ECLI:NL:RBNNE:2022:4432

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
27 oktober 2022
Publicatiedatum
29 november 2022
Zaaknummer
18/750029-18
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor productie en handel in synthetische drugs met overschrijding van de redelijke termijn

De rechtbank Noord-Nederland heeft op 27 oktober 2022 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het produceren en aanwezig hebben van MDMA-HCL en amfetamine, evenals het voorbereiden van de vervaardiging van deze stoffen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij de productie van synthetische drugs in een drugslaboratorium in Suwâld, waar aanzienlijke hoeveelheden MDMA-HCL en amfetamine zijn aangetroffen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarbij de rechtbank rekening heeft gehouden met de overschrijding van de redelijke termijn van meer dan 29 maanden. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele andere ten laste gelegde feiten, waaronder het dumpen van drugsafval en het produceren van amfetamine in andere locaties. De rechtbank heeft de ernst van de feiten benadrukt, gezien de schadelijke impact van synthetische drugs op de volksgezondheid en de samenleving. De verdachte heeft geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten, maar de rechtbank heeft zijn rol in de drugshandel zwaar meegewogen bij de strafoplegging.

Uitspraak

Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Assen
Parketnummers 18/750029-18 (ten tijde van de uitspraak gewijzigd in 18/275353-22); 18/202898-21 (ttz. gev.); 18/143675-22 (ttz. gev.).
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 27 oktober 2022 in de zaken van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] , wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 6 oktober 2022.
Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. B. Hartman, advocaat te
Amsterdam-Duivendrecht, in de zaken met parketnummers 18/750029-18 en 18/143675-22 en mr. M. Kuipers, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht in de zaak met parketnummer 18/202898-21. Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. R. Janssens.
Tenlastelegging
De (gewijzigde) tenlastelegging in de zaak met parketnummer 18/750029-18, de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 18/143675-22 en de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 18/202898-21 zijn als bijlagen aan dit vonnis gehecht.
Aan verdachte is tenlastegelegd, kort en feitelijk weergegeven, dat verdachte:
18/750029-18
1.
in of omstreeks de periode van 1 september 2017 tot en met 12 december 2017 te Suwâld, gemeente Tytsjerksteradiel, al dan niet samen met één of meer anderen, MDMA en/of amfetamine opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, afgeleverd, versterkt en/of vervoerd en/of
in elk geval ongeveer 587 gram, in elk geval een hoeveelheid, MDMA-HCL (kristallen) en/of amfetamine opzettelijk aanwezig heeft gehad
(primair)
dan wel dat hij medeplichtig is geweest
(subsidiair);
2.
op of omstreeks 12 december 2017 te Suwâld, gemeente Tytsjerksteradiel, al dan niet samen met één of meer anderen, de productie en handel van MDMA en/of amfetamine heeft voorbereid en/of bevorderd
(primair)dan wel dat hij daaraan medeplichtig is geweest
(subsidiair);
18/143675-22
1.
in of omstreeks de periode van 7 februari 2018 tot en met 22 maart 2018, te Zuidlaarderveen, al dan niet samen met één of meer anderen, MDMA en/of amfetamine opzettelijk heeft bereid, bewerkt, verwerkt, vervaardigd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad;
2
.
in of omstreeks de periode van 7 februari 2018 tot en met 22 maart 2018, te Zuidlaarderveen, al dan niet samen met één of meer anderen, de productie en handel van MDMA en/of amfetamine heeft voorbereid en/of bevorderd;
3
.
op of omstreeks 21 maart 2018, in de gemeente Marum, al dan niet samen met één of meer anderen, de productie en handel van MDMA en/of amfetamine heeft voorbereid en/of bevorderd;
18/202898-21
1
.
in of omstreeks de periode van 1 maart 2021 tot en met 29 juli 2021 te Nieuw-Roden, gemeente Noordenveld, althans in Nederland, al dan niet samen met één of meer anderen, (meth)amfetamine en/of mefedron (4-MMC) opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, versterkt, vervoerd, vervaardigd, althans aanwezig heeft gehad;
2.
