ECLI:NL:RBNNE:2023:3313

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
8 augustus 2023
Publicatiedatum
8 augustus 2023
Zaaknummer
18-302027-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een bekende acteur voor het online verleiden van minderjarigen tot ontucht en het verwerven van kinderpornografie

Op 8 augustus 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tegen een bekende Nederlandse acteur, die werd beschuldigd van het online verleiden van drie minderjarige fans tot het plegen van ontuchtige handelingen en het verwerven van kinderpornografie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich gedurende een periode van ongeveer twee jaar schuldig heeft gemaakt aan het verleiden van de minderjarigen, die tussen de 14 en 16 jaar oud waren, tot het uitvoeren van seksuele handelingen bij zichzelf en het versturen van naaktfoto's en video's. De rechtbank achtte de verklaringen van de slachtoffers betrouwbaar en consistent, en concludeerde dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn positie als idool van de slachtoffers.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van drie maanden, waarvan twee maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 240 uur. De verdachte werd vrijgesproken van de beschuldiging van dwang, omdat er geen bewijs was dat hij de slachtoffers had gedwongen om iets te dulden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het verwerven van kinderpornografie, omdat de naaktfoto's en video's die hij had ontvangen van de minderjarigen als zodanig konden worden gekwalificeerd. De zaak heeft veel media-aandacht gekregen en heeft geleid tot een grote impact op het leven van de verdachte en zijn gezin.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen, parketnummer 18.302027.22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 8 augustus 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1978 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 25 juli 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. W.A. Monster, advocaat te Amsterdam.
Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. H. Mous.

Tenlastelegging

Aan verdachte is -kort gezegd en na een toegewezen vordering wijziging tenlastelegging ex artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering- het volgende ten laste gelegd:
het in de periode van 1 november 2015 tot en met 30 november 2017, verleiden van deminderjarigen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , en [slachtoffer 3] , tot het plegen van ontucht;
het in de periode van 1 november 2015 tot en met 30 november 2017 de minderjarigen [slachtoffer1] , [slachtoffer 2] , en [slachtoffer 3] door enige (andere) feitelijkhe(i)d(en) wederrechtelijk dwingen iets te dulden;
het in de periode van 1 november 2015 tot en met 30 november 2017 vervaardigen, verwerven enin bezit hebben van kinderpornografie.
De volledige tekst van de tenlastelegging is als bijlage I bij dit vonnis gehecht en maakt hiervan deel uit.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van de bewijsbaarheid van het ten laste gelegde heeft hij – samengevat – het volgende aangevoerd.
Met betrekking tot feit 1 geldt dat verdachte seksueel getinte chatgesprekken heeft gevoerd met de drie aangeefsters [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , die destijds nog geen 16 jaar oud waren. Daarbij heeft hij misbruik gemaakt van het overwicht dat hij op hen had vanwege het aanzienlijke leeftijdsverschil en het feit dat hij een bekende acteur is, van wie de drie aangeefsters fan waren. Hij heeft de aangeefsters zodoende verleid tot het plegen van ontuchtige handelingen bij zichzelf en ook om daarvan afbeeldingen en opnames te maken en aan hem toe te sturen. Dat verdachte niet lijfelijk aanwezig was op het moment dat de aangeefsters deze handelingen bij zichzelf pleegden of opnamen, en dat evenmin is gebleken dat er op die momenten sprake was van een vorm van interactie tussen verdachte en aangeefsters, doet niet aan de bewijsbaarheid van het ten laste gelegde af, nu bij dit delict, gezien de delictsomschrijving, niet de eis geldt dat de ontuchtige handelingen moeten zijn gepleegd ‘met’ een ander.
Met betrekking tot feit 2 geldt dat sprake was van dwang iets te dulden, omdat verdachte geheel onverwachts en ongevraagd foto’s van zijn ontblote geslachtsdeel aan aangeefsters heeft toegezonden, waardoor aangeefsters zich ook niet meer hier aan konden onttrekken.
Met betrekking tot feit 3 geldt dat de afbeeldingen en opnames die verdachte van aangeefsters heeft ontvangen als gevolg van zijn verleiding, naar hun aard kinderpornografisch zijn.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten.
Ten aanzien van de onder 1 ten laste gelegde verleiding heeft de raadsvrouw -kort weergegeven- het volgende aangevoerd. Verdachte erkent dat hij contact heeft gehad met aangeefsters [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en dat hij tijdens enkele contactmomenten de grenzen van het ‘moreel betamelijke’ heeft overschreden door met aangeefsters, die toen nog geen 16 jaar waren, gesprekken te hebben over seksuele handelingen en wat lekker is op seksueel gebied. Verdachte ontkent echter dat tijdens en in het kader van deze gesprekken door hemzelf of door aangeefsters seksuele handelingen werden verricht of dat hij tijdens de gesprekken heeft aangedrongen op het fotograferen of filmen van seksuele handelingen die de aangeefsters bij zichzelf uitvoerden. Nu hij geen verzoek heeft gedaan aan aangeefsters om seksuele handelingen bij zichzelf te verrichten, kan evenmin worden gesproken van enige relevante interactie bij de uitvoering van een dergelijk verzoek. Zelfs als vast zou komen te staan dat verdachte om spannende foto’s of video’s zou hebben gevraagd, is dit onvoldoende om te spreken van ontuchtig in de zin van artikel 248a Wetboek van Strafrecht (Sr). Dat geldt evenzeer voor het voeren van gesprekken over seks en over seksuele handelingen.
Voor zover het [slachtoffer 3] betreft, geeft zij in haar verklaring al aan dat van het verrichten van seksuele handelingen bij zichzelf op verzoek dan wel op aanwijzing van verdachte geen sprake is geweest.
Daar waar het gaat om de verklaringen hierover van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft de raadsvrouw betoogd dat aangeefsters daarin niet kunnen worden gevolgd.
De bewijsminimumregels maken dat in onderhavige zaak uiterst kritisch moet worden gekeken naar zowel de verklaringen van aangeefsters als naar de overige getuigenverklaringen in het procesdossier. De raadsvrouw heeft gemotiveerd onderbouwd waarom zij de verklaringen van aangeefsters op dit punt deels met elkaar afgestemd en onbetrouwbaar acht. Bovendien is de raadsvrouw van mening dat deze verklaringen in zoverre niet worden ondersteund door objectief extern bewijs, en daarom niet bruikbaar zijn als bewijs.
Met betrekking tot het onder 2 ten laste gelegde heeft de raadsvrouw aangevoerd dat niet bewezen kan worden dat sprake is geweest van de vereiste dwang iets te dulden.
Met betrekking tot het onder 3 ten laste gelegde feit heeft de raadsvrouw primair aangevoerd dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat aangeefsters afbeeldingen hebben gemaakt en aan verdachte hebben toegezonden, met de inhoud die door hen is beschreven. Immers, het belangrijkste bewijs om dit te onderbouwen ontbreekt, de afbeelding zelf. Subsidiair, mocht de rechtbank toch tot het oordeel komen dat verdachte naaktfoto’s heeft ontvangen en deze ook daadwerkelijk heeft gezien, is er geen bewijs voor het vervaardigen, verwerven of het in bezit hebben van de strafbare afbeeldingen door verdachte. De wetgever heeft geen nadere invulling gegeven aan verwerven maar vast staat dat het hierbij ook gaat om het hebben van ‘beschikkingsmacht’ over een afbeelding (of video) en ook daarvoor moet vaststaan dat verdachte de afbeelding niet alleen heeft geopend maar er vervolgens ook iets mee heeft gedaan om het op te slaan of vast te leggen. Dit kan op geen enkele manier worden bewezen.
Oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De rechtbank past de in bijlage II bij dit vonnis opgenomen en zakelijk weergegeven bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten.
Feit 1
Betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefsters [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
In zedenzaken als deze, waarin het in de kern gaat om het woord van aangeefsters tegenover dat van verdachte, zal de rechtbank allereerst moeten beoordelen of de verklaringen van aangeefsters betrouwbaar zijn en zo ja, of het dossier voldoende steunbewijs bevat om tot een bewezenverklaring te komen.
De rechtbank acht de door aangeefsters afgelegde verklaringen voldoende betrouwbaar om tot bewijs te kunnen dienen.
Aangeefsters hebben naar het oordeel van de rechtbank authentiek en op essentiële onderdelen consistent en gelijkluidend verklaard over het ontstaan, de opbouw en de frequentie van het online contact met verdachte, over de inhoud van de door hen met verdachte gevoerde, seksueel getinte gesprekken, alsook over de wijze waarop de naaktfoto’s en/of video’s (waarin zij seksuele handelingen verrichten met zichzelf) door hen werden gemaakt en naar verdachte werden verstuurd. Aangeefsters lijken bovendien hun verwijten jegens verdachte daarbij niet te overdrijven op onderdelen waar dat mogelijk zou zijn. Dit maakt hun verklaringen genuanceerd.
Aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefsters draagt naar het oordeel van de rechtbank verder bij dat zij niet alles hebben afgeschoven op verdachte, maar ook open en eerlijk hebben verklaard over het feit dat zij fan van verdachte waren, dat zij gevoelens voor hem hadden, alsmede over hun eigen aandeel en rol bij de online gevoerde seksueel getinte gesprekken en het versturen van de naaktfoto’s en naaktvideo’s.
Het feit dat -zoals de verdediging stelt- vanwege het tijdsverloop het geheugen van aangeefsters mogelijk imperfect is, maakt niet dat hun verklaringen niet kunnen worden gebruikt als bewijs.
De omstandigheid dat aangeefsters, niet alleen ten tijde van de contacten met verdachte, maar ook vrij kort nadat [slachtoffer 1] haar verwijten richting verdachte wereldkundig heeft gemaakt via Twitter op 9 mei 2022, met elkaar contact hebben gehad over hun ervaringen met verdachte, brengt bovendien niet met zich dat hun verklaringen reeds op grond daarvan als onbetrouwbaar moeten worden aangemerkt.
Het onderlinge contact tussen aangeefsters [slachtoffer 1] en [slachtoffer 3] en tussen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] is met name gericht geweest op het verzamelen van ondersteunend bewijs, zoals het zoeken naar berichtenverkeer van destijds met verdachte. Voor enige vorm van afstemming tussen aangeefsters die zou maken dat hun verklaringen onbetrouwbaar moeten worden geacht, is in dit dossier geen enkel aanknopingspunt.
