ECLI:NL:RBNNE:2023:3686
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Handhaving van omgevingsvergunning bij bouwwerken in openbaar groen in Groningen
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland op 7 september 2023, in de zaak LEE 21/2744, staat de handhaving van een last onder dwangsom centraal. De zaak betreft een geschil tussen een eiser, eigenaar van een woning in Groningen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Groningen. De eiser had vlonders en terrassen gebouwd achter zijn woning, zonder de vereiste omgevingsvergunning. Het college heeft de eiser opgedragen deze bouwwerken te verwijderen, omdat deze zijn geplaatst op grond met een openbare groenbestemming, wat volgens het college niet is toegestaan voor privégebruik.
De rechtbank heeft in deze meervoudige behandeling zeven zaken gelijktijdig behandeld. In zes van deze zaken oordeelde de rechtbank dat het college terecht handhavend optreedt. De rechtbank benadrukt dat bouwwerken voor privégebruik niet passen in de openbare groenbestemming en dat het college het algemeen belang van een groene uitstraling zwaarder mag laten wegen dan de belangen van de bewoners. In één zaak kreeg een bewoner gedeeltelijk gelijk, waarbij de vlonder moest worden verwijderd, maar de gemetselde grondkering mocht blijven staan.
De rechtbank concludeert dat het beroep van de eiser ongegrond is, wat betekent dat de last onder dwangsom in stand blijft. De rechtbank wijst erop dat de eiser geen omgevingsvergunning heeft aangevraagd en dat het college niet bereid is om een vergunning te verlenen. De uitspraak benadrukt de noodzaak van handhaving in het belang van de openbare ruimte en de groene uitstraling van de omgeving.