in of omstreeks de periode van 1 maart 2021 tot en met 29 juli 2021 te Leeuwarden en/of NieuwRoden en/of Roden, gemeente Noordenveld, en/of Groningen en/of Oosterwolde, gemeente Ooststellingwerf, en/of Smilde en/of Nieuwegein, al dan niet samen met één of meer anderen, de productie en handel van (meth)amfetamine heeft voorbereid en/of bevorderd;
3.
op of omstreeks 28 juli 2021 te Foxwolde en/of Roderesch, gemeente Noordenveld, al dan niet samen met één of meer anderen, opzettelijk, zich van (gevaarlijke) (afval)stoffen heeft ontdaan door deze al dan niet in verpakking - buiten een inrichting te storten, anderszinds op of in de bodem te brengen of te verbranden.
Beoordeling van het bewijs
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor de onder parketnummer
18/750029-18 onder 1 primair en 2 primair, onder parketnummer 18/143675-22 onder 2 en onder parketnummer 18/202898-21 onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten. De officier van justitie heeft vrijspraak gevorderd voor de onder parketnummer 18/143675-22 onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten. Hij heeft daartoe het volgende - overeenkomstig het door hem overlegde requisitoir aangevoerd, kort en zakelijk weergegeven:
18/750029-18 onder 1 en 2 primair (onderzoek Trausti):
Aantreffen drugslaboratorium
Medeverdachte [medeverdachte 1] is op 7 oktober 2021 veroordeeld voor het medeplegen van het vervaardigen van MDMA en/of amfetamine en het voorhanden hebben van een hoeveelheid MDMA (kristallen) en amfetamine gedurende de periode van 1 september 2017 tot en met 12 december 2017 te Suwâld (zie: ECLI:NL:RBNNE:2021:4363). Dat er gedurende die periode een drugslaboratorium voor amfetamine of MDMA was in Suwâld en dat daarbij een hoeveelheid amfetamine
enof MDMA voorhanden was, kan gelet op de overwegingen van de rechtbank 7 oktober 2021 ook in deze zaak bewezen worden.
Betrokkenheid verdachte en medeverdachten
Bij de schuur, waarin het drugslaboratorium is aangetroffen, aan de [straatnaam] te Suwâld stond een camerasysteem opgesteld die van 29 mei 2017 tot en met 12 december 2017 heeft opgenomen. Verdachte wordt op deze beelden meerdere malen door twee verbalisanten herkend, voor het eerst op 7 september 2017 en voor het laatst op 10 december 2017. De herkenning van zowel verbalisant [verbalisant 1] als verbalisant [verbalisant 2] is betrouwbaar. De herkenning van een persoon is een holistisch proces, waarbij de verbalisanten in deze zaak verdachte ambtshalve kennen en daarnaast de bewegende beelden hebben bekeken op een groot scherm. Voorts is op de stills van de camerabeelden goed te zien dat de persoon op de camerabeelden gelijkenissen vertoont met verdachte. Daar komt bij dat op de camerabeelden meermalen voertuigen zijn waargenomen die aan verdachte of aan de medeverdachten toebehoorden dan wel door hen zijn gehuurd. De auto van de vriendin van verdachte een Volkswagen Polo, waarin verdachte ook reed, werd gemiddeld zes keer per week waargenomen. Verdachte maakte in ieder geval op 10 oktober 2017 gebruik van deze auto, hij is die dag namelijk om 21:40 uur in de buurt van Leeuwarden als bestuurder van de Volkswagen Polo staande gehouden, waarbij medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] eveneens inzittenden waren van de auto. Dezelfde auto werd om 22:08 uur met drie inzittenden op de camerabeelden waargenomen bij de boerderij in Suwâld. Gelet op het tijdsverloop kan ervan worden uitgegaan dat dit verdachte en medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] waren.