Juridisch kader steunbewijs, schakelbewijs
Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) is de enkele verklaring van één getuige (waaronder het slachtoffer) onvoldoende om tot een bewezenverklaring te kunnen komen. Deze bepaling heeft als doel de deugdelijkheid van de bewijsbeslissing te waarborgen, in die zin dat zij de rechter verbiedt tot een bewezenverklaring te komen ingeval de door één getuige naar voren gebrachte feiten en omstandigheden op zichzelf staan en onvoldoende steun vinden in ander bewijsmateriaal.
De Hoge Raad heeft beslist dat deze bewijsminimumregel slechts geldt voor de gehele tenlastelegging. Onderdelen daarvan mogen wel slechts op één enkele getuigenverklaring berusten. Dat geldt ook voor de diverse ten laste gelegde gedragingen. In een zedenzaak is dus in principe voor het bewijs van de seksuele handelingen één getuigenverklaring genoeg mits deze op bepaalde punten wordt bevestigd door andere bewijsmiddelen. Die bewijsmiddelen moeten afkomstig zijn uit een andere bron.
Een bijzondere vorm van steunbewijs vormt het schakelbewijs. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad
1volgt dat onder omstandigheden het gebruik van aan andere, soortgelijke feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als steunbewijs is toegelaten. Daarbij moet het gaan om bewijsmateriaal voor die andere feiten dat op essentiële punten belangrijke overeenkomsten of kenmerkende gelijkenissen vertoont met het bewijsmateriaal van het te bewijzen feit en dat duidt op een herkenbaar en gelijksoortig patroon (een modus operandi) in de handelingen van verdachte.
De rechtbank heeft hiervoor al geoordeeld dat zij de verklaringen van [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] betrouwbaar en geloofwaardig acht.
De rechtbank stelt allereerst vast dat verdachte heeft erkend
2dat hij met de destijds minderjarige [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] aanvankelijk via Twitter en later via WhatsApp één op één contact heeft gehad en dat hij met hen gesprekken heeft gevoerd over seks, seksualiteit, masturbatie en dat hij “vingertips” gaf. Over de context waarin verdachte deze gesprekken over seks plaatst, zal de rechtbank hieronder ingaan.
Verdachte wist dat aangeefsters in de periode waarin deze contacten hebben plaatsgevonden 14 en 15 jaar waren. Hij was zelf 37 jaar. Verdachte heeft toegegeven dat gezien het leeftijdsverschil en het gegeven dat hij als bekend acteur contact had met meisjes die groot fan van hem waren, sprake was van een (aanzienlijk) overwicht van zijn kant.
Dat er door verdachte online instructies zijn gegeven aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] over hoe te vingeren blijkt ook uit de chat op Twitter tussen [slachtoffer 1] en verdachte van 23 oktober 2016, waaruit blijkt dat [slachtoffer 1] richting verdachte opmerkt: “En we missen je vingertips ook wel hoor”.
3Ook kan dit blijken uit het gesprek van 23 november 2016, gevoerd via social media tussen [slachtoffer 1] en getuige [getuige 1] . Hierin geeft [slachtoffer 1] aan dat [verdachte] haar alles vraagt over vingeren en over [slachtoffer 1] ’s seksleven en of ze het vaak doet.
4
De verklaring van [slachtoffer 3] ten aanzien van de online gevoerde gesprekken van seksuele aard wordt ondersteund door op de telefoon van [slachtoffer 3] aangetroffen screenshots (gemaakt op 12 november 2015).
5Hieruit blijkt dat verdachte met de destijds 15-jarige [slachtoffer 3] in de late avond tot in de nacht een zeer expliciet seksueel gesprek heeft gevoerd. Uit dit gesprek blijkt dat verdachte aan [slachtoffer 3] aanwijzingen geeft over hoe ze zichzelf moet bevredigen. Tijdens het gesprek vraagt hij haar of ze al zwaarder gaat ademen. Dit wordt vervolgens beaamd door
[slachtoffer 3] . Uit de opmerking van verdachte aan het einde van het gesprek blijkt dat hij eveneens bezig was zichzelf te bevredigen. Hij ging immers ‘nu even klaarkomen’. Ook wordt aan het einde van het gesprek door [slachtoffer 3] de vraag gesteld, ‘Morgenavond?’, waarop verdachte antwoordt, ‘Ik denk het wel.’
De instructies die door verdachte tijdens dit gesprek werden gegeven zijn erg expliciet en gedetailleerd en komen overeen met hetgeen door aangeefsters [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] is verklaard omtrent de inhoud van de online seksuele gesprekken die zij met verdachte voerden. De rechtbank acht dit gesprek daarom ook steunbewijs voor de verklaringen van aangeefsters [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
Daarnaast heeft [slachtoffer 3] eind 2016 haar moeder, getuige [getuige 2] , al op de hoogte gebracht van hetgeen tussen haar en verdachte online is voorgevallen. De moeder van [slachtoffer 3] vertelt hierover dat [slachtoffer 3] toen heel verdrietig reageerde en teleurgesteld was over de manier waarop verdachte haar behandeld had.
6Een authentieke en, vanuit het perspectief van aangeefster op dat moment, logische reactie, die haar verklaringen ondersteunt.
Verdachte ontkent dat hij aangeefsters heeft gevraagd om naaktfoto’s en video’s waarop zij seksuele handelingen bij zichzelf verrichten en vervolgens heeft verzocht deze naar hem toe te sturen (tenlastegelegd onder feit 1, het vierde gedachtestreepje), zodat -zo stelt de verdediging- ook op deze wijze geen sprake is geweest van verleiding tot het plegen van ontuchtige handelingen.
De rechtbank stelt allereerst vast dat zich in het procesdossier geen naaktfoto’s dan wel video’s met seksuele content van aangeefsters bevinden en dat er dus geen objectief bewijs aanwezig is, waaruit kan worden opgemaakt dat er door aangeefsters dergelijke foto’s en filmpjes naar verdachte zijn gestuurd. Dat betekent dat de rechtbank zal moeten beoordelen of er -naast de individuele verklaringen van aangeefsters- ook voor deze ten laste gelegde handelingen voldoende (steun)bewijs is.
De rechtbank overweegt dat alle drie de aangeefsters onafhankelijk van elkaar in grote lijnen hetzelfde hebben verklaard over de wijze waarop het contact met verdachte ontstond, hoe dat overging in seksueel getinte berichten en vervolgens in het verzoek van verdachte om foto’s of filmpjes met een seksuele lading aan hem toe te sturen. Zo hebben zij alle drie verklaard dat zij aanvankelijk met verdachte contact onderhielden via Twitter, waarna het contact al snel werd voortgezet via WhatsApp in een privégesprek en/of groepsgesprek
(de WhatsApp-groep genaamd “Douchen” in het geval van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en de WhatsApp-groep “TJF” in het geval van [slachtoffer 3] ), dat verdachte een soort vertrouwensband met hen opbouwde, door hun vaak kwetsbare thuissituatie en persoonlijke worstelingen met hen te bespreken, en dat verdachte in alle gevallen al snel het initiatief nam om de gesprekken naar seks en seksuele handelingen te sturen. Daarbij valt met name op dat alle drie de aangeefsters verklaren dat verdachte in het bijzonder geïnteresseerd was om hen te leren vingeren. Zoals gezegd heeft verdachte ter terechtzitting ook toegegeven dat hij dergelijke gesprekken met de aangeefsters heeft gevoerd, maar dan in technische zin en zonder erotische lading. Alle drie de aangeefsters verklaren dat, nadat de gesprekken een seksuele lading hadden gekregen, al snel het verzoek van verdachte aan hen kwam om zichzelf op seksuele wijze of tijdens seksuele handelingen te fotograferen of te filmen en deze foto’s en/of filmpjes aan hem toe te sturen. Aldus is in alle drie de verklaringen sprake van een specifiek patroon met een in alle gevallen gelijke opbouw van oppervlakkige contacten via Twitterberichten naar persoonlijkere gesprekken via WhatsApp, en vervolgens naar seksueel getinte berichten, gevolgd door het verzoek om seksueel geladen foto’s en filmpjes. Dit patroon blijkt bovendien niet alleen uit de verklaringen van de drie aangeefsters, maar komt ook terug in de verklaringen van de getuigen [getuige 3]
7en [getuige 4]
8die verklaren over soortgelijke ervaringen met verdachte.
Dit maakt dat de verklaringen van aangeefsters
9over en weer als steunbewijs kunnen dienen voor het feit dat verdachte aan deze destijds minderjarige aangeefsters heeft gevraagd om dergelijke foto’s en video’s van henzelf te maken en deze naar hem toe te sturen.
Resumerend overweegt de rechtbank dat de verklaringen van aangeefsters betrouwbaar worden geacht en dat die verklaringen voldoende worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat de onder feit 1, onder het eerste, tweede, derde en vierde gedachtestreepje, tenlastegelegde handelingen hebben plaatsgevonden.
Verleiding
Verdachte heeft allereerst gesteld dat de gesprekken met aangeefsters [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] wel over seks en seksualiteit zijn gegaan, waarbij ook is gesproken over vingeren, maar dat deze gesprekken van – zoals hij dat noemt – “technische” aard waren, zonder erotische lading.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] echter zonneklaar dat de gesprekken die verdachte voerde seksueel van aard waren. De rechtbank volstaat in dit verband met een verwijzing naar hetgeen zij hiervoor heeft overwogen ten aanzien van de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefsters. Zij hecht dan ook geen geloof aan de uitleg van verdachte, die vergezocht en ongeloofwaardig is.
Zelfs echter als zou worden uitgegaan van de lezing van verdachte dat hij als een leermeester op “technische” wijze minderjarige meisjes van wie hij de idool was via WhatsApp heeft onderwezen in de technieken van masturbatie en andere seksuele onderwerpen, kan dit niet anders worden gezien dan als een manier om het gesprek op seks te krijgen en te houden, en daarmee als onderdeel van de handelingen die verdachte verrichtte om - met misbruik van het overwicht dat hij op de meisjes had – hen te verleiden tot het plegen van ontuchtige handelingen.
