In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland op 3 januari 2023, wordt het beroep van eiser, een varkenshouder uit Nieuwolda, tegen de gedeeltelijke afwijzing van zijn aanvraag voor schadevergoeding als gevolg van mijnbouwactiviteiten beoordeeld. Eiser had een schadevergoeding van € 7.393,58 aangevraagd, maar verweerder, het Instituut Mijnbouwschade Groningen, had slechts een deel van de schade vergoed en de rest afgewezen. De rechtbank behandelt de beroepsgronden van eiser, die stelt dat de schade is ontstaan door trillingen van aardbevingen, en dat verweerder het bewijsvermoeden niet heeft weerlegd.
De rechtbank overweegt dat verweerder zich op de adviezen van deskundigen heeft mogen baseren. Deskundige M. Diekmeijer had in een rapport vastgesteld dat de schade niet door mijnbouwactiviteiten was veroorzaakt, maar door autonome oorzaken zoals het drogings- en verhardingsproces van het beton. De rechtbank concludeert dat verweerder aannemelijk heeft gemaakt dat de schade niet door mijnbouwactiviteiten is ontstaan en dat het beroep ongegrond is. De rechtbank benadrukt dat elke schade individueel moet worden beoordeeld en dat de deskundigen voldoende onderbouwing hebben gegeven voor hun conclusies. De uitspraak bevestigt dat het bestreden besluit in stand blijft en dat eiser geen recht heeft op de gevraagde schadevergoeding.