In deze zaak hebben eiseressen, 20 jaar na het verstrijken van de bezwaartermijnen, verzoeken ingediend om vermindering van de op aangiften voldane omzetbelasting. De inspecteur van de Belastingdienst, verweerder, heeft deze verzoeken aangemerkt als bezwaren en verklaard deze niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Tevens heeft verweerder de verzoeken behandeld als verzoeken om ambtshalve vermindering, welke hij ook heeft afgewezen. Eiseressen hebben hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft op 17 oktober 2023 uitspraak gedaan. De rechtbank oordeelt dat de bezwaren niet-ontvankelijk zijn verklaard omdat deze meer dan 20 jaar na de voldoeningen zijn ingediend. De rechtbank overweegt dat de wettelijke termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. Eiseressen hebben niet aangetoond dat er redenen waren om de termijnoverschrijding te verontschuldigen.
Daarnaast heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard voor de beslissingen om geen ambtshalve teruggaaf te verlenen, omdat deze beslissingen niet voor bezwaar vatbaar zijn. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de beroepen ongegrond zijn voor zover deze betrekking hebben op de niet-ontvankelijkverklaring van de bezwaren en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.