Ontuchtige handelingen
Per 1 oktober 2002 is de delictsomschrijving van (thans) artikel 248a Sr zo gewijzigd, dat daarbij het eerder opgenomen vereiste dat de ontuchtige handelingen waartoe het slachtoffer is bewogen met de dader moeten zijn gepleegd, is komen te vervallen. Sindsdien is ook strafbaar het bewegen van het slachtoffer tot het plegen van ontuchtige handelingen met een derde of met zichzelf, zoals ook in bijvoorbeeld artikel 246 Sr het geval is.
De delictsomschrijving van het huidige artikel 248a Sr wijkt daarmee nadrukkelijk af van de delictsomschrijvingen van artikel 247 en 249 Sr, waarin wel gesproken wordt van “plegen met”. In de rechtspraak is meermalen de rechtsvraag aan de orde gekomen of ook sprake kan zijn van “plegen met” indien er geen sprake is geweest van lijfelijk contact tussen de dader en het slachtoffer. In diverse arresten heeft de Hoge Raad geoordeeld dat in een dergelijk geval betekenis toekomt aan het antwoord op de vraag of, en zo ja, in hoeverre tussen de dader en het slachtoffer enige voor het plegen van ontucht relevante interactie heeft plaatsgevonden
10. Het (enkel) zich laten toesturen via sociale media van naaktfoto’s, zonder dat uit de bewijsmiddelen blijkt dat de dader enige concrete bemoeienis heeft gehad met de wijze waarop het slachtoffer dat verzoek uitvoerde, is daarvoor onvoldoende.
11
Voor de bewezenverklaring van artikel 248a Sr heeft deze rechtspraak, die een bewijsleemte beoogt op te vullen in de artikelen 247 en 249 Sr, indien dat delict “hands off” wordt gepleegd, echter geen betekenis (meer). Zoals gezegd heeft de wetgever uitdrukkelijk beoogd de verleiding van een minderjarig slachtoffer ook strafbaar te stellen indien de seksuele handelingen niet gericht zijn op de dader. Voldoende is dat de dader door middel van één van de in artikel 248a Sr genoemde verleidingsmiddelen het slachtoffer tot enige seksuele handeling heeft bewogen. Meer dan die interactie is niet vereist. De seksuele handeling hoeft ook niet te zijn verricht tijdens het contact tussen de dader en het slachtoffer en evenmin hoeft de dader concrete instructies te hebben gegeven over de uitvoering daarvan. Met het gegeven dat het slachtoffer de seksuele handeling heeft verricht onder de drang van de verleiding staat bovendien vast dat deze handeling ontuchtig is geweest. Overigens heeft de rechtbank vastgesteld dat uit de verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en uit de screenshots van het gesprek tussen verdachte en [slachtoffer 3] genoegzaam blijkt dat er zelfs meer interactie is geweest dan voor bewezenverklaring van artikel 248a Sr is vereist.
De rechtbank heeft hierboven reeds bewezen geoordeeld dat verdachte, met misbruik van zijn positie als idool van de aangeefsters, hen ertoe heeft verleid seksueel getinte foto’s en/of filmpjes van henzelf aan hem toe te sturen. Daarmee is aan de bestanddelen van de delictsomschrijving van artikel 248a Sr voldaan.
Opzet
Uit al het voorgaande vloeit logischerwijs voort dat verdachte bewust misbruik heeft gemaakt van zijn positie als bekend Nederlands acteur om drie van zijn minderjarige fans te bewegen tot het plegen van ontuchtige handelingen.
Conclusie
De rechtbank is gelet op hetgeen hiervoor is overwogen van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 1 ten laste gelegde verleiding van minderjarigen tot het plegen van ontucht.
Vrijspraak ten aanzien van feit 2, dwang
In artikel 284 Sr wordt - voor zover hier van belang - strafbaar gesteld het een ander door andere feitelijkheden wederrechtelijk dwingen iets te dulden.
Van dwang kan onder meer sprake zijn als iemand iets moet dulden omdat hij of zij daar onverhoeds of onverwachts mee geconfronteerd wordt, en daardoor niet meer de kans heeft om zich daaraan te onttrekken. Het onverhoeds of onverwachts toesturen van – bijvoorbeeld – een naaktfoto kan op die manier dwang opleveren.
In deze zaak is op zichzelf aannemelijk dat verdachte tijdens de online contacten met zijn minderjarige fans hen foto’s van zijn ontblote mannelijke geslachtsdeel (‘dickpic’) heeft toegestuurd, gelet op de verklaringen van aangeefsters
12, alsmede de verklaringen van getuigen [getuige 3]
13en [getuige 4]
14en de specifieke modus operandi van verdachte. Uit de inhoud van het dossier blijkt echter niet dat verdachte deze dickpic’s onaangekondigd en onverhoeds heeft verstuurd. De dickpic’s werden immers verstuurd in al bestaande gesprekken met een seksuele lading en context, waarbij door verdachte en de destijds minderjarige aangeefsters over en weer naaktfoto’s en video’s werden verstuurd.
Hoewel de rechtbank het sturen van dickpic’s (in onderhavig geval aan minderjarigen) in strijd acht met de sociaal-ethische norm en deze gedraging mogelijk op een andere grond strafbaar is, acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen dat sprake is geweest van dwang zoals onder feit 2 ten laste is gelegd. De rechtbank zal verdachte daarom hiervan vrijspreken.
Bewijsoverwegingen ten aanzien van feit 3, het vervaardigen, verwerven en in bezit hebben van kinderpornografie
In artikel 240b Sr wordt - voor zover hier van belang - strafbaar gesteld het opzettelijk vervaardigen, verwerven en in bezit hebben van kinderpornografie.
De rechtbank heeft de onder feit 1 ten laste gelegde verleiding van aangeefsters tot het plegen van ontuchtige handelingen, te weten het maken en het vervolgens naar verdachte toesturen van foto’s en video’s van hun naakte borsten, billen, vagina en het vingeren van zichzelf, wettig en overtuigend bewezen geacht.
De rechtbank acht gelet hierop eveneens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in de ten laste gelegde periode opzettelijk kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven. Immers bevatten de naaktfoto’s die aangeefsters aan verdachte hebben toegestuurd seksuele handelingen en betrof het iemand, namelijk aangeefsters zelf, die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt. Aan het vorenstaande doet niet af dat de betreffende foto’s/afbeeldingen niet daadwerkelijk onder verdachte zijn aangetroffen. Dat deze een seksuele strekking hadden, en daarmee kinderpornografisch van aard waren, staat, gelet op hetgeen de rechtbank met betrekking tot feit 1 heeft overwogen, immers buiten redelijke twijfel vast.
Van het verwerven van kinderporno is sprake als verdachte een gedraging verricht die is gericht op het verkrijgen van beschikkingsmacht over de kinderpornografische afbeeldingen. Het zich laten toezenden van kinderpornografische afbeeldingen, zoals in onderhavig geval door verleiding van een minderjarige tot het plegen van ontucht, is naar het oordeel van de rechtbank een wijze van verwerven. In zo’n geval is het opzet van verdachte immers juist op het verkrijgen van een dergelijke afbeelding gericht.
De rechtbank acht gelet op de inhoud van het dossier niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderpornografie heeft vervaardigd, dan wel in zijn bezit heeft gehad. De rechtbank zal verdachte dan ook van dit deel van de tenlastelegging vrijspreken.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1
verdachte omstreeks de periode van 1 november 2015 tot en met 30 november 2017 te Eelderwolde, Heerenveen, Rijsbergen en te Amsterdam, [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2002,
[slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2001, en [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum]
2000, waarvan hij wist dat deze de leeftijd van 18 jaren nog niet hadden bereikt, door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten door
  • via Twitter contact met die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te hebben,
  • vervolgens met gebruikmaking van zijn telefoonnummer actief contact met die [slachtoffer 1] ,
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te onderhouden in een privégesprek en/of in een groepsgesprek via Twitter, Whatsapp, Instagram en/of Facetime, terwijl hij, verdachte, wist dat zij fan van hem waren,
  • persoonlijke en seksueel getinte gesprekken met die (ruim twintig jaar jongere) [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te voeren, en
  • daarbij die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te vragen om naaktfoto‘s en/ofnaaktvideo‘s te sturen en aldus telkens opzettelijk heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen, te weten het maken en vervolgens naar hem, verdachte, toesturen van foto’s en/of video’s van hun naakte borsten en/of billen en/of vagina, en/of het vingeren van zichzelf;
3 verdachte omstreeks de periode van 1 november 2015 tot en met 30 november 2017 te Amsterdam, afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum] 2002), [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum] 2001), en [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum] 2000), is betrokken, heeft verworven, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit: het tonen van de eigen naakte borsten, billen en/of vagina, van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en/of het met de vinger/hand betasten en/of aanraken van de vagina door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf, waarbij de afbeeldingen (aldus) telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

De eendaadse samenloop van
1. door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren niet heeft bereikt opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd, en
3: afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, verwerven, meermalen gepleegd.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen, waarvan 89 dagen voorwaardelijk, met aftrek van één dag, nu verdachte weliswaar niet in verzekering gesteld is geweest, maar 2 dagen langdurig is verhoord op het politiebureau, alsmede een proeftijd van 1 jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals door Reclassering Nederland in het rapport van 19 juni 2023 geadviseerd. Daarnaast heeft de officier van justitie een taakstraf gevorderd voor de duur van 240 uren.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, mocht de rechtbank komen tot een bewezenverklaring, gepleit voor het opleggen van een taakstraf, eventueel gecombineerd met een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met daaraan gekoppeld alleen de algemene voorwaarde.
Zij heeft daarbij de rechtbank verzocht in het bijzonder rekening te houden met het feit dat verdachte al heel zwaar is gestraft (“trial by media”) en dat het einde daarvan nog (lang) niet in zicht is.
Verdachte leeft een totaal ander leven en er is geen plek in zijn bestaan dat niet is geraakt door deze strafvervolging. Hij is in therapie gegaan om te leren begrijpen hoe hij hierin verzeild is geraakt en om te voorkomen dat dit ooit weer zal gebeuren. Gelet hierop ziet de raadsvrouw geen meerwaarde in het opleggen van reclasseringstoezicht, gecombineerd met een behandeling bij De Waag.
