15.17Ik zag dat [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] -1990 te [geboorteplaats] , de bestuurder was van de Audi.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie donderdag 24 juni 2021 opgemaakt d.d. 24 juni 2021, opgenomen op pagina 483 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
18:35 Zag ik, verbalisant, dat de bovengenoemde Audi A3, voorzien van het kenteken [kenteken] , stond geparkeerd op de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden
(Noot griffier: moet [straatnaam] zijn, zie herstel op pagina 487).
18:36 Zag ik, verbalisant, dat er 2 manspersonen vanaf de woning richting de Audi A3 liepen. Zag ik dat 1 manspersoon een wit shirt droeg. Deze persoon herkende ik als zijnde [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] . Zag ik dat 1 manspersoon een zwart Tshirt droeg. Deze persoon herkende ik als zijnde [medeverdachte 4] , geboren op
[geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] . Zag ik dat [verdachte] en [medeverdachte 4] allebei een gasfles uit voornoemde Audi A3 pakten en deze meenamen richting de woning [straatnaam] te Nieuw Roden.
18:38 Zag ik dat een witte bestelbus voorzien van kenteken [kenteken] de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden opreed. Zag ik dat de bestuurder van de bestelbus met [verdachte] en Hubert aan het praten was.
18:42 Zag ik, verbalisant, dat [verdachte] , [medeverdachte 4] en de bestuurder van witte bestelbus bij de Audi A3 stonden. Zag ik dat de kofferbak van de Audi A3 openging. Zag ik dat [medeverdachte 4] een grijze cilinderachtig voorwerp uit de Audi A3 pakte en hier mee richting de woning liep.
18:45 Zag ik, verbalisant, dat [verdachte] bij de Audi A3 kwam en instapte en vertrok.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juni 2021,opgenomen op pagina 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 9] :
Op de foto’s is te zien dat de verdachte een voorwerp vasthoudt. Ik herken dit voorwerp als een destilleerkolom (koelhuis) voor een drugslabketel. Een destilleerkolom betreft een onderdeel van een drugslabketel en wordt gebruikt voor het produceren van synthetische drugs. Het maken van een destilleerkolom wordt gedaan door een ketelbouwer en wordt enkel en alleen gebruikt voor de productie van synthetische drugs. Even voor het nemen van bovenstaande foto’s werd een gasfles naar binnen gebracht. Gasflessen kunnen ook gebruikt worden bij het produceren van synthetische drugs. Het correcte adres betreft [straatnaam] te Nieuw Roden.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie dinsdag 29 juni 2021 opgemaakt d.d. 2 juli 2021, opgenomen op pagina 500 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
14:48 Ik zag dat de Audi vanaf de oprit van de [straatnaam] vertrok.
15:02 Ik zag dat de mannen in de Action bij de gereedschappen stonden en dat ze allerlei artikelen in een winkelmandje deden. Ik herkende de man gekleed in de roze trui als [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983. Ik herkende de andere man als
[medeverdachte 4] , geboren te Groningen op [geboortedatum] 1990.
15:05 Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 4] in de Action bij de kassa stonden. Ik zag dat onder andere een gereedschapskist, meerdere sleutelsets en meerdere rollen grijze duct-tape werden afgerekend.
15:08 Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 4] uit de Action kwamen en in de Audi stapten. Ik zag dat [verdachte] als bestuurder instapte en [medeverdachte 4] als bijrijder. Ik zag dat de Audi vertrok.
15:15 Ik zag dat de Audi vanaf de gedeelde oprit tussen de percelen [straatnaam] achteruit de weg opreed en vertrok. Ik zag dat [verdachte] de bestuurder was en [medeverdachte 4] de bijrijder.
15:21 Ik zag dat de Audi stopte op het parkeerterrein van de Gamma, gevestigd [straatnaam] te Roden. Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 4] uitstapten en de Gamma in liepen.
15:26 Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 4] in de Gamma bij de kassa stonden. Ik zag dat onder andere een Bahco steeksleutel, een zwart lampje met een rood accent, witte handschoenen, en een blikje Red Buil werd afgerekend.
15:33 Ik zag dat de Audi de gedeelde oprit tussen de percelen [straatnaam] te Nieuw-Roden opreed. Ik zag dat de Audi direct erna vanaf de gedeelde oprit tussen de percelen [straatnaam] achteruit de weg opreed. Ik zag vervolgens dat de Audi de gedeelde oprit tussen de percelen [straatnaam] opreed.
17:38 Ik zag dat ter hoogte van de [straatnaam] te Nieuw-Roden een zwarte Peugeot 307 met kenteken [kenteken] , hierna te noemen Peugeot, stopte. Ik zag dat één van de inzittenden van de Peugeot naar [perceel] liep en even later met [verdachte] in de richting van de Peugeot liep
Opmerking verbalisant: Later werd deze inzittende van de Peugeot herkend als [medeverdachte 1] , geboren te Groningen op [geboortedatum] 1990.
17:41 Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 1] in de Peugeot stapten en dat deze vertrok.
17:45 Ik zag dat in de Peugeot drie personen zaten.
17:47 Ik zag dat de Peugeot stopte op het parkeerterrein van de Gamma, gevestigd [straatnaam] te Roden. Ik zag dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en een NN-man de Gamma in liepen.
17:48 Ik zag dat de drie mannen in de Gamma bij de kassa stonden. Ik zag dat [verdachte] een klein voorwerp in zijn hand had en degene was die afrekende. Ik zag dat de mannen de Gamma uit liepen.
17:56 Ik zag dat de Peugeot stopte voor de woning aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden.
17:58 Ik zag dat de Peugeot vertrok en dat er twee personen in het voertuig zaten. Ik, 821, zag dat NN1 de bestuurder van de Peugeot was.
18:27 Ik zag dat de Peugeot stopte op de [straatnaam] te Groningen. Ik zag dat [medeverdachte 1] uit de Peugeot stapte. Ik zag dat [medeverdachte 1] een plastic tasje bij zich droeg en de portiek met daarin onder andere [perceel] inliep.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie woensdag 30 juni 2021 opgemaakt d.d. 4 juli 2021, opgenomen op pagina 489 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
10:35 Zag ik dat de Audi A3 geparkeerd stond op de oprit van [straatnaam] te
Nieuw-Roden. Zag ik dat er voor de Audi A3 een witte bestelbus, van het merk Citroën, type Jumpy en voorzien van het kenteken [kenteken] stond geparkeerd.
15:05 Zag ik dat de Audi A3 stond geparkeerd op het parkeerterrein bij bedrijf [bedrijf 3], gevestigd [straatnaam] te Roden.
15:09 Zagen wij dat het subject [verdachte] , het bedrijf [bedrijf 3] uit kwam lopen en in de Audi A3 stapte waarna de Audi A3 vertrok.
15:20 Zag ik, verbalisant, dat de Audi A3, de oprit van [straatnaam] te Nieuw-Roden opreed.
15:21 Zag ik, verbalisant, dat [verdachte] uit de Audi A3 stapte en samen met [medeverdachte 5] richting het schuurtje, welke bij perceel [straatnaam] hoort, liepen. Zag ik dat [medeverdachte 5] en [verdachte] het schuurtje naar binnen gingen via de openstaande deur.
15:25 Zag ik dat de Jumpy de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden afreed. Zag ik dat de Jumpy achteruit bleef rijden en de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden opreed. Zag ik dat de Audi A3 achter de Jumpy aanreed en de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden opreed. Zag ik dat [verdachte] aan de bestuurderszijde van de Audi A3 uitstapt. Zag ik dat [medeverdachte 5] aan de bestuurderszijde van de Jumpy uitstapte. Zag ik dat de Jumpy heel dicht tegen het schuurtje van [straatnaam] te Nieuw Roden geparkeerd stond.
