ECLI:NL:RBNNE:2023:2838
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening tegen afwijzing aanvragen algemene en bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 12 juli 2023, wordt een verzoek om voorlopige voorziening behandeld van een verzoeker die tegen de afwijzing van zijn aanvragen om algemene bijstand en bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering op grond van de Participatiewet (PW) in beroep is gegaan. De primaire besluiten van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westerveld, daterend van 6 oktober 2022 en 20 oktober 2022, zijn in het bestreden besluit van 3 april 2023 gehandhaafd. De voorzieningenrechter oordeelt dat de afwijzing onterecht is, omdat verzoeker niet rechtens zijn vrijheid is ontnomen. De opname en het verblijf van verzoeker in een zorginstelling zijn gebaseerd op vrijwilligheid en niet op een titel voor gedwongen opname.
De voorzieningenrechter concludeert dat het college de aanvragen om bijstand niet op grond van artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, van de PW kon afwijzen. Het beroep van verzoeker wordt gegrond verklaard en het bestreden besluit wordt vernietigd. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe en bepaalt dat het college aan verzoeker met ingang van 1 november 2022 zowel algemene bijstand verleent naar de norm voor verblijf in een inrichting als bijzondere bijstand voor de kosten van bewindvoering tot zes weken na de datum waarop het college opnieuw heeft beslist op de bezwaarschriften van 10 november 2022. Tevens wordt het college veroordeeld tot terugbetaling van het griffierecht en de proceskosten van verzoeker.