Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiser] , te [woonplaats] , eiser,
Procesverloop
Beslissing
Gronden
.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft eiser het kenteken van zijn camper laten schorsen vanaf 17 oktober 2020. Op 25 juni 2021 is vastgesteld dat de camper gebruik maakte van de openbare weg terwijl het kenteken nog geschorst was. De inspecteur van de Belastingdienst legde een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (mrb) op van € 872 en een verzuimboete van € 872. Eiser betoogde dat hij door de coronamaatregelen was vergeten de schorsing op te heffen en dat de camper van oktober 2020 tot 21 mei 2021 in winterstalling stond. De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd, omdat er gebruik was gemaakt van de weg terwijl de schorsing van het kenteken van kracht was. Echter, de rechtbank vond de verzuimboete van 100% niet passend en matigde deze tot € 175, omdat eiser slechts een beperkt deel van de naheffingsperiode de schorsingsvoorwaarden had overtreden en er geen eerdere onrechtmatigheden waren geconstateerd. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de uitspraak op bezwaar voor wat betreft de boete, en droeg de verweerder op het betaalde griffierecht van € 50 aan eiser te vergoeden, evenals de proceskosten van € 40.