ECLI:NL:RBNNE:2023:2307

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 juni 2023
Publicatiedatum
8 juni 2023
Zaaknummer
18-332721-22
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor seksueel misbruik en openbaarmaking van naaktbeelden door werkgever

In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 juni 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die als werkgever en stagebegeleider betrokken was bij ernstige seksuele misdrijven. De verdachte heeft meerdere slachtoffers, waaronder minderjarigen, gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn positie heeft misbruikt door de slachtoffers onder druk te zetten met valse beloftes en dreigementen. De feiten vonden plaats tussen 7 november 2022 en 15 december 2022, waarbij de verdachte gebruik maakte van zijn autoriteit en de kwetsbaarheid van de slachtoffers. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 34 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden. Daarnaast is de verdachte verplicht om schadevergoeding te betalen aan de slachtoffers, die immateriële schade hebben geleden door zijn daden. De rechtbank heeft ook een contactverbod opgelegd voor de duur van vijf jaar, om verdere schade aan de slachtoffers te voorkomen. De zaak benadrukt de ernst van seksueel misbruik en de verantwoordelijkheden van werkgevers in het beschermen van hun werknemers.

Uitspraak

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht Locatie Assen
parketnummer 18/332721-22
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 7 juni 2023 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1994 te [geboorteplaats] , wonende te [adres] , thans gedetineerd te [instelling] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 24 mei 2023.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. R.J.J. Bosma, advocaat te Spier. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. E. Veen.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van de vordering aanpassing omschrijving tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 7 november 2022 tot en met 15 december 2022 te [adres] en/of [adres] en/of [adres] en/of [adres] (althans in [adres] ), althans (elders) in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten:
- ( telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, (onder andere) gelet op:
o zijn positie als stagebegeleider van die [slachtoffer 1] , en/of o de aanwezigheid van (een) verstandelijke beperking(en) bij die [slachtoffer 1] , en/of o de omstandigheid dat hij, verdachte, die [slachtoffer 1] de opdracht heeft gegeven te voldoen aan een door verdachte opgesteld protocol met de daarin opgenomen (ontuchtige) handelingen (bijlage 2 en 3 behorende bij JM08, p. 195 en 196) en/of de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat die [slachtoffer 1] de inhoud van voornoemd protocol niet aan (een) derde(n) mocht mededelen en/of geheim te houden, en/of o de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 1] de opdracht heeft gegeven om zichzelf (in het bijzijn van verdachte) uit te kleden en/of opdracht heeft gegeven om erectiepillen te slikken/in te nemen en/of pornografische afbeeldingen/video’s te kijken, en/of
  • die [slachtoffer 1] heeft belet een voertuig te verlaten door de deur(en) van dat voertuig tevergrendelen en/of (in dat voertuig) tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat die [slachtoffer 1] zijn broek en/of onderbroek naar beneden moest trekken, [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers heeft hij, verdachte,
  • met zijn, verdachtes, handen de borst en/of rug en/of benen en/of penis, althans het lichaam, vandie [slachtoffer 1] betast, en/of
  • die [slachtoffer 1] de opdracht gegeven om de penis van die [slachtoffer 1] stijf/hard te maken en/of(vervolgens) klaar te komen, en/of
  • aan de penis van die [slachtoffer 1] getrokken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 7 november 2022 tot en met 15 december 2022 te [adres] en/of [adres] en/of [adres] en/of [adres] , althans (elders) in Nederland, met [slachtoffer 1] , van wie hij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dan wel aan een zodanige psychische stoornis, psychogeriatrische aandoening en/of verstandelijke handicap leed dat die [slachtoffer 1] niet of onvolkomen in staat was zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, immers heeft hij, verdachte, (conform een door verdachte opgesteld protocol met de daarin opgenomen (ontuchtige) handelingen (bijlage 2 en 3 behorende bij JM08, p. 195 en 196))
  • met zijn handen de borst en/of rug en/of benen en/of penis, althans het lichaam, van die [slachtoffer1] betast, en/of
  • die [slachtoffer 1] de opdracht gegeven om de penis van die [slachtoffer 1] stijf/hard te maken en/of(vervolgens) klaar te komen, en/of
  • aan de penis van die [slachtoffer 1] getrokken;
2.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 27 oktober 2022 tot en met 19 december 2022 te [adres] en/of [adres] , althans (elders) in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten:
- ( ( telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiendoverwicht, (onder andere) gelet op:
o zijn positie als leidinggevende van [slachtoffer 2] , en/of o de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 2] de opdracht heeft gegeven te voldoen aan een door verdachte opgesteld protocol met de daarin opgenomen (ontuchtige) handelingen (bijlage 2 en 3 behorende bij JM08, p. 195 en 196) en/of de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 2] heeft medegedeeld dat die [slachtoffer 2] de inhoud van voornoemd protocol niet aan een derde mocht mededelen en/of geheim te houden, en/of o de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 2] de opdracht heeft gegeven om zichzelf (in het bijzijn van verdachte) uit te kleden, en/of tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat die [slachtoffer 2] zijn broek en/of onderbroek naar beneden moest trekken en/of tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij zijn piemel moest laten zien, [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2006, die toen de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers heeft hij, verdachte,
  • met zijn handen de borst en/of rug en/of benen en/of penis en/of eikel, althans het lichaam, van die[slachtoffer 2] betast, en/of
  • aan de penis van [slachtoffer 2] getrokken;
3.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 22 oktober 2022 tot en met 28 november 2022 te [adres] , althans (elders) in Nederland, van [slachtoffer 3] (een) afbeelding(en) van seksuele aard, te weten (een) video(‘s) en/of foto(’s), waarop te zien is dat de verdachte en die [slachtoffer 3] bij elkaar seksuele handelingen verrichten en/of foto’s waarop te zien is dat die [slachtoffer 3] geheel/gedeeltelijk naakt is, openbaar heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die openbaarmaking voor die persoon nadelig kon zijn;
4.
hij op één of meerdere tijdstippen in de periode van 1 augustus 2021 tot en met 30 november 2022 te [adres] en/of [adres] (althans in [adres] ), althans (elders) in Nederland, door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, te weten:
- ( telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, (onder andere) gelet op:
o zijn positie als schuldeiser en/of baas van die [slachtoffer 3] , en/of de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 3] de opdracht heeft gegeven te voldoen aan een (door verdachte) in het Engels opgesteld contract met de daarin opgenomen (ontuchtige) handelingen (zoals door verdachte beschreven in JM68, p. 258 e.v. en het proces-verbaal van aangifte van 3 januari 2023, p. 269 e.v.) en/of de omstandigheid dat verdachte aan die [slachtoffer 3] heeft medegedeeld dat die [slachtoffer 3] de inhoud van voornoemd contract moet naleven op straffe van een geldboete van (ongeveer) € 5.000,- per week en/of aanhouding door de politie, en/of
  • de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 3] de opdracht heeft gegeven om zichzelf (in het bijzijn vanverdachte) uit te kleden, [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, immers heeft/is hij, verdachte,
  • die [slachtoffer 3] op de mond gekust, en/of
  • de penis van die [slachtoffer 3] betast en/of zijn, verdachtes, penis laten betasten door die[slachtoffer 3] , en/of
  • aan de penis van die [slachtoffer 3] getrokken en/of zijn, verdachtes, penis laten aftrekken door die
[slachtoffer 3] en/of (vervolgens) klaar te komen en/of die [slachtoffer 3] klaar te laten komen, en/of
- de penis van die [slachtoffer 3] gelikt en/of in zijn, verdachtes, mond gebracht;

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor feit 1 primair en de feiten 2, 3 en 4.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten en heeft daartoe het volgende aangevoerd.
De bij verdachte aangetroffen documenten over fysieke controles/checks in het datacenter die een belangrijke rol spelen bij feit 1 en feit 2, zijn een uitvloeisel van het feit dat verdachte zwaar autistisch is en zich vrijwel alles in het leven heeft aangeleerd door het bekijken van instructiefilmpjes en het uitwerken van die filmpjes. De documenten die bij verdachte zijn aangetroffen zijn een samenraapsel van formats die online te vinden zijn bij bedrijven die zich bezighouden met de beveiliging van datacenters. Het feit dat die documenten bij verdachte zijn aangetroffen, betekent echter niet dat de controles/checks die in die documenten staan beschreven, ook daadwerkelijk door verdachte zijn uitgevoerd, aldus de verdediging.
Aangever [slachtoffer 1] en verdachte hadden een vriendschappelijke en gelijkwaardige band, temeer nu beiden een laag IQ hebben en beiden kampen met autisme. Daarnaast was geen sprake van dwang nu verdachte toestemming van [slachtoffer 1] had om naaktfoto’s van hem te maken. Toen aangever [slachtoffer 1] aan verdachte aangaf dat niet meer te willen, is het maken van de naaktfoto’s ook gelijk gestopt. Ook ontbreekt het opzet bij verdachte tot het plegen van ontuchtige handelingen. Voorts is aangever [slachtoffer 1] zelf, telkens weer, met verdachte meegegaan naar de verschillende datacenters. Daaruit blijkt dus dat er geen sprake was van dwang. Tevens is verdachte stellig in zijn verklaring dat hij niet achter het Discord-account ‘ [naam 1] ’ zit. Er is een alternatief scenario mogelijk waarbij iemand anders - te weten [slachtoffer 3] - het Discord-account ‘ [naam 1] ’ heeft aangemaakt en zich als verdachte heeft voorgedaan bij het voeren van de chatgesprekken. Dit geldt te meer nu aangever [slachtoffer 3] eerder al onbevoegd ingelogd heeft op de laptop van verdachte. Gelet op het vorenstaande kan feit 1 niet wettig en overtuigend bewezen worden, aldus de verdediging.
Ten aanzien van feit 2 valt op dat de chatgesprekken tussen aangever [slachtoffer 2] en verdachte getuigen van een normale en ontspannen verhouding tussen beiden, ook wat betreft de fysieke controles. ‘
Het hoorde er blijkbaar bij’, heeft [slachtoffer 2] verklaard. Ook aangever [slachtoffer 2] is zelf met verdachte meegegaan naar de datacenters. Uit het vorenstaande blijkt dus dat er geen sprake was van dwang. Aangever [slachtoffer 2] heeft overigens verklaard dat hij vijf of zes keer met verdachte mee is geweest naar een datacenter. Dit lijkt echter niet te kloppen nu uit een uitdraai van één van de datacenters blijkt dat [slachtoffer 2] daar maar één keer is geweest. Bovendien heeft aangever [slachtoffer 2] pas in een later stadium een voor verdachte belastende verklaring afgelegd, te weten pas nadat duidelijk werd wat de verdenkingen tegen verdachte waren. De verklaring van aangever [slachtoffer 2] dient derhalve als onbetrouwbaar te worden beschouwd. Gelet op het vorenstaande dient verdachte ook te worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde feit, aldus de verdediging.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4 stelt de verdediging zich op het volgende standpunt.
Feitelijk fungeerde aangever [slachtoffer 3] als directeur van het bedrijf en had hij vergaande bevoegdheden. Uit een door [slachtoffer 3] ondertekend contract met een stagiair
[de rechtbank begrijpt: stagiair [naam 2]1]blijkt ook dat [slachtoffer 3] stagiairs begeleidde. [slachtoffer 3] was tevens de hoogstopgeleide persoon binnen het bedrijf en beschikte derhalve meer dan verdachte over de capaciteiten om het bedrijf te leiden. Uit het vorenstaande blijkt dat [slachtoffer 3] in ieder geval niet ondergeschikt was aan verdachte. Het is aangever [slachtoffer 3] zelf geweest die, als directeur, initieerde om seksueel getinte foto’s en video’s met verdachte te maken als content voor hun website ‘ [website] ’. Op die beelden is [slachtoffer 3] ook breeduit lachend te zien hetgeen de verklaring van verdachte dat de seksuele handelingen vrijwillig waren, ondersteunt. Het contract met het Amerikaanse bedrijf waar [slachtoffer 3] over heeft verklaard, is nooit aangetroffen. Het vorenstaande maakt de verklaring van aangever [slachtoffer 3] onbetrouwbaar. Dit te meer nu [slachtoffer 3] rancuneus is vanwege het feit dat hij door verdachte (enige weken vóór het doen van de aangifte tegen verdachte) op staande voet is ontslagen.
Ten aanzien van feit 3 meer in het bijzonder, heeft de verdediging nog aangevoerd dat verdachte weliswaar de daar bedoelde video’s en foto’s van aangever [slachtoffer 3] heeft verstuurd aan derden, maar dat verdachte dat heeft gedaan in opdracht van aangever [slachtoffer 3] zelf.
Vanwege onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dient verdachte daarom ook te worden vrijgesproken van hetgeen hem ten laste is gelegd onder de feiten 3 en 4.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
Met betrekking tot feit 1 en feit 2 past de rechtbank de volgende bewijsmiddelen toe. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.

