In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 6 oktober 2023, wordt het beroep van de Coöperatie Mobilisation for the Environment U.A. en de vereniging Leefmilieu tegen de vergunning verleend aan een derde-partij voor de uitbreiding van een pluimveehouderij beoordeeld. De vergunning, verleend door Gedeputeerde Staten van de Provincie Drenthe op 5 oktober 2020, betreft de uitbreiding met één extra stal en 58.000 vleeskuikens. Eiseressen stellen dat de vergunning ten onrechte is verleend, omdat niet is uitgesloten dat het project significante effecten heeft op Natura 2000-gebieden en er geen passende beoordeling is gemaakt. De rechtbank heeft het beroep op 18 juli 2023 behandeld, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank oordeelt dat de vergunning ten onrechte is verleend, omdat de referentiesituatie, die is gebaseerd op een eerdere vergunning uit 2016, niet voldoet aan de eisen van de Habitatrichtlijn. De rechtbank stelt vast dat de eerdere vergunning is verleend zonder de vereiste beoordeling van de gevolgen voor de natuur, waardoor de huidige vergunning niet als referentie kan dienen. De rechtbank benadrukt dat de emissiefactoren die zijn gebruikt voor de beoordeling van de stikstofemissie niet de vereiste zekerheid bieden en dat de toename van stikstofemissie door vervoersbewegingen niet adequaat is beoordeeld.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en verplicht het college om een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank de proceskosten van de eiseressen vergoedt. Deze uitspraak onderstreept het belang van zorgvuldige beoordeling van de gevolgen van agrarische projecten voor de natuur en de noodzaak van een passende beoordeling in overeenstemming met de Europese richtlijnen.