Het doel daarvan - het opstellen van een delictanalyse en een terugvalpreventieplan - is immers al bereikt. Nu het recidive-risico zeer laag is, kan ook daarin geen reden worden gevonden het advies van de reclassering op te volgen.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van de bewezen en strafbaar verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het advies van Reclassering Nederland van 19 juni 2023, de (ongedateerde) brieven van de behandelend psychologe van verdachte, mevrouw [naam 2] , de brief van [naam 1] (vriend en collega van verdachte) van 20 juli 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie van 22 juni 2023, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
Ernst van de feiten
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte, een bekend Nederlands acteur, heeft zich gedurende een periode van zo’n twee jaar schuldig gemaakt aan het online (hands-off) verleiden tot het plegen van ontucht van drie minderjarige fans, toen in de leeftijd tussen de 14 en 16 jaar. Verdachte heeft daarbij doorlopend misbruik gemaakt van het overwicht dat hij had op de slachtoffers, die erg tegen hem op keken of zelfs verliefd op hem waren.
De aanvankelijk redelijk onschuldige contacten met de slachtoffers gingen in alle gevallen al snel over in seksueel getinte berichten, waarbij verdachte onder meer met hen besprak hoe zij konden masturberen (de meergenoemde “vingertips”). In het verlengde daarvan verlangde verdachte van de slachtoffers dat zij foto’s of filmpjes van zichzelf maakten waarop zij op seksuele wijze poseerden of seksuele handelingen bij zichzelf verrichtten. Alle drie de slachtoffers hebben beschreven dat zij hier geen nee tegen konden of durfden te zeggen omdat zij bang waren het contact met hun idool te verliezen.
Verdachte heeft zich daarmee niet alleen schuldig gemaakt aan verleiding, maar ook aan het verwerven van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank neemt het verdachte uiterst kwalijk dat hij met zijn onbetamelijke gedrag de grenzen van deze minderjarige slachtoffers heeft overschreden. Uit het procesdossier ontstaat de indruk dat verdachte om zijn seksuele gevoelens te bevredigen bewust het contact heeft gelegd met minderjarige fans omdat die weinig weerstand zouden bieden. Van enig inlevingsvermogen wat dit bij hen voor schade zou kunnen aanrichten, lijkt bij verdachte geen sprake te zijn geweest. Dat bij alle drie de aangeefsters sprake is van schade blijkt wel uit het door of namens hen ter terechtzitting uitgeoefende spreekrecht.
Verdachte heeft ook ter zitting geen verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen en zoekt de schuld met name buiten zichzelf, bijvoorbeeld in zijn Amsterdamse opvoeding en in de -volgens hemin zijn beroepsgroep geldende vrije seksuele moraal. Daarnaast heeft hij ter terechtzitting verwezen naar de gevolgen voor de filmindustrie van de #metoo-beweging en de onthullingen over seksueel wangedrag bij “The Voice of Holland”. Voor zover verdachte daarmee wil stellen dat hij een slachtoffer is van verschuivende maatschappelijke normen of van een ineens preutser geworden seksuele moraal in de samenleving, gaat de rechtbank daar niet in mee. Minderjarigen worden immers al sinds jaar en dag beschermd tegen seksuele verleiding. Het (al dan niet online) seksueel contact zoeken met minderjarigen en hen daarbij verleiden tot het plegen van ontucht is evident in strijd met de sociaalethische normen en is daarmee strafbaar. Het gedrag van verdachte was ruim voor de opkomst van de #metoo-beweging al fout, is vandaag de dag fout en zal in de toekomst fout blijven. Hier kan en mag geen misverstand over bestaan.
Uitgangspunten voor de strafoplegging
Gelet op de ernst, de duur en de omvang van de gepleegde feiten acht de rechtbank in beginsel oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van meerdere maanden gerechtvaardigd.
Bij de bepaling van de uiteindelijke straf is in de eerste plaats van belang dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten. Daarnaast weegt zwaar mee dat de impact van de onderhavige strafzaak en de daaruit voortvloeiende media-aandacht zeer groot is geweest voor verdachte en zijn gezin. Zijn carrière is verwoest en verdachte is - zoals hij zelf stelt - in zijn werk, de filmindustrie, een paria en zal dat nog lang blijven. Terecht kan hiertegen worden ingebracht dat verdachte alle mediaaandacht aan zichzelf te wijten heeft en dat hij had kunnen verwachten dat het plegen van seksueel wangedrag als bekende Nederlander tot een storm van verontwaardiging in de samenleving zou leiden. Dat neemt niet weg dat één van de doelen van strafoplegging - vergelding - op deze wijze al behoorlijk bereikt is. De rechtbank zal daar dus rekening mee houden.
De rechtbank zal er verder rekening mee houden dat de feiten inmiddels zes tot acht jaar geleden gepleegd zijn, hoe begrijpelijk het op zichzelf ook is dat slachtoffers soms pas jaren later de kracht of de noodzaak voelen om melding te doen van dergelijk gedrag.
Een ander belangrijk doel van strafoplegging is het voorkomen van herhaling. In dit verband is van belang dat verdachte hulp heeft gezocht van een psychologe. Zij heeft de rechtbank bericht dat de hulpvraag van verdachte, zoals zij dat noemt, in ontwikkeling is, en dat de behandeling ook na, en ongeacht de uitkomst van de strafzaak zal worden voortgezet.
Ook Reclassering Nederland heeft aan de rechtbank gerapporteerd over verdachte. De reclassering wijst erop dat er de laatste jaren geen nieuwe meldingen zijn binnengekomen over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Dat maakt dat het gevaar voor herhaling laag is. Ook lijkt er niet direct sprake te zijn van aanwijzingen voor seksuele problematiek bij verdachte. Aan de andere kant heeft de reclassering opgemerkt dat zij niet goed antwoord hebben kunnen krijgen op de vraag hoe dit delictgedrag zich ontwikkeld heeft of wat daaraan ten grondslag heeft gelegen. De reclassering heeft om die reden toch geadviseerd om verdachte verplicht een behandeltraject op te leggen, bijvoorbeeld bij De Waag, waarbinnen gewerkt kan worden aan een delictanalyse en een terugvalpreventieplan. Met het vonnis van de rechtbank staat nu vast dat verdachte zich gedurende langere tijd gericht heeft op het onderhouden van seksuele contacten met minderjarige slachtoffers. Nu verdachte bovendien, zoals al opgemerkt, ter terechtzitting weinig verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn gedrag en de oorzaken daarvan vooral buiten zichzelf lijkt te zoeken, acht de rechtbank de kans op herhaling zeker niet uitgesloten. Dit baart zorgen. Daarom zal de rechtbank een deel van de straf voorwaardelijk opleggen, zodat daaraan bijzondere voorwaarden gekoppeld kunnen worden. De rechtbank zal reclasseringstoezicht opleggen, waarbij zij een proeftijd zal bepalen van twee jaar en naast de door de reclassering genoemde doelen tevens opnemen dat verdachte dient mee te werken aan diagnostiek en eventueel daaruit voortvloeiende noodzakelijk geachte behandeling.
Strafbepaling
Naast een voorwaardelijk strafdeel om toezicht en behandeling mogelijk te maken, zal uit oogpunt van normhandhaving en vergelding ook een onvoorwaardelijke straf aan verdachte moeten worden opgelegd. De rechtbank heeft hierboven al benoemd dat voor feiten als deze in beginsel een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is. Het enkel opleggen van één dag onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zoals door de officier van justitie is geëist, doet daarbij aan de feiten, de gevolgen voor de slachtoffers en het rechtsgevoel in de samenleving, geen recht.
Zoals hiervoor al overwogen, zijn er aan de andere kant ook een aantal strafmatigende factoren. De rechtbank ziet daarin aanleiding om voor wat betreft de rest van het onvoorwaardelijke strafdeel een werkstraf op te leggen; gelet op wat de rechtbank heeft gezegd over de ernst van de feiten en de gevolgen voor de slachtoffers zal dat dan wel de maximale werkstraf zijn.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van
3 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden is.
Aan het voorwaardelijke deel van de op te leggen straf zullen ter voorkoming van recidive de bijzondere voorwaarden worden verbonden zoals hiervoor overwogen. Daarnaast zal de rechtbank een taakstraf voor de duur van 240 uur opleggen.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich, bijgestaan door mr. M.R.M. Schaap, advocaat te Groningen, als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer 1], tot een bedrag van € 4.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 30 december 2017;
[slachtoffer 2], tot een bedrag van € 4.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 30 december 2017;
[slachtoffer 3], tot een bedrag van € 1.632,96 ter vergoeding van materiële schade en
€ 4.000,- ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 30 december 2017.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat voornoemde benadeelde partijen de gestelde schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van het onder feit 1 en 3 bewezen verklaarde. De vorderingen, waarvan de hoogte niet door verdachte is betwist, zullen daarom worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum als gevorderd, te weten 30 december 2017.
Nu de aansprakelijkheid van verdachte vaststaat, zal de rechtbank de schadevergoedingsmaatregel opleggen om te bevorderen dat verdachte de schade van de benadeelde partijen zal vergoeden.
De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten die de benadeelde partijen tot aan deze uitspraak in verband met de vordering hebben gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partijen ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36f, 55, 57, 60a, 240b en 248a van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak

De rechtbank

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder feit 2 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder feit 1 en feit 3 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 2 maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 2 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1. dat de veroordeelde zich uiterlijk binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van ditvonnismeldt bij Reclassering Nederland, [adres]
(telefoon 088 8041200). De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
2. dat de veroordeelde zich laat behandelen door De Waag of een door de reclassering tebepalensoortgelijke instelling, gericht op het opstellen van een delictanalyse en een terugvalpreventieplan, alsmede dat hij zijn medewerking zal verlenen aan diagnostiek en een eventueel daaruit voortvloeiende behandeling. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de veroordeelde in het kader van die behandeling door of namens de zorgverlener zullen worden gegeven.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.

een taakstraf voor de duur van 240 uren.