Feit 1 en feit 2

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 december 2022, opgenomen op pagina 207 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002022334130 d.d. 7 februari 2023, inhoudend een samenvatting van het studioverhoor op 22 december 2022, als getuige, van [slachtoffer 1] (roepnaam: [slachtoffer 1] ) [slachtoffer 1] :

Op 22 december 2022 werd er van [slachtoffer 1] in de studio een verklaring opgenomen. [slachtoffer
1] vertelde het volgende. Het gaat over een situatie bij [bedrijf 1] . Na een aantal weken mocht [slachtoffer 1] mee naar een datacentrum in [adres] , [bedrijf 2] . In een andere ruimte bij [bedrijf 2] moest er een procedure worden gedaan. Uit de tas haalde [verdachte] [de rechtbank begrijpt: verdachte [verdachte] ] een A4’tje. [slachtoffer 1] moest zich uitkleden. [verdachte] ging hem dan fouilleren om te kijken of hij geen microchips bij zich had zodat er geen gevoelige informatie naar buiten kon komen. [slachtoffer 1] moest zijn geslachtsdeel laten zien om te kijken of er microchips achter zijn voorhuid zaten. [slachtoffer 1] moest zijn geslachtsdeel hard maken want dan wilde [verdachte] hem daar fouilleren. De procedure ging verder. Elke keer moest [slachtoffer 1] zich uitkleden, zijn geslachtsdeel hard maken, er aan trekken. Maar het hard krijgen lukte niet. [verdachte] had daarom van een B-merk viagra-pillen meegenomen en iets om op te snuiven uit een potje. Deze combinatie heeft [slachtoffer 1] vervolgens ook gedaan, hij dacht dat dit normaal was en dat dit bij de procedure hoorde. Toen lukte het wel en werd zijn geslachtsdeel hard. [verdachte] kreeg pijn aan zijn hand en pakte glijmiddel. [slachtoffer 1] vond dit heel pijnlijk, want hij is toen klaargekomen.
[verdachte] zei dat de procedure niet langer dan 10 minuten moest duren of totdat [slachtoffer 1] zou klaarkomen, anders zou het niet hygiënisch zijn. [slachtoffer 1] ging ook mee naar een datacentrum in [adres] . Ook daar moest dezelfde procedure worden gedaan. Dan wordt [slachtoffer 1] mee gevraagd naar [adres] naar een datacentrum. Onderweg, voordat ze zijn aangekomen, begint [verdachte] weer over de procedure. Dit moest gebeuren op een parkeerplaats en gebeurde op de achterbank van de auto. De procedure heeft [slachtoffer 1] drie, vier of vijf keer uitgevoerd, één keer in [adres] , twee keer in [adres] en een paar keer in [adres] bij [bedrijf 2] . In [adres] was het het heftigst. Dit moest op een rustige parkeerplaats gebeuren. Dan maakt [verdachte] ruimte op de achterbank en hangt [verdachte] zijn jas voor een raam. [verdachte] zegt dat ze op de achterbank gaan zitten. Van [verdachte] moet [slachtoffer 1] zijn jas over de stoel van de bestuurder hangen zodat je niet goed naar binnen kan kijken. [slachtoffer 1] moest van [verdachte] zijn broek naar beneden doen. Dit zei [verdachte] tegen [slachtoffer 1] . [verdachte] voelt onder het shirt bij [slachtoffer 1] en gaat dan met glijmiddel met zijn hand op het geslachtsdeel van [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] ging achter de bestuurdersplek zitten en [verdachte] zit in het midden. De deuren van de auto zijn dicht. [slachtoffer 1] moest proberen zijn geslachtsdeel stijf te krijgen maar dat lukte niet. [verdachte] zei specifiek: “Doe je broek uit en probeer hem maar hard te maken”. Dit deed [slachtoffer 1] door tegen zijn geslachtdeel aan te tikken om hem wakker te maken. [slachtoffer 1] voelt zich erg ongemakkelijk omdat hij stage loopt bij [verdachte] , omdat [verdachte] een man is en omdat [slachtoffer 1] niet op mannen valt. De broek en onderbroek van [slachtoffer 1] waren naar beneden tot zijn knieën. [verdachte] neemt het over van [slachtoffer 1] omdat zijn geslachtsdeel niet hard wordt. [verdachte] haalt een tube glijmiddel uit zijn tas. Met zijn linkerhand met glijmiddel, gaat [verdachte] aan het geslachtsdeel van [slachtoffer 1] trekken. [slachtoffer 1] had ook pillen geslikt om er voor te zorgen dat zijn geslachtsdeel hard zou worden. Deze had hij al eerder in de auto geslikt. De pillen moesten eerst nog inwerken. Het zweet breekt dan uit bij [slachtoffer 1] en hij vraagt [verdachte] of hij wil stoppen. De procedure viel onder een geheimhoudingsverklaring. [slachtoffer 1] kon er met niemand over praten, alleen met [verdachte] wat heel ongemakkelijk was omdat [verdachte] ook de procedures uitvoerde.
Dan vertelt [slachtoffer 1] over de eerste keer bij [bedrijf 2] : [verdachte] haalde een A4’tje uit zijn tas. [slachtoffer 1] moest zich helemaal uitkleden en zijn geslachtsdeel hard maken. [slachtoffer 1] wist niks van deze procedure en vroeg zich af of er geen andere manier was. Als [slachtoffer 1] dit van tevoren had geweten, was hij niet mee gegaan naar het datacentrum. [slachtoffer 1] heeft nooit het hele A4’tje gelezen. Alleen de eerste paar regels waarin stond dat hij zich moest uitkleden en dat hij zijn geslachtsdeel moest hard maken. Tijdens deze procedure had [slachtoffer 1] al zijn kleren uit, behalve zijn sokken. [verdachte] voelde dan bij [slachtoffer 1] onder zijn oksels en aan zijn borst, rug, benen, binnenkant benen en zijn geslachtsdeel. Dan werd er ook een foto gemaakt maar dan moest zijn geslachtsdeel hard zijn. Vervolgens hoorde hij dat de foto was afgekeurd en dat het opnieuw moest. [slachtoffer 1] heeft zich toen weer uitgekleed.
De eerste keer dat [slachtoffer 1] de pillen moest gebruiken: dat was bij [bedrijf 2] . Deze had [verdachte] in zijn tas waar hij ook zijn laptop in heeft. Een B-merk Viagra en een bruin potje met witte deksel. [slachtoffer 1] moest twee pillen slikken en snuiven. Dan zou het soepeler zijn om hem hard te krijgen. Daarnaast kon [slachtoffer 1] dan ook naar porno kijken. Al deze drie dingen samen, zorgden er voor dat zijn geslachtsdeel wel hard werd.
Dan vertelt [slachtoffer 1] over [adres] : dit is één of twee keer gebeurd in de hoge TV-toren op de 10e verdieping in de avond. De procedure wordt hetzelfde uitgevoerd en [slachtoffer 1] heeft zelf de porno op de laptop gekozen. Ook hier moest [slachtoffer 1] zich helemaal uitkleden. [slachtoffer 1] heeft [verdachte] een rapport laten lezen van zijn psycholoog waarin wordt vermeld wat zijn IQ is en waar [slachtoffer 1] hulp nodig bij heeft.

2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen informatief gesprek zeden d.d. 18 december 2022 (met bijlagen, te weten stukken door [slachtoffer 1] overgelegd tijdens het informatief gesprek zeden op 18 december 2022), opgenomen op pagina 161 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam 3] en [naam 4] :

[slachtoffer 1] betreft een jongeman met een IQ van 67 met een autisme. Via school liep hij stage bij het bedrijf ICT [bedrijf 1] in [adres] . De baas van dit bedrijf is [verdachte] . [slachtoffer 1] is op 7 november 2022 gestart met zijn stage bij ICT [bedrijf 1] .
De bijlagen zijn: pagina 165: een eigen schriftelijke verklaring van [slachtoffer 1] ;
pagina 166 e.v.: een verslag psychodiagnostisch onderzoek betreffende [slachtoffer 1] van psycholoog Bolhuis, datum onderzoek 14 januari 2021;
pagina 171 e.v.: rapportage onderzoek betreffende [slachtoffer 1] van psycholoog Smits, data onderzoek 6,

13 en 20 november 2020; pagina 177 e.v.: teksten van Whats-app en Discord chatgesprekken (zie ook hieronder, bewijsmiddel 4).

3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 20 december 2022,opgenomen op pagina 198 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 5] namens [slachtoffer 1] :
Ik ben de ambulant begeleidster van [slachtoffer 1] .
Stageweek 4, 28 november 2022. Toen vertelde [slachtoffer 1] dat hij content filmpjes moest bekijken van 18 +. [slachtoffer 1] gaf aan dat hij filmpjes moest bekijken van naakte mannen of die filmpjes wel klopten. Ik vroeg aan [slachtoffer 1] of dat wel oké was omdat het zijn stage was. Wat ik tijdens het gesprek ook merkte was dat [verdachte] veel toezeggingen doet naar [slachtoffer 1] . Hij heeft het over een baan voor straks. Betalingen die gedaan kunnen worden door [verdachte] . Zoals het mobiele abonnement van [slachtoffer 1] . Dan geeft [slachtoffer 1] ook aan dat hij de papieren van de psycholoog heeft gegeven aan [verdachte] zodat [verdachte] rekening kan houden met zijn beperkingen. Toen kwam stageweek 5. Die begon op 5 december 2022. [slachtoffer 1] gaf bij mij aan dat hij iets moest doen wat hij niet prettig vond. [slachtoffer 1] zegt dat hij dat niet mag zeggen omdat het bij een procedure hoort en dat daar geheimhouding bij hoort. Dan zegt [slachtoffer 1] dat hij zich bij het datacenter helemaal heeft moeten uitkleden om te laten zien of hij niets naar binnen smokkelt. [slachtoffer 1] zei: "Het is een procedure die erbij hoort en geheim moet blijven. Daarom weet niet iedereen dit". [slachtoffer 1] heeft ook nog tegen mij gezegd: "Als ik dit van tevoren had geweten dan was ik niet mee gegaan". [slachtoffer 1] zegt dat hij dat ook tegen [verdachte] heeft gezegd.
Op donderdag 15 december 2022 heeft [slachtoffer 1] naar [verdachte] geappt dat hij naar aanleiding van de gebeurtenissen op de stage heeft besloten dat hij zijn stage bij [verdachte] niet voortzet en dat hij alle spullen de volgende dag bij het bedrijf van [verdachte] inlevert. Ik ben vrijdagmiddag 16 december 2022 samen met [slachtoffer 1] naar het bedrijf geweest om de spullen weg te brengen.
4.
Een schriftelijk bescheid, te weten een uitdraai van Whats-app en Discord chatgesprekken,overgelegd door aangever [slachtoffer 1] (zie ook hierboven, bewijsmiddel 2), opgenomen op pagina 177 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
pagina 184 en 185:
[naam 1] - vandaag om 10:43 [de rechtbank begrijpt: donderdag 15 december 2022]
Jij moet voor het datacenter nog de verificatie video maken. Heb je tijd dat vandaag te doen en die naar mij te sturen?
(…)
Lukt het jou om vanavond naar het datacenter te gaan?
[slachtoffer 1] - vandaag om 11:38
Over die video ter verificatie en hoe stuur ik die door? En wat is eigenlijk nu het nut nog daar van nu ik al goedkeuring heb en de pasjes? Ik hoor wel. Gr [slachtoffer 1]
[naam 1] - vandaag om 12:21
Die video is nodig om de verificatie geldig te houden.
[slachtoffer 1] - vandaag om 12:31
Verificatie is nog niet gelukt probeer vanaaf nog wel even.