15:30 Zag ik de Audi A3 rijden. Zag ik dat [verdachte] bestuurder was en dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] 1990 te Groningen bijrijder was.
15:33 Zag ik dat de Audi A3 de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden opreed.
15:40 Zag ik dat de Audi A3 en de Jumpy de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden afreden. Zag
ik dat de Jumpy de oprit van [straatnaam] te Nieuw-Roden opreed. Zag ik dat [medeverdachte 5] als bestuurder uitstapte. Zag ik dat [medeverdachte 5] een emmer, gelijkend op een cementemmer, in de Jumpy legde.
15:57 Zag ik dat de Audi A3 over de N372 reed, gaande in de richting van de A7. Zag ik, ter hoogte van de Borchsingel te Eelderwolde dat [verdachte] bestuurder en dat [medeverdachte 1] bijrijder was van de Audi A3.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie donderdag 1 juli 2021 opgemaakt d.d. 8 juli 2021, opgenomen op pagina 509 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
13:37 Ik zag dat de Audi het bedrijventerrein opreed van [bedrijf 3] gelegen aan de [straatnaam] te Roden.
13:39 Ik zag dat [verdachte] uit het bedrijf kwam lopen in de richting van de Audi. Ik zag dat hij een doorzichtig wit plastic tasje in zijn handen had. Ik zag dat hij instapte als bestuurder van de Audi. Ik zag dat de Audi vertrok.
13:46 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat de Audi de oprit opreed van [perceel] aan de [straatnaam] te Nieuw Roden. Ik zag dat [verdachte] uitstapte en via de schutting bij de woning naar binnen ging aan de achterzijde. Ik zag dat hij een wit tasje bij zich had.
14:04 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat [verdachte] en de NN man uit de woning kwamen lopen. Ik zag dat [verdachte] en de NN man bij de schuur naar binnen gingen. Ik zag dat beide mannen weer naar buiten kwam lopen. Ik zag dat [verdachte] iets wits gaf aan de NN man. Ik zag dat [verdachte] richting de Audi liep en instapte als bestuurder van de Audi. Ik zag dat de NN man ook richting de Audi liep en instapte als bijrijder. Ik zag dat de Audi vertrok.
14:08 Ik zag de Audi rijden over de Roderweg. Ik herkende de bijrijder van de Audi als [medeverdachte 4] geboren op [geboortedatum] 1990.
14:14 Ik zag dat de Audi geparkeerd stond op de parkeerplaats bij de Kampeerhal Roden aan de Kanaalstraat 63 te Roden. Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 4] al waren uitgestapt en bij de Kampeerhal naar binnen gingen.
14:46 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat de Audi weer de oprit opreed van de [straatnaam] [perceel] te Nieuw Roden. Ik zag dat [verdachte] uitstapte als bestuurder en [medeverdachte 4] als bijrijder. Ik zag dat [verdachte] bij de schuur naar binnen ging. Ik zag dat [medeverdachte 4] via de achterzijde de woning naar binnenging [perceel] .
14:56 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat [verdachte] uit de schuur kwam lopen met iets wits in zijn handen. Ik zag dat hij instapte als bestuurder van de Audi. Ik zag dat [medeverdachte 4] ook richting de Audi liep en instapte als bijrijder. Ik zag dat de Audi vertrok.
15:10 Ik zag dat [medeverdachte 4] in de Kampeerhal Roden liep. Ik zag dat hij richting de uitgang liep met 3 verpakkingen van slangpilaar binnendraad van het merk GIMEG Ik zag dat hij een gasbrander bij zich had.
15:30 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat de Audi weer de oprit opreed van de [straatnaam] [perceel] te Nieuw Roden. Ik zag dat [verdachte] uitstapte als bestuurder en [medeverdachte 4] als bijrijder. Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 4] bij de schuur naar binnen gingen.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2021, opgenomen op pagina 515 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 8] :
Betreft: Observatie 27 juli 2021
14:10 Zag ik dat de Jumpy plus de aanhangwagen parkeerde op de openbare weg ter hoogte van de [straatnaam] te Nieuw Roden. Ik zag dat er twee mannen uit de Jumpy stapten.
14:11 Zag ik, dat er een man, die ik herkende als verdachte [verdachte] , uit de richting van de woning kwam lopen in de richting van de Jumpy plus aanhangwagen. Zag ik vervolgens dat de twee inzittenden en verdachte [verdachte] samen de aanhangwagen loskoppelden van de Jumpy. Ik zag dat de drie mannen de aanhangwagen achterwaarts de oprit van de woning aan de [straatnaam] duwden.
14:27 Zagen wij dat de Citroen Jumpy vertrok in de richting van Roden.
14:38 Zagen wij dat de Jumpy parkeerde aan de [straatnaam] te Roden. Hier zit gevestigd [bedrijf 2] Roden.
14:42 Zag ik dat de Jumpy geparkeerd stond bij [bedrijf 2] en dat de schuifdeur en de deuren aan de achterzijde van het voertuig openstonden.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 september 2021, opgenomen op pagina 157 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
Op 10 september heb ik een onderzoek ingesteld naar de aankoop van de melktank / ketel.
Uit onderzoek blijkt het volgende:
CHATgesprek tussen [medeverdachte 4] en [verdachte] ( [verdachte] ) over de melktank.
Op 23 juli 2021 omstreeks 13:40 uur heeft er een chatgesprek plaats gevonden tussen
[medeverdachte 4] en [verdachte] . Hieruit blijkt dat het gaat over de aankoop van een melktank.
[verdachte] 23-7-2021 13 55 18 Melktank € 600 00
[medeverdachte 4] 23-7-2021 13 56 27 Bericht gestuurd
Contact tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5]
Op 23 juli 2021, omstreeks 13.52 uur, vraagt [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] of hij morgen mee gaat naar
Nieuwegein naar de [straatnaam] . Hier woont [naam 2] [telefoonnummer] .
[medeverdachte 4] stuurt daarbij een foto van de route mee.
BAKEN
Uit bakengegevens blijkt dat de Citroen Jumpy, voorzien van kenteken [kenteken] op 24 juli 2021 in Utrecht is geweest. Ook is te zien dat de telefoon van [medeverdachte 5] mee gaat tijdens de rit in de richting van Utrecht. Op 24 juli 2021 omstreeks 12:58 uur bevindt de Citroen Jumpy, voorzien van kenteken [kenteken] in Tienhoven aan de lek. Het voertuig staat stil voor
[huisnummer] . Omstreeks 13:05 komt het voertuig weer in beweging en rijdt weer in de richting van het Noorden.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 12 augustus 2021, opgenomenop pagina 220 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 10] :
In onderzoek Fauna werd tijdens een doorzoeking aan de [straatnaam] te Leeuwarden, een bewakingssysteem (VCR) in beslaggenomen. Op de harde schijf van het bewakingssysteem werd data opgeslagen van de beveiligingscamera’s die rondom de woning van verdachte [verdachte] hangen. Bij het onderzoeksteam is bekend dat [verdachte] verblijft/ woont bij zijn vriendin [naam 3] aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Door mij werd specifiek gezocht op de dagen 13 en 14 juli 2021. Namelijk is dan door middel van een peilbaken te zien dat de Citroen Jumpy, in gebruik bij verdachte [medeverdachte 5] , in de buurt van de woning van [verdachte] aanstraalt. Op 13 juli 2021 omstreeks 16:10 uur is te zien dat [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] de woning van [verdachte] binnengaan. Omstreeks 16:37 uur verlaten beide mannen de woning.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen
(met als bijlagen de whatsappgesprekken op pagina 242 - 286)d.d. 9 september 2021, opgenomen op pagina 238 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 11] :
Op 29 juli 2021 werd de telefoon van verdachte [medeverdachte 4] in beslag genomen voor het onderzoek Fauna. In de telefoon bevond zich een SIM kaart met het telefoonnummer [telefoonnummer] , het telefoonnummer in gebruik bij verdachte [medeverdachte 4] . Met toestemming van de officier van justitie werden de gegevens op de telefoon door mij onderzocht naar contacten met medeverdachten en andere zaaks gerelateerde informatie en werd het volgende bevonden:
Contact [medeverdachte 5] . [telefoonnummer]
In de contactenlijst van [medeverdachte 4] staat [medeverdachte 5] gekoppeld aan het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit de CIOT bevraging op dat nummer blijkt dat het telefoonnummer op naam staat van het bedrijf Hoogwerktechniek Noord Nederland, het bedrijf waarvoor [medeverdachte 5] werkzaam is.
