De rechtbank stelt op grond van de hierna te noemen bewijsmiddelen die de daartoe redengevende feiten en omstandigheden bevatten, het volgende vast over de tijdlijn van de gebeurtenissen en het overlijden van [slachtoffer] .
Tijdlijn van de gebeurtenissen in de nacht van 15 oktober 2021
Tijdens de stapavond op 14 oktober 2021 hebben verdachte en [slachtoffer] in [cafe 2] drie wijntjes gehad en in [cafe 1] ongeveer vier borrels gedronken.
2
Op 15 oktober 2021 om 2:14 uur arriveerden verdachte, [slachtoffer] , [medeverdachte] en [naam 1] bij de woning van [medeverdachte] in Heerenveen. Om 2:17 uur kwam [naam 2] bij de woning.
3Verdachte heeft gezien dat [slachtoffer] in de woning alcohol heeft gedronken (in ieder geval twee glazen sinas-berenburg) en een gedeelte van een xtc-pil heeft gehad.
4[medeverdachte] heeft dat ook gezien.
5
Verdachte treft [slachtoffer] aan
Verdachte werd om ongeveer 5:45 uur wakker op de bank.
6Zij zag [naam 1] en [slachtoffer] naast zich op de bank en heeft een rondje door het huis gelopen.
7Toen ze terugkwam hoorde ze
[slachtoffer] snurken. Na ongeveer 10 minuten probeerde ze haar wakker te maken.
8Verdachte heeft tikken in [slachtoffer] haar gezicht gegeven, twee keer een glas water in haar gezicht gegooid en ze heeft haar zo hard door elkaar geschud dat ze van de bank af is gegleden. [slachtoffer] werd echter niet wakker.
9
Om 6:17 uur heeft verdachte op haar telefoon via Google op de termen “drugs en niet meer wakker worden” gezocht.
10
Verdachte heeft om 6:21 uur een filmpje van [slachtoffer] gemaakt.
11Op het filmpje is te zien dat iemand met de vlakke hand meermalen in het gezicht slaat en daarna met de vlakke hand het gezicht heen en weer beweegt.
12Verdachte heeft het filmpje vervolgens via Snapchat aan getuige [naam 4] verstuurd. [naam 4] heeft in reactie op dit filmpje gezegd dat verdachte de ambulance moest bellen. Hij heeft dat advies gegeven omdat zijn instinct altijd is dat de ambulance gebeld moet worden als iemand niet bij bewustzijn is.
13
Verdachten raken bekend met GHB-inname door [slachtoffer]
Kort na het maken van het filmpje om 6:21 uur heeft verdachte [medeverdachte] wakker gemaakt.
14
[medeverdachte] kwam beneden en zag [slachtoffer] voor de bank op de grond. Hij heeft haar op de bank gelegd en geprobeerd wakker te maken door haar naam te roepen en in haar gezicht te tikken. Dat lukte niet. Hij zag toen een waterflesje op de bar staan. Hij herkende de stroperige inhoud van het flesje als GHB. [naam 1] werd wakker gemaakt.
15[naam 1] zei toen dat [slachtoffer] een slokje uit het flesje had genomen.
16
[medeverdachte] heeft, samen met verdachte, [slachtoffer] vervolgens naar de slaapkamer gebracht en op bed gelegd. Dat was zwaar, omdat [slachtoffer] niet meegaf. [medeverdachte] heeft haar ademhaling en hartslag gecontroleerd en heeft voorgesteld om de situatie nog een uur aan te kijken. Hij is vervolgens weer naar bed gegaan.
17
Verdachte heeft verklaard dat ze voorstelde om de ambulance te bellen, maar dat [medeverdachte] zei dat [slachtoffer] haar roes moest uitslapen.
18
Handelingen op de telefoon van de medeverdachte
Uit onderzoek in de telefoon van [medeverdachte] bleek dat er vervolgens de volgende activiteiten plaatsvonden op zijn telefoon.
Om 6:47 uur werd met de telefoon op internet gezocht op ‘teveel g gehad en nu?’. Uit de webhistorie blijkt dat vervolgens de website www.drugsinfoteam.nl/drugsinfo/ghb/ghb-tips is bezocht.
19Op die webpagina staat onder meer ‘haal direct medische hulp als iemand niet bijkomt, niet goed ademt of als je het niet vertrouwt’.
20
Om 7:14 uur werd met de telefoon op internet gezocht op ‘hoe krijg je iemand wakker die teveel ghb heeft gehad’. Vervolgens is de website www.bnnvara.nl/spuitenenslikken/artikelen/wat-gebeurt-erals-je-out-gaat-door-ghb bezocht.
