Subsidiair
II. te bepalen dat indien [B] geen gevolg geeft aan het onder III gevorderde, [B] een dwangsom verbeurt van € 4.650,00 per dag, dan wel een bedrag dat de rechtbank in goede justitie vaststelt, tot een maximum van
€ 465.000,00, dan wel een maximumbedrag dat de rechtbank in goede justitie vaststelt, tot aan de dag dat [B] wel gevolg geeft aan het onder III gevorderde, een deel van een dag voor een gehele dag gerekend;
Primair & Subsidiair
III. [B] te veroordelen tot alle redelijk vereiste medewerking aan het verlijden van de notariële leveringsakte, teneinde uitvoering te geven aan de koopovereenkomst van 21 mei 2021, welke koopovereenkomst ziet op de onderhavige onroerende goederen (te weten kadastraal object ' [kadastrale bekendheid] ', gelegen aan [adres] en het voor 1196/99444e onderverdeeld aandeel in kadastraal object ' [kadastrale bekendheid] ', gelegen aan hetzelfde adres), zulks binnen twee dagen, dan wel binnen een termijn die de rechtbank in goede justitie vaststelt, na het betekenen van het vonnis;
IV. [B] te veroordelen tot betaling aan [A] van een bedrag van € 2.268,75 inclusief btw (de deskundigenkosten van het NFO), tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
V. [B] te veroordelen tot betaling aan [A] van een bedrag van € 380,94 (de beslagkosten), tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van de dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. [B] te veroordelen tot betaling aan [A] van een bedrag van € 19.852,60 (de door [A] geleden schade in verband met de proceshouding van [B] ), dan wel een bedrag dat de rechtbank in goede justitie vaststelt, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van 22 maart 2023, dan wel een datum die de rechtbank in goede justitie vaststelt, tot aan de dag der algehele voldoening;
VII. [B] te veroordelen tot betaling aan [A] van een bedrag van € 34.523,00 (de door [A] geleden schade in verband met misgelopen belastingvoordeel), dan wel een bedrag dat de rechtbank in goede justitie vaststelt, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van 22 maart 2023, dan wel een datum die de rechtbank in goede justitie vaststelt, tot aan de dag der algehele voldoening;
VIII.
[voorwaardelijk, slechts indien en voor zover de rechtbank oordeelt dat [B] de koopoptie- en koopovereenkomst niet hoeft na te komen]
[B] te veroordelen tot betaling aan [A] van een bedrag van € 118.585,00 (de door [A] geleden schade in het geval van niet-nakoming van de koopovereenkomst), dan wel een bedrag dat de rechtbank in goede justitie vaststelt, tegen behoorlijk bewijs van kwijting, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van vonniswijzing, dan wel een datum die de rechtbank in goede justitie vaststelt, tot aan de dag der algehele voldoening;
IX. [B] te veroordelen in de proceskosten, de kosten van het beslag daarin begrepen.