[naam 1] - vandaag om 12:49

Hoe bedoel je verificatie is nog niet gelukt? Is een video van 10 minuten zoals ik de verificatie ook bij jou deed. Ben je eerder klaargekomen mag je stoppen. Video kun je vanavond eventueel op een USB-drive / stick meenemen.
[slachtoffer 1] - vandaag om 13:26
Hallo [verdachte] , ik wil best mee naar de database maar ik ga me daar niet meer uitkleden en ik maak ook geen foto van mezelf.
[slachtoffer 1] - vandaag om 17:36
Hallo [verdachte] ,
Ik heb ondertussen met mijn begeleiding gesproken. N.a.v de gebeurtenissen op mijn stage heb ik besloten dat ik mijn stage niet ga voortzetten bij jou. Ik ga vanavond ook niet mee en ik lever alle spullen morgenmiddag bij je in.
Daarnaast ga ik school op de hoogte brengen van het feit dat ik stop en ook de
reden waarom.
Ik wens op dit moment ook geen contact, wanneer je contact wilt met mij is dat samen met mijn begeleiding en zal je daarvoor een afspraak moeten maken.
pagina 183:
[verdachte] - vandaag om 18:08
Oké. Ik zal zorgen dat je morgenmiddag je spullen kunt inleveren.
pagina 186:
[naam 1] - gisteren om 19:59 [de rechtbank begrijpt: donderdag 15 december 2022] Hoi [slachtoffer 1] ,
Duidelijk. Ik zorg dat je morgenmiddag bij mij of iemand op kantoor de spullen kan inleveren. Sorry voor de berichten vanmiddag. Die hadden niet naar jou gemoeten. Dacht dat ik de chat met iemand anders open had staan. [verdachte]
5.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 december 2022,opgenomen op pagina 124 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 6] :
Op 20 december 2022 vertelde [naam 7] dat hij sinds 5 september 2022 stage loopt bij computerbedrijf [bedrijf 1] in [adres] .
6.
Een schriftelijk bescheid, te weten een uitdraai van een e-mailbericht d.d. woensdag 21 december2022, 14:51 met het onderwerp ‘ [bedrijf 1] ’, door [naam 7] verzonden aan verbalisant [naam 6] , opgenomen op pagina 125 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Hierbij een paar dingen die misschien nuttig kunnen zijn.
(…)
Bericht van [verdachte] die we gister kregen.
“ [naam 1] – Yesterday at 17:21
Boys, @ [naam 8] @ [naam 9] @ [naam 7] team [naam 10] @ [naam 10]
Jullie hoeven morgen niet naar stage / werk te komen. Ik ben nogal geschrokken van [tekst weggevallen, opm. van de rechtbank].
Ik laat jullie morgenmiddag wat weten voor woensdag.
Het kan zijn dat ik niet snel reageer want mijn Smartphone, iPad en Laptops zijn in beslag [tekst weggevallen, opm. van de rechtbank]. Groetjes, [verdachte] ”

7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 december 2022, opgenomen op pagina 399 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 11] :

Op 19 december 2022 omstreeks 11:15 uur heeft er een zoeking plaatsgevonden in het bedrijf en de woning van verdachte [verdachte] gelegen aan de [adres] te [adres] . Tijdens de zoeking zijn in totaal
21 goederen in beslag genomen.
De volgende goederen zijn aangetroffen (…):
  • GSM Samsung
  • Ipad
  • PacBook air Apple - Laptop Dell
8.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 december 2022,opgenomen op pagina 211 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam 12] en [naam 3] :
Ik, verbalisant [naam 12] , onderzocht de veiliggestelde data van de bij de verdachte inbeslaggenomen mobiele telefoon, merk Samsung, type SM-S901B. Ik trof daarbij een viertal foto’s aan. Ik zag dat de bedoelde persoon op alle foto's naakt poseerde in een kantoor- of bedrijfsruimte. Ik zag dat twee van deze foto's waren genomen op 29 november 2022. De ander twee foto’s waren genomen op 30 november 2022. De locatiegegevens van de afbeeldingen op 29 november 2022 waren hetzelfde, namelijk [adres] . Deze locatie is tussen [adres] en [adres] . De locatiegegevens van de afbeeldingen op 30 november 2022 waren ook hetzelfde, namelijk [adres] . Deze locatie is in het gebouw aan de [adres] in [adres] , alwaar het datacenter van [bedrijf 2] is gevestigd. Op een van deze afbeeldingen herkende ik, op de achtergrond, op een formulier aan de wand het logo van [bedrijf 2] . Ik, verbalisant [naam 3] , zag de hierboven genoemde afbeeldingen. Daarbij herkende ik aangever [slachtoffer 1] , met wie ik op 19 december 2022 het informatieve gesprek heb gevoerd.
9.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 21 december2022, opgenomen op pagina 431 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:
V: Wat is het niveau van [slachtoffer 1] ?
A: Hij deed MBO 2 opleiding. Hij was de stagiair van het laagste niveau.
V: Had hij begeleiding dan?
A: Hij heeft mij in het begin een verslag gegeven van GGZ. Daar stonden dingen in zodat ik hem beter kon begrijpen.
10.
Een schriftelijk bescheid, te weten een verslag psychodiagnostisch onderzoek van [slachtoffer 1]

d.d. 14 januari 2021, opgenomen op pagina 166 e.v. van voornoemd dossier (zie ook hierboven, bewijsmiddel 2):

Conclusie

Op basis hiervan is het goed voorstelbaar dat [slachtoffer 1] in het dagelijks leven gemakkelijk overschat en hiermee overvraagd wordt. Het is goed voor te stellen dat [slachtoffer 1] meer moeite heeft met zaken die meer inzicht en vooruitdenken vereisen. Hier dient rekening mee te worden gehouden in de benadering.

11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 22 december 2022 (met bijlagen), opgenomen op pagina 442 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:

V: Wij hebben hier een stuk waarin staat dat medewerkers geen chips en dergelijke mee mogen nemen naar binnen bij een datacenter.
In het ‘Agreement’ staat: “Medewerker als vermeld op pagina 1 geeft medewerking aan begeleider in het datacenter toestemming om fysieke controles meermaals, eens per dertig minuten, opnieuw uit voeren tijdens een bezoek in een datacenter.” Hoe zit dit?
A: Ik heb dit stuk ooit opgemaakt.
V: Wat bedoel je dan met fysieke controles?
A: Dat is om tussendoor te controleren of ze geen datadragers hebben meegenomen.
V: Maar hoe komt dit er in dan?
A: Dat heb ik bij elkaar gesprokkeld die informatie en er in gezet.
V: [slachtoffer 1] zegt dat er naast deze procedure, dit agreement, nog een andere beschrijving is van een andere procedure die uitgevoerd moet worden. Hoe zit dat?
A: Ik heb ooit wel eens iets op papier gezet maar nooit uitgevoerd omdat ik denk dat het niet eens mag.
V: Wat stond er dan in?
A: Dat was een hele strenge procedure om te controleren of iemand datadragers had.
V: Wat bedoel je dan met een hele strenge procedure? A: Door iemand naakt te fouilleren.
O: Verbalisanten laten de verdachte een kopie van een overzicht/procedure zien.
V: Wat zegt je dit?
A: Ja dat is een kladje wat ik heb gemaakt.
V: Wat maakt dat je dit hebt opgesteld?
A: Dat was een idee om goed te kunnen checken of er niet op kleine plekken datadragers opgeslagen hadden kunnen worden.
V: Dan is er ook nog een check bij het verlaten van het pand. Daarin staat dat je de voorhuid van de penis 20 keer naar voren en naar achteren moet bewegen. Waarom moet dit dan 4 keer, 8, 12, 16, en 20 keer en moet je dan goed rondom de eikel gaan voelen?
A: Dat zijn veelvouden van elkaar. Ik vind het fijn om met logische nummerreeksen te werken.
V: In hoeverre heeft [slachtoffer 1] zijn geslachtsdeel stijf moeten maken?
A: Niet voor die procedure. V: Wanneer dan wel?
A: Ik heb wel een keer een naaktfoto van hem gemaakt. Dat had ik hem gevraagd en dat vond hij goed.
V: Waar heb je die foto’s van [slachtoffer 1] gemaakt?
A: Volgens mij zijn er een paar gemaakt in [bedrijf 2] in [adres] en een paar in de datatoren in [adres]
.
V: Je had het over naaktfoto's van [slachtoffer 1] , wat zag je precies van hem op die foto?
A: Klopt ja. Je zag [slachtoffer 1] zonder kleding aan. Volgens mij alleen de voorkant en de zijkant. Hij stond er voor het grootste deel met zijn lichaam op.
V: Hoe zit het met [slachtoffer 2] [ [slachtoffer 2] , aangever feit 2] en de veiligheidsprocedures?
A: Die is een paar keer mee geweest naar het datacenter. V: Heb je ooit foto's van [slachtoffer 2] gemaakt?
A: Toen hij aan het omkleden was heb ik even een foto getrokken.
V: Wat is er te zien op de foto?
A: Alleen [slachtoffer 2] in zijn boxershort.

12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 december 2022, opgenomen op pagina 189 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 13] :