21Op die pagina staat onder meer: “Wanneer iemand niet op pijnprikkels reageert dan ligt hij of zij in coma. Ga dan meteen naar de EHBO. Is er geen EHBO in de buurt, bel dan de ambulance. Het risico is namelijk dat er minder zuurstof naar het brein gaat. In het ergste geval stopt de ademhaling en overlijdt hij of zij.”
22
Om 7:39 uur is met de telefoon een bericht gestuurd naar [naam 2] .
23
Handelingen op de telefoon van verdachte
Verdachte is bij [slachtoffer] gebleven en heeft haar hartslag en ademhaling in de gaten gehouden. Zij heeft ondertussen op haar telefoon via Google naar informatie gezocht en advies gevraagd aan vrienden.
24Uit onderzoek in haar telefoon blijkt onder meer het volgende.
Om 6:42 uur werd de pagina ‘Wat is het risico van “out gaan” door GHB?’ bezocht op de website van Drugsinfo.
25Op die pagina staat “Wanneer tegelijk met GHB ook veel alcohol is gebruikt, bestaat het risico op een ademstilstand, omdat alcohol de dempende werking van GHB versterkt.”
26
Om 6:53 uur werd via Whatsapp het bericht “ [slachtoffer] is droogeert” gestuurd naar het contact [naam 8] .
Om 6:55 uur werd via Google gezocht op “out haan door GHB” en meteen daarna werd de pagina over risico’s op de website van Drugsenuitgaan bezocht.
27Op die pagina staat onder meer
“Bewustzijnsverlies (out gaan) is een gevaarlijke toestand. Als de persoon niet gewekt kan worden, moet altijd 112 gebeld worden.”
28
Om 7:23 uur werd een Whatsappbericht gestuurd naar het contact [naam 5] met de vraag “Is er een manier om iemand wakker te krijgen die teveel ghb heeft gehad?”
Vervolgens werd om 7:24 uur de pagina over “Overdosis drugs of medicijnen” op de website van het Rode Kruis bezocht.
29Op die pagina staat “Bel 112 als iemand bewusteloos is of als het slachtoffer niet kan blijven zitten.”
30
Om 7:25 uur werd de pagina “Risico’s van GHB” bezocht op de website drugslijn.be.
31Daarop is onder meer te lezen: “Vooral de combinatie van GHB met alcohol is gevaarlijk. Die twee verdovende middelen versterken elkaars effect, wat snel kan leiden tot bewusteloosheid of coma.”
32
Om 7:27 uur werd via Whatsapp het volgende bericht van [naam 5] ontvangen: Uhm gaat heel moeilijk, eigenlijk is die persoon dan out gegaan. Kan wel uren duren voor dat die weer wakker is. En anders elke vorm van pijn, om die persoon wakker te maken. Of in ieder geval op reageert.”
Om 7:28 uur werd via Google gezocht op “pijnprikkel geven” en vervolgens werd een pagina over
Fysische diagnostiek - de Glasgow-comaschaal voor het meten van bewustzijnsstoornissen op de website van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde bezocht.
33
Vervolgens werden onder meer de volgende Whatsappberichten gestuurd tussen verdachte (V) en getuige [naam 5] (G):
V – 7:31 uur: [slachtoffer] is gedrogeerd….
G – 7:34 uur: Kijken of ze reageert op pijn, dus heel hard knijpen ect. Als ze daar niet op reageert zou ik de ambu bellen
V – 7:34 uur: Jaa ze reageert dus echt nergens op
V – 7:34 uur: Al 2 uren niet
V – 7:39 uur: Het is gewoon lastig of je wel of niet ambu moet bellen
G – 7:43 uur: Ik zou het wel doen, en anders spoed eisende hulp even bellen. En vragen wat zij verstandig vinden.
34
Om 7:45 uur werd via Google gezocht op “spoedeisende hulp” en “dokterswacht”. Vervolgens werd om 7:46 uur de pagina “Bellen, ja of nee?” op de website dokterswacht.nl bezocht.
35
Inschakelen van medische hulp
Om 8:19 uur kwam getuige [naam 3] bij de woning aan om verdachte en [slachtoffer] op te halen. Zij zag [slachtoffer] liggen en heeft haar een pijnprikkel gegeven. [slachtoffer] ademde zwaar en reageerde nergens op.
36[naam 3] heeft om 8:27 uur 112 gebeld.
37Om 8:38 uur heeft verdachte 112 gebeld, omdat de situatie verslechterde.
38[slachtoffer] werd blauw en haar ademhaling stopte. Verdachte heeft op aanwijzingen van de meldkamer [slachtoffer] gereanimeerd.
39De ambulance kwam om 8:42 uur bij de woning aan.