WhatsApp
Via de communicatie app Whatsapp hebben [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] bijna dagelijks contact met elkaar. Op de telefoon zijn Whatsapp berichten terug te lezen vanaf 7 maart 2021. Uit dit WhatsApp contact zijn door mij zaaks gerelateerde gesprekken geselecteerd.
- Op 20 juni 2021, omstreeks 19.00 uur vraag [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] wanneerhet donker wordt en of ze zo wat in zijn garage kunnen gooien.
- Op 22 juni 2021, omstreeks 22.19 uur vraag [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] of hij devolgende dag zijn auto kan lenen om “loog” te halen. [medeverdachte 5] zegt toe dat dat kan. [medeverdachte 4] geeft aan dat morgen [verdachte] ook geld voor hem heeft. [medeverdachte 5] zegt dat hij gaat proberen of hij kan bestellen op naam van de zaak. NB. “loog” kan gebruikt worden als ontstopper.
- Op 12 juli 2021, omstreeks 23.00 uur, vraagt [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] of hijmorgen mee gaat naar Leeuwarden voor een werkbespreking en een andere aanpak. [medeverdachte 5] antwoord met :”Oké”.
- Op 23 juli 2021, omstreeks 13.52 uur, vraagt [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] of hijmorgen mee gaat naar Nieuwegein naar de [straatnaam] , [naam 2] [telefoonnummer] . [medeverdachte 4] stuur daarbij een foto van de route mee.
- Op 27 juli 2021, omstreeks 11.47 uur, vraagt [medeverdachte 4] of [medeverdachte 5] geldheeft. [medeverdachte 5] zegt dat ze zo langs de lasser moeten.
- Op 29 juli 2021, omstreeks 09.53 uur vraagt [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 4] of hetgisteren nog gelukt is. [medeverdachte 4] antwoord dat [naam 4] er nu is en dat ze de bak gaan leeggooien en die shit dan gaan dumpen.
Contact [verdachte] , [telefoonnummer]
In de contactenlijst van [medeverdachte 4] staat [verdachte] vermeld als [verdachte] met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit een tapgesprek op 31 maart 2021 bleek dat [verdachte] gebruik maakte van dit telefoonnummer.
- Op 29 juni 2021, omstreeks 13.24 uur hebben [medeverdachte 4] en [verdachte] contact met elkaar.
[verdachte] stuurt dat hij er aan komt en vraagt aan [medeverdachte 4] of hij klaar met opruimen is. - Op 1 juli 2021, omstreeks 19.05 uur, gaat het gesprek tussen [medeverdachte 4] en [verdachte] over ene “ [naam 5] ”. Uit het gesprek blijkt dat ze niet te spreken over hem zijn. Verder gaat het gesprek over het inrichten van een werkplaats zodat ze niemand verder nodig zijn en onafhankelijk zijn. [verdachte] zegt dat hij er staat voor [medeverdachte 4] en “ [naam 5] " en dat hij het zelf moet uitleggen. [medeverdachte 4] stelt voor dat [verdachte] goede tekeningen maakt en dat het dan wel gemaakt wordt.
- Op 4 juli 2021, omstreeks 18.15 uur, vraag [medeverdachte 4] wat de bedoeling is en wanneer hijklaar moet staan. [verdachte] zegt dat dinsdag het lasapparaat binnen is.
- Op 20 juli 2021, omstreeks 13.26 uur, stuurt [verdachte] naar [medeverdachte 4] dat ze thuis gaanopruimen en naar de stort gaan. Ook gaan spullen van “ [naam 5] ” weggooien. Buur gaat dat in de bus gooien. [verdachte] zegt dat het wel eerst schoongemaakt moet worden. [medeverdachte 4] zegt dat ze eerste fusten gedaan hebben.
- Op 23 juli 2021, omstreeks 13.40 uur, vraagt [verdachte] of [medeverdachte 4] al iets van [naam 6] heeft gehoord. [medeverdachte 4] zegt dat hij direct gaat bellen. [verdachte] stuurt daarna een advertentie van Marktplaats door van een melktank die 600 euro kost.
- Op 24 juli 2021, omstreeks 10.02 uur, vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 4] of het wat is.
[medeverdachte 4] zegt dat het een mooi ding is, dat hij er bij staat maar dat er geen geld van af kan.
- Op 26 juli 2021, omstreeks 13.44 uur, stuurt [verdachte] naar [medeverdachte 4] dat het lassen zoklaar is. Ook vraagt hij of ze al begonnen zijn met opruimen. [medeverdachte 4] zegt dat hij nog niet bezig is geweest omdat hij nog niks van buur heeft gehoord. [verdachte] zegt dat ze anders morgen maar een kar moeten gaan huren.
- Op 27 juli 2021, omstreeks 12.35 uur, gaat het gesprek tussen [medeverdachte 4] en [verdachte] over het opruimen een dag later, samen met buur.
Contact [medeverdachte 1] , [telefoonnummer]
Via de communicatie app WhatsApp heeft [medeverdachte 4] contact met het telefoonnummer [telefoonnummer]
(Noot griffier: moet [telefoonnummer] zijn, zie pagina 290). Uit de gesprekken kan worden geconcludeerd dat [medeverdachte 1] de daadwerkelijke gebruiker van het toestel is. Een enkele keer beantwoord [naam 7] een chat van [medeverdachte 4] , waarbij zij aangeeft dat [medeverdachte 4] met haar appt en niet met [medeverdachte 1] . Vanaf 17 augustus 2020 hebben [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] bijna dagelijks contact. Uit dit WhatsApp contact zijn door mij de zaaks gerelateerde gesprekken geselecteerd.
- Op 16 maart 2021, omstreeks 20.06 uur, stuurt [medeverdachte 1] een foto naar [medeverdachte 4] dat hij de adres gegevens van [medeverdachte 4] heeft verstuurd in verband met een levering door Alibaba.
- Op 6 april 2021, omstreeks 13.36 uur, stuurt [medeverdachte 1] dat hij nog voor 8K spullen heeftbesteld. Dit zou worden verstuurd vanuit Duitsland. In het gesprek schrijft [medeverdachte 1] “van poeder tot olie". [medeverdachte 4] zegt dat hij geld wil verdienen en dat zijn zakken leeg zijn.
- Op 1 mei 2021, omstreeks 20.12 stuurt [medeverdachte 1] dat ze morgen weer los gaan.
[medeverdachte 1] zegt dat ze die poeder gaan uitrekken en dan gaan vacuüm trekken. Daar krijgen ze CM (Crystal Meth) voor terug dat 8,5K waard is.
- Op 3 mei 2021, omstreeks 22.00 uur, is er een gesprek tussen [medeverdachte 4] en
[medeverdachte 1] over een productieproces waarbij Fosfor, Soda, water moet worden gebruikt. Er volgt een berekening door [medeverdachte 1] wat er precies moet gebeuren.