Voorts zijn er DNA-sporen aangetroffen in het drugslaboratorium van medeverdachten
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Ten slotte heeft de eigenaar van de boerderij in Suwâld bij de doorzoeking een huurcontract overgelegd van de loods waarin het drugslaboratorium is aangetroffen, dat contract bleek na onderzoek een schijnconstructie. Bij de doorzoeking van de woning van de vriendin van verdachte is een USB-stick aangetroffen met hetzelfde huurcontract.
Gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden en het ontbreken van een aannemelijke verklaring van verdachte kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte, tezamen en in vereniging, betrokken was bij de productie van MDMA en amfetamine in het drugslaboratorium in Suwâld.
Gelet op de grote hoeveelheden precursoren en de aangetroffen lab-opstelling en de omstandigheid dat er al was geproduceerd, kan eveneens wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte tegelijkertijd bezig was met voorbereidingshandelingen om ook na 12 december 2017 synthetische drugs te produceren.
18/143675-22 onder 2 (onderzoek Dagfinnur):
Verdachte is op 21 maart 2018 aangetroffen in een auto met medeverdachte [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] . Op dat moment treft de politie in de auto goederen aan die te relateren zijn aan het produceren van synthetische drugs. De auto van medeverdachte [medeverdachte 3] werd op dat moment gevolgd door middel van een peilbaken in verband met een ander onderzoek. Uit de gegevens van dat peilbaken bleek dat de auto van medeverdachte [medeverdachte 3] onder andere met regelmaat een pand bezocht aan de [straatnaam] te Zuidlaarderveen en een garagebox in Leek. Hierop werd op 22 maart 2018 een doorzoeking gepland bij de [straatnaam] te Zuidlaarderveen en daar werd bij een vakantiewoning een drugslaboratorium aangetroffen dat geschikt was voor het maken van amfetamine en MDMA. Bij de doorzoeking van de garagebox in Leek werden er eveneens drugsgerelateerde stoffen en goederen aangetroffen. In die loods lag tevens een postpakketje van de KPN geadresseerd aan verdachte.
Ten slotte zijn er meerdere DNA-sporen van verdachte op diverse goederen aangetroffen in het drugslaboratorium in Zuidlaarderveen.
Gelet op bovenstaande feiten en omstandigheden kan wettig en overtuigend bewezen worden dat verdachte heeft geholpen bij het opzetten van het drugslaboratorium en dat hij op enig moment de beschikkingsmacht had over de aangetroffen stoffen en goederen in Zuidlaarderveen.
18/202898-21 onder 1, 2 en 3 (onderzoek Fauna):
De officier van justitie verwijst naar de chatgesprekken met en tussen de medeverdachten, de observaties van de politie, het onderzoek naar de drugsafvaldumping in Foxwolde en Roderesch en de doorzoekingen aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden en aan de [straatnaam] te Leeuwarden.
Dat er amfetamine en mefedrine is geproduceerd, volgt uit het feit dat er afvalstoffen zijn gedumpt van de productie van deze stoffen. Zonder productie zou er immers geen drugsafval zijn. De pleegplaats van het drugslaboratorium is onduidelijk. Het kan goed zijn dat dit in één van beide schuren was aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden, omdat de verdachten daar zeer actief waren met schoonmaken, opruimen en wegbrengen van afval. Het gedumpte drugsafval wordt daar ook ingeladen en is vervolgens in een redelijke nabijheid gedumpt. Het produceren van deze stoffen is in ieder geval in Nederland geweest, omdat de politie de verdachten in de weken voor de inval niet naar het buitenland heeft zien rijden.
Betrokkenheid verdachte
Gelet op alle bevindingen is verdachte als medepleger verantwoordelijk voor alle ten laste gelegde feiten. Het meermalen aanwezig zijn in Nieuw-Roden, het bemoeien met de aankoop van spullen, het mede regelen van een aanhangwagen voor de dumping, het dragen van gasflessen naar de woning aan de [straatnaam] , het werkoverleg dat bij verdachte heeft plaatsgevonden en de omstandigheid dat bij verdachte thuis 40 kilogram MAPA werd aangetroffen, maken dat de feiten 1, 2 en 3 op de tenlastelegging wettig en overtuigend kunnen worden bewezen.
