In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 15 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen de vergoeding voor waardedaling van zijn woning beoordeeld. Eiser, eigenaar van een woning in Groningen, had bezwaar gemaakt tegen de waardedalingsvergoeding die hem door het Instituut Mijnbouwschade Groningen was toegekend. Het Instituut had op 20 april 2022 een vergoeding van € 12.201,93 vastgesteld, gebaseerd op een modelmatige berekening. Eiser stelde dat deze berekening niet juist was en dat zijn woning een hogere waardedaling had ondergaan. Hij verwees naar een eigen berekening en voerde aan dat er maatwerk toegepast moest worden in zijn situatie.
De rechtbank oordeelt dat het Instituut geen aanleiding had om af te wijken van de modelmatige berekening. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat zijn woning een hogere waardedaling heeft ondergaan dan de door het Instituut berekende waarde. De rechtbank constateert dat de waardedaling van de woning is berekend op basis van de WOZ-waarde en dat de modelmatige berekening door het Instituut als voldoende ruimhartig en redelijk is beoordeeld. Eiser's argumenten over de werkelijke waardedaling en de gevolgen van aardbevingen werden door de rechtbank niet overtuigend geacht.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing van het Instituut in stand blijft. Eiser krijgt geen griffierecht terug en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om in hoger beroep te gaan.