Op 19 december 2022 hebben wij een doorzoeking gedaan op het adres, gelegen aan de [adres] te [adres] . Dit pand bestond uit een winkelgedeelte, een werkruimte en een woongedeelte. Op het adres is woonachtig [verdachte] [de rechtbank begrijpt: [verdachte] ]. Op de balie in het winkelgedeelte lagen verscheurde papieren. Deze papieren heb ik bij elkaar gelegd. Tevens zag ik twee documenten wat gekenmerkt wordt als een Agreement. Het eerste document staat op naam van slachtoffer [slachtoffer 1] en het tweede document staat op naam van [naam 14] . Ik zag dat het onderwerp van dit document “Datacenter Agreement Medewerker [bedrijf 1] ” betrof. Ik zag dat er voorwaarden in stonden waarin de medewerker verklaart hoe hij/zij zich gedraagt dan wel zorgvuldig omgaat met de goederen van het datacenter. De voor mij opvallende voorschriften zijn:
  • Medewerker als vermeld op pagina 1 geeft medewerking aan begeleider in het datacenter om hem in welkevorm dan ook fysiek te controleren conform voorschriften of medewerker geen datadragers, chips en persoonlijke spullen mee het datacenter in neemt.
  • De medewerker als vermeld op pagina 1 geeft de begeleider die met hem/haar mee het datacenter in gaattoestemming om fysieke controles meermaals (eens per 30 minuten) opnieuw uit te voeren tijdens het bezoek in het datacenter.
Een derde verscheurd document betreft een document waar de bedrijfsnaam [bedrijf 3] boven staat.
Dit betreft een document voor controles in het datacenter voor niet gecertificeerde medewerkers. Hierin staan 3 verschillende kolommen met checks waarin beschreven staat wat te doen bij binnenkomst in een datacenter, checks iedere 30 minuten, en checks bij het verlaten van een datacenter. Dit document is bij elkaar gelegd en gekopieerd en wordt als bijlage 2 bij dit document gevoegd. Tijdens de doorzoeking werd in een tas, welke naar eigen zeggen van [verdachte] tot hem behoort, een heel document aangetroffen. Dit betreft een document voor controles in het datacenter voor gedeeltelijk gecertificeerde medewerkers die het intake certificaat hebben gehaald. Dit document wordt als bijlage 3 toegevoegd aan dit proces-verbaal. Verder werd in de tas een strip blauwe pillen aangetroffen.
13.
Een schriftelijk bescheid, te weten een document met bovenaan het logo van [bedrijf 3] en hetlogo van [bedrijf 2] , waarin ‘checks’ worden beschreven in het kader van ‘controles in het datacenter voor niet gecertificeerde medewerkers’, opgenomen op pagina 195 van voornoemd dossier (als bijlage 2 bij het onder bewijsmiddel 12 genoemde proces-verbaal van bevindingen), voor zover inhoudend:
14.
Een schriftelijk bescheid, te weten een document met bovenaan het logo van [bedrijf 3] en hetlogo van [bedrijf 2] , waarin ‘checks’ worden beschreven in het kader van ‘controles in het datacenter voorgedeeltelijkgecertificeerde medewerkers die het intake certificaat hebben gehaald’, opgenomen op pagina 196 van voornoemd dossier (als bijlage 3 bij het onder bewijsmiddel 12 genoemde procesverbaal van bevindingen), voor zover inhoudend:
15.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2023,opgenomen op pagina 482 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 15] :
Werklocaties:
[verdachte] had een aantal werklocaties. Een datacenter in de TV-toren van [adres] , een datacenter in [adres] / [adres] en twee datacenters in [adres] .
16.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 27 december 2022,opgenomen op pagina 221 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 2] :
Je hebt eerder gesproken over wat er gebeurd is bij jouw werk [bedrijf 1] in [adres] .
V: Wat kun je over jezelf vertellen?
A: Ik ben [slachtoffer 2] , ik ben 16 jaar.
V: Wat voor opleiding doe je?
A: Ik doe nog geen opleiding. Ik zit in de 4e klas BWI, dit staat voor bouw wonen en interieur.
V: Welk niveau?
A: VMBO Kader.
V: Tegen wie doe je aangifte? A: [verdachte] .
V: Wie heeft de leiding binnen het bedrijf?
A: [verdachte] .
V: Wie doet de stagebegeleiding?
A: Volgens mij ook gewoon [verdachte] .
V: Heb jij een contract moeten ondertekenen?
A: Eerste contract dat ging over geheimhouden voor in de winkel en andere werkzaamheden.
V: Vertel eens in je eigen woorden wat er gebeurd is waarvan je nu aangifte doet?
De eerste keer bij een datacenter was [naam 16] ook mee. Toen werd er geen controle gedaan. Daarna ging ik weer met [verdachte] mee naar datacenters. Toen was [naam 16] niet mee. Hij begon erover dat hij op de kop had gekregen dat hij toen, de eerste keer, geen controles had uitgevoerd. Ik weet me nog te herinneren dat we naar de toren van [adres] zijn geweest. We moesten speciale kleren aan. We mochten geen onderbroek aan etc, want dit was schadelijk voor de data. Ik heb mij toen omgekleed. Ik heb dit gedaan met mijn rug naar hem toe. Een tweede keer moest ik dat weer doen. Toen ging hij mij overal aanraken om te kijken of ik niet iets bij mij had. Ik moest met mijn armen gespreid staan, ik had toen geen kleding aan. Hij moest dit doen om te kijken of ik niet iets bij mij had. Dit was bij binnenkomst en daarna vertelde hij dat hij dat opnieuw moest doen als je je weer ging omkleden.
V: Hoe ging dit verder?
A: Onderweg met de auto naar het datacenter gaf hij aan dat de controles nog steeds niet goed waren, ik had toen aangegeven dat ik het aardig ver vond gaan. Hij vertelde mij dat hij een papier had gekregen hoe de controles moesten. Hij liet mij toen een papier zien in het datacenter. Hier stonden de controles op die ik dan moest uitvoeren. Bij [bedrijf 2] in [adres] en bij de data toren van [adres] moesten de controle uitgevoerd worden.
De controle begon met achter je oren, onder mijn oksel en over mijn hele lichaam voelen. En toen deed hij zo over mijn geslachtsdeel.
O: Aangever doet zijn wijsvinger en duim tegen elkaar aan en beweegt deze op en neer.
A: Op het papier stond dat hij de voorhuid naar achter moest doen en naar voren en dan rond de eikel voelen. Ik heb meerdere keren aangegeven dat ik dit te ver vond gaan.
Maar het moest van het bedrijf. Hij moest dit met de voorhuid 20 keer doen. Bij binnenkomst heeft hij dit ook gedaan. Hij moest dit om het half uur bij mij doen. Hij zette de wekker dan 25 min. Ik vroeg toen nog waarom hij dit deed. Hij gaf aan dat hij liever op tijd was dan te laat. Hij heeft dit elke keer 4 à 5 keer gedaan en er achter voelen. Bij vertrek moest het dan weer 20 keer gedaan worden. Hij heeft dit toen ook bij mij gedaan. De procedure is bij binnenkomst 20 keer aan de penis trekken en om de 4 of 5 keer, ik dacht 4 keer, om de eikel voelen. Vervolgens ging hij mij dan om de 25 minuten weer controleren en trok hij 5 keer aan de penis en controleerde één keer om de eikel. Hij zette elke keer op tijd de wekker dus om de 25 minuten. Hij wilde graag op tijd zijn anders was hij bang dat hij weer op zijn kop kreeg.
V: Wie voerde de controles uit?
A: [verdachte] zelf.
V: Waar deed hij dit mee?
A: Met zijn handen.
V: Hoe vaak ben jij in totaal gecontroleerd op dat adres in [adres] die nacht?
A: We waren er 4 uur en ik ben om de 25 minuten gecontroleerd. Ik ben er niet helemaal zeker van of het eerste adres [adres] was, het kan ook zo zijn dat het eerst bij [bedrijf 2] in [adres] was.
V: Van wie krijgt hij op zijn kop?
A: Van het bedrijf waar het data center van is. Er zouden camera's hangen waar ze mee konden kijken. Hij wilde daarom op tijd zijn. [verdachte] vertelde dat er dan hogere mensen mee keken. Hij zou dan een mailtje of berichtje krijgen als het niet goed uitgevoerd was. Hij kreeg ook op den duur een berichtje op zijn telefoon. Toen zei hij ook: "Oh kijk straks heb ik het weer niet goed uitgevoerd". Het papier waar de procedure op stond had bovenin een logo van [bedrijf 4] of [bedrijf 3] , een van de twee. Zo leek het echt.
V: Ben je vaker nog mee geweest naar datacenters?
A: Ja, daarvoor ook wel en daarna ook wel. We zijn nog een keer naar [bedrijf 2] in [adres] gegaan en daar vertelde [verdachte] dat hij een examen had vervalst, waardoor ik maar één controle moest hebben. Deze was veel strenger. Ik weet dat nog heel goed, omdat ik die keer ook boos geworden ben. In de auto of daar vertelde hij mij dat ik nog maar één controle hoefde te doen, maar dat deze wel strenger was. Toen we daar kwamen legde hij het papier op het bureau neer en zei lees maar even door.
V: Je las het en toen?
A: Daarin stond dat de werknemer de penis stijf moest maken en iets met 10 minuten en achter de eikel kijken en 3 controle foto's. Ik heb niet het hele papier gelezen, omdat ik aangaf dat ik dit niet ging doen.
V: Je geeft meerdere keren aan dat je de controles veel te ver vond gaan. Wat maakt dat je de controles toch toestond?
A: Ik dacht echt dat het moest van het bedrijf. Als ik had geweten dat het niet hoefde van het bedrijf, dan had ik het nooit toegestaan.
17.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aanhouding verdachte d.d. 20 december 2022, opgenomen op pagina 411 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend het relaas van verbalisanten [naam 17] en [naam 3] :
Op 20 december 2022 om 16:21 uur, werd door ons aangehouden als verdachte:
Achternaam : [verdachte]
Voornamen : [verdachte] .
18.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 25 januari2023, opgenomen op pagina 248 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 18] [moeder van [slachtoffer 2] ]:
Mijn zoon [slachtoffer 2] is op 27 oktober 2022 begonnen met werken bij [verdachte] bij [bedrijf 1] .
Hij is gestopt toen hij heeft gehoord dat [verdachte] is opgepakt.
19.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 december2022, opgenomen op pagina 231 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [naam 15] en [naam 3] :
Ik, verbalisant [naam 15] , onderzocht de veiliggestelde data van de bij de verdachte inbeslaggenomen mobiele telefoon, merk Samsung, type SM-S901B. Ik trof vier foto’s aan van een jongen. Ik zie dat de jongen met ontbloot bovenlijf staat met alleen zijn boxershort en sokken aan. De foto's zijn genomen op 12 november 2022. De locatiegegevens van deze afbeeldingen zijn [adres] . Deze locatie betreft de [adres] te [adres] . Op deze locatie is [bedrijf 3] / [bedrijf 3] gevestigd. Als ik de vierde foto van hierboven vergroot is het gezicht van de jongen duidelijk te zien. Van deze zelfde jongen trof ik meerdere foto’s aan op verschillende data. De jongen is door mij, verbalisant [naam 3] , herkend als [slachtoffer 2] , geboren [geboortedatum] -2006. Deze jongen heeft namelijk bij mij op 27 december 2022 aangifte tegen [verdachte] gedaan.
20.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 december2022, opgenomen op pagina 233 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 15] :
Ik onderzocht de veiliggestelde data van de bij de verdachte in beslaggenomen mobiele telefoon, merk Samsung, type SM-S901B. Ik zocht specifiek naar chat verkeer tussen de verdachte [verdachte] en aangever [slachtoffer 2] . Dit werd door mij aangetroffen. In de chats wordt op twee momenten ook iets gezegd over “controles”.
“O” betreft uitgaand verkeer en “I” betreft inkomend verkeer voor [verdachte] .
Op 15 november 2022 betreft het deze chat:
Tue 15-11-2022 10:58:01 I WhatsApp
Denk dat dat hem niet zou werden zeker niet met die controles enzo sardig vermoeiend en zo
Tue 15-11-2022 12 33 44 O WhatsApp
Zijn er nu wel nog maar een alleen bij binnenkomst Omdat ik je examen heb gedaan / vervalst.
Op 22 november 2022 betreft het deze chat:
Tue 22-11-2022 18.33:17 I WhatsApp
Maar alleen nog controle bij binnenkomst toch?
Tue 22-11-2022 18 33 42 O WhatsApp
Jupp

Feit 3

1.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 4 januari2023, opgenomen op pagina 309 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL0100-2022334130 d.d. 7 februari 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :
V: We hebben het gisteren gehad over dat jullie communiceerden met DISCORD.
In ons onderzoek is naar voren gekomen, na jouw ontslag, dat er naaktfoto’s van jou zijn verspreid in jullie Discord-groep door [verdachte] . Wat weet jij hiervan?
A: Niks.
V: Wat vind jij ervan?
A: Het maakt me kwaad. Het maakt me oprecht kwaad.
2.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 januari 2023,opgenomen op pagina 317 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 12] :
Op 25 januari 2023 heb ik nader onderzoek verricht naar de data van de in beslag genomen mobiele telefoon, merk Samsung, van de verdachte [verdachte] . Het verzoek was om te onderzoeken of er beeldmateriaal van de aangever [slachtoffer 3] was verzonden aan derden. Ik trof hierbij drie chatgesprekken aan via het chatprogramma Telegram.
1. Gesprek tussen:
[verdachte] Telegram-ID: [nummer] en [naam 19] Telegram-ID: [nummer] .
Het chatgesprek vond plaats tussen 22 oktober 2022 om 08:33:07 uur en 24 oktober 2022 05:46:07 uur. Het gesprek werd via Telegram gevoerd in de Engelse taal en bevatte 178 berichten. Bij deze berichten waren over en weer 128 afbeeldingen of video's verzonden.
Er wordt gevraagd om elkaar video’s te sturen. Ik zag dat [verdachte] vervolgens een drietal video’s stuurt. Deze video’s zijn eerder aangetroffen op een van de andere bij de verdachte in beslag genomen gegevensdragers, een iPad. Op de video’s zijn de verdachte [verdachte] en de aangever [slachtoffer 3] te zien die bij elkaar seksuele handelingen verrichten. Daarna zag ik dat [verdachte] een dertiental afbeeldingen stuurt met daarop de persoon met ontbloot bovenlichaam en gekleed in sportleggings. De overige door [verdachte] verzonden afbeeldingen herken ik als de afbeeldingen welke eveneens op de in beslag genomen iPad zijn aangetroffen. Later zijn de beide op de afbeeldingen zichtbare personen herkend als de verdachte [verdachte] en de aangever [slachtoffer 3]
.
2. Gesprek tussen:
[verdachte] Telegram-ID: [nummer] en
[naam 20] Telegram-ID: [nummer]
Het chatgesprek vond plaats op 24 november 2022 tussen 16:26:50 uur en 17:57:29 uur. Het gesprek werd via Telegram gevoerd in de Engelse taal en bevatte 11 berichten. Tijdens het gesprek vraagt [naam 20] aan [verdachte] om een foto te sturen. Vervolgens zag ik dat [verdachte] een afbeelding stuurde van een naakte man, die ik herken als de aangever [slachtoffer 3] . 3. Gesprek tussen:
[verdachte] Telegram-ID: [nummer] en
[naam 21] Telegram-ID: [nummer]
Het chatgesprek vond plaats op 24 november 2022 tussen 17:39:48 uur en 19:08:21 uur. Het gesprek werd via Telegram gevoerd in de Engelse taal en bevatte 26 berichten. Ook tijdens dit gesprek stuurde [verdachte] afbeeldingen van een naakte [slachtoffer 3] .
3.
Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 december 2022,opgenomen op pagina 124 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 6] :
Op 20 december 2022 heb ik samen met collega [naam 22] een gesprek gevoerd in de woning van [naam 7] . [naam 7] vertelde dat hij sinds 5 september 2022 stage loopt bij computerbedrijf [bedrijf 1] in [adres] . Toen [slachtoffer 3] net ontslagen was, heeft [verdachte] een naaktfoto van [slachtoffer 3] gestuurd in een groepsbericht in Discord.
4.
Een schriftelijk bescheid, te weten een uitdraai van een e-mailbericht d.d. 21 december 2022 methet onderwerp ‘ [bedrijf 1] ’, door [naam 7] verzonden aan verbalisant [naam 6] , opgenomen op pagina 125 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Bericht van [verdachte] die we gister [de rechtbank begrijpt 20 december 2022] kregen.
De foto’s van [slachtoffer 3] die verstuurd werden.
[Opm. van de rechtbank: Te zien zijn twee afbeeldingen van een naakte man, kennelijk [slachtoffer 3]
. Bovenaan de afbeeldingen staat: “ [naam 1] 28/11/2022 15.21”.]

Feit 4

1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 2 januari 2023, opgenomen op pagina 258 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer PL01002022334130 d.d. 7 februari 2023, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :

V: Hoe ben jij voor het eerst in contact gekomen met [verdachte] ?
A: Een kameraad van mij nam [verdachte] een keer mee naar mijn woning. Toen vertelde [verdachte] over zijn bedrijf. Hij zei dat hij nog personeel nodig had. Hij vertelde dat hij een tumor in zijn hoofd had en ongeneeslijk ziek was. Hij had een vervanger nodig voor zijn bedrijf. Het bedrijf moest wel doordraaien als hij er niet meer was. Dat leek mij wel interessant. De ICT wereld leek mij wel wat. Ik ben bij [verdachte] begonnen als medewerker, eigenlijk hetzelfde als wat stagiaires ook deden. Je kunt het vergelijken omdat ik nul ervaring had in de ICT.
V: Wanneer was dat?
A: In augustus 2021 ben ik bij [verdachte] gaan werken en wonen. Dat was makkelijker.
V: Wanneer ben je uit dienst gegaan?
A: Eind september, begin oktober van 2022.
V: Als wij het goed begrijpen ben je nooit een gelijkwaardige zakelijke partner van [verdachte] geweest?
A: Ja dat klopt. Hij loog over alles. Hij zei dat hij ziek was. [verdachte] vertelde mij dat hij een tumor ter grootte van een tennisbal in zijn hoofd had. Daar loopt hij nu 2 jaar mee rond en hij krijgt geen chemo.
V: Hoe ontstond jullie vriendschap?
A: Ik vertelde [verdachte] over hoe ik me voelde, over mijn jeugd. Het waren persoonlijke dingen die ik hem vertelde. Ik heb best wel in de shit gezeten. Ik heb het verkeerde pad gekozen. Drugsgebruik, veel ruzie, weglopen, ruzie met mijn ouders. Dat wist [verdachte] allemaal van mij.
V: Hoe heet het bedrijf/ de holding?
A: Het moederbedrijf is [bedrijf 1] . Er was ook nog een website: [website] . [verdachte] zei dat we een contract hadden getekend met een bedrijf uit Amerika. Er stond in dat we pornografische afbeeldingen van ons zelf moesten verzenden. Foto’s en video's.
[verdachte] zei dat hij een mail naar Amerika ging sturen. Toen hebben we een zogenaamd mailtje terug gekregen. In dat mailtje stond dat de seks video's niet meer hoefden, maar dat daar andere dingen voor in de plaats kwamen zoals pijpen (dit heb ik nooit gedaan), elkaar aftrekken, elkaars leuter vasthouden, kus aan elkaar geven zowel buiten als binnen.
V: Je vertelde net over een contract. Wat is dat precies voor contract?
A: Het was een contract in het Engels van wel 20 pagina’s. In het contract stonden allemaal regels. Bijvoorbeeld op welke dagen we foto’s en video’s moesten inleveren, wat er in de beschrijving moest staan, wat er in de titel moest staan. Dit contract was voor [website] .
V: Wat vertelde [verdachte] jou over wat er in het contract stond?
A: Voor die tijd heeft hij mij niets verteld over de inhoud. Hij zei alleen dat we een mail met een contract hadden gekregen en dat ik het goed moest doorlezen en moest tekenen. Hij zou het zelf ook tekenen. Toen hebben we het naar het bedrijf toegestuurd. We kregen een week later de eerste verificatie met hierbij de eerste opdrachten. In deze opdracht stond dat we naaktfoto's en video’s van onszelf moesten sturen en seks met elkaar moesten hebben. Van die seks zei ik dat ik dat niet ging doen. [verdachte] zei tegen mij: “Waarom heb jij dat contract nou niet goed doorgelezen?” Nu moeten wij al die opdrachten uitvoeren. Hij gaf mij hier dus de schuld van.
V: Kun je wat over die opdrachten vertellen?
A: Iedere maandag kregen we een lijst van het bedrijf uit Amerika en op deze lijst stonden opdrachten. Deze opdrachten bestonden uit foto’s en video’s van seksuele aard tussen [verdachte] en mij. Die foto’s en video’s moesten vóór de vrijdag van diezelfde week worden ingeleverd en goedgekeurd. Wanneer de foto’s en video’s niet werden goedgekeurd moesten we het over doen. Dan moesten de seksuele handelingen dus over. Ze moesten goedgekeurd worden om de licentie te behouden en dus de website in de lucht te houden. Wanneer we hier niet aan voldeden, kregen we een geldboete.