- Op 8 mei 2021, omstreeks 19.53 uur, stuurt [medeverdachte 1] dat hij op maandagmiddag eenafspraak heeft. Ook willen ze van die “sjap" uit Leeuwarden potten en pannen hebben.
[medeverdachte 1] stuurt dat ze BMK kunnen omzetten naar “A”. Een pakket kost ze 1140 voor 8a olie.
- Op 13 mei 2021, omstreeks 00.05 uur, stuurt [medeverdachte 1] een foto van een afzuiger naar[medeverdachte 4] . Ook stuurt [medeverdachte 1] dat ze een nieuwe pan moeten kopen van 72 liter. [medeverdachte 4] stuurt dat het werk nu kan beginnen en dat de plek er al is.
- Op 26 mei 2021, omstreeks 15.55 uur, vraagt [medeverdachte 4] hoe het zit met die chinezen.[medeverdachte 1] stuurt [medeverdachte 4] een screenshot van een chatbericht waarop te lezen is dat de BMK en PMK klaar staan voor verzending.
- Op 28 mei 2021, omstreeks 22.59 uur, stuurt [medeverdachte 1] [medeverdachte 4] een weblinkover citroenzuur. Volgens [medeverdachte 1] moetje dit warm maken, 15 kilo op 25 liter water. Volgens [medeverdachte 1] is dat beter dan zoutzuur maar rookt het niet. Hij wil die zoutzuur bewaren voor vriezen later.
-Op 10 juni 2021, omstreeks 23.31 uur, stuurt [medeverdachte 4] dat iemand aan hem had gevraagd hoe het kan dat sos een roze kleur kan krijgen. [medeverdachte 1] zegt dat het dan verbrand is met omzetten naar poeder. Volgens [medeverdachte 1] kan je het ook goed uitkoken en wordt het wel zuiver.
- Op 15 juni 2021, omstreeks 23.42 uur, stuurt [medeverdachte 1] een Whatsapp screenshot tussenhem en een onbekend persoon. In dit gesprek vraagt [medeverdachte 1] om een RVS buis van 20 cm en een diameter van 150 mm en een 6x 1/2 “ lassok. In de chat met [medeverdachte 1] vraagt hij zich af hij morgen dan mee aankomt. Gesprek gaat verder over dat het ook kan zonder filter, maar met filter wordt er 6/7 k bespaard.
- Op 17 juni 2021, omstreeks 15.09 uur, stuurt [medeverdachte 4] een screenshot van een factuurnaar [medeverdachte 1] . Op deze factuur staat een bestelling op naam van [medeverdachte 4] van een wok brander voor 194,85 euro.
- Op 19 juni 2021, omstreeks 16.24 uur, vraagt [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 1] of hij eenPH meter heeft. [medeverdachte 1] stuurt dat deze bij de afzuigbox ligt.
- Op 21 juni 2021, omstreeks s 16.15 uur, [medeverdachte 1] een screenshot van een bestelling vanbeitspasta. [medeverdachte 4] zegt dat het alleen verstuurd kan worden naar een adres.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen
(met als bijlagen de verstuurden berichten op pagina 293 - 329)d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 291 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
Op 18 oktober 2021 werd de telefoon van verdachte [medeverdachte 1] in beslag genomen voor het onderzoek Fauna. In de telefoon bevond zich een SIM kaart met het telefoonnummer [telefoonnummer] , het telefoonnummer in gebruik bij verdachte [medeverdachte 1] .
Programma Gebruikersnaam
Telegram [naam 8]
15-10-2021 [naam 9] en [naam 8]
In deze chat vraagt [naam 8] waarom zijn pakket niet is verstuurd van maart. Het gaat om 25 KG BMK poeder.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 augustus 2021,opgenomen op pagina 171 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 12] :
Op donderdag 29 juli 2021 werd [medeverdachte 4] , geboren op [geboortedatum] 1990 te
[geboorteplaats], wonende [straatnaam] te Nieuw Roden, aangehouden in het onderzoek FAUNA. Dit betreft een onderzoek naar de productie van en handel in synthetische drugs. [medeverdachte 4] zat als bestuurder in een witte Citroen Jumpy voorzien van het kenteken [kenteken] . Achter het voertuig was een gesloten aanhangwagen bevestigd.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.
1 december 2021, opgenomen op pagina 348 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant J. van der Werk:
Op vrijdag 30 juli 2020 omstreeks 14:020 uur heb, ik samen met een collega van de forensische opsporing een doorzoeking gedaan in een 2-tal voertuigen.
Citroën Jumpy [kenteken] met aanhanger:
Nadat wij deze goederen naast de aanhanger hadden gezet, rook ik, de weeïge/ zoete lucht van synthetische drugs. Vervolgens hebben we een zwarte vuilniszak gepakt, welke enigszins "lekte", in deze zak zat een steelpannetje en een soeplepel. Het is ons ambtshalve bekend dat deze goederen gebruikt worden bij het vervaardigen van synthetische drugs. Ik kreeg hierbij een onbekende vloeistof op mijn arm, hierop voelde ik dat deze vloeistof meteen op zijn huid brandde. Mogelijk dat in deze vuilniszak (en meerdere in de aanhangwagen) restant zit van stoffen die gebruikt worden bij het vervaardigen van synthetische drugs. Hierop is de aanhanger door ons weer gesloten in afwachting van de bevindingen van het LFO. In de Citroën Jumpy lag een metalen plaat met mogelijk dacty en drugskristallen erop. Achter in de Jumpy bij de deuren lag geel zand. Het was mij bekend dat bij de dumping in Foxwolde een emmer met kristallen en soortgelijk zand was aangetroffen.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 augustus 2021,opgenomen op pagina 415 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 10] :
In de laadruimte van de Citroen Jumpy werd op de vloer een substantie aangetroffen. De geur van de substantie was chemisch. Door de LFO is deze substantie ter plaatse getest en het betrof: 2-broom-4methylpropiofenon te zijn. Precursor van Mefedron (Ook wel miaw miaw genaamd).
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor
(met fotobijlagen)
d.d. 17 augustus 2021, opgenomen op pagina 379 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 10] :
V: In dit onderzoek hebben wij gezien dat voertuigen van verdachten bij jou bedrijf zijn geweest. Wat kun je er over zeggen?
A: De dag voordat het lab is ontmanteld, heb ik bezoek gehad van 2 mensen. Dat was op 27 juli 2021 geloof ik. Een van die jongens was [medeverdachte 5] . Die ken ik omdat ik zijn vader ken en omdat hij met mijn broertje om ging. Die andere persoon kende ik niet.
V: Dus ze kwamen bij je langs op de zaak en toen?
A: Ik zag [medeverdachte 5] de loods in lopen en dacht direct dat ik daar die melktank voor moest lassen.
Hij had zelf de onderdelen meegenomen die er op gelast moesten worden. Het ging om 4 of 5 dingetjes.
V: Waar voor dingetjes?
A: Ik moest een gat afdichten aan de bovenkant. Ook moest ik een koppelstuk met draadjes vastlassen.
V: Was het een nieuwe tank?
A: Het was een gebruikte tank. Die onderdelen waren nieuw. Hij heeft me niet verteld waar de onderdelen of de tank vandaan kwamen.
O: Foto's zijn als foto 1 en 2 bij het verhoor gevoegd.
A: Dat is de ketel waaraan ik heb gewerkt.
