geweldsdelicten en vermogenscriminaliteit. Verdachte heeft met haar handelen bijgedragen aan de instandhouding van het drugscircuit en de daaraan gerelateerde criminaliteit. Hoewel verdachte een belangrijke uitvoerende rol heeft gehad, is de rechtbank van oordeel dat haar rol een stuk beperkter is dan de rol van de verdachten die meer betrokken waren in de achterliggende organisatie.
Verdachte heeft zich verder schuldig gemaakt aan het witwassen van 40.000,00. Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan.
Verdachte heeft maar beperkt openheid van zaken willen gegeven en heeft geprobeerd haar rol zo klein mogelijk te maken. Zij heeft daarmee ook geen volledige verantwoordelijkheid genomen voor haar betrokkenheid bij de strafbare feiten.
In de oriëntatiepunten van het LOVS wordt voor een hennepkwekerij van 500 tot 1000 hennepplanten een taakstraf van 180 uur en 2 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk gehanteerd. Het betreffen in dit geval drie hennepkwekerijen die groter zijn dan 1000 planten, er is sprake van een hoge mate van professionaliteit, het betreft grensoverschrijdende criminaliteit en de kwekerijen zijn allemaal meer dan een jaar in werking geweest. De rechtbank zal daarom uitgaan van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden per hennepkwekerij.
Voor fraude met een benadelingsbedrag van 10.000,00 tot 70.000,00 wordt in de oriëntatiepunten van het LOVS als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 2 tot 5 maanden gehanteerd.
Persoonlijke omstandigheden van verdachte
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 6 oktober 2023 waarop een zeer oude veroordeling voor een overtreding van de Opiumwet staat.
De rechtbank heeft daarnaast kennisgenomen van het rapport van de Reclassering Nederland van 7 juni 2022 en de aanvulling op dit rapport van 18 oktober 2023. De reclassering geeft aan dat de financiële situatie en het psychosociaal functioneren van verdachte hebben bijgedragen aan het plegen van de strafbare feiten. Verdachte staat sinds januari 2023 onder behandeling bij de AFPN. Ze is hiervoor gemotiveerd en wil dit traject graag vrijwillig voortzetten. De houding van verdachte gedurende het reclasseringstoezicht in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis wordt gezien als beschermende factor. Verdachte is sinds haar detentie gestopt met het gebruik van cannabis. Dit wordt bevestigd door de urinecontroles. Ook na het toezicht wil zij abstinent blijven. De reclassering schat het
recidiverisico als laag in. Aangezien verdachte gemotiveerd is om de aangereikte hulp voort te zetten, is de reclassering van oordeel dat reclasseringstoezicht geen toegevoegde waarde zal hebben. De reclassering adviseert derhalve een straf zonder bijzondere voorwaarden. De reclassering acht een gevangenisstraf niet wenselijk aangezien verdachte dan mogelijk haar huurwoning zal verliezen. Daarnaast zal dit de behandeling bij de AFPN doorkruisen.
Straf
Met inachtneming van de LOVS oriëntatiepunten en de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, komt de rechtbank tot een lagere straf dan door de officieren van justitie is geëist. De rechtbank heeft daarnaast in het bijzonder rekening gehouden met de persoon van verdachte en het advies van de reclassering. Alles afwegend acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest, een forse voorwaardelijke gevangenisstraf en de maximale taakstraf van 240 uren passend en geboden.
De voorlopige hechtenis
De voorlopige hechtenis is geschorst voor bepaalde tijd, te weten tot de datum van dit vonnis. De rechtbank acht termen aanwezig om de voorlopige hechtenis, waarvan de schorsing per vandaag is beëindigd, op te heffen.

Inbeslaggenomen goederen

Vordering van de officieren van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd dat de inbeslaggenomen geldkoffer en het geldbedrag van 45.000,00 verbeurd worden verklaard.
Met betrekking tot de overige goederen hebben de officieren van justitie gevorderd dat het klassieke beslag wordt opgeheven. Deze goederen zullen echter niet worden teruggegeven omdat er nog conservatoir beslag op rust.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van het geldbedrag van 45.000,00 op het standpunt gesteld dat een verbeurdverklaring niet aan de orde is. De 5.000,00 waarvan verdachte heeft aangegeven dat dit haar geld is, dient verrekend te worden in het kader van de ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
Met betrekking tot de overige goederen heeft de raadsman verzocht het klassieke beslag op te heffen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal het geldbedrag van 45.000,00 verbeurd verklaren aangezien dit aan verdachte toebehoort en vatbaar is voor verbeurdverklaring.
De rechtbank zal ook de geldkoffer verbeurd verklaren aangezien dit gaat om een voorwerp met betrekking tot welke het onder 4 ten laste gelegde feit is begaan of met behulp van welke dit strafbare feit is begaan.
De rechtbank zal het klassieke beslag (ex artikel 94 van het Wetboek van Strafvordering) dat op de overige goederen ligt, opheffen. De rechtbank stelt vast dat op deze voorwerpen nog wel conservatoir beslag rust. Verdachte zal deze goederen derhalve niet terugkrijgen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 47, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 532 dagen.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 360 dagen, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat de veroordeelde zich voor het einde van een proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.