2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van aangifte d.d. 3 januari 2023, opgenomen op pagina 269 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [slachtoffer 3] :

V: Gistermiddag gaf je aan dat je aangifte wilde doen omdat jij aangeeft ook slachtoffer te zijn van [verdachte] . Wil je nog steeds aangifte doen?
A: Ja.
V: Wat is er precies gebeurd?
A: Ik vertelde gisteren over de website. Dat we daar verificatie voor moesten maken. In het begin moesten we neuken met elkaar. Daar ben ik toen keihard tegen in gegaan dat ik dat niet wilde en hij heeft daarop een mailtje gestuurd naar het bedrijf in Amerika. Toen hebben we een mail terug gekregen dat seks niet hoefde maar dat er andere dingen moesten gebeuren. Aftrekken, pijpen, elkaar een kus geven, elkaars penis vasthouden. Dit moesten we vastleggen op foto's en filmpjes. Ik heb tegen hem gezegd dat ik het niet wou. Hij zei: "als jij het niet wilt, dan kan je een boete krijgen van 5000 euro per week". Hier zouden we een jaar lang aan vast zitten. Ik heb in mijzelf gedacht van: ik wil die 5000 euro niet betalen. Ik had dat geld ook niet. Ik heb toen wel tegen mijn zin in foto's en video's moeten maken. Ik heb mee gedaan in het elkaar aftrekken, kussen, elkaars penis vasthouden. Ik heb niet meegedaan aan het pijpen en neuken.
V: Begrijp ik dat jij hem niet hebt gepijpt en hij jou ook niet?
A: Hij mij wel.
V: Hoe vaak heeft hij jou gepijpt?
A: 3 keer.
V: Waar heeft dat plaatsgevonden?
A: Bij hem thuis op de slaapkamer, in [adres] in de unit. Ook daar op dat slaapkamertje.
V: Je zegt aftrekken. Hoe vaak is dat gebeurd en waar?
A: Elke week moest dat wel.
V: In wat voor periode?
A: Sowieso elke week tijdens de verificatie. Er stond vaak in dat het 2 keer moest gebeuren. Dat aftrekken tot het klaarkomen toe.
V: Bedoel je dan allebei twee keer?
A: Ik moest twee keer en [verdachte] ook. Het was ook wel eens één keer per week maar het aftrekken kwam elke week voorbij.
V: Hoe vaak is het gebeurd denk je?
A: Ik denk een maand of drie lang elke week ongeveer. Het kan langer zijn geweest.
V: Waar gebeurde dit?
A: In [adres] en in [adres] in de bunker.
V: Dat aftrekken wie deed dat?
A: Dat deden we bij elkaar. Dat moest bij elkaar van dat bedrijf in Amerika. Dat stond in de verificatieopdracht van dat bedrijf.
V: Jullie moesten elkaar ook kussen. Hoe vaak is dat gebeurd?
A: Om de week ongeveer.
V: Waar gebeurde dat?
A: Zelfde locaties.
V: Hoe was dat voor jou?
A: Vies gevoel erbij. Tegen mijn zin in. Hij wist dondersgoed dat ik geen zin had. Voelde mij verplicht om dingen te doen. Meerdere keren gezegd dat ik het niet leuk vond en niet fijn vond.
V: Heb je dat uitgesproken?
A: Ik benoemde ook dat ik het met tegenzin deed. Het moest vanwege de boete die er achterweg zou komen.
V: Hoe reageerde [verdachte] erop dat je aangaf dat je het niet leuk vond of het met tegenzin deed.
A: Hij wees mij op het contract dat ik het beter had moeten doorlezen en dat het nu eenmaal was ondertekend. Het was ondertekend door ons beiden.
V: Nog meer?
A: Hij zou ongeneeslijk ziek zijn. Later zei hij dat hij daardoor ook last kreeg van zijn handen. Vanaf toen moest ik hem als ik binnenkwam aankleden en uitkleden, helpen douchen en afdrogen.
V: Wat vond je daarvan dat je dat moest doen?
A: Op dat moment deed ik het als goede vriend. Omdat ik ervaring heb met iemand die ziek is hielp ik hem als goede vriend. Ik heb van dichtbij meegemaakt hoe het voor iemand is, die zo ziek is, om de dagen door te komen.
V: Wie was de baas binnen het bedrijf?
A: [verdachte] . Het is zijn bedrijf. Hij heeft het opgericht.
V: Je zegt [verdachte] is de baas. Maar jij had toch ook 50% aandelen?
A: Toen ik begon was [verdachte] de baas. Toen ik de aandelen kocht hebben we afgesproken dat hij wel een trede boven mij bleef staan. Dat hij net iets meer te zeggen had. Dit is ook zo vast gelegd.
V: In hoeverre was jij afhankelijk van [verdachte] ?
A: Binnen het bedrijfsleven? Best wel. Ik stond er onervaren in en had zijn hulp echt wel nodig. Ik had hem wel 6 à 7 keer per dag aan de telefoon.
V: Wat zou er gebeuren als je het niet deed en de boete niet zou betalen?
A: Werd de boete alleen maar hoger, dat stond erin. In het contract stond ook dat we werden aangegeven en aangehouden. Hij zei tegen mij dat ik het contract ondertekend had en dat ik moest betalen. Ik had het contract doorgelezen en daarom hadden we beiden ondertekend en het was mijn probleem als we een boete zouden krijgen.

3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 januari 2023, opgenomen op pagina 285 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [naam 15] :

Naar aanleiding van de getuigenverklaring van [slachtoffer 3] waarbij hij spreekt over afbeeldingen waarbij [verdachte] en hij foto's moesten maken ten behoeve van het behoud van de licentie van [website] , heb ik op 4 januari 2023 onderzoek gedaan in de inbeslaggenomen iPad van verdachte [verdachte] .
Ik heb onderzoek gedaan naar:
afbeeldingen waarop [slachtoffer 3] alleen of samen met verdachte [verdachte] naakt te zien is.
afbeeldingen van een naaktfoto met daarbij een ID kaart van [slachtoffer 3] of [verdachte] .
Afbeeldingen zoals genoemd in punt 1 zijn door mij aangetroffen. De foto's zijn gemaakt op 08-122021 en 09-12-2021 en tussen 06-07-2022 en 15-07-2022. Afbeeldingen zoals genoemd in punt 2 zijn eveneens door mij aangetroffen. [Opm. van de rechtbank: de betreffende afbeeldingen zijn als bijlage bij het proces-verbaal van bevindingen gevoegd.]

4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 12 januari 2023, opgenomen op pagina 472 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van verdachte:

V: Hoe heb je [slachtoffer 3] leren kennen?
A: Via via. We konden het in het begin goed met elkaar vinden en dat groeide uit tot een vriendschap. Die vriendschap was denk ik voor [slachtoffer 3] belangrijker dan voor mij. [slachtoffer 3] noemde mij broertje. Hij kon mij ook ’s morgens in de armen vliegen. Broertje dit, broertje zus, broertje zo.
V: Hoe is hij bij jou komen werken?
A: [slachtoffer 3] heeft een poosje bij ons gewerkt als bijbaan in een zomer. Ik bood hem aan om in het bedrijf te komen en hem het werk te leren. Hij is begonnen als service level manager en een tijdje later is hij ook mede-eigenaar geworden, een half jaar later is dat gebeurd.
V: Waarom mede-eigenaar?
A: Hij vond het werk leuk en voor mij was het veel om het alleen te doen. Hij kon zich inkopen en zou meedelen in de winst.
V: Inkopen?
A: Aandelen in het bedrijf hebben een waarde. Hij kocht aandelen in het bedrijf. Hij kon dat kopen voor 25.000 euro. Hij had dat geld niet en toen is er een lening constructie van gemaakt bij de notaris. Hij mocht dat in delen aan mij, de holding, betalen.
V: Heeft [slachtoffer 3] weleens verteld over drugsgebruik?
A: Ja hij heeft weleens iets meegemaakt op het gebied van drugs, achtervolgd of bedreigd.

Bewijsmotivering

De rechtbank zal eerst een overweging wijden aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van aangevers. Daarna zal de rechtbank ingaan op het steunbewijs voor de verklaringen van aangevers wat betreft feit 1, feit 2 en feit 4, waarbij de rechtbank een afzonderlijke overweging zal wijden aan het steunbewijs voor feit 4. Vervolgens zal de rechtbank ingaan op de vraag of er sprake is geweest van dwang en volgen er enige overwegingen per feit.
De bewijsoverweging met betrekking tot feit 3 komt als laatste aan bod.