O: Op de getoonde foto’s heeft de getuige aangegeven wat hij heeft gelast.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen
(met foto bijlagen)d.d. 4 augustus 2021, opgenomen op pagina 416 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 13] en [verbalisant 14] :
Op donderdag 29 juli 2021, omstreeks 14:15 uur hebben wij een onderzoek ingesteld op de volgende locaties:
[straatnaam] te Nieuw-Roden
[straatnaam] te Nieuw-Roden
De locatie [straatnaam] betrof een twee onder één kapwoning met links naast de woning twee geschakelde garages welke los van de woning waren gesitueerd. De rechter garage behoorde tot de woning met perceelnummer 9.
In de garage stonden naast diverse fietsen en tuinbenodigdheden diverse jerrycans en een 120 liter klemdekselvat. Na het openen van het klemdekselvat kwam er een geur uit welke wij ambtshalve herkenden als de geur van benzylmethylketon (BMK). Één witte jerrycan met blauwe dop van 30 liter had een tekst aan de bovenzijde “Fos”. De vloeistof hierin werd door ons bemonsterd FD = ‘fosforzuur”
(S1a - AAMY0853NL). Een blauwe jerrycan van 20 liter met de opschrift “formamide” werd door ons indicatief getest als FD= formamide
(S2a - AAMY0855NL). Verder troffen wij 2 blauwe jerrycans van 20 liter aan waarvan er één verpakt zat in een grijze vuilniszak. Eén jerrycan bleek leeg en de andere gevuld met ongeveer één liter heldere rokende vloeistof. Gelet op de geur en de damp betreft het hier vermoedelijk zoutzuur
(S3a - AAMY0856NL).Eén jerrycan rood van kleur 20 liter met een restant heldere vloeistof werd door ons bemonsterd
(S4a - AAMY0857NL). In een blauwe vuilniszak zat een stukgesneden 5 liter jerrycan en een ijzeren pollepel. Onder in voornoemde zak lag een gering laagje vloeistof welke door ons werd bemonsterd
(S5a - AAMY0858NL). In het klemdekselvat van 120 liter, waar een gat in het midden van de deksel zat en welke onderaan nagenoeg over de gehele ronding was doorgezaagd, namen wij een monster van een bruine substantie (geur BMK) met witte poederresten
(S6a+b - AAMY0883NL).Als referentie werd een monster genomen van de door ons gebruikte methanol
(S7a - AAMY0881NL).
De locatie [straatnaam] betrof een twee onder één kap woning met rechts achter de woning gelegen een vrijstaande schuur/garage met twee naar buiten slaande tuindeuren. Voor de garage stond een vierkante roestvrijstalen bak welke vermoedelijk als Au bain-marie bak werd gebruikt. In de garage troffen wij een horizontale roestvrijstalen en gemodificeerde reactieketel aan. De reactieketel was voorzien van een reflux (verticaal geplaatste koelhuis) en was aan de bovenzijde voorzien van een industriële klep met sluiting. De reactieketel had als afmetingen; lengte 115 cm en een doorsnede van 75 cm Inhoud 507 liter. Zeer waarschijnlijk was deze reactieketel nog niet gebruikt gezien de aangetroffen staat. De aangebrachte modificaties waaronder het aanbrengen en plaatsen van een reflux (koelhuis) maakt deze reactieketel geschikt voor de vervaardiging van synthetische drugs in casu amfetamine. De aangetroffen reactieketel vertoond uiterlijke overeenkomsten met soortgelijke reactieketels welke in amfetamine laboratoria zijn aangetroffen. Onder de werkbank troffen wij twee roestvrijstalen koelhuizen aan welke konden worden gebruik als zogenaamde refluxen. Eén buis had een lengte van 100 cm en een diameter van
16
cm. De andere had een lengte van 87 cm en een doorsnede van 10 cm. Tevens stond er een vrieskist in de garage waarin 6 zakken zaten elk met een inhoud van 25 kg. Indicatief werd de inhoud, kristalachtig wit poeder, van twee zakken positief getest op MAPA
(MethylAllaacetylPhenylAcetaat)
(B1a en B1b - AANK8023NL en AANK0888NL). Op de bodem van de vriezer lag een vloeistof laag waarvan een monster werd genomen
(B1c - AAMY0889NL).In een blauwe jerrycan zat een vloeistoflaagje welke riekte naar amfetamine. Hiervan werd door ons een monster genomen
(B2a - AAMY0890NL).Verder troffen wij 4 Prima gasflessen aan en 1 Rijngas gasfles aan. In een gele boodschappentas zaten diverse koppelingen en afsluiters. In een kliko in de achtertuin, naast de vierkante rvs bak, lag een doos met daarop de afbeelding van een roermixer.
Deze roermixer werd aangetroffen op de tuintafel.
Interpretatie LFO:
Geconstateerd is dat:
• In een garage aan de [straatnaam] te Nieuw Roden een ton en jerrycans stonden opgeslagen metdaarin restanten formamide, fosforzuur, zoutzuur en BMK;
• In een garage aan de [straatnaam] te Nieuw Roden 150 kg MAPA, een rvs reactieketel met reflux,twee rvs koelhuizen, een Au Bain Mariebak plus jerrycans met fosforzuur, formamide en een vloeistof met de geur van amfetamine stonden opgeslagen;
• Zoutzuur en fosforzuur kunnen worden gebruikt bij de omzetting van MAPA in BMK. BMK is deprecursor ten behoeve van (met)amfetamine. Zoutzuur, formamide en BMK kunnen worden gebruikt voor de vervaardiging van amfetamine.
• Een Au bain-marie bak kan in combinatie met het 120 liter klemdekselvat en zoutzuur of fosforzuuren MAPA worden gebruikt voor de vervaardiging van BMK. MAPA is een preprecursor welke geen legitiem doel heeft en veelvuldig in laboratoria wordt gebruikt voor de vervaardiging van BMK;
• De rvs reactieketel met reflux alsmede de twee koelhuizen kunnen worden gebruikt bij devervaardiging van amfetamine via de Leuckart synthese;
• 150 kg MAPA kan worden gebruikt voor de vervaardiging van 153 en 204 kg amfetamine pasta.
19. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie vanVeiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.08.04.056, d.d. 25 augustus 2021, opgenomen op pagina 440 e.v. van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.B.M. van Esh - De Bruin, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
AANK8023NL / B1a monster wit poeder en brokjes, volgens opgave afkomstig uit "Wit kristal poeder (FD MAPA)" bevat (vrijwel) uitsluitend MAPA.
AAMY0888NL / B1b monster wit poeder en brokjes, volgens opgave afkomstig uit "Wit kristal poeder (FD Mapa)'' bevat (vrijwel) uitsluitend MAPA.
AAMY0889INL / B1c gele vloeistof, volgens opgave afkomstig uit "Vloeistof bodem vrieskist' bevat een lage concentratie BMK in een zwak alkalische waterige vloeistof.
AAMY0890NL / B2a B2a blauwe vloeistof, volgens opgave "Monster uit blauwe jerrycan restant vloeistof geur amfetamine” bevat BMK en MAPA in methanol.
In relatie tot drugs wordt MAPA gebruikt voor het vervaardigen van BMK, een grondstof voor amfetamine of metamfetamine.
20. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie vanVeiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.08.04.056, d.d. 7 september 2021, opgenomen op pagina 446 e.v. van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.B.M. van Esh - De Bruin, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
AAMY0853IML/ S1a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster uit jerrycan met opschrift Fosforzuur" bevat fosforzuur, resultaat conform opschrift.
AAMY0855NL / S2a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster restant uit jerrycan fd formamide" bevat formamide.
AAMY0856NL / S3a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster heldere vloeistof uit jerrycan" bevat (vrijwel) uitsluitend een geconcentreerde oplossing van zoutzuur in water.