Standpunt van de verdediging
18/750029-18 en 18/143675-22 (mr. B. Hartman)
De raadsman heeft betoogd dat verdachte in de zaken met parketnummers 18/750029-18 (Trausti) en 18/143675-22 (Dagfinnur) integraal moet worden vrijgesproken. Hij heeft daartoe - overeenkomstig zijn pleitnota - het volgende aangevoerd, kort en zakelijk weergegeven:
18/750029-18 (onderzoek Trausti):
Periode
Uit het dossier blijkt dat het drugslaboratorium op 12 december 2017 in bedrijf is geweest, maar het dossier biedt geen, dan wel onvoldoende aanknopingspunten voor wanneer de productie is aangevangen. Bij de ontmanteling van het lab is een opstelling aangetroffen die waarschijnlijk niet binnen één dag is neergezet. Echter kan niet worden uitgesloten dat de inwerkingneming van het lab een flinke aanloopperiode heeft gehad. Van het aangetroffen kristallisatieafval staat niet vast dat dit afkomstig is van het laboratorium dat in Suwâld is aangetroffen en in wat voor tijdspanne dit afval redelijkerwijs kan zijn opgebouwd. Een bewezenverklaring dient zich daarom te beperken tot de datum die wel daadwerkelijk kan worden vastgesteld, hetgeen de pleegperiode verkort tot de datum van 12 december 2017.
Feit 1 primair en subsidiair:
Verdachte ontkent niet dat hij in contact heeft gestaan met personen die betrokken zijn geweest bij het drugslaboratorium aan de [straatnaam] te Suwâld, maar wel dat hij daar zelf enige rol bij heeft gespeeld.
De herkenning van zowel verbalisant [verbalisant 1] als van verbalisant [verbalisant 2] dient met enige terughoudendheid te worden bezien. Op basis van de beelden kan wellicht iets gezegd worden over de haarkleur en het postuur van de persoon op de beelden, maar zoals jurisprudentie uitwijst is dit onvoldoende om tot enige betrouwbare herkenning te komen. De herkenningen kan dan ook niet gebezigd worden voor het bewijs.
Het enkele gegeven dat er voertuigen op het terrein zijn gesignaleerd die verdachte op naam heeft gehad dan wel op enig moment heeft gebruikt, levert geen onomstotelijk bewijs op dat verdachte ter plaatse is geweest, laat staan actieve bemoeienis heeft gehad met het aldaar aangetroffen drugslaboratorium.
Dat er in de woning van de partner van verdachte een USB-stick is aangetroffen met daarop het huurcontract past bij de levensstijl die verdachte in die periode had. Verdachte sliep vaak in de kroeg die hij had in Buitenpost en bekommerde zich weinig om zijn spullen en leende deze veelvuldig uit. Dat er op enig moment contact is geweest met groothandelaren in goederen, dan wel verhuurbedrijven waarvan de auto’s die deze bedrijven verhuurden in beeld zijn gekomen in of rondom het drugslaboratorium, is ook niet wonderbaarlijk. Verdachte heeft in die periode intensief geklust aan zijn kroeg, waarvoor hij ook wel eens een groothandel of een verhuurbedrijf heeft benaderd.
Ten slotte kan niet zomaar worden aangenomen dat verdachte zich tezamen en vereniging schuldig heeft gemaakt aan de productie van verdovende middelen. De leer omtrent het medeplegen vereist een direct betrokken rol. Het uitlenen van voertuigen, het bestellen en/of leveren van goederen zijn handelingen die niet direct in verband plegen te worden gebracht met betrokkenheid bij de productie van verdovende middelen.
Gelet op het bovenstaande kan niet onomstotelijk worden bewezen dat verdachte, al dan niet tezamen en in vereniging, betrokken is geweest bij enige drugsproductie aan de [straatnaam] in Suwâld.