een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.

Verklaart verbeurd de in beslag genomen:

  • 1 STK Koffer;
  • Geldbedrag van 45.000,00.

Heft op het klassiek beslag (94 Sv) op de in beslag genomen:

  • 1 STK Personenauto (Opel Astra met kenteken [kenteken] );
  • 1 STK Vorderingen ( 243,95 bij de ING Bank);
en verstaat dat op deze voorwerpen nog conservatoir beslag (94a Sv) blijft rusten.
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.J. Schuth, voorzitter, mr. M.S. van der Kuijl en
mr. A. de Jong, rechters, bijgestaan door mr. G. Langius, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 22 december 2023.
1. Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt tenzij anders vermeld bedoeld een
ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en). Waar wordt verwezen naar dossierpaginas, betreft dit tenzij anders vermeld de paginas van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2021139325 d.d. 28 april 2022 (onderzoek MERGEL / NN1R021094).
2 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 september 2021, opgenomen op pagina 2222 e.v.
3 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 16 november 2021, opgenomen op pagina 3475 e.v.
4 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 april 2022, opgenomen op pagina 5029 e.v.
5 Proces-verbaal van identificatie d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 5853 e.v.
6 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 oktober 2022, opgenomen op pagina 6061 e.v.
7 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 januari 2022, opgenomen op pagina 2863 e.v.
8 Proces-verbaal van identificatie d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 5853 e.v.
9 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2021, opgenomen op pagina 3411 e.v.
10 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 mei 2022, opgenomen op pagina 5074 e.v.
11 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 april 2022, opgenomen op pagina 5037 e.v.
12 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2021, opgenomen op pagina 3411 e.v.
13 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 mei 2022, opgenomen op pagina 5339 e.v.
14 Proces-verbaal van identificatie d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 5853 e.v.
15 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 september 2022, opgenomen op pagina 5868 e.v.
16 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 september 2022, opgenomen op pagina 6060.
17 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 februari 2022, opgenomen op pagina 1914 e.v.
18 Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 4047 e.v. en proces-verbaal
van bevindingen d.d. 10 mei 2022, opgenomen op pagina 5086 met fotobijlage op pagina 5087 e.v.
19 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
20 Proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 2] bij de rechter-commissaris d.d. 21 juni 2023.
21 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 5041 e.v.
22 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 3352 e.v.
23 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4237 e.v.
24 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2022, opgenomen op pagina 5874 e.v.
25 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2462 e.v., proces-verbaal
van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2445 e.v. en proces-verbaal van bevindingen
d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2776 e.v.
26 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2504 e.v.
27 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2506 e.v.
28 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 2368 e.v. en proces-verbaal
van observatie donderdag 21 oktober 2021 d.d. 25 oktober 2021, opgenomen op pagina 2362 e.v.
29 Proces-verbaal van observatie donderdag 18 november 2021 d.d. 22 november 2021, opgenomen op
pagina 2536 e.v.
30 Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 4047 e.v.
31 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 november 2021, opgenomen op pagina 4028 e.v.
32 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 november 2021, opgenomen op pagina 4034 e.v.
33 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2445 e.v.
34 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 2397 e.v.
35 Zie onder andere proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2506 e.v.,
proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 november 2021, opgenomen op pagina 2508 e.v., proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 november 2021, opgenomen op pagina 2656 e.v., proces-verbaal van bevindingen
d.d. 9 december 2021, opgenomen op pagina 2793 e.v.
36 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2022, opgenomen op pagina 5874 e.v.
37 Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 4121 e.v. en proces-verbaal
van bevindingen d.d. 10 mei 2022, opgenomen op pagina 5188 met fotobijlage op pagina 5189 e.v.
38 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
39 Proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 2] bij de rechter-commissaris d.d. 21 juni 2023.
40 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 5041 e.v.
41 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 3352 e.v.
42 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4103 e.v.
43 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2462 e.v.
44 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4103 e.v.
45 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 43 e.v. van het aanvullend
dossier.
46 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 17 februari 2022, opgenomen op pagina 1914 e.v.
47 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2462 e.v., proces-verbaal