40[medeverdachte] kwam beneden toen het ambulancepersoneel ter plaatse was.
41
De politie kwam omstreeks 8:50 uur ter plaatse. Verbalisant [naam 6] zag dat [slachtoffer] door het ambulancepersoneel werd gereanimeerd. Na enige tijd kreeg zij geen borstmassage meer en had zij weer een zelfstandige hartslag. Zij werd nog wel beademd. Zij werd vervolgens in de ambulance meegenomen.
42
De verbalisanten hebben het flesje met GHB in beslag genomen.
43Onderzoek door het Nederlands Forensisch Instituut (verder: NFI) wees uit dat de vloeistof circa 0,6 gram GHB per milliliter bevat. Deze concentratie past bij pure GHB.
44
Oorzaak van het overlijden
Uit het schouwverslag en het forensisch pathologisch onderzoek van het NFI blijkt dat [slachtoffer] op 25 oktober 2021 is overleden aan de gevolgen van hersenschade op basis van zuurstoftekort door intoxicatie.
45Uit toxicologisch onderzoek blijkt dat er in het bloed van [slachtoffer] dat op 15 oktober 2021 is afgenomen GHB is aangetroffen in een concentratie van 340 mg/l.
46Deze concentratie kan passen bij een of twee slokken GHB uit het aangetroffen flesje.
47In haar bloed is verder ethanol (alcohol) gemeten in een concentratie van 0,9 mg/ml en er zijn amfetamine-achtigen en cocaïne in aangetroffen. De hoge bloedconcentratie 340 mg/l GHB, in combinatie met ethanol (alcohol) en MDMA, heeft geleid tot het reanimatiebehoeftig worden van het slachtoffer en kan daarmee het uiteindelijke overlijden verklaren. In het rapport wordt verder opgemerkt dat bij concentraties van GHB in het bloed van meer dan 250 mg/l een diepe, coma-achtige slaap optreedt en dat de combinatie van GHB en alcohol kan leiden tot sterkere demping waaronder remming van de ademhaling.
48Bewijsoverwegingen
Schuld in de zin van artikel 307 Sr
Voor schuld als bestanddeel van de delictsomschrijving in artikel 307 Sr dient sprake te zijn van een grove of aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. Van schuld is sprake als een verdachte een bepaald gevolg (zoals in dit geval het overlijden) niet heeft willen veroorzaken, maar het gevolg toch aan de verdachte kan worden verweten, omdat deze anders had moeten en kunnen handelen. Of sprake is van dergelijke schuld in de zin van artikel 307 Sr wordt bepaald door de manier waarop die schuld in de tenlastelegging nader is geconcretiseerd, en is voorts afhankelijk van het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval.
De schuld bestaat volgens de tenlastelegging - kort gezegd - uit het nalaten om tijdig medische hulp in te schakelen. De rechtbank is van oordeel dat het nalaten van verdachte schuld in de zin van artikel 307 Sr oplevert. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte omstreeks 6:17 uur voor het eerst merkte dat [slachtoffer] niet wakker werd. Verdachte heeft van alles geprobeerd om [slachtoffer] wakker te krijgen. Zij heeft water in haar gezicht gegooid, in haar gezicht geslagen en zo hard heen en weer geschud dat [slachtoffer] van de bank af is gegleden. Omstreeks 6:21 uur kreeg zij al, op basis van het filmpje waarop te zien was in wat voor toestand [slachtoffer] verkeerde, het advies van [naam 4] om de ambulance te bellen. Verdachte heeft vervolgens [medeverdachte] wakker gemaakt en kort daarna, tussen 6:21 uur en 6:42 uur, werd duidelijk dat [slachtoffer] uit een flesje met GHB had gedronken. De rechtbank stelt vast dat verdachten op dat moment wisten dat [slachtoffer] alcohol, xtc en een slecht gedoseerde hoeveelheid GHB had gehad en ondervonden dat [slachtoffer] niet wakker werd en niet reageerde op prikkels. De rechtbank vindt dat onder deze omstandigheden op verdachten de plicht rustte om zich te bekommeren om de gezondheid van [slachtoffer] .
[slachtoffer] is van de bank naar het bed gebracht en verdachten hebben haar hartslag en ademhaling gecontroleerd. Verdachte is vervolgens de hele tijd bij [slachtoffer] gebleven. Omdat verdachte meerdere handelingen heeft verricht, alleen niet de juiste, en steeds bij [slachtoffer] is gebleven om haar te monitoren, is de rechtbank van oordeel dat zij niet in grove mate nalatig is geweest. Zij heeft naar het oordeel van de rechtbank echter wel aanmerkelijk onvoorzichtig en nalatig gehandeld.