Medeplichtigheid
Mocht de rechtbank van oordeel zijn dat verdachte wel op enigerlei wijze ondersteunend is geweest, heeft verdachte nimmer het opzet gehad om enige ondersteuning te bieden aan de productie van synthetische drugs. Aan de voor medeplichtigheid vereiste dubbele opzet is niet voldaan. Nu ook geen sprake is van voorwaardelijk opzet kan medeplichtigheid niet worden bewezen en dient verdachte ook hiervan te worden vrijgesproken.
Voorhanden hebben van MDMA en amfetamine
De ontmanteling van het drugslaboratorium heeft op 12 december 2017 plaatsgevonden, terwijl verdachte op 10 december 2017 voor het laatst op het terrein aan de [straatnaam] te Suwâld is gezien. Verdachte had geen kennis van de aangetroffen amfetamine dan wel MDMA en niet kan worden vastgesteld dat deze drugs op 10 december 2017 ook aanwezig waren of dat verdachte daar de beschikkingsmacht over had, zodat hij ook van het op 12 december 2017 voorhanden hebben van amfetamine en MDMA-HCL (kristallen) moet worden vrijgesproken. Nu verdachte geen enkele wetenschap had van de aanwezigheid van de aangetroffen amfetamine dan wel MDMA dient hij ook van de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid te worden vrijgesproken.
Feit 2 primair en subsidiair:
Verdachte dient te worden vrijgesproken van voorbereidingshandelingen. Hij ontkent dat hij op enig moment de goederen en/of stoffen, zoals opgenomen in de tenlastelegging, voorhanden heeft gehad en dat hij enig opzet heeft gehad op het grondfeit. Voorts blijkt uit het dossier niets over de rolverdeling of enige beschikkingsmacht over de aangetroffen goederen en/of stoffen. Bovendien kan niet worden vastgesteld dat de bewuste goederen en stoffen aanwezig waren op het moment dat verdachte ook in de schuur aanwezig was. Omdat er geen sprake was van dubbel opzet kan ook medeplichtigheid daaraan niet worden bewezen.
18/143675-22 (onderzoek Dagfinnur):
Feit 1:
Uit de stukken in het dossier volgt niet dat er sprake was van productie van MDMA/amfetamine. Bij de vakantiewoning aan de [straatnaam] te Zuidlaarderveen zijn enkel geringe hoeveelheden van precursoren aangetroffen.
Feit 2:
Verdachte ontkent dat hij voorbereidingshandeling heeft gepleegd met betrekking tot het produceren van verdovende middelen in Zuidlaarderveen. De enige connectie tussen verdachte en de aangetroffen goederen en stoffen in Zuidlaarderveen is een tweetal DNA-sporen, waarvan één is aangetroffen op een rol doorzichtige tape en de andere op een tang. Voorop dient te worden gesteld dat dit verplaatsbare goederen betreffen die geen criminogeen karakter kennen. Verder is gebleken dat niet enkel het DNA van verdachte op beide goederen zat. Omdat er geen sprake is van enig ondersteunend of richtinggevend bewijs kan ook dit feit niet bewezen worden.
Feit 3:
Niet kan bewezen worden dat verdachte enige wetenschap had van de goederen die in de auto van medeverdachte [medeverdachte 3] zijn aangetroffen noch dat verdachte de wetenschap had dat deze goederen bestemd waren voor de productie van verdovende middelen. Zie ook hetgeen de rechtbank in Groningen op 28 maart 2022 heeft overwogen bij medeverdachte [medeverdachte 3] (zie: ECLI:NL:RBNNE:2022:1211).
18/202898-21 mr. M. Kuipers (Fauna)
De raadsman heeft betoogd dat ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde een bewezenverklaring kan volgen, met dien verstande dat een flink aantal gedragingen uit de tenlastelegging dienen te worden weggestreept. De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet
worden vrijgesproken van de onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten. Hij heeft daartoe overeenkomstig zijn pleitnota - het volgende aangevoerd, kort en zakelijk weergegeven:
Feit 1:
Uit het dossier volgt niet dat er sprake was van productie van (meth)amfetamine of mefedron (4MMC). Bij de schuren aan de [straatnaam] zijn geen eindproducten aangetroffen. Er zijn enkel grondstoffen en goederen aangetroffen die gebruikt kunnen worden voor het vervaardigen van verdovende middelen. De enkele omstandigheid dat er drugsafval gedumpt is, zelfs wanneer wordt aangenomen dat verdachte hier een aandeel in had, levert geen bewijs op voor het vervaardigen van verdovende middelen.