Beveelt dat voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
Benadeelde partijen
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 1]toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 1] te betalen:
  • het bedrag van € 4.000,- (zegge: vierduizend euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 december 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat te betalen een bedrag van € 4.000,- (zegge: vierduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 december 2017 tot de dag van algehele voldoening.
Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 50 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 2]toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 2] te betalen:
  • het bedrag van € 4.000,- (zegge: vierduizend euro);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 december 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat te betalen een bedrag van € 4.000,- (zegge: vierduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 december 2017 tot de dag van algehele voldoening.
Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 50 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Wijst de vordering van de benadeelde partij
[slachtoffer 3]toe en veroordeelt verdachte om aan [slachtoffer 3] te betalen:
  • het bedrag van € 5.632,96 (zegge: vijfduizend zeshonderdtweeëndertig euro en zesennegentigeurocent);
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 december 2017 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van
[slachtoffer 3]aan de Staat te betalen een bedrag van € 5.632,96 (zegge: vijfduizend zeshonderdtweeëndertig euro en zesennegentig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 december 2017 tot de dag van algehele voldoening.
Dit bedrag bestaat uit € 1.632,96 aan materiële schade en € 4.000,- aan immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 63 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat als verdachte voldoet aan de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [slachtoffer 3] of aan de Staat, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd van de betalingsverplichting aan beiden.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Baluah, voorzitter, mr. F. Sieders en mr. J. van Bruggen, rechters, bijgestaan door mr. H. Wachtmeester-Koning, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 augustus 2023.
Bijlage I
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2015 tot en met 30 november 2017 te Eelderwolde, Heerenveen, Rijsbergen en/of te Amsterdam, althans in Nederland, [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 2002, [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2001, en/of [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2000, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat deze de leeftijd van 18 jaren nog niet hadden bereikt door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding, te weten door
  • via Twitter contact met die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te hebben, - ( vervolgens) al dan niet met gebruikmaking van zijn telefoonnummer actief (privé)contact met die[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te onderhouden in een privégesprek en/of in een groepsgesprek via Twitter, Whatsapp, Instagram en/of Facetime, terwijl hij, verdachte, wist dat zij fan van hem was/waren,
  • persoonlijke en/of seksueel getinte gesprekken met die (ruim twintig jaar jongere) [slachtoffer 1] ,
[slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] te voeren, en/of
- ( ( daarbij) die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] op een of meer tijdstippen te vragenom (een) naaktfoto(‘s) en/of naaktvideo(‘s) te sturen (telkens) opzettelijk heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen, te weten het maken en/of (vervolgens) naar hem, verdachte, toesturen van (een) foto(’s) en/of video(’s) van haar/hun naakte borsten en/of billen en/of vagina, althans van haar/hun naakte lichaam en/of lichaamsdelen, en/of het vingeren van zichzelf, althans het door zichzelf betasten van de vagina; ( art 248a Wetboek van Strafrecht )
2 hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 november 2015 tot en met 30 november 2017, te Eelderwolde, Heerenveen, Rijsbergen en/of te Amsterdam, althans in Nederland,
[slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , door enige (andere) feitelijkhe(i)d(en) wederrechtelijk heeft gedwongen iets te dulden, immers heeft verdachte die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] gedwongen te dulden meerdere, althans een, foto(‘s) en/of video(‘s) van zijn, althans een, stijf/stijve, ontblo(o)t(e) mannelijk geslachtsdeel waarmee al dan niet seksuele handelingen worden verricht te (moeten) zien en/of ontvangen, althans met die foto(‘s) en/of video(‘s) te (moeten) worden geconfronteerd, en bestaande die
(andere) feitelijkhe(i)d(en) hieruit dat verdachte die foto(‘s) en/of video(‘s) onverhoeds en/of onaangekondigd tijdens een (actieve) conversatie aan die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft toegezonden;
( art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht )
3 hij, in of omstreeks de periode van 1 november 2015 tot en met 30 november 2017 te Amsterdam,althans in Nederland, afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [geboortedatum] 2002), [slachtoffer 2] (geboren op [geboortedatum] 2001), en/of [slachtoffer 3] (geboren op [geboortedatum] 2000), is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en/of heeft verworven en/of in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven - bestonden uit:
het tonen van de (eigen) naakte borsten, billen en/of vagina, van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, en/of het met de vinger/hand betasten en/of aanraken van de vagina door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt bij zichzelf, althans, het geheel of gedeeltelijk naakt poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, (waarbij) de afbeelding(en) (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;
( art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht )
Bijlage II
De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten op grond van de hierna te benoemen bewijsmiddelen.
Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 25 juli 2023 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Ik had in de ten laste gelegde periode veel fans. Zij kwamen figureren tijdens het filmen van
Moordvrouw, ik ontmoette fans bij opnames van RTL Late-night en zij kwamen langs bij mijn woning. Met sommige fans had ik inderdaad contact via Twitter of WhatsApp. Ik was dan onderdeel van bijvoorbeeld een appgroep, maar er was ook wel eens één op één contact.
Ook met aangeefster [slachtoffer 1] , destijds een fan, heb ik privé contact gehad via Twitter en
WhatsApp. Ik had gesprekken met haar over seks, over seksualiteit, masturbatie en ik gaf
“vingertips”. Er werd dan bijvoorbeeld door mij uitgelegd wat je clitoris is. Zij was toen 14/15/16 jaar en ik 37. Ik was inderdaad veel ouder en een bekende acteur. Dat had ik toen niet zo voor ogen, maar ik zie nu wel in dat ik daarin een grens ben overgegaan. De gesprekken over seksualiteit had ik niet met haar moeten voeren. Het klopt dat ik met [slachtoffer 1] en de destijds minderjarige [slachtoffer 2] (eveneens een fan) in een groepsapp met de naam “Douchen” zat. Ik kan me goed voorstellen dat in deze appgroep ook is gesproken over seksualiteit, maar deze gesprekken waren wel echt van een andere inhoud dan de sekstalk die ik met de destijds minderjarige [slachtoffer 3] , ook een fan, heb gevoerd. Het waren technische gesprekken, zonder erotische lading of gevoelens. Ik kan me herinneren dat ik éénmaal ongevraagd een foto van [slachtoffer 2] (in lingerie of waar haar borsten op stonden) heb ontvangen, maar die boot heb ik al snel afgehouden.
Met de destijds minderjarige [slachtoffer 3] had ik een heel andere, intiemere verstandhouding dan met aangeefsters [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . De gesprekken met [slachtoffer 3] (ook een fan) gingen wel iets verder dan alleen over seks over praten. Dit was echt sekstalk met een andere intentie. U houdt mij de inhoud voor van een op de telefoon van [slachtoffer 3] aangetroffen screenshot (gemaakt op 12 november 2015), waaruit blijkt dat [slachtoffer 3] in de late avond tot in de nacht een zeer expliciet seksueel gesprek heeft gevoerd. Het klopt dat ik dit gesprek met [slachtoffer 3] heb gevoerd.
Ik zat met [slachtoffer 3] en [naam 1] ook in een appgroep genaamd TJF. [naam 1] was destijds meerderjarig en met haar had ik fysiek seksueel contact. Ik zou me kunnen voorstellen dat ik aan [slachtoffer 3] wel een keer een dickpic heb gestuurd. Dit was dan wel tijdens een nachtelijke erotisch getint gesprek. Het klopt dat aangeefsters de berichten moesten wissen, ik was best een bekende persoon. Ik vond het geen prettige gedachte dat de berichten met hun over seksualiteit in de openbaarheid zouden komen.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 17 mei 2022, opgenomen op pagina 30 e.v. van het dossier van Politie (onderzoek: Erskine / NNRBC22095,
Procesverbaalnummer: 2022116528) d.d. 17 oktober 2022van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
Hij ging mij volgen op Twitter, dus zo kon ik hem een direct message sturen. Ik stuurde hem een berichtje en daarop reageerde hij en dat ik zijn telefoonnummer kreeg. We kregen toen snel meer contact maar hij zei eigenlijk direct dat ik het niet tegen mensen moest zeggen en zijn nummer niet door mocht sturen.
Hij wist zeker dat ik 14 jaar was. Hij zei ook dat als ik wat ouder was dat ik moest komen slapen. Hij zei: je bent nog maar een jong kuikentje.
V: Je hebt contact met [verdachte] , wanneer wordt dat seksueel?
A: Dat ging eigenlijk best wel snel, dat begon dus eerst in de Douchen groepsapp. Hij vroeg daar al wat doen jullie onder de douche? Hoe zie de douche er uit? En hij vroeg om een selfie onder de douche. Ik heb dat allemaal gedaan. Ik was jong en uiteindelijk ook verliefd op hem. Ik heb heel veel naaktfoto's gemaakt, filmpjes gemaakt en spraakopnames gemaakt zodat hij kon klaarkomen. Dit heb ik allemaal naar hem gestuurd.
Hij leerde mij bij de clitoris en met 2 vingers vingeren. Hij zei: dit is het beste wat je gaat overkomen. V: [verdachte] wist dat je nog nooit seks had gehad en hij gaf jou instructies hoe je jezelf moest vingeren. Hoe gaf hij jou dit instructies?
A: Via Facetime of dat ik het moest filmen en naar hem moest sturen.
V: Het was sowieso een halfjaar lang. Op 22 november 2017 had ik nog contact met hem, in 2016 kwam ik met hem in contact. Dat was begin 2016.
Er werden in die periode dagelijks videos en filmpjes heen en weer gestuurd. Hij stuurde ook foto's van z'n piemel, zijn hoofd stond er ook op. En tijdens Facetimen was die zichzelf aan het aftrekken en zei hij hele vieze dingen, dan zei hij: ik kom bijna, ik kom bijna. Wat zou je doen met mijn piemel?
V: Als hij zichzelf aan het aftrekken was, wat deed jij dan?
A: Ik was mezelf dan aan het vingeren. Hij leerde mij dat het heel fijn was voor een vrouw om dat te doen. Ik wilde hem altijd blij maken. Hij dreigde altijd dat hij mij zou blokkeren en dat hij geen contact meer wou. En dan negeerde hij me een paar dagen.