1. Betrouwbaarheid van de verklaringen van aangevers

Voor zover de raadsvrouw van verdachte heeft betoogd dat de verklaringen van aangevers als onbetrouwbaar dienen te worden aangemerkt en dat hun verklaringen dienen te worden uitgesloten van het bewijs, volgt de rechtbank haar hierin niet. De rechtbank overweegt in dit verband het volgende.
Aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben op essentiële onderdelen en ook op detailpunten met elkaar gelijkluidend verklaard over de wijze waarop en de omstandigheden waaronder verdachte tot de ten laste gelegde ontuchtige handelingen met hen kwam. Daarbij hebben naar het oordeel van de rechtbank beide aangevers, gezien de specifieke details die door hen zijn verklaard, op authentieke wijze invulling gegeven aan hetgeen zij in de betreffende ten laste gelegde periodes met verdachte hebben ervaren.
Ook de verklaringen van aangever [slachtoffer 3] acht de rechtbank betrouwbaar, gezien de specifieke details die door hem zijn verklaard. De rechtbank overweegt ten aanzien van de verklaringen van aangever [slachtoffer 3] voorts dat de daarin gereleveerde feiten en omstandigheden naar het oordeel van de rechtbank, op essentiële onderdelen, in de kern passen in het geheel van de inhoud van de door aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] afgelegde verklaringen.
Voor zover de raadsvrouw heeft betoogd dat er sprake zou zijn van onderlinge beïnvloeding die ten koste zou gaan van de betrouwbaarheid van de afgelegde verklaringen en/of, in het geval van aangever [slachtoffer 3] , er (ook) sprake zou zijn van rancune jegens verdachte, overweegt de rechtbank dat uit het onderzoek ter terechtzitting en het strafdossier geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden op grond waarvan naar het oordeel van de rechtbank de betrouwbaarheid van de afgelegde verklaringen door onderlinge afstemming en/of rancune zou zijn beïnvloed.
2.
Steunbewijs
Gelet op de overeenkomsten tussen het feitencomplex van feit 1 en feit 2 bespreekt de rechtbank het steunbewijs van deze feiten grotendeels samen.
2.1
Feit 1 en feit 2
Zowel de verklaring van aangever [slachtoffer 1] als de verklaring van aangever [slachtoffer 2] worden ondersteund door de documenten voor de fysieke controles in het datacenter, hiervoor opgenomen als bewijsmiddel 13 en 14, die zijn aangetroffen in de woning en winkel van verdachte, waarbij het document dat ziet op de “gedeeltelijk gecertificeerde medewerkers” in de tas van verdachte is aangetroffen. De fysieke controles (“checks”) die in die documenten worden beschreven, komen overeen met de verklaringen van aangever [slachtoffer 1] en aangever [slachtoffer 2] over de door en bij hen (door verdachte) verrichte handelingen. Zo beschrijven beide aangevers afzonderlijk van elkaar dat zij in het datacenter ter controle van het eventueel naar binnen of naar buiten smokkelen van microchips, zich helemaal moesten uitkleden, hun penis stijf moesten maken, door verdachte “gefouilleerd” werden terwijl zij naakt waren en dat verdachte daarbij aan hun geslachtsdeel zat. Deze controle werd vervolgens, telkens bij binnenkomst en/of meerdere keren tijdens het verblijf in het datacenter en/of bij vertrek, door verdachte uitgevoerd, zo verklaren beide aangevers.
De door aangevers omschreven handelingen en de volgorde waarin die handelingen door verdachte werden uitgevoerd, komen nagenoeg overeen met hetgeen opgenomen is in de documenten voor fysieke controles in het datacenter die bij verdachte zijn aangetroffen. Tevens worden de verklaringen van aangever [slachtoffer 1] en aangever [slachtoffer 2] ondersteund door de foto’s die zijn aangetroffen op de telefoon en iPad van verdachte. Op die foto’s zijn aangevers geheel of gedeeltelijk naakt te zien in een ruimte van verschillende datacenters. Zowel het bestaan van die foto’s als de wijze waarop aangevers op die foto’s poseren
– foto’s van het volledige lichaam van zowel het vooraanzicht als het zijaanzicht – komt overeen met punt 1 van de 'checks', beschreven in het document voor controles in het datacenter voor “gedeeltelijk gecertificeerde medewerkers”.
Bovendien worden de verklaringen van aangever [slachtoffer 1] en aangever [slachtoffer 2] ondersteund door de verklaring van verdachte die hij bij de politie heeft afgelegd over het opstellen van bedoelde documenten voor controles in het datacenter, te weten dat die documenten kladjes betreffen die hij zelf heeft opgemaakt. Hoewel verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij, door op hem uitgeoefende druk tijdens de politieverhoren, de vragen niet goed heeft begrepen en daardoor een onjuiste verklaring over het bestaan van die documenten heeft afgelegd, gaat de rechtbank wel uit van die bij de politie afgelegde verklaring. Verdachte is door de politie meerdere keren en op duidelijke wijze bevraagd over het bestaan van en (de reden van) het opstellen van die documenten. Bovendien passen de antwoorden die verdachte bij de politie geeft, bij de vragen die hem wordt gesteld, waaruit de rechtbank afleidt dat verdachte de vragen wel degelijk goed heeft begrepen. Van enige (ongeoorloofde) druk is de rechtbank niet gebleken. Overigens was de raadsvrouw van verdachte bij de verhoren aanwezig dan wel telefonisch bereikbaar. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat het verdachte was die de documenten voor fysieke controles in het datacenter zelf heeft bedacht en opgemaakt.
Wat betreft feit 1 primair overweegt de rechtbank nog het volgende. In het dossier zitten Discordchatgesprekken tussen aangever [slachtoffer 1] en gebruiker ‘ [naam 1] ’. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij niet de gebruiker ‘ [naam 1] ’ is en dat dat account hem volledig vreemd is. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de inhoud van die chatgesprekken en het feit dat een aantal berichten van gebruiker ‘ [naam 1] ’ is afgesloten met ‘(Groetjes) [verdachte] ’, het niet anders kan zijn dan dat verdachte degene is achter het ‘ [naam 1] ’-account. Zo gaat de inhoud van de chatgesprekken van 15 december 2022 tussen aangever [slachtoffer 1] en ' [naam 1] ' onder andere over een afspraak over het inleveren van spullen door aangever [slachtoffer 1] bij het bedrijf van verdachte een dag later (16 december 2022), welke afspraak ook daadwerkelijk tussen aangever [slachtoffer 1] en verdachte heeft plaatsgevonden.
Voorts bevindt zich in het strafdossier een Discord-chatbericht dat door [naam 7] op
21 december 2022 wordt doorgezonden aan de politie. Dit betreft een chatbericht, verzonden “Yesterday at 17:21”vanuit het ‘ [naam 1] ’-account en volgens de tekst van het bericht afkomstig van [verdachte] (‘Groetjes, [verdachte] ’), waarin onder andere staat dat het kan zijn dat hij ( [verdachte] ) niet snel reageert omdat zijn smartphone, iPad en laptops in beslag zijn genomen.
De ter terechtzitting afgelegde verklaring van verdachte dat aangever [slachtoffer 3] degene moet zijn geweest die zich als verdachte heeft voorgedaan onder de naam ' [naam 1] ', acht de rechtbank, gelet op al het vorenstaande, ongeloofwaardig.
Overigens was aangever [slachtoffer 3] , op het moment dat vanuit het ' [naam 1] '-account de chatgesprekken met aangever [slachtoffer 1] werden gevoerd (december 2022) naar eigen zeggen van verdachte al een aantal maanden niet meer werkzaam voor verdachte.
Uit de chatgesprekken van 15 december 2022 tussen verdachte en aangever [slachtoffer 1] blijkt verder dat verdachte en [slachtoffer 1] het hebben over een verificatievideo die [slachtoffer 1] moet maken voor de toegang tot het datacenter. Verdachte geeft in dat chatgesprek aan dat het moet gaan om een video van 10 minuten ‘
zoals ik die verificatie ook bij jou deed’ en ‘
Ben je eerder klaargekomen mag je stoppen’. De inhoud van dat chatgesprek ondersteunt derhalve de verklaring van aangever [slachtoffer 1] in het algemeen en meer specifiek dat hij, nadat hij aan verdachte heeft aangegeven de fysieke controles niet meer te willen, van verdachte toch een verificatievideo moest maken waarop te zien is hoe [slachtoffer 1] de controles (waarbij hij moest klaarkomen) bij zichzelf uitvoert. Het vorenstaande ondersteunt in belangrijke mate de verklaring van aangever [slachtoffer 1] dat verdachte de handelingen zoals omschreven in de documenten voor controles in het datacenter ook daadwerkelijk uitvoerde.
Wat betreft feit 2 overweegt de rechtbank nog het volgende. In het dossier bevinden zich chatgesprekken tussen aangever [slachtoffer 2] en verdachte waarin gesproken wordt over controles. In een gesprek van 15 november 2022 geeft verdachte aan dat de controles alleen nog nodig zijn bij binnenkomst omdat verdachte naar eigen zeggen een examen voor aangever heeft vervalst. Het vorenstaande ondersteunt derhalve de verklaring van aangever [slachtoffer 2] dat hij nog maar één strenge controle hoefde te ondergaan omdat verdachte had gezegd dat hij een examen voor hem had vervalst.
2.2
Feit 4
Een bijzondere vorm van steunbewijs vormt het zogeheten schakelbewijs. Uit jurisprudentie van de Hoge Raad volgt dat het gebruik van aan andere, soortgelijke feiten ten grondslag liggende bewijsmiddelen als steunbewijs is toegelaten. Daarbij is ten minste vereist dat de wijze waarop de onderscheiden feiten zijn begaan op essentiële punten overeenkomt.
2De rechtbank past het vorenstaande toe ten aanzien van feit 4 en overweegt daartoe als volgt.
Aangever [slachtoffer 3] heeft verklaard dat verdachte hem een contract van een Amerikaans bedrijf ter ondertekening aanbood. Volgens dit contract moesten aangever [slachtoffer 3] en verdachte wekelijks samen pornografische foto’s en video’s maken en deze ter verificatie opsturen naar het Amerikaanse bedrijf. Vervolgens zouden die foto’s en video’s door het Amerikaanse bedrijf goedgekeurd moeten worden om zo de licentie voor de website [website] , waar aangever in het kader van zijn werkzaamheden bij [bedrijf 1] mede verantwoordelijk voor was, te kunnen behouden. Op de foto’s en video’s moesten seksuele handelingen te zien zijn waaronder aftrekken, pijpen, elkaar een kus geven en elkaars penis vasthouden. Aangever heeft tegen verdachte gezegd dat hij de seksuele handelingen niet wilde verrichten waarop verdachte aangaf dat aangever dan een boete van € 5000,00 euro per week zou moeten betalen én dat ze dan bij de politie aangegeven zouden worden. Dit stond volgens verdachte in het contract, aldus aangever [slachtoffer 3] .
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van aangever [slachtoffer 3] wordt ondersteund door de verklaringen van aangever [slachtoffer 1] en aangever [slachtoffer 2] nu de wijze waarop de onderscheiden feiten zijn begaan, op essentiële punten overeenkomt. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Verdachte heeft in alle gevallen een fysiek document of contract opgesteld met daarin regels en voorwaarden waaraan aangevers zich moesten houden in het kader van hun werkzaamheden bij [bedrijf 1] . Voorts stonden in al die documenten controles en opdrachten beschreven die het verrichten/ondergaan van seksuele handelingen omvatten. Meer specifiek ging het in alle gevallen in ieder geval om het aftrekken van de penis. Wat eveneens overeenkomt is dat die seksuele handelingen vastgelegd dienden te worden door middel van foto’s dan wel video’s en dat verdachte aangaf dat dit nodig was ‘ter verificatie’. Verder heeft verdachte ook in alle gevallen aangegeven dat die foto’s en/of video’s ‘ter verificatie’ eerst goedgekeurd dienden te worden en dat, als de goedkeuring niet werd gegeven, de seksuele handelingen opnieuw dienden te worden verricht. Ook ziet de rechtbank overeenkomsten in de frequentie waarop aangevers aan deze controles of contractuele verplichting dienden te voldoen. Hoewel het tijdsbestek of de frequentie waarbinnen een en ander diende te gebeuren in het geval van aangever [slachtoffer 1] en aangever [slachtoffer 2] veel korter was – in het geval van [slachtoffer 1] niet langer dan 10 minuten en bij [slachtoffer 2] om de 25 minuten – dan bij verdachte [slachtoffer 3] – wekelijks –, blijkt daaruit wel dat verdachte telkens handelde volgens een tijdgebonden en repetitieve werkwijze.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de aangifte van aangever [slachtoffer
3] kenmerkende gelijkenissen vertoont met de aangifte van [slachtoffer 1] en de aangifte van [slachtoffer 2] . Dit duidt op een herkenbaar en gelijksoortig patroon – een modus operandi – in de handelingen van verdachte. Het feit dat het Amerikaanse contract waarover aangever [slachtoffer 3] verklaart, niet bij verdachte is aangetroffen, maakt dit niet anders.
De verklaringen van aangever [slachtoffer 1] en aangever [slachtoffer 2] gebruikt de rechtbank dan ook als schakelbewijs ter ondersteuning van de verklaring van aangever [slachtoffer 3] .
2.3
Tussenconclusie
Nu de rechtbank de verklaringen van aangevers betrouwbaar acht en van oordeel is dat die verklaringen voldoende worden ondersteund, gaat de rechtbank uit van de toedracht zoals door aangevers weergegeven en wel aldus dat de ten laste gelegde seksuele handelingen hebben plaatsgevonden onder de door aangevers weergegeven omstandigheden.
De rechtbank is daarbij van oordeel dat het gaat om ontuchtige seksuele handelingen waarbij aangevers duidelijk hebben aangegeven dat de seksuele handelingen ongewild waren.
3. Dwang door feitelijkheid
De rechtbank ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of er sprake is geweest van dwang. Van dwang in de zin van het gebruik van geweld, of bedreiging daarmee, is bij geen van de ten laste gelegde feiten sprake geweest. Bij de beoordeling van feit 1, feit 2 en feit 4 ligt dan ook de vraag voor of kan worden bewezen dat verdachte de aangevers door een feitelijkheid of bedreiging daarmee heeft gedwongen de ontuchtige handelingen te plegen en te dulden. De rechtbank stelt voorop dat van een ‘door een feitelijkheid dwingen’ sprake kan zijn indien de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen de ontuchtige handelingen heeft kunnen verzetten, of dat de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte bedreigende situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die ontuchtige handelingen heeft kunnen onttrekken. Of zulke dwang zich heeft voorgedaan, laat zich niet in het algemeen beantwoorden, maar hangt af van de concrete omstandigheden van het geval.
3
De rechtbank is van oordeel dat verdachte aangevers in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht en daarnaast zodanige psychische druk op hen heeft uitgeoefend dat aangevers zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen de ontuchtige handelingen van verdachte hebben kunnen verzetten. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Alle aangevers waren als stagiair of (onervaren) werknemer aan verdachte verbonden en waren in die zin (al dan niet ook financieel) afhankelijk van verdachte. Vanuit die afhankelijkheidssituatie heeft verdachte druk uitgeoefend op aangevers door hen een document waarin controles stonden beschreven respectievelijk een contract waarin voorwaarden stonden beschreven, voor te houden die bepalend waren voor het kunnen verrichten van hun werkzaamheden bij het bedrijf van verdachte, [bedrijf 1] . Zo mochten aangever [slachtoffer 1] en aangever [slachtoffer 2] niet in de datacenters verblijven indien zij niet aan de (fysieke) controles voldeden en, voor wat betreft aangever [slachtoffer 3] , zou de website [website] zijn licentie verliezen indien [slachtoffer 3] niet meewerkte aan het maken en opsturen van pornografische foto’s en video’s naar ‘het bedrijf in Amerika’.
Ook voerde verdachte ten aanzien van alle aangevers de druk op door te zeggen dat de controles respectievelijk (de voorwaarden van) het contract onder de geheimhoudingsplicht vielen en dat aangevers er derhalve met niemand over mochten praten.
Hieronder zal de rechtbank per feit nog enkele concrete overwegingen wijden aan de manier waarop verdachte aangevers gedwongen heeft tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen.
3.1
Feit 1, aangever [slachtoffer 1]
Aangever [slachtoffer 1] was als stagiair verbonden aan het bedrijf van verdachte. Verdachte was zijn stagebegeleider. Zoals reeds overwogen brengt dit gegeven al een bepaalde mate van afhankelijkheid met zich mee. Daar komt in het geval van aangever [slachtoffer 1] bij dat hij een verstandelijke beperking heeft. Hiervan heeft hij verdachte op de hoogte gesteld door hem zijn verslagen van de GGZ te overhandigen. Deze omstandigheid maakt aangever [slachtoffer 1] kwetsbaar ten opzichte van verdachte en versterkt de afhankelijkheidsrelatie tussen hem en verdachte. Tevens blijkt uit het dossier dat verdachte toezeggingen deed naar aangever over een toekomstige baan en betalingen die verdachte voor aangever kon doen zoals het betalen van een abonnement voor een mobiele telefoon. Deze toezeggingen door verdachte veroorzaken, bovenop de reeds bestaande druk, extra druk op aangever [slachtoffer 1] om aan de verwachtingen van verdachte te voldoen.
3.2
Feit 2, aangever [slachtoffer 2]
Aangever [slachtoffer 2] was naast een onervaren werknemer van verdachte ook minderjarig, hetgeen aangever [slachtoffer 2] kwetsbaar maakte. Daarmee werd zijn afhankelijkheidsrelatie ten opzichte van verdachte versterkt. Daar komt bij dat verdachte de druk op aangever
[slachtoffer 2] heeft vergroot door tegen aangever te zeggen dat verdachte zelf bang was om op zijn kop te krijgen van ‘hogere mensen’ indien hij niet elke 25 minuten de penis van [slachtoffer 2] controleerde. Hiermee heeft verdachte aangever [slachtoffer 2] doen geloven dat hij – aangever [slachtoffer 2] – verantwoordelijk was voor het falen dan wel slagen van verdachte.
3.3
Feit 4, aangever [slachtoffer 3]
Naast hetgeen hierboven is overwogen onder punt 3, heeft verdachte aangever [slachtoffer 3] bovenal onder druk gezet door te zeggen dat aangever een boete boven het hoofd hing als aangever niet voldeed aan het contract. Daarnaast zou de politie ingeschakeld worden als aangever niet voldeed aan het contract. Verder was aangever [slachtoffer 3] ook als schuldenaar afhankelijk van verdachte nu aangever een lening bij verdachte open had staan in verband met de overname van aandelen binnen het bedrijf van verdachte. Daar komt nog bij dat verdachte op de hoogte was van de persoonlijke problematiek die speelde bij aangever [slachtoffer 3] . Aangever heeft verdachte immers verteld over zijn drugsgebruik en de ruzies met zijn ouders. De vriendschap die vervolgens tussen verdachte en aangever is ontstaan heeft verdachte misbruikt door tegen aangever te zeggen dat hij ongeneeslijk ziek was en derhalve hulp nodig had en iemand zocht die uiteindelijk zijn bedrijf kon overnemen. Ook het vorenstaande heeft de afhankelijkheidsrelatie tussen verdachte en aangever [slachtoffer 3] versterkt. Uiteindelijk is aangever [slachtoffer 3] zonder enige ervaring binnen de ICT bij verdachte gaan werken. Nu aangever [slachtoffer 3] geen enkele ervaring had binnen de ICT was hij ook werk-technisch gezien afhankelijk van verdachte.
4. Concluderend
Hetgeen de rechtbank hiervoor onder 3 en vervolgens per feit heeft overwogen, in samenhang bezien, maakt dat de rechtbank van oordeel is dat verdachte aangevers [slachtoffer 1] ,
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht en daarbij opzettelijk een zodanige psychische druk op hen heeft uitgeoefend dat zij zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen de ontuchtige handelingen hebben kunnen verzetten en gedwongen zijn de ontuchtige handelingen te plegen en te dulden.
Tot slot overweegt de rechtbank, voor zover de raadsvrouw heeft beoogd te betogen dat de vereiste onvermijdelijkheid ten aanzien van alle feiten ontbreekt, als volgt. Dat aangevers, nadat zij door verdachte seksueel misbruikt waren, nog meerdere keren gelijksoortige ontuchtige handelingen hebben gepleegd en/of geduld, neemt niet weg dat ook in die gevallen sprake was van dwang. Aangevers stonden immers telkens weer onder druk om ontuchtige handelingen te plegen en/of te dulden nu de feitelijkheid waarmee verdachte aangevers dwong, bleef bestaan. Het feit dat aangevers meerdere keren de ontuchtige handelingen pleegden en/of duldden, is derhalve (juist) te verklaren door de druk waar aangevers op dat moment onder stonden.
Gelet op vorenstaande acht de rechtbank feit 1 primair, feit 2 en feit 4 wettig en overtuigend bewezen.
Feit 3
De rechtbank acht ook bewezen dat verdachte de naaktfoto’s van aangever [slachtoffer 3] openbaar heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dit nadelige gevolgen kon hebben voor aangever.
De rechtbank stelt op basis van het proces-verbaal van bevindingen, opgenomen op pagina 317 van het dossier, vast dat verdachte foto’s en video’s van seksuele aard waarop aangever [slachtoffer 3] geheel en gedeeltelijk naakt te zien was, openbaar heeft gemaakt door deze te versturen naar derden. Uit het dossier blijkt ook dat aangever niet heeft gewild dat de beelden openbaar gemaakt zouden worden. Aangever was immers in de veronderstelling dat de beelden alleen naar het Amerikaanse bedrijf verstuurd werden ter naleving van een contract met dat bedrijf. Op basis van het vorenstaande oordeelt de rechtbank dat verdachte moet hebben geweten dat de openbaarmaking nadelige gevolgen kon hebben voor aangever [slachtoffer 3] .

