In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland op 26 juli 2023, wordt het beroep van HiNerg B.V. en een eiser tegen de afwijzing van hun verzoek om tegemoetkoming in planschade behandeld. De rechtbank oordeelt dat het beroep van de eiser niet-ontvankelijk is, omdat zijn naam niet in het beroepschrift was vermeld voor afloop van de beroepstermijn. Het beroep van HiNerg B.V. wordt ongegrond verklaard. De rechtbank stelt vast dat de eisers schade claimen als gevolg van het bestemmingsplan 'Delfzijl Windpark Zuid, herziening 2018', dat hen zou beletten om grotere windturbines te plaatsen. De rechtbank overweegt dat de eisers geen onomkeerbare investeringen hebben gedaan die een uitzondering op de hoofdregel rechtvaardigen dat gemist voordeel van nog niet aangevangen bedrijfsvoering niet voor vergoeding in aanmerking komt. De rechtbank verwijst naar eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat bij inkomensderving als gevolg van een bestemmingsplan, de schade niet voor vergoeding in aanmerking komt als de aanvrager op de peildatum nog geen aanvang heeft gemaakt met de bedrijfsvoering. De rechtbank concludeert dat de eisers geen recht hebben op planschadevergoeding, omdat zij geen relevante investeringen hebben gedaan en het verlies van tijdelijk voordeel niet voor vergoeding in aanmerking komt.