Feit 2:
Verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd ten aanzien van het aanwezig hebben van 40 kilogram MAPA. De overige verweten gedragingen dienen te worden genuanceerd. Verdachte is niet degene geweest die de schuren aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden ter beschikking heeft gesteld. Het vervoeren van personen is niet een gedraging die onder de reikwijdte valt van 10a Opiumwet. Ten slotte is uit de chatgesprekken niet af te leiden dat er informatie wordt uitgewisseld over het productieproces van verdovende middelen dan wel precursoren.
Pleegperiode
Met betrekking tot de pleegperiode is als aanvangsdatum 1 maart 2021 genomen. Deze datum lijkt te zijn gestoeld op de meer algemene start van het opsporingsonderzoek. Gelet op de bevindingen van de observaties komt verdachte pas eind juni 2021 in beeld. Ook de bevindingen die zien op de gemaakte reisbewegingen duiden erop dat er in de daarvoor gelegen periode geen strafbare voorbereidingshandelingen door verdachte hebben plaatsgevonden. Gelet op het vorenstaande kan enkel een bewezenverklaring volgen vanaf de periode 22 juni 2021.
Feit 3:
Met betrekking tot de drugsafvaldumping in Foxwolde en Roderesch kan niet worden vastgesteld dat verdachte bij het dumpen van het drugsafval aanwezig was. Dat betekent dat een veroordeling voor dit feit enkel kan worden gestoeld op de constructie van medeplegen. Ten aanzien van de vraag of, en zo ja, hoe, er is samengewerkt met betrekking tot het dumpen van drugsafval geldt dat er geen enkele conclusie kan worden getrokken met betrekking tot de rolverdeling. De enkele omstandigheid dat een voertuig is gebruikt dat mede wordt toegeschreven aan verdachte is onvoldoende.
Oordeel van de rechtbank

18.750029-18 (Trausti)

De rechtbank acht de onder parketnummer 18/750029-18 onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten, zoals hieronder zakelijk weergegeven. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
1. De door verdachte ter zitting van 6 oktober 2022 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
De Mitsubishi Spacestar (kenteken [kenteken] ) is van mij. De Volkswagen Polo (kenteken [kenteken] ) stond op naam van mijn toenmalige partner [naam 1] . In die periode reed ik in die Volkswagen Polo.
2. Eigen waarneming van de rechtbank gedaan op de zitting van 6 oktober 2022, voor zoverinhoudend:
De rechtbank houdt aan verdachte de volgende stills van de camerabeelden voor:
pagina 545 (foto 28 en 29), pagina 554 en 555 (foto 52 en 53), pagina 556 (foto 58), pagina 566 (foto 32), pagina 576 (foto 60), pagina 583 (foto 16) pagina 590 (foto 34 en 35), pagina 596 (foto 49 en 50) en pagina 601 (foto 10).
De rechtbank ziet dat de persoon, een man, op deze stills telkens dezelfde soort kleding draagt, namelijk eenzelfde soort driekwartjas met daaronder een lichte broek. Voorts lijkt de persoon steeds iets voorover gebogen te lopen en heeft hij donker haar.
De rechtbank ziet, gelet op de vorm van het hoofd, de haarddracht, het postuur en de kleur van het haar, dat de persoon op de stills sterke gelijkenissen vertoont met verdachte.
