ECLI:NL:RBNNE:2023:2428
Rechtbank Noord-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek ongegrond verklaard in bestuursrechtelijke procedure
Op 8 juni 2023 heeft de Rechtbank Noord-Nederland een wrakingsverzoek van twee verzoekers ongegrond verklaard. Het verzoek richtte zich tegen de rechters A.W. Wassink, H. Brouwer en M.R. Gans, die betrokken waren bij een bestuursrechtelijke procedure tussen de verzoekers en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). De verzoekers stelden dat de rechters in strijd met de wet hadden gehandeld door een deskundige toe te laten tot de zitting zonder tijdige mededeling aan hen, zoals vereist door artikel 8:60 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Ze voerden aan dat dit het vertrouwen in een onafhankelijke rechtspraak had geschaad.
De wrakingskamer overwoog dat de verzoekers geen bijkomende feiten of omstandigheden hadden aangevoerd die de schijn van vooringenomenheid van de rechters konden onderbouwen. De rechters gaven aan dat de beslissing om de deskundige toe te laten en het niet heropenen van de zaak procesbeslissingen waren, die op zichzelf geen grond voor wraking konden vormen. De wrakingskamer benadrukte dat een rechter vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken.
Uiteindelijk concludeerde de wrakingskamer dat het verzoek kennelijk ongegrond was en dat er geen aanleiding was voor een mondelinge behandeling. De procedure met zaaknummer [zaaknummer] zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het wrakingsverzoek. De beslissing werd openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.