AAMY0857NL / S4a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster uit rode jerrycan restant heldere vloeistof" bevat mierenzuur.
AAMY0858NL/ S5a kleurloze vloeistof met crèmekleurige deeltjes, volgens opgave "Vloeistofmonster uit zak met pollepel" bevat 2-broom-4'-methylpropiofenon in fosforzuur.
AAMY0883NL / S6a+b twee wattenstaafjes volgens opgave "2 x swap" Hiervan werd onderzocht: crèmekleurige en groene resten op de tip van één wattenstaafje voornamelijk aan amfetamine gerelateerde syntheseverontreinigingen en lage concentraties amfetamine en BMK aangetoond. AAMY0881NL / S7a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster blanco Methanol" geen Opiumwetsubstanties of grondstoffen/hulpstoffen/tussen- producten aangetoond.
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 29 juli 2021, opgenomen op pagina 941 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 15] :
Op donderdag, 29 juli 2021 werd voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in een hoekwoning aan de, [straatnaam] te Leeuwarden.
Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
Schoenendozen met vermoedelijk verdovende middelen
2 Robijn dozen met vermoedelijk verdovende middelen
Verhuisdoos met hierin 20 verpakkingen met hierin vermoedelijk verdovende middelen
Mondmasker/gasmasker
Glazen potje met mogelijk verdovende middelen
Opslag bewakingscamera's
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verdovende middelen d.d. 2 september 2021, opgenomen op pagina 454 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 16] en [verbalisant 17] :
Op 2 augustus 2021 werd een reeds een onderzoek uitgevoerd op één van de 40 verpakkingen van het onderstaande goed waarvan een proces verbaal is opgemaakt.
SIN : AAOT9158NL
Omschrijving : 40 verpakkingen bestaande uit gesealde, kleurloze plastic zakken met daarin kleurloze kristallen.
Netto gewicht : 39,91 kilogram
SIN Monster (van verpakking welke op 2 augustus 2021 onderzocht werd) :
AAON1712NL
23. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie vanVeiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.08.04.100, d.d. 5 augustus 2021, opgenomen op pagina 436 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.B.M. van Esh - De Bruin, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
AAON1712NLmonster kleurloze kristallen bevat (vrijwel) uitsluitend MAPA
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 9 augustus2021, opgenomen op pagina 587 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 3] :
V: Wie maken er allemaal gebruik van jou telefoon met nummer [telefoonnummer] ? A: Ik zelf en [verdachte] omdat zijn telefoon kapot was.
V: Verder is er op zolder een mondmasker/gasmasker van het merk Drager aangetroffen. Van wie is die?
A: Het zal wel van hem zijn.
25. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 29 juli 2021,opgenomen op pagina 804 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 5] :
V: Met wie ga je om?
A: Ik denk dat je doelt op de buurjongen, daar ga ik weleens mee om. Dit is [medeverdachte 4] .
V: Jij zei, ik ben met [medeverdachte 4] mee geweest en nu zit ik hier. Hoe zit dat?
A: [medeverdachte 4] is zijn schuur aan het opruimen geweest en ik weet dat daar jerrycans staan, daar zat wat in wat weg moest. Die jerrycans die kan je niet naar de stort brengen. Ik heb ook een nieuwe vrieskist meegenomen. Die was ook van [medeverdachte 4] .
V: Heb je voertuigen tot je beschikking?
A: Ja. De werkauto. Dat is een citroen Jumpy XL.
V: Wie maken hier gebruik van jouw auto? A: Ja, ik en [medeverdachte 4] dus.
26. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 30 juli 2021,opgenomen op pagina 810 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 5] :
V: Wat denk jij van die jerrycans dan?
A: Dat daar iets in zit of er uit moet of er in moet.
V: Wat dan?
A: Ik denk dat dat te maken heeft met drugs. Dat weet ik wel zeker.
O: Verbalisanten laten de verdachte een foto zien van de situatie van de schuur. Deze wordt bij het verhoor gevoegd.
V: Wat is dat op de foto?
A: Dat is een melktank. Die komt ook bij [medeverdachte 4] uit de schuur. Die vriezer en die melktank heb ik samen met [medeverdachte 4] in mijn schuur gezet.
V: Hoelang staat het al bij jouw in schuur?
A: Ik denk een dag of vier.
V: Hoe heb je dat gedaan dan?
A: Met mijn auto. Dat ding kun je zo niet tillen. [medeverdachte 4] heeft de tank achter in mijn auto gezet ik heb hem wel even geholpen met er in duwen. Ik heb de bus van zijn huis naar mijn huis gereden en daarna de tank in mijn schuur gezet. Op de foto zie ik dat er een pijp op zit. Die zat er toen nog niet op. V: En die vriezer?
A: Die had ik twee weken eerder al uit [medeverdachte 4] s schuur gehaald.
27. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 14 september 2021, opgenomen op pagina 817 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 5] :
V: Op 23 juli 2021, omstreeks 13.52 uur, vraagt [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] of hij morgen mee gaat naar Nieuwegein naar de [straatnaam] , [naam 2] [telefoonnummer] .
[medeverdachte 4] stuur daarbij een foto van de route mee. Wat moesten jullie daar doen?
A: Een ketel op halen. Hij vroeg of ik mee ging. Hij vroeg mij of ik mee ging. Ik moest rijden.
V: Hoe wist je dat het voor de productie was?
A: De heen weg in de auto met [medeverdachte 4] .
V: heb jij het vaker over synthetische drugs gehad met [medeverdachte 4] of [verdachte] ?
A: Met [medeverdachte 4] in de schuur. Ik weet dat [medeverdachte 4] zich daar mee bezig houdt.
V: Op 27 juli 2021, omstreeks 11.47 uur, vraagt [medeverdachte 4] of [medeverdachte 5] geld heeft.
[medeverdachte 5] zegt dat ze zo langs de lasser moeten.
A: Ja dat klopt, dat gaat over die ketel. Ik ben naar Roden geweest. [medeverdachte 4] moest spul op de ketel laten lassen. Ik wist daar wel iemand voor. Ik heb daar iemand voor gebeld.
V: Wist jij wat er op gelast moet worden?
A: Dat was er op getekend.
V: Wie had het erop getekend?
A: Ik denk [medeverdachte 4] . Ik weet alleen dat het erop moet worden gelast. Er moest volgens mij een buisje op. Ik ben toen naar die lasser gereden.
V: Bij wie ben jij geweest voor het lassen?
A: Bij [naam 10] .
V: Wij willen het met je hebben over 24 juni 2021. We laten jou een foto zien. Kan je aangeven wat je ziet?
A: Links ben ik, midden [medeverdachte 4] en recht [verdachte] .
V: Waar is dat?
A: Dat is bij mij op de oprit. Dat zie ik aan die witte stoelen.
V: Wat kan je vertellen over deze foto?
A: Dat heb ik in de papieren gelezen, in het dossier. Het is een koelhuis, een ijzeren buis wat later bleek een koelhuis.
A: Volgens mij kwamen [verdachte] en [medeverdachte 4] aan rijden in die audi toch? De kofferbak ging open, toen hebben we die buis eruit gepakt.
Bewijsoverwegingen
Feit 1:
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Op 29 juli 2021 treft de politie in de schuren aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden goederen en
stoffen aan die gebruikt kunnen worden voor het produceren van synthetische drugs. Er was op dat moment geen sprake van een werkend drugslaboratorium, de goederen waren niet aangesloten en de ketel was nog niet gebruikt.
Dat een medeverdachte, waar verdachte blijkens de stukken in het dossier veelvuldig contact mee had, drugsafval heeft gedumpt, maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat verdachte, al dan niet samen met één of meer anderen, in de ten laste gelegde periode synthetische drugs heeft geproduceerd. Niet is duidelijk geworden waar het afval vandaan komt en welke rol verdachte in een productieproces zou hebben gespeeld.