van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2445 e.v. en proces-verbaal van bevindingen
d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2776 e.v.
48 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2506 e.v.
49 Proces-verbaal van observatie donderdag 18 november 2021 d.d. 22 november 2021, opgenomen op
pagina 2536 e.v.
50 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 2063 e.v.
51 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 april 2022, opgenomen op pagina 4088.
52 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
53 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2021, opgenomen op pagina 2387 e.v.
54 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 december 2021, opgenomen op pagina 2772.
55 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4094.
56 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 januari 2022, opgenomen op pagina 2855 e.v.
57 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 maart 2022, opgenomen op pagina 3966 e.v.
58 Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut, zaaknummer 2022.03.15.243,
d.d. 18 oktober 2022 opgemaakt door dr. M. Wesselink, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige.
59 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
60 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgeslagen 5041 e.v.
61 Proces-verbaal van doorzoeking d.d. 24 mei 2021, opgenomen op pagina 4346 e.v.
62 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2021, opgenomen op pagina 2387 e.v.
63 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4261 e.v.
64 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2021, opgenomen op pagina 2387 e.v.
65 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 november 2021, opgenomen op pagina 2623.
66 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 2063 e.v.
67 Verhoor van verdachte [medeverdachte 7] d.d. 10 augustus 2021, opgenomen op pagina 4264 e.v.
68 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 oktober 2022, opgenomen op pagina 6101 e.v.
69 Zie hiervoor bijvoorbeeld ook het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 maart 2022, opgenomen op
pagina 4332 e.v.
70 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 februari 2022, opgenomen op pagina 4311 e.v.
71 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 februari 2021, opgenomen op pagina 4980 e.v.
72 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 maart 2022, opgenomen op pagina 4332 e.v.
73 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 oktober 2022, opgenomen op pagina 6061 e.v.
74 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 oktober 2022, opgenomen op pagina 6101 e.v.
75 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 43 e.v. van het aanvullend
dossier.
76 Hoge Raad 22 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:741.
77 De door verdachte ter zitting van 13 november 2023 afgelegde verklaring.
78 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
79 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 oktober 2021, opgenomen op pagina 2400 e.v., proces-verbaal
van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2445 e.v., proces-verbaal van bevindingen
d.d. 4 maart 2022, opgenomen op pagina 2504 e.v. en proces-verbaal van observatie donderdag 18 november 2021 d.d. 22 november 2021, opgenomen op pagina 2536 e.v.
80 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 5041 e.v.
81 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
82 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 december 2021, opgenomen op pagina 2679 e.v.
83 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 februari 2022, opgenomen op pagina 2106 e.v.
84 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2022, opgenomen op pagina 4977 e.v.
85 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 november 2021, opgenomen op pagina 3849 e.v.
86 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 9 februari 2022, opgenomen op pagina 2089 e.v.
87 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 oktober 2021, opgenomen op pagina 2400 e.v., proces-verbaal
van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2445 e.v. en proces-verbaal van observatie donderdag 18 november 2021 d.d. 22 november 2021, opgenomen op pagina 2536 e.v.
88 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 januari 2022, opgenomen op pagina 2843 e.v., proces-verbaal van
bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2445 e.v., en proces-verbaal van bevindingen
d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 2462 e.v.
89 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 april 2022, opgenomen op pagina 4088.
90 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 februari 2022, opgenomen op pagina 3256 e.v.
91 Kennisgeving van inbeslagneming, opgenomen op pagina 1644 e.v.
92 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 maart 2022, opgenomen op pagina 3382 e.v.
93 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 5041 e.v.
94 Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 8 februari 2022, opgenomen op pagina 2063 e.v.
95 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 oktober 2021, opgenomen op pagina 2387 e.v.
96 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2022, opgenomen op pagina 4261 e.v.
97 Verhoor van verdachte [medeverdachte 7] d.d. 10 augustus 2021, opgenomen op pagina 4264 e.v.
98 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 oktober 2022, opgenomen op pagina 6101 e.v.
99 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2022, opgenomen op pagina 43 e.v. van het aanvullend
dossier.
100 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 5041 e.v.
101 Hoge Raad 2 juli 2013, ECLI:NL:HR:2013:150.