Bewezenverklaring

De rechtbank acht de primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 7 november 2022 tot en met 15 december 2022 te [adres] en [adres] en [adres] (althans in [adres] ), door een andere feitelijkheid, te weten:
- telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, gelet op:
o zijn positie als stagebegeleider van [slachtoffer 1] , en o de aanwezigheid van een verstandelijke beperking bij die [slachtoffer 1] , en o de omstandigheid dat hij, verdachte, die [slachtoffer 1] de opdracht heeft gegeven te voldoen aan een door verdachte opgesteld protocol met de daarin opgenomen ontuchtige handelingen (bijlage 2 en 3 behorende bij JM08, p. 195 en 196) en de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 1] heeft medegedeeld dat die [slachtoffer 1] de inhoud van voornoemd protocol niet aan derden mocht mededelen en geheim te houden, en o de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 1] de opdracht heeft gegeven om zichzelf in het bijzijn van verdachte uit te kleden en opdracht heeft gegeven om erectiepillen in te nemen en pornografische afbeeldingen/video’s te kijken, en o de omstandigheid dat hij in een voertuig tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd dat die [slachtoffer 1] zijn broek en onderbroek naar beneden moest trekken,
[slachtoffer 1] heeft gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft hij, verdachte,
  • met zijn, verdachtes, handen de borst en rug en benen en penis van die [slachtoffer 1] betast, en
  • die [slachtoffer 1] de opdracht gegeven om de penis van die [slachtoffer 1] stijf/hard te maken enklaar te komen, en
  • aan de penis van die [slachtoffer 1] getrokken.
2.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 27 oktober 2022 tot en met 19 december 2022 te [adres] en [adres] , door een andere feitelijkheid, te weten:
- telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiendoverwicht, gelet op:
o zijn positie als leidinggevende van [slachtoffer 2] , en o de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 2] de opdracht heeft gegeven te voldoen aan een door verdachte opgesteld protocol met de daarin opgenomen ontuchtige handelingen (bijlage 2 en 3 behorende bij JM08, p. 195 en 196) en de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 2] heeft medegedeeld dat die [slachtoffer 2] de inhoud van voornoemd protocol niet aan een derde mocht mededelen en geheim te houden, en o de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 2] de opdracht heeft gegeven om zichzelf in het bijzijn van verdachte uit te kleden, en tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat die [slachtoffer 2] zijn broek en onderbroek naar beneden moest trekken en tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd dat hij zijn piemel moest laten zien,
[slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2006, die toen de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, heeft gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft hij, verdachte,
- met zijn handen de borst en rug en benen en penis en eikel van die [slachtoffer 2] betast, en- aan de penis van [slachtoffer 2] getrokken.
3.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 22 oktober 2022 tot en met 28 november 2022 in Nederland, van [slachtoffer 3] afbeeldingen van seksuele aard, te weten video‘s en foto’s, waarop te zien is dat de verdachte en die [slachtoffer 3] bij elkaar seksuele handelingen verrichten en foto’s waarop te zien is dat die [slachtoffer 3] geheel/gedeeltelijk naakt is, openbaar heeft gemaakt, terwijl hij, verdachte, wist dat die openbaarmaking voor die persoon nadelig kon zijn.
4.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 8 december 2021 tot en met 30 september 2022 te [adres] en [adres] , door een andere feitelijkheid, te weten:
- telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een uit feitelijke verhoudingen voortvloeiendoverwicht, gelet op:
o zijn positie als schuldeiser en baas van [slachtoffer 3] , en de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 3] de opdracht heeft gegeven te voldoen aan een in het Engels opgesteld contract met de daarin opgenomen ontuchtige handelingen (zoals beschreven in JM68, p. 258 e.v. en het proces-verbaal van aangifte van 3 januari 2023, p. 269 e.v.) en de omstandigheid dat verdachte aan die [slachtoffer 3] heeft medegedeeld dat die [slachtoffer 3] de inhoud van voornoemd contract moet naleven op straffe van een geldboete van € 5.000,- per week en aanhouding door de politie, en
- de omstandigheid dat hij die [slachtoffer 3] de opdracht heeft gegeven om zichzelf in het bijzijn vanverdachte uit te kleden,
[slachtoffer 3] heeft gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen, immers heeft hij, verdachte,
  • die [slachtoffer 3] op de mond gekust, en
  • de penis van die [slachtoffer 3] betast en zijn, verdachtes, penis laten betasten door die [slachtoffer3] , en
  • aan de penis van die [slachtoffer 3] getrokken en zijn, verdachtes, penis laten aftrekken door die[slachtoffer 3] en klaar te komen en die [slachtoffer 3] klaar te laten komen, en - de penis van die [slachtoffer 3] gelikt en in zijn, verdachtes, mond gebracht.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde Het bewezen verklaarde levert op:

primair feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd;
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, terwijl de schuldige het feit begaattegen een persoon beneden de leeftijd van achttien jaren bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt, meermalen gepleegd;
van een persoon een afbeelding van seksuele aard openbaar maken, terwijl hij weet dat dieopenbaarmaking nadelig voor die persoon kan zijn, meermalen gepleegd;
feitelijke aanranding van de eerbaarheid, meermalen gepleegd
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Motivering van straf en maatregel