Het aanwezig hebben van amfetamine en mefedron acht de rechtbank evenmin bewezen, omdat deze stoffen bij de doorzoekingen niet zijn aangetroffen. Het enkele feit dat in een klemdekselvat, dat in de schuur op de [straatnaam] is aangetroffen, in een substantie lage concentraties amfetamine is aangetroffen, is onvoldoende voor een bewezenverklaring voor het aanwezig hebben gehad van amfetamine in de ten laste gelegde periode.
Feit 2:
Verdachte heeft met betrekking tot het aanwezig hebben van 40 kilogram MAPA een bekennende verklaring afgelegd. Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat hij, al dan niet met één of meer anderen, voorbereidingshandelingen heeft verricht met betrekking tot het vervaardigen van
synthetische drugs. Verdachte heeft verklaard dat hij wel aanwezig is geweest op de percelen aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden, maar dat hij daar enkel op visite kwam. Naar het oordeel van de rechtbank vindt deze ontkennende verklaring van verdachte weerlegging in de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen en de overige stukken in het dossier. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig. De rechtbank heeft daarbij onder andere gelet op de volgende bevindingen van de politie.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte en de medeverdachten in de periode van 1 maart 2021 tot en met 29 juli 2021 veelvuldig contact met elkaar hadden, dat zij veelvuldig en in wisselende samenstelling aanwezig waren op elkaars woonadressen (er zijn meerdere reisbewegingen waargenomen van en naar Leeuwarden, Nieuw-Roden en Groningen) en dat zij drugsgerelateerde berichten naar elkaar stuurden. Medeverdachte [medeverdachte 1] stuurt op 6 april 2021 een bericht naar medeverdachte [medeverdachte 4] dat hij voor 8K spullen heeft besteld. Dit zou worden verstuurd vanuit Duitsland. In het gesprek schrijft [medeverdachte 1] “van poeder tot olie”. Medeverdachte [medeverdachte 4] reageert hierop met de opmerking dat hij geld wil verdienen en zijn zakken leeg zijn. Op 24 juni 2021 ziet een observant dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 4] twee gasflessen uit de auto van verdachte naar de woning aan de [straatnaam]
(woning van medeverdachte [medeverdachte 5] ) tillen. Enkele minuten later haalt medeverdachte [medeverdachte 4] , in het bijzijn van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 5] , een destilleerkolom uit de auto van verdachte. Op 12 juli 2021 stuurt medeverdachte [medeverdachte 4] naar medeverdachte [medeverdachte 5] of hij de volgende dag meegaat naar een werkbespreking in Leeuwarden. Op de inbeslaggenomen camerabeelden van de [straatnaam] is vervolgens te zien dat medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] op 13 juli 2021 bij verdachte op bezoek gaan. Verdachte stuurt op 23 juli 2021 een bericht naar medeverdachte [medeverdachte 4] met een link naar een advertentie van een melktank. Medeverdachte [medeverdachte 4] neemt vervolgens contact op met de verkoper en haalt de melktank de volgende dag samen met medeverdachte [medeverdachte 5] op. Op 27 juli 2021 helpt verdachte medeverdachte [medeverdachte 5] met een aanhangwagen, waarna medeverdachte [medeverdachte 5] naar [bedrijf 2] rijdt om daar de melktank gereed te maken voor het produceren van synthetische drugs. Op 29 juli 2021 treft de politie in de schuren aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden goederen en stoffen aan die gebruik kunnen worden voor het produceren van synthetische drugs.
Gelet op de rol van verdachte en medeverdachten oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
De rechtbank acht op grond van het bovenstaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] voorbereidingshandelingen heeft verricht met betrekking tot het produceren van synthetische drugs.
Pleegperiode
Gelet op de reisbewegingen en de chatberichten in het dossier is de rechtbank van oordeel dat verdachte tezamen en in verenging de gehele ten laste gelegde periode voorbereidingshandelingen heeft gepleegd. De rechtbank heeft daarbij met name gelet op het chatbericht van 16 maart 2021 tussen medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] , waaruit volgt dat medeverdachte [medeverdachte 1] al op 10 maart 2021 bezig was met het bestellen van precursoren die vervolgens verzonden moesten worden naar de woning aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden.
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat niet aan verdachte te verwijten valt dat hij de garages op de [straatnaam] te Nieuw-Roden ter beschikking heeft gesteld en dat er geen chatberichten van verdachte zijn aangetroffen over het produceren van synthetische drugs. De rechtbank volgt dat standpunt niet, omdat de rechtbank bewezen acht dat de gedragingen in de tenlastelegging tezamen en in vereniging zijn gepleegd. Verdachte en zijn medeverdachten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de ten laste gelegde gedragingen.
Feit 3:
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. De rechtbank overweegt daartoe dat niet is gebleken dat verdachte op enige wijze betrokken was bij het dumpen van drugsafval. Het dossier bevat geen aanknopingspunten dat verdachte aanwezig was bij het dumpen van de drugsafval dan wel op enigerlei andere wijze betrokken was. Evenmin volgt uit het dossier waarvan de gedumpte drugsafval afkomstig is. Dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen maakt naar het oordeel van de rechtbank niet zonder meer dat verdachte zich eveneens tezamen en in verenging schuldig heeft gemaakt aan het dumpen van drugsafval.
Bewezenverklaring
Parketnummer 18/750029-18 ten tijde van de uitspraak gewijzigd in 18/275353-22 (Trausti)
De rechtbank acht de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 01 september 2017 tot en met 12 december 2017, te Suwâld, gemeente Tytsjerksteradiel, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft vervaardigd, bereid, bewerkt, verwerkt
-een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (3,4 methyleendioxymethamfetamine) en
-een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid, van een materiaal bevattende MDMA-HCL (kristallen) (3,4-methyleendioxymethamfetamine) en/of amfetamine, zijnde MDMA (3,4methyleendioxymethamfetamine)
2.
hij op of omstreeks 12 december 2017, te Suwâld, gemeente Tytsjerksteradiel, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken en/of vervaardigen van een materiaal bevattende MDMA (3,4methyleendioxymethamfetamine) en/of amfetamine, zijnde MDMA (3,4-
methyleendioxymethamfetamine) en/of amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, een of meer stoffen, te weten
- formamide en
- methylamine en
- zoutzuur en
- PMK en
- BMK en
- aceton en
- mierenzuur en
- APAA en
- N-formylamfetamine
en/of een of meer voorwerpen, te weten
- vaten (inhoudende vloeistoffen) en
- ketels en
- IBC tanks en
- vriezers en
- jerrycans en
- gasflessen en
- RVS ketels en
- gemodificeerde biervaten en
- zakken caustic soda en
- klemdekselvaten en/of emmers en
- destillatieketels en
- drukreactieketels en
- RVS au-bain-marie bakken en
- vacuümpompen en
- weegschalen en
- gasbranders en/of branderbakken en
- maatbekersvoorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die stoffen en voorwerpen bestemd waren tot het plegen van dat feit;
Parketnummer 18/202898-21 (Fauna)
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
2.