Ik heb foto's en filmpjes verstuurd via Whatsapp. En de groeps-app Douchen met [slachtoffer 2] . Daarin zaten we elkaar een beetje op te hypen en dan deed hij dat persoonlijk.
(..)
V: Wat voor blootfoto's stuur jij?
A: Ja. Van m'n vagina en van m'n kont en van m'n borsten en onder de douche.
Ik weet nog dat er een spraakbericht was dat hij zegt: ga kreunen, ga kreunen. Ik wou het dan misschien omdat ik zo groot fan van hem was. Maar ik was er nog lang niet klaar voor, maar ik dacht dat hij me speciaal vond en dat hij me leuk vond.
V: Wat voor foto's stuurde hij jou?
A: Foto's van z'n piemel. Eigenlijk waren we vooral veel aan het Facetimen. Maar ook foto's van hem in de spiegel. Maar ook selfies die niet op internet stond, en dat vond ik super cool want dan had ik foto's van hem die niemand had. (...) V: Bij wie woonde je toen je dit contact had met [verdachte] ?
A: Bij mijn ouders in Eelderwolde.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 21 juni2022,opgenomen op pagina 47 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 1] :
V: Je vertelt in je aangifte over de “Douchen" app die je met [verdachte] en [slachtoffer 2] hebt en dat [verdachte] hierin seksistische opmerkingen maakt. Wat zijn dit voor seksistische opmerkingen?
A: Het ging over wat je onder de douche deed, daar vroeg hij naar. Hoe het er daar beneden uitzag. Hij vroeg aan mij, wil je een keer een foto sturen van je vagina. Wat doe je onder de douche, vinger je jezelf wel onder de douche. Dat vroeg hij ook aan [slachtoffer 2] .
V: Bewaarde je deze gesprekken?
A: Nee, die moest ik van [verdachte] verwijderen. En ik schaamde me ook, mijn ouders controleerden in die tijd mijn telefoon wel, dus ik verwijderde dat.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen Twittercontact[slachtoffer1] - [verdachte] uit Iphone XS d.d. 22 juni 2022, opgenomen op pagina 116 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
In de onder aangeefster [slachtoffer 1] in beslaggenomen telefoon (Iphone XS) werd een chat op Twitter aangetroffen tussen [slachtoffer 1] en [verdachte] .
De berichten zijn verstuurd tussen 23 oktober 2016 en 5 november 2017.
23 oktober 2016:
[slachtoffer 1] Hoi [verdachte] , ondertussen is het wel weer goed tussen ons. Maar ik/wij wouden nog even onze excuses aanbieden dat we jou hier mee betrokken hebben en dat jij hier last van gehad hebt. [slachtoffer 1] En we missen je vingertips ook wel hoor (..)
18 december 2016:
[slachtoffer 1] [verdachte] het is alleen maar erger thuis
[slachtoffer 1] En nu heeft m 'n moeder ook nog eens mijn telefoon afgepakt
19 december 2016:
[verdachte] Ach lieverd...
[verdachte] Denk goed na over waar we het over hadden
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen Chat uit Iphone XStussen[slachtoffer 1] en [getuige 1] met bijlage d.d. 8 juni 2022, opgenomen op pagina 143 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Door [getuige 1] worden 45 screenshots verstuurd van een gesprek dat [slachtoffer 1] en [getuige 1] via social media voerden op 23 november 2016. [slachtoffer 1] geeft in dit gesprek aan dat ze contact heeft met [verdachte] en een uitlaatklep zoekt en er met niemand over kan praten. [slachtoffer 1] geeft aan dat [verdachte] twee kanten heeft: een lieve kant en een seksistische kant. Over de seksistische kant geeft [slachtoffer 1] in het gesprek aan dat [verdachte] alles vraagt over vingeren en [slachtoffer 1] ’s seksleven en of ze het vaak doet. [getuige 1] geeft vervolgens in het gesprek aan dat het niet normaal is dat een volwassen man dit aan iemand van 14 jaar vraagt en dat het heel fout is wat [verdachte] doet.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen informatief gesprekzeden
d.d. 9 juni 2022, opgenomen op pagina 242 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
[slachtoffer 2] was actief op Twitter als een [verdachte] fan-account en begin 2015 begon [verdachte] [slachtoffer 2] ook terug te volgen. Eind 2015 mocht [slachtoffer 2] in de 'Moordvrouwens-quad' groep. Tevens had [slachtoffer 2] eind 2015 zelf geregeld dat ze mocht figureren in 'Moordvrouwen'. Hier ontmoette ze [verdachte] en de meiden uit de groep ook voor het eerst in het echt. Sinds die tijd was er leuk contact. In december 2015 ging [slachtoffer 2] voor het eerst met een meisje die het vaker deed, en een ander meisje, naar het huis van [verdachte] in Amsterdam. Vanaf dit moment had [slachtoffer 2] contact met [verdachte] via Twitter, privé bericht. Soms was het contact normaal maar het ging volgens [slachtoffer 2] al snel richting 'sekstalk': 'ben je nat' bijvoorbeeld. Als daar niet op in werd gegaan was het einde gesprek.
Dit wilde [slachtoffer 2] niet dus ging ze er toch op in. [verdachte] begon dan over vingeren, hij legde uit wat vingeren was en zei dat hij zichzelf aan het aftrekken was.
[slachtoffer 2] had al jong vrij grote borsten waar ze onzeker over was, [verdachte] zei dan dat hij grote borsten mooi vond en vroeg naar de cupmaat. Ook vroeg [verdachte] bijvoorbeeld of ze een 'nat kutje' had.
(..) Op 3 juni 2016 ontmoetten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] elkaar in Groningen. [slachtoffer 1] was toen veertien jaar en [slachtoffer 2] net vijftien jaar. Omdat [verdachte] [slachtoffer 2] al volgde op Twitter, kon [slachtoffer 2] op Twitter een groep aanmaken. [slachtoffer 2] heeft toen de eerder genoemde groep aangemaakt met zichzelf, [slachtoffer 1] en [verdachte] in de groep. Daar was ook sekstalk op, en op enig moment is de overstap gemaakt naar Whatsapp. Deze groep op Whatsapp kreeg de groepsnaam 'Douchen'. Volgens [slachtoffer 2] heeft [verdachte] de titel bedacht omdat het een vunzige groep was en het over douchen ging en er de nodige dingen in gebeurden. [slachtoffer 2] geeft aan het nodige van [slachtoffer 1] te hebben gezien maar ook van [verdachte] . [verdachte] stuurde piemel-foto's in die groep. [verdachte] legde [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in die groep ook uit wat vingeren was, hoe je dat deed en hoe je dat het beste kon doen.
(...)
[slachtoffer 2] geeft aan in totaal twee foto's van zichzelf verstuurd te hebben: een nepfoto en een foto van haar onderkant. De reden dat ze dit verstuurde was dat ze toch een stuk druk voelde, jong en naïef was, graag het contact met [verdachte] wilde voortzetten en het toch 'DE' [verdachte] was. (...)Waar is het gebeurd: [adres] , Heerenveen
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. [geboortedatum] 2022, opgenomen op pagina 248 e.v. van voornoemd dossier, inhoudende als verklaring van [slachtoffer 2] :
A: Hij wist wat voor positie hij bij ons had en heeft daar misbruik van gemaakt. Wij keken tegen hem op en dan krijg je zijn nummer en hierdoor voel je je bijzonder. Hij weet hoe minderjarige meisjes tegen hem opkijken. Je wil ook dat het contact door gaat.
V: Wanneer is het gebeurd?
A: Voor mij in de periode eind 2015 tot en met december 2016. Eind december 2016 is de groep "Douchen" gestopt en hierdoor ook het contact tussen mij en [verdachte] en tussen mij en [slachtoffer 1] .
(...)
A: Dat stuk over het vingeren dat waren gesprekken in de Whatsapp-groep "Douchen". Hij legde het daar uit aan [slachtoffer 1] en mij. Dat over die cupmaat dat heb ik privé ook met hem besproken maar ook in die "Douchen" app. Ik was en ben heel onzeker over mezelf en dat wist hij. Ik heb hem verteld dat ik heel onzeker was, over mijn borsten. Dat ik onzeker was over mijn gewicht en heel veel met sporten bezig was. Over de borsten gaf hij aan dat hij van grote borsten hield en dat [naam 1] Cup DD had en hij dit mooi vond. Hij vroeg wel eens hoe het met me ging en als ik dan zei dat het niet goed was dan ging hij er niet op in. Hij ging dan over op iets seksueels. Als ik hier niet op in ging dan had je geen contact meer.
V: Hoe startte dat contact via privé berichten?
A: Ik durf niet te zeggen of ik dat was of [verdachte] . Op een gegeven moment werd dit regelmatig. Dagelijks. Het was eigenlijk altijd laat in de middag of in de avond.
V: Je zegt dat [verdachte] boos werd toen je hem een nep foto stuurde, wat stuurde je hem?
A: Ik had op een gegeven moment een bloesje gekocht bij de Primark en ik had een foto gemaakt waarop ik dit bloesje droeg, die foto had ik ook wel getwitterd. Ik heb toen op internet een foto gestuurd van iemand op het internet met hetzelfde bloesje, een naaktfoto. Hij zag dat het niet klopte.
V: Wat is de reden dat je de foto stuurt?
A: Druk. Je hebt een gesprek met DE [verdachte] . Je hebt zijn nummer en hij zegt dat jij de enige bent. Je voelt je speciaal en je hebt contact en je wilt dat gaande houden.
(..) Ik verwijderde ook berichten. Ik wilde niet dat mijn moeder het zou lezen van de Douchen-app want dan zou ik niet meer naar Amsterdam mogen.
V: Hoe lang duurde die Douchen groep op Twitter voordat de overstap naar Whatsapp werd gemaakt?