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van feit 1 primair en de feiten 2, 3 en 4 wordt veroordeeld tot 34 maanden gevangenisstraf, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in haar rapport van 24 april 2023, inclusief het verbod om gedurende de proeftijd minderjarigen en kwetsbare personen die niet handelingsbekwaam zijn in dienst te nemen. De officier van justitie vordert tevens oplegging van de maatregel zoals bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht voor zover het betreft een contactverbod met aangevers [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] .
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor alle ten laste gelegde feiten.
De verdediging heeft, mocht de rechtbank wel tot een veroordeling komen, geen standpunt ingenomen ten aanzien van de op te leggen straf.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting, de Pro Justitia rapportage (psychologisch onderzoek) van 3 april 2023, het reclasseringsadvies van 24 april 2023, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van drie slachtoffers die als stagiair of werknemer (voor aangever [slachtoffer 3] geldt: op een zeker moment als ‘mede-eigenaar’ omdat hij via een constructie van lening kennelijk de helft van de aandelen in het bedrijf van verdachte zou hebben gehad) bij verdachte werkzaam waren. Eén van die slachtoffers was bovendien minderjarig. Verdachte heeft op doelbewuste wijze misbruik gemaakt van de afhankelijkheidsrelatie tussen hem en de slachtoffers en van de kwetsbaarheden van de individuele slachtoffers. Hierbij is verdachte op een berekende manier te werk gegaan. Verdachte heeft de slachtoffers gedwongen tot het plegen en dulden van ontuchtige handelingen.
In het geval van aangevers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] heeft verdachte aan hen voorgespiegeld dat zij verregaande, in een document omschreven seksuele handelingen moesten verrichten en dulden, omdat zij anders geen toegang konden krijgen tot datacenters die zij in het kader van hun stage bezochten.
In het geval van aangever [slachtoffer 3] heeft verdachte aan [slachtoffer 3] voorgehouden dat, op basis van een contract, wekelijks foto’s en video’s van seksuele handelingen tussen verdachte en [slachtoffer 3] moesten worden gemaakt en vervolgens worden toegezonden aan een Amerikaans bedrijf, op straffe van hoge boetes en aanhouding door de politie.
Met betrekking tot laatstgenoemd slachtoffer heeft verdachte zich daarnaast ook schuldig gemaakt aan het verspreiden van naaktfoto’s en video's zonder toestemming.
De rechtbank is van oordeel dat het gaat om ernstige strafbare feiten waarbij verdachte enkel en alleen de bevrediging van zijn eigen lustgevoelens voor ogen had. Hij heeft daarmee ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de slachtoffers.
Het voorgaande heeft bij de slachtoffers gevoelens van schaamte, onveiligheid en wantrouwen opgeroepen. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van ernstige misdrijven, waaronder zedendelicten als hier aan de orde, nog lang kunnen lijden onder de psychische gevolgen ervan. Dat daarvan ook in dit geval sprake is, blijkt uit de ingrijpende slachtofferverklaringen die door de raadsvrouw van de slachtoffers zijn afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting.
Verdachte heeft ter terechtzitting geen enkel inzicht getoond in de ernst van de door hem begane strafbare feiten en heeft daarvoor ook geen enkele verantwoordelijkheid genomen. Sterker nog, gelet op zijn verklaring ter terechtzitting schuift verdachte veeleer de schuld in de schoenen van de slachtoffers, in die zin dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat, in zijn visie, de aangevers tegen hem samenspannen.
Deze proceshouding rekent de rechtbank verdachte aan.
Verder houdt de rechtbank bij de strafoplegging rekening met de volgende omstandigheden.
Uit het Pro Justitia rapport van GZ-psychologen mw. A.H. Bouman en mw. L.F.P.Q. van der Vis van 3 april 2023 blijkt dat verdachte lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van een autismespectrumstoornis. Deze stoornis kenmerkt zich door een beperking in de sociale communicatie en afstemming. Daarnaast is sprake van repetitieve gedragspatronen (strikte protocollen) en gefixeerde interesses (ICT). Het ziekte-inzicht en -besef is beperkt aanwezig. Er worden tevens beperkingen in het intellectueel functioneren gezien. Er is echter onvoldoende zicht gekomen op de aard en omvang van de mogelijke verstandelijke beperking. Gelet op de ontkennende houding van verdachte kan er op basis van de beschikbare informatie geen direct verband worden aangetoond tussen de vastgestelde psychopathologie en de ten laste gelegde feiten (indien bewezen), maar dit kan ook niet geheel uitgesloten worden.
Ook de reclassering benadrukt middels het reclasseringsadvies van 24 april 2023 dat er, gelet op de ontkennende houding van verdachte, geen verband gelegd kan worden tussen de persoon van verdachte, zijn omstandigheden en de vermeende delicten. De reclassering geeft verder nog aan dat zij de indruk heeft dat verdachte moeite heeft met het bespreken van en mogelijk het omgaan met zijn seksualiteit. Gelet op het vorenstaande en de conclusie uit het Pro Justitia rapport dat er geen direct verband kan worden aangetoond tussen de vastgestelde psychopathologie en de ten laste gelegde feiten (indien bewezen), maar dit ook niet geheel kan worden uitgesloten, adviseert de reclassering om een (deels) voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden op te leggen. De reclassering adviseert als bijzondere voorwaarden een meldplicht, ambulante behandeling, een contactverbod met de slachtoffers en een verbod om gedurende de proeftijd minderjarigen en kwetsbare personen die niet handelingsbekwaam zijn, in dienst te nemen (kort gezegd: een verbod bepaalde werkzaamheden).
Gelet op de ernst van de feiten kan naar het oordeel van de rechtbank enkel worden gereageerd met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Rekening houdend met het reclasseringsadvies van 24 april 2023 ziet de rechtbank aanleiding om een deel van de straf in voorwaardelijke vorm op te leggen om aan het door de reclassering geadviseerde plan van aanpak uitvoering te kunnen geven, inclusief het verbod om - kort gezegd - gedurende de proeftijd minderjarigen en kwetsbare personen die niet handelingsbekwaam zijn, in dienst te nemen. Weliswaar heeft verdachte ter terechtzitting aangegeven dat hij, als hij vrijkomt, verder wil gaan als zelfstandig ondernemer, maar dan zonder personeel en dat hij, gelet op de wijze waarop hij door de aangevers is beetgenomen, ook geen stagiairs meer wil begeleiden, maar de rechtbank vertrouwt er niet zonder meer op dat verdachte zich aan dit eigen voornemen zal houden. Daar komt bij dat verdachte, als zelfstandig ondernemer, het zelf in zijn macht heeft met wie hij gaat werken.
Gelet op het voorgaande, ziet de rechtbank wel degelijk reden om aan verdachte (ook) de bijzondere voorwaarde op te leggen dat hij tijdens de proeftijd geen minderjarigen en kwetsbare personen die niet handelingsbekwaam zijn, in dienst neemt, dan wel als stagiair of anderszins voor zich of met hem in dienstverband laat werken.
Alles afwegende acht de rechtbank, conform de eis van de officier van justitie, een gevangenisstraf voor de duur van 34 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar passend en geboden. De rechtbank legt daarbij de volgende bijzondere voorwaarden op, zoals door de reclassering geadviseerd: een meldplicht, ambulante behandeling en een verbod bepaalde werkzaamheden.
De rechtbank is met de officier van justitie en de reclassering eens dat het aangewezen is om een contactverbod op te leggen met aangevers, te weten [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat de verhouding tussen verdachte en aangevers ernstig verstoord is. Voorts heeft verdachte, volgens zijn verklaring ter terechtzitting, zelf aangifte gedaan jegens aangever [slachtoffer 3] .
Ter voorkoming van nieuwe strafbare feiten tegen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] , acht de rechtbank het daarom aangewezen dat aan verdachte een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht wordt opgelegd, inhoudende een contactverbod met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . De maatregel wordt opgelegd voor de maximale duur van vijf jaren. De rechtbank zal bepalen dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van twee weken per overtreding, met een totale duur van ten hoogste zes maanden.

Benadeelde partijen

De volgende personen hebben zich als benadeelde partij in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding:
[slachtoffer 1] , tot een bedrag van € 5.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderdmet wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 2] , tot een bedrag van € 5.000,00 ter vergoeding van immateriële schade, vermeerderdmet wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan;
[slachtoffer 3] , tot een bedrag van € 10.000,00 ter vergoeding van immateriële schade,vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum waarop de schade is ontstaan.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de bovengenoemde vorderingen dienen te worden toegewezen, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en vermeerderd met de wettelijke rente.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in verband met de bepleite vrijspraak voor alle ten laste gelegde feiten. De verdediging heeft, mocht de rechtbank wel tot een veroordeling komen, geen standpunt ingenomen ten aanzien van (de omvang van) de vorderingen benadeelde partij.
Oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende aannemelijk dat de benadeelde partijen de gestelde schade hebben geleden en dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van de bewezen verklaarde feiten. De vorderingen, waarvan de hoogte niet door de verdediging is betwist, zullen daarom worden toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de data zoals in het dictum van dit vonnis weergegeven. De rechtbank legt tevens met betrekking tot alle vorderingen de schadevergoedingsmaatregel op.

Beslag

Inbeslaggenomen voorwerpen:
STK Drukwerk (omschrijving: 1557526)
1 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: 1557528, Sansdisk)
1 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: 1557530, rood)
1 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: 1557531)
1 STK Harddisk (omschrijving: 1557533, HP)
1 STK GSM (omschrijving: 1557536, Samsung)
1 STK Drukwerk (omschrijving: 1557537)
20 STK Pil (omschrijving: 1557540, Kamgra)
1 STK Pillendoos (omschrijving: 1557541)
1 FLS Fles (omschrijving: 1557542)
1 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: 1557566, zwart, merk: Icidu)
1 STK Elektronica (omschrijving: 1557568, zilver)
1 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: 1557570)
1 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: 1557571, groen)
6 STK Drukwerk (omschrijving: 1557572)
1 STK Drukwerk (omschrijving: 1557573)
1 STK Computer (omschrijving: 1557574, Apple)
1 STK Computer (omschrijving: 1557575, zwart, merk: Dell)
1 STK Computer (omschrijving: 1557577, zilver, merk: Appple)
1 STK Drukwerk (omschrijving: 1557578) 21. 1 STK Drukwerk (omschrijving: 1557579)
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat alle goederen waarop nog beslag ligt, worden onttrokken aan het verkeer.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de goederen waarop nog beslag ligt, op het standpunt gesteld dat de gegevensdragers kunnen worden opgeschoond en aan verdachte kunnen worden geretourneerd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat alle bovengenoemde goederen van de beslaglijst dienen te worden onttrokken aan het verkeer nu het goederen betreffen met behulp waarvan de bewezenverklaarde feiten zijn begaan of voorbereid.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 38v, 38w, 57, 139h, 246 en 248 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het onder feit 1 primair, feit 2, feit 3 en feit 4 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 34 maanden.

Bepaalt dat van deze gevangenisstraf
een gedeelte, groot 10 maandenniet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde voor het einde van of gedurende de proeftijd, die hierbij wordt vastgesteld op 3 jaren, de hierna te noemen voorwaarden niet heeft nageleefd.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Voorwaarde is, dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
dat de veroordeelde zich binnen 48 uur na ommekomst van zijn detentie meldt bij ReclasseringNederland, Amerikaweg 3a te Assen, telefoon 088-8041103. Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
dat de veroordeelde meewerkt aan nadere diagnostiek om te bepalen of behandeling geïndiceerd isbij AFPN Assen of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Als er een indicatie voor is, werkt veroordeelde mee aan behandeling.
De behandeling start na aanmelding middels IFZO. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
3. dat de veroordeelde tijdens de proeftijd geen medewerkers beneden de leeftijd van 18 jaar enkwetsbare personen die niet handelingsbekwaam zijn, in dienst neemt, dan wel als stagiair of anderszins voor zich of met hem in dienstverband laat werken, zolang het Openbaar Ministerie dit verbod nodig vindt.
Geeft aan voornoemde reclasseringsinstelling de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen vaneen of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
  • medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van hetWetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen.
Legt op de maatregel als bedoeld in artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht, strekkende tot beperking van de vrijheid, inhoudende dat veroordeelde voor de duur van 5 (vijf) jaren op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
  • slachtoffer (aangever) [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedatum] 1996;
  • slachtoffer (aangever) [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedatum] 2006; - slachtoffer (aangever) [slachtoffer 3] , geboren op [geboortedatum] 2001.
en bepaalt dat voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan vervangende hechtenis wordt toegepast voor de duur van twee weken per overtreding, met een totale duur van ten hoogste zes maanden.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 december 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 1] aan de Staat te betalen een bedrag van € 5.000,00 euro, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 15 december 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 60 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan
[slachtoffer 2]te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 december 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 2] aan de Staat te betalen een bedrag van € 5.000,00 euro, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 december 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 60 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 3]
Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte om aan te betalen:
  • het bedrag van
  • de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 september 2022 tot de dag van algehele voldoening;
  • de proceskosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerleggingvan deze uitspraak alsnog zal maken, tot heden begroot op nihil.
Legt aan verdachte de verplichting op om ten behoeve van [slachtoffer 3] aan de Staat te betalen een bedrag van € 10.000,00 euro, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 30 september 2022 tot de dag van algehele voldoening. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
Bepaalt dat bij gebreke van volledig verhaal van de betalingsverplichting aan de Staat gijzeling voor de duur van 85 dagen kan worden toegepast. De toepassing van gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat indien en voor zover verdachte aan een van beide betalingsverplichtingen heeft voldaan, de andere vervalt.

Beslag

Verklaart onttrokken aan het verkeer de in beslag genomen goederen, te weten:

STK Drukwerk (omschrijving: 1557526)
1 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: 1557528, Sansdisk)
1 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: 1557530, rood)
1 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: 1557531)
1 STK Harddisk (omschrijving: 1557533, HP)
1 STK GSM (omschrijving: 1557536, Samsung)
1 STK Drukwerk (omschrijving: 1557537)
20 STK Pil (omschrijving: 1557540, Kamgra)
1 STK Pillendoos (omschrijving: 1557541)
1 FLS Fles (omschrijving: 1557542)
1 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: 1557566, zwart, merk: Icidu)
1 STK Elektronica (omschrijving: 1557568, zilver)
1 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: 1557570)
1 STK USB-stick memorykaart (omschrijving: 1557571, groen)
6 STK Drukwerk (omschrijving: 1557572)
1 STK Drukwerk (omschrijving: 1557573)
1 STK Computer (omschrijving: 1557574, Apple)
1 STK Computer (omschrijving: 1557575, zwart, merk: Dell)
1 STK Computer (omschrijving: 1557577, zilver, merk: Apple)
1 STK Drukwerk (omschrijving: 1557578)
1 STK Drukwerk (omschrijving: 1557579)
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Depping, voorzitter, mr. H.R. Eising en mr. J. Faber, rechters, bijgestaan door mr. A. Kamphuis, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 juni 2023.
Procesdossier pagina 73.
HR 12 december 2017, ECLI:NL:HR:2017:3118, r.o. 2.4.
HR 27 augustus 2013 ECLI:NL:HR:2013:494, NJ 2013/427, r.o. 4.2.1.