hij in de periode van 1 maart 2021 tot en met 29 juli 2021 te Leeuwarden en/of Nieuw-Roden en/of Roden, gemeente Noordenveld, en/of Groningen en/of Oosterwolde, gemeente Ooststellingwerf, en/of Smilde en/of Nieuwegein, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervaardigen van een of meer hoeveelhe(i)d(en)
(meth)amfetamine, zijnde (meth)amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en te bevorderen:
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeftgetracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist ofernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, immers, heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) in voornoemde periode en op een of meer van voornoemde pleegplaatsen (telkens):
- ( een deel van) een of meer woning(en)/schu(u)r(en)/garage(s) aan de [straatnaam] en/of
[straatnaam] in Nieuw-Roden en/of [straatnaam] in Leeuwarden (als opslagruimte voor chemicaliën en grondstoffen en (laboratorium)benodigdheden ter beschikking gesteld en/of
- een of meer vervoermiddelen ter beschikking gesteld en gebruikt en voorhanden gehad van en naarvoornoemd woning(en)/schu(u)r(en)/garage(s) aan de [straatnaam] en/of [straatnaam] in NieuwRoden en/of
- informatie uitgewisseld over de bereidingswijze en/of het productieproces vansynthetische drugs en/of
- onderdelen van een productieopstelling aangeschaft en voorhanden gehad, waaronder een of meerRVS-reactieketels en/of koelhuizen en/of gasbranders en/of afsluiters en/of
- ( laboratorium)benodigdheden en gereedschappen aangeschaft en/of laten aanschaffen en/ofvervoerd en/of laten vervoeren en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad, waaronder een of meer gasflessen en jerrycans en een vrieskisten en een roermixer en een klemdekselvat en/of
- de goederen in de woning(en)/schu(u)r(en)/garage(s) aan de [straatnaam] en [straatnaam] inNieuw-Roden getild en/of
- chemicaliën en grondstoffen, bedoeld voor de productie van BMK (Benzylmethylketon) en/of(meth)amfetamine, aangeschaft en opgeslagen en voorhanden gehad, waaronder (ongeveer) 40 kilogram MAPA en (ongeveer) 150 kilogram MAPA en BMK en formamide en mierenzuur en fosforzuur en zoutzuur en
- één van zijn mededaders op de hoogte gehouden over de levering/aankoop van chemicaliën en/ofgrondstoffen voor het vervaardigen van precursoren, en/of (laboratorium)benodigdheden en/of - handschoenen en een gasmasker voorhanden gehad.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 18/750029-18 ten tijde van de uitspraak gewijzigd in 18/275353-22 (Trausti)
Feit 1 Primair:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B en D van de Opiumwet gegeven verbod en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Feit 2 primair:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
Parketnummer 18/202898-21 (Fauna)
Feit 2:
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zichzelf en een ander gelegenheid en middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en vervoermiddelen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht, gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en een geldboete van € 20.000,-. De officier van justitie heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de strafbare feiten en met de omstandigheid dat de redelijke termijn in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) is overschreden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met de rol van verdachte in het geheel, de persoonlijke omstandigheden van verdachte en met de omstandigheid dat de redelijke termijn in de zin van artikel 6 EVRM is overschreden. De raadsman heeft gepleit voor het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur dat verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) van 28 maart 2022 en de aanvulling daarop van 30 september 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft in de periode van 1 september 2017 tot en met 12 december 2017 samen met anderen in Suwâld MDMAHCL en amfetamine geproduceerd. Ook heeft hij deze middelen voorhanden gehad. In de schuur waarin de productieplaats was ingericht, is circa 1.500 liter kristallisatieafval aangetroffen. Dit wijst op de productie van circa 300 kilo en vermoedelijk circa 500 kilo MDMA-HCL. Hieruit zouden minimaal 1.4 miljoen en vermoedelijk 2.3 miljoen xtc-tabletten kunnen worden geproduceerd. Verdachte heeft aldus samen met anderen op zeer grote schaal MDMA-HCL en daarnaast amfetamine geproduceerd. Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het verrichten van voorbereidingshandelingen om ook na 12 december 2017 MDMA en amfetamine te produceren.
De productie van MDMA-HCL en amfetamine is een zeer kwalijk strafbaar feit. Deze drugs zijn verslavend en schadelijk voor de volksgezondheid. Bovendien is het productieproces (brand)gevaarlijk en het produceren van drugs gaat bovendien gepaard met andere vormen van criminaliteit zoals het lozen van afvalstoffen doorgaans in de natuur of oppervlaktewateren. Dit laatste levert een behoorlijke schadepost op voor de samenleving. Door zijn handelen heeft verdachte hieraan een kwalijke bijdrage geleverd.
Daarnaast heeft verdachte in de periode van 1 maart 2021 tot en met 29 juli 2021 zich nogmaals schuldig gemaakt aan het verrichten van voorbereidingshandelingen voor het produceren van synthetische drugs. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan, omdat hij voor die periode reeds meerdere malen is aangehouden in verband met het produceren van synthetische drugs en in het onderzoek Trausti was geschorst onder voorwaarden. Kennelijk heeft dit verdachte niet weerhouden om zich opnieuw bezig te gaan houden met het (voorbereiden van) produceren van synthetische drugs.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soort gelijke feiten.
Gelet op de aard en ernst van de feiten, zoals hiervoor uiteengezet, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De reclassering heeft op 28 maart 2022, aangevuld op 30 september 2022, een reclasseringsadvies opgesteld. Hieruit volgt - kort samengevat - dat er sprake is van een duidelijke weerstand tegen reclasseringsbemoeienis. Ten tijde van het toezicht heeft de reclassering twee officiële waarschuwingen gegeven voor het niet verschijnen op meldplichtafspraken en het geen contact meer kunnen krijgen met verdachte. Het kost moeite om verdachte aan de afspraken te laten houden. Het is onduidelijk of verdachte zich laat beïnvloeden op een positieve manier. Het advies van de reclassering is dan ook om geen bijzondere voorwaarden op te leggen.
De rechtbank neemt dit advies van de reclassering over.
Door de raadsman is een beroep gedaan op overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Het eerste verhoor van de verdachte door de politie heeft niet steeds als zodanige handeling te gelden. Wel dienen de inverzekeringstelling van de verdachte en de betekening van de dagvaarding als een zodanige handeling te worden aangemerkt.
Als uitgangspunt heeft te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De redelijke termijn is in de zaak met parketnummer 18/7500219-18 (onderzoek Trausti) aangevangen op het moment van de inverzekeringstelling, te weten 1 mei 2018. De rechtbank wijst eindvonnis op 27 oktober 2022. Van bijzondere omstandigheden die van invloed zijn geweest op de redelijke termijn is niet gebleken. Dit betekent dat de redelijke termijn van twee jaren in aanzienlijke mate is overschreden, te weten met ruim 29 maanden. De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht passend en geboden. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de aanzienlijke overschrijding van de redelijk termijn.
De rechtbank legt een lagere straf op dan de officier van justitie heeft gevorderd, omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt. De rechtbank zal geen geldboete opleggen. Gelet op de financiële positie van verdachte en de geringe legale inkomsten zou een geldboete neerkomen op het uitzitten van vervangende hechtenis.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47, 55, 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10, 10a van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder parketnummer 18/202898-21 onder 1 en 3 en onder parketnummer 18/143675-22 onder 1, 2 en 3 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder parketnummer 18/750029-18 (ten tijde van de uitspraak gewijzigd in 18/27535322) onder 1 primair en 2 primair en onder parketnummer 18/202898-21 onder 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Eelsing, voorzitter, mr. B.F. Hammerle en mr. H. Supér, rechters, bijgestaan door mr. J.D. Zwaagstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 oktober 2022.
Mr. B.F. Hammerle en mr. H. Supér zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
proces-verbaal met nummer NNRAA17051 (onderzoek Trausti), pagina 875 e.v.
proces-verbaal met nummer NNRAA17051 (onderzoek Trausti), pagina 394 e.v.
proces-verbaal met nummer 2017196244 (onderzoek Dagfinnur), pagina 257 e.v