A: Die overstap was vrij snel dat [verdachte] zei: Zullen we overstappen op Whatsapp. De Whatsapp groep heeft langer bestaan dan de Twitter groep. Seksuele gesprekken. Dat je gaat douchen of in bad en dat je dan gaat vingeren of mannen gaan aftrekken en zo werd het seksueel. “Ik zit in bad” en dan zei hij: “Ik sta onder de douche” en die foto van onderen is in bad en het vingeradvies was ook in bad. Hij deed dat als hij wist dat ik in bad zat. Foto’s gestuurd door ons en door hem. Geslachtsdelen van hem en ons en wat je daar mee kan doen. Mijn borsten kwamen dan ook naar voren en dat hij van grote borsten hield. Hij legde uit hoe je moet vingeren. Dat je met je vinger op een bepaalde plek rondjes moest draaien. Hij vertelt dan dat hij het aan het doen was. Ik zei dan dat ik aan het vingeren was, terwijl ik het niet deed. [slachtoffer 1] verstuurde ook foto’s. Ik heb die niet geopend. De foto’s van [verdachte] heb ik wel gezien. Die vond ik giechelig. Ik wist dat [slachtoffer 1] het stuurde en aan zijn reactie kon ik merken dat het een naaktfoto was. Hij gaf dan een seksuele reactie dat iets mooi was en hieraan kon ik merken dat het een blootfoto was.
V: Je hebt die “nep” foto gestuurd en één van onderen. Wat bedoel je met van onderen.
A: Ja gewoon in bad met laag water en dan van onder. Een stuk been en dan een deel van de vagina, de openingen zeg maar. Ik hield de foto er net boven. Mijn vagina is dan boven water. Niet met mijn hoofd erop.
V: Hoe kwam het dat je deze foto ging sturen?
A: Om hem, om het gesprek gaande te houden. Toch wel de druk die je voelde. Hij vroeg erom. Je voelt de druk want je wilt dat hij je leuk blijft vinden. En je denkt: Straks stuurt zij wel wat en ik niet. Je wilt niet dat hij de ander leuker vindt dan jou. Dat is wel de echte druk. De angst dat hij [slachtoffer 1] leuker zou vinden dan mij als ik het niet zou doen.
V: Hoe reageerde hij op de foto van je onderkant?
A: Gewoon iets van “lekker” of zo. Ondanks je onzekerheid geeft het je wel een goed gevoel dat [verdachte] dat tegen je zegt. Dat een acteur dit tegen je zegt. Dat diegene waar jij tegen je zegt dat het er goed uit ziet.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 20 juli 2022,opgenomenop pagina 295 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :
A: Ik doe aangifte tegen [verdachte] van mentaal misbruik en machtsmisbruik. Dat heeft de vorm aangenomen van sexting met name, met mij op minderjarige leeftijd waarbij ook foto’s en video’s zijn uitgewisseld.
(...) Het eerste contact begon via Twitter gewoon als fan dat wij richting hem gingen tweeten. Dat hij af en toe ging reageren. Ik was 14,5 jaar oud toen het begonnen is, eind 2015, begin 2016. Toen woonde ik nog in Rijsbergen. Na juni 2016 is het gestopt.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 21 mei
2022,opgenomen op pagina 301 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :
A: Ik was eind 14 jaar toen ik fan van hem werd. Ik ontmoette meiden die ook fan waren van hem via Twitter. Ik stuurde ook Tweets naar hem. Ook seksueel getint om zijn aandacht te trekken. Hier ging hij dan op in.
(...)
Ik ontmoette [verdachte] bij Late Night en dat was net voor mijn 15e verjaardag, ergens in juni 2015. Ik had toen ook via Twitter contact met hem.
We hebben ook nog op een andere manier met [verdachte] contact gehad, daar kwam het meisje [naam 1] bij. Zij was toen al wel volwassen. Wij drie zaten eerst in een Twittergroep en uiteindelijk werd die verplaatst naar WhatsApp. Er werden seksueel getinte berichten gestuurd in die Twitter chatgroep waar wij alle drie inzaten. Ik bedoel dan het uitleggen hoe ik mezelf moest vingeren. Het begon dat [verdachte] vroeg of ik me wel eens had gevingerd. Ik zei ‘nee’. [verdachte] zei dat hij mij ging uitleggen hoe dat moest. Ik vond het toen leuk en spannend. Ik voelde me toen heel speciaal laat ik het zo zeggen. Mijn vader was alcoholist. Er waren thuis spanningen. Ik zat in die fan groep van Moordvrouwen. En ik kreeg aandacht van mijn idool [verdachte] . Ik vond dat helemaal geweldig ik was smoorverliefd op hem. Ik wist toen nog niet dat hij met meerdere meiden dat contact onderhield.
Ik zat wel met hem en
[naam 1] in een chatgroep maar dat vond ik toen ook wel leuk.
V: Hoe kwam dat uitleggen over vingeren tot stand?
A: Ik maakte toen ook wel een seksueel getint grapje. Ik ben daar toen ingerold. Ik dacht dat wanneer ik een seksueel getint grapje stuurde, dat hij er niet ‘niet op in kon gaan. Dat hij dan altijd reageerde. Ik vond dat toen wel leuk en daar is het in door gegaan. Maar hij was de volwassen man en hij had beter moeten weten.
V: Hoe gaf hij die uitleg over het vingeren?
A: Best wel stapsgewijs. Hij zei wat ik daar beneden op moest zoeken. Dat het hielp om met mijn vinger rondjes te draaien langs mijn tepel. Dat het goed voelde en dat ik dan zwaarder zou gaan ademen. Dat dit uiteindelijk moest gaan leiden tot het ultieme genot.
(...)
A: [verdachte] vroeg mij op een ander moment of ik een naaktfoto van mezelf wilde sturen. Ik vond het spannend en leuk. Ik heb toen een foto gemaakt in mijn lingerie. Hij wilde mij zonder lingerie zien, volledig naakt. Dat heb ik toen ook nog gedaan en die foto naar hem gestuurd. Dat heb ik toen vrijwillig gestuurd, maar ook omdat ik toen helemaal weg was van die man. Er was geen dwang vanuit hem. Hij zei dat ik mooie borsten had en hij zei dat hij het altijd fijn vond als een vrouw glad geschoren is beneden.
V: Wanneer was dit?
A: Tussen mijn 14e en 16e levensjaar ook omdat het chatten toen het meest intens was.
V: Via welke weg werd die foto gestuurd?
A: In onze privé WhatsApp.
V: Wat was er te zien op de lingeriefoto?
A: Ik maakte de foto in de spiegel. Ik had een bordeau-paars setje aan van Hunkemöller van [naam 1] . Je zag mijn hoofd tot mijn bovenbeen. Mijn voorkant. Het was een bh met een slip.
V: Wat zag je op de naaktfoto?
A: Die was op dezelfde plek genomen, door mij genomen. Je zag mijn hoofd tot op mijn bovenbeen. Ik was naakt. Je zag mijn voorkant. Ik stond recht voor de spiegel.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen screenshots WhatsApp met [verdachte] met bijlagen d.d. 13 juni 2022, opgenomen op pagina 331 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op 13 juni 2022 heb ik onderzoek gedaan naar de telefoon, Iphone SE, van [slachtoffer 3] . In de fotogalerij van de telefoon zag ik screenshots van een WhatsApp gesprek tussen [slachtoffer 3] en [verdachte] . De screenshots zijn gemaakt op 12 november 2015.
Weergave van de screenshots:
[verdachte] Als je nu bij me was, wat zou je willen doen (00:37) (..)
[slachtoffer 3] Ik zou dicht tegen je aankruipen echt heel dicht. En daarna waarschijnlijk heel de tijd in je ogen staren. (00:39) [verdachte] Lief (00:39)
[slachtoffer 3] Ik kijk daar nooit diep in anders ga ik als een idioot staan staren. Ik zou mijn rust zoeken bij je, en me veilig en beschermd voelen (00:40) Maar jij? (00:40) [verdachte] Nee nu jij, ga nog even door (00:40) Daarna gaan we slapen (00:41)
[slachtoffer 3] Fack man lekker lastig als je er geen verstand van hebt (00:42)
[verdachte] Ga op je gevoel af (00:42)
[slachtoffer 3] Ik zou je sws aan willen raken, en daarna zoenen. Verder zien we dan wel wat het moment brengt
(00:43) Maar hoogstwaarschijnlijk zou ik wachten tot jij iets zou doen. (00:44)
[verdachte] Lekker slapen lieve [slachtoffer 3] , mooi dromen (00:45) Snel weer? (00:45)
[slachtoffer 3] Nee nou wil ik ook jouw kant (00:45) Slapen doe ik toch niet meer (00:45) (..)
[verdachte] Ga nog even terug met je vinger naar je clitoris en draai zachtjes rondjes dan vertel ik je mijn kant (00:47)
[slachtoffer 3] Hahaha vooruit (00:47)
[verdachte] Rondjes draaien terwijl je leest (00:47) Oke? (00:47)
[slachtoffer 3] Oke (00:48)
[verdachte] Ik zou je zoenen (00:48) En langzaam al je kleren uittrekken (00:48) Ik leg je op bed, onder de dekens (00:49) Mijn lichaam is warm, naakt (00:49) Ik zou je tepels kussen (00:49)
Ik leg je op bed, onder de dekens (00:49) Mijn lichaam is warm, naakt (00:49) Ik zou je tepels kussen (00:49) En er zachtjes op zuigen (00:49) Dan zou ik je weer zoen en lang vasthouden (00:50) Tot je helemaal rustig bent (00:50) Is het fijn? (00:50)
[slachtoffer 3] Ik typ met links maar ja (00:51)
[verdachte] Dan zou ik langzaam naar onder zakken, terwijl ik je kus; je nek, borsten, buik (00:52)
Ik kom met mijn hoofd tussen je benen (00:52) Kus je daar zacht (00:52) En voorzichtig zou ik je clitje likken (00:53) Zacht rondjes draaien met mijn tong (00:53)
Kan je voorstellen? (00:53)
[slachtoffer 3] Ongeveer (00:53)
[verdachte] Gestopt met vinger? (00:54)
[slachtoffer 3] Nee (00:54)
[verdachte] Goed zo (00:54) Ik zou je likken (00:54) Steeds iets sneller (00:55)
Hijg je een beetje? (00:55)
[slachtoffer 3] Uuuuh (00:56)
[verdachte] Ik kom weer omhoog (00:56) Lig nu tussen je benen (00:56) Je voelt mijn stijve pik tegen je been (00:57) We zoenen (00:57) Ik doe je benen nog meer uit elkaar (00:57) Dan kijk ik je aan (00:58) Van dichtbij (00:58) En langzaam, heel langzaam (00:58) voel je mijn pik bij je naar binnen komen (00:59) Heel langzaam (00:59) Heel zachtjes (00:59) Terwijl we elkaar aankijken (00:59) Wat voel je nu?