Uit de bewijsmiddelen volgt namelijk dat verdachte zich grote zorgen maakte om [slachtoffer] en naar informatie is blijven zoeken toen [medeverdachte] weer naar bed ging. Zij raakte door haar zoekslagen op internet steeds beter op de hoogte van de gevaren van GHB-gebruik en heeft meermalen het advies gelezen om medische hulp in te schakelen. Naar het oordeel van de rechtbank was het gevolg, het overlijden van [slachtoffer] , daarom voor verdachte voorzienbaar. Zo heeft zij om 6:42 uur een website bezocht waarop te lezen is dat alcohol de dempende werking van GHB versterkt en dat het risico op een ademstilstand bestaat. Om 6:55 uur opende verdachte een website waarop staat dat altijd 112 gebeld moet worden als iemand niet gewekt kan worden. Om 7:24 uur werd de website van het Rode Kruis bezocht waarop te lezen is dat 112 moet worden gebeld als iemand bewusteloos is of als het slachtoffer niet kan blijven zitten. Deze informatie werd bevestigd door het advies dat verdachte om 7:34 uur van een vriendin kreeg: “Kijken of ze reageert op pijn, dus heel hard knijpen. Als ze daar niet op reageert zou ik de ambu bellen.” Verdachte heeft ondanks het feit
dat zij door haar zoekslagen op internet steeds meer op de hoogte raakte van de gevaren van GHBgebruik in combinatie met alcohol en de adviezen om de ambulance te bellen gedurende ongeveer twee uur geen medische hulp voor [slachtoffer] ingeschakeld.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte door haar nalaten de norm om medische hulp in te schakelen als iemand buiten bewustzijn raakt na inname van drugs en alcohol, geschonden. Dat verdachte uitging van de verklaring van [medeverdachte] dat [slachtoffer] haar roes moest uitslapen en daarvoor ook bevestiging vond op internet, maakt dat oordeel niet anders. Zij had op basis van de door haar zoekslagen op internet opgedane kennis over de gevaren van GHB (in combinatie met alcohol), de adviezen om medische hulp in te schakelen en het feit dat [slachtoffer] met het verstrijken van de tijd nog steeds niet reageerde op prikkels, anders moeten en kunnen handelen.
Causaliteit
De rechtbank moet vervolgens beoordelen of er een causaal verband bestaat tussen het nalaten van verdachte en het overlijden van [slachtoffer] . Die vraag moet worden beantwoord aan de hand van de maatstaf of het overlijden redelijkerwijs als gevolg van het nalaten van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] aan hen kan worden toegerekend. In dit geval gaat het om de vraag of verdachten door hun nalaten het risico dat het slachtoffer zou komen te overlijden in zodanige mate hebben verhoogd dat het overlijden redelijkerwijs aan hen kan worden toegerekend.
De rechtbank is van oordeel dat verdachten het risico dat [slachtoffer] zou komen te overlijden in zodanige mate hebben verhoogd, dat het gevolg mede aan hen kan worden toegerekend. Zij hebben
immers nagelaten om tijdig adequate medische hulp in te schakelen, terwijl zij merkten dat [slachtoffer] buiten bewustzijn was en wisten dat zij GHB, alcohol en xtc had ingenomen. In zijn algemeenheid kan worden aangenomen dat de kans op overleven in een dergelijk geval groter is als tijdig medische zorg beschikbaar is. Uit het rapport van het NFI blijkt dat de combinatie van GHB en alcohol kan leiden tot een sterke demping, waaronder remming van de ademhaling. Dit gevaar heeft zich verwezenlijkt. [slachtoffer] is reanimatiebehoeftig geworden en aan de gevolgen van zuurstoftekort overleden.
Dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat [slachtoffer] niet zou zijn overleden als eerder medische hulp was ingeroepen, maakt dat oordeel niet anders. Volgens rechtspraak van de Hoge Raad is voor het aannemen van een oorzakelijk verband niet vereist dat is vast te stellen dat het slachtoffer niet zou zijn overleden bij het tijdig inschakelen van medische hulp.
49Het gaat om de vraag of het nalaten van verdachte het risico op overlijden heeft verhoogd. Zoals hiervoor is overwogen, vindt de rechtbank dat daarvan sprake is.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat er dusdanig nauw en bewust is samengewerkt tussen verdachte en de medeverdachte, dat sprake is van medeplegen. Zij waren allebei op de hoogte van het feit dat [slachtoffer] naast alcohol en xtc ook GHB had gehad, zij hebben samen geprobeerd [slachtoffer] wakker te maken en in overleg besloten geen medische hulp in te schakelen. De rechtbank acht de dood door schuld in vereniging dan ook wettig en overtuigend bewezen.