(1:00) Apart? (1:00)
[slachtoffer 3] Het voelt heel raar, en op de een of andere manier zit er een hele fijne spanning over mijn lichaam. Een heel fijn gevoel, lastig te omschrijven (01:02)
[verdachte] Laatste, dan stoppen we (01:08) Ga nu (01:09) rondjes iets sneller draaien (01:09) Met iets meer druk op je clitoris van he vinger (01:09) (..)
Gaat je ademhaling iets omhoog? (01:11)
[slachtoffer 3] Ietsje (01:11)
[verdachte] Wordt het steeds gevoeliger (01:12) Doe je ogen dicht en denk aan mijn pik in je (01:13) Diep (01:13) Verhoog de snelheid van de rondjes (01:13) En de druk met je vinger (01:13)
Doe het precies zoals het fijn voelt (01:14) En denk eraan dat ik in en uit je ga langzaam (01:15) En je aankijk (01:15) Gaat goed? (01-15)
[slachtoffer 3] Net ja, mn broertje liep als een of ander spook langs. (01:19)
[verdachte] En nu (01:19)
[slachtoffer 3] Hij zit op wc als je het zo graag weten wil (01:20)
[verdachte] Stoppen? (01:20)
[slachtoffer 3] Morgenavond? (01:20)
[verdachte] Denk het wel (01:20) (..) Wissen he die dingen van mij (01:22) (Ik ga nu even klaarkomen) 01:22)
[slachtoffer 3] Was ik al mee bezig (01:22) Met wissen (01:22) Enjoy (01:22)
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 21 mei 2022, opgenomen op pagina 315 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 2] (moeder van [slachtoffer 3] ):
A: Op een gegeven moment wist ik er natuurlijk van. Niet op het moment dat het allemaal gebeurde, maar wat later. Ik denk dat [slachtoffer 3] toen een jaar of 16 à 17 was.
(..) [slachtoffer 3] heeft wel foto's naar hem gestuurd. Ze heeft op en gegeven moment ook een aftrekfilmpje van hem gekregen. [slachtoffer 3] heeft tegen me gezegd dat ze zelf nooit dwang heeft gevoeld om foto's van zichzelf te sturen.
V: Kun je kort en concreet vertellen wat er precies tussen [slachtoffer 3] en [verdachte] is gebeurd.
A: Het grensoverschrijdend gedrag komt dan met name neer op het onaangekondigd opsturen van naaktfoto's van zichzelf aan [slachtoffer 3] . Ook heeft hij dus een keer een filmpje gestuurd waarop hij zichzelf aftrekt. [slachtoffer 3] heeft hem ook een naaktfoto van zichzelf gestuurd waar haar hoofd wel op stond. Ook hebben ze telefonisch veel contact met elkaar gehad en was er zeker ook sprake van sekspraat.
(...) Voor [slachtoffer 3] was [verdachte] destijds ook een soort van uitlaatklep. Wij zaten toen thuis in een scheiding en [slachtoffer 3] heeft toen daar ook heel erg mee geworsteld.
V: Wanneer heeft [slachtoffer 3] er voor het eerst iets over tegen jou verteld?
A: Dit is eind 2016 geweest, ergens in oktober of november. Toen kwamen de details naar boven. Ze was toen 16. Toen ze 15 was wist ik wel dat ze app contact met hem had.
V: Wat heb je toen aan [slachtoffer 3] gemerkt, toen ze dat vertelde?
A: Dat ze heel verdrietig was over de manier hoe hij haar behandeld had. Ze gaf aan dat ze een hele leuke tijd had gehad met het figureren en dat dit alles werd overschaduwd door de manier waarop hij haar aan de kant geschoven heeft toen ze haar grens aangaf. [slachtoffer 3] was echt idolaat van hem, ze was smoorverliefd op hem en hij heeft haar vertrouwen daarin wel erg beschadigd.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 29 juli 2022, opgenomen op pagina 482 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [getuige 3] :
V: Hoe oud was je toen je voor het eerst contact kreeg met [verdachte] ? A: Toen was ik 16 of 17 jaar.
Ik was fan van [naam 1] en [slachtoffer 3] van [verdachte] . Zij had zijn nummer en we waren in Amsterdam en we hebben hem geappt. Toen zijn we bij hem langs geweest, bij hem voor de deur. We kregen toen zijn nummer zodat we hem konden appen als we veilig thuis waren.
(…)
[slachtoffer 3] en ik waren vriendinnetjes een aantal jaar en we spraken regelmatig af en dan gingen we meestal naar Amsterdam wat leuks doen of we gingen naar een voorstelling of figuratie dag. Of ik kwam naar haar of zij naar mij toe of ik naar haar, zij voornamelijk bij mij. Op een gegeven moment is de vriendschap opgehouden.
V: Een speciale reden waarom de vriendschap is opgehouden?
A: Ik denk onderaan de streep, als ik er puur naar kijk was het omdat zij vooral jaloers was.
[verdachte] reageerde wel naar mij en daar wilde ze alles van weten en ik had niet de behoefte dat te delen en dat vond ze niet fair en daar ging ze van over de zeik. [verdachte] ging haar negeren op whatsapp en mij niet. Dat maakte haar ja, overstuur denk ik of zo.
(..)
V: Jij zegt dat jij privé contact had met [verdachte] .
A: Ja. Voornamelijk via Whatsapp. Ik had wel heel erg het idee dat ik hem op een bepaalde manier dicht bij me wilde houden. Dat het vluchten voor me was. Gewoon van mijn eigen situatie, leven, werk.
V: Begrijp ik dan dat je in je eigen privé setting lastige issues hebt?
A: Ja. Deels wel.
V: En hij weet daar van?
A Voor een deel wel.
V: In hoeverre waren zijn whatsapp contacten met jou seksueel?
A: Die waren af en toe seksueel en af en toe niet.
(..)
A: Ik heb net als die andere meiden ook gewoon dat soort gesprekken met hem gehad.
Ook aan mij heeft hij gevraagd om foto's toen ik 16/17 jaar was en hij is 20 jaar ouder dus dat is natuurlijk gewoon fout.
V: Heeft hij jou ook zulke foto’s gestuurd van zichzelf?
A: Ja.
V: Dan bedoel ik naaktfoto's hè?
A: Ja, ja. Ook normale foto’s hoor. V: Heeft hij ook video's gestuurd?
A. Dat heeft hij ook gedaan. Waarin ie zichzelf aan het bevredigen was.
V: Als we het hebben over seksistische appjes. Waar hebben we het dan over?
A: Nou, gewoon sexting.
V: Vroeg hij jou bijvoorbeeld om bepaalde seksuele handelingen bij je zelf te doen?
A: Ja, soms als we samen daarin een gesprek hadden.
(…)
Want ik zeg wel dat het voor mij natuurlijk een beetje dubbel is. Ondanks dat ik me realiseer dat hij fout was en er niet altijd even blij mee ben geweest heeft hij wel altijd heel veel voor mij betekent waarin ik ook heel veel aan heb gehad.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen gesprek met [getuige 4] met bijlagen d.d. 14 mei 2022, opgenomen op pagina 367 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
In mei 2012 werd [getuige 4] via Twitter benaderd door [verdachte] . [getuige 4] was toen eind 15 jaar begin 16 jaar. [getuige 4] vertelde dat [verdachte] haar knap en mooi vond. Dit stuurde hij in een bericht naar haar. [getuige 4] voelde zich daardoor gevleid. Er was een beroemd persoon die haar knap en mooi vond. Al snel werden er telefoonnummers uitgewisseld waardoor de gesprekken verder gingen op WhatsApp. Op de WhatsApp gaf [verdachte] aan bij [getuige 4] dat hij haar zou willen ontmaagden. Hij stuurde dat hij dat zacht zou doen. Hij stuurde haar ook berichten wat hij wilde doen met haar tijdens de seks. [verdachte] wilde ook dat [getuige 4] terugstuurde wat zij met hem wilde doen en dat zij zichzelf zou masturberen. Hierin is zij ook meegegaan echter heeft zij nooit vingerfilmpjes naar [verdachte] gestuurd. [verdachte] wilde graag dat zij klaar kwam tijdens het masturberen. [getuige 4] vertelde dat zij alleen maar wilde dat [verdachte] haar knap vond.
In de WhatsApp berichten stuurde hij ook naar [getuige 4] dat hij aan haar dacht als hij zich aftrok. Ook vroeg [verdachte] aan [getuige 4] of zij een foto van zijn piemel wilde. [getuige 4] gaf aan dat zij dat niet wilde maar toch stuurde hij haar de foto.
Het contact is gestopt toen [getuige 4] 17 jaar was. [getuige 4] vroeg aan [verdachte] of hij vaker contact had met jonge meisjes. [verdachte] had toen geantwoord dat dat zo was. Zij geeft aan dat zij toen merkte dat zij helemaal niet speciaal was.
Deel van de inhoud van het (twitter)bericht tussen [getuige 4] en verdachte, gevoegd als bijlage bij voornoemd proces-verbaal, opgenomen pagina 369 e.v.:
05/08/2013, 23:38
Alleen vanmorgen éven schuldig, omdat ik je vroeg samen klaar te komen
En ik je niet het gevoel wil geven dat ons contact iets oppervlakkigs is, wat mij betreft
Zie onder meer het arrest van de Hoge Raad van 12 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3118
Bewijsmiddel 1 3. Bewijsmiddel 4
4. Bewijsmiddel 5
5. Bewijsmiddel 10 6. Bewijsmiddel 11 7. Bewijsmiddel 12
8. Bewijsmiddel 13
9. Bewijsmiddelen 2, 3, 6, 7, 8 en 9
10. Zie in dit verband bijvoorbeeld HR 30 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ0950 11 Zie HR 27 oktober 2020, ECLI:NL:HR:2020:1675.
12. Bewijsmiddelen 2, 3, 6, 7, 8 en 9
12. Bewijsmiddel 12
12. Bewijsmiddel 13