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 december 2017,opgenomen op pagina 410 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NNRAA17051 (onderzoek Trausti) d.d. 28 augustus 2018, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 3] :
Op dinsdag 12 december 2017 heb ik het volgende bevonden. Ik was belast met het ontmantelen van een hennepkwekerij aan de [straatnaam] te Suwâld. Ik zag dat naar de kwekerij een oranje tuinslang liep. Ik verbalisant had buiten over het achter gelegen erf ook een oranje tuinslang zien lopen. Ik verbalisant had gezien dat deze tuinslang in de achtergelegen schuur door een openstaand raam naar binnen ging. Ik verbalisant ben toen naar buiten gelopen om te kijken waar de oranje tuinslang precies heen liep. Ik verbalisant kon niet ontdekken waar de slang heen liep in de schuur. Ik verbalisant zag dat alle ramen met een soort verf donker waren gemaakt. Ik verbalisant zag een uitzetraampje openstaan. Ik verbalisant zag toen ik door het raam heen keek allerlei vaten staan. Ik zag dat in deze vaten bijtende stoffen zouden moeten zitten. Ik verbalisant zag een aantal roestvrijstalen ketels staan.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 13 december 2017
(met als bijlage de lijst met inbeslaggenomen goederen d.d. 12 december 2017 p. 428 - 433), opgenomen op pagina 426 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Ik heb op 12 december 2017 en 13 december 2017 een onderzoek ingesteld op het perceel
[straatnaam] te Suwâld. Ter plaatse werd mij de schuur waarin het drugslab zich bevond gewezen.
Ik zag dat linksvoor de woning een schuur van circa 30 bij 15 meter stond waarvan de schuifdeur open was. Ik zag dat de schuur geheel in gebruik was voor de illegale vervaardiging van MDMA en amfetamine. Ik rook in de schuur een typerende geur, die ik herken als behorend bij de illegale vervaardiging van MDMA en amfetamine. Ik zag dat in deze ruimten ketels, vaten en glaswerk stonden die ik herken als behorend bij de grootschalige vervaardiging van MDMA en amfetamine. Ik zag dat er in de schuur een compleet drugreactievat met een roermotor in werking was. Ik hoorde dat de roermotor op de ketel draaide en dat er vloeistof in de ketel gemengd werd. Ik heb samen met mijn collega alle goederen in de voornoemde schuur nader onderzocht, beschreven, gefotografeerd en deels bemonsterd.
De op het perceel aangetroffen schuur was in zijn geheel in gebruik voor de zeer grootschalige vervaardiging van amfetamine vanuit BMK m.b.v. de Leuckartsynthese en van MDMA vanuit PMK met behulp van de verhoogde druk methode. Uitgaande van de aangetroffen hoeveelheid aan circa 1500 liter kristallisatieafval is er ter plaatse minimaal circa 300 en vermoedelijk circa 500 kilo MDMA-HCL gekristalliseerd. Verder is er in een emmer en op de droogdoeken circa 640 gram MDMA-HCL(kristallen) aangetroffen.
5. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2018.01.15.217, d.d. 12 april 2018, opgenomen op pagina 712 e.v. van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.G.A Sprong, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Onderzoeksmateriaal en resultaat:
AAJD6624NL/S2-A bevat formamide
AAJD6699NL/S3-A bevat methylamine in water
AAJD6697NL/S4-A bevat (geconcentreerd) zoutzuur
AAJD6696NL/S5-A bevat methanol
AAJD6695NL/S7-A bevat MDMA, PMK en gereduceerd PMK in zure aceton
AAJD6694NL/S7-B bevat MDMA, PMK en gereduceerd PMK in zure aceton
AAJD6691NL/S8-A bevat de methylester van ‘PMK-glycidezuur’
AAJD6692NL/S8-B bevat APAA
AAJD6625NL/S11-A bevat mierenzuur
AAJD6626NL/S12-A bevat MDMA en PMK in zure aceton
AAJD6627NL/S18-A bevat MDMA
AAJD6628NL/S19-A bevat MDMA
AAJD6629NL/S21-A bevat APAA
AAJD6690NL/S24-A bevat Aceton
AAJD6689NL/S25-A bevat amfetamine en amfetamine gerelateerde synthese verontreinigingen
AAJD6688NL/S26-A bevat platina
AAJD6687NL/S29-A bevat MDMA en een lage concentratie PMK
AAJD6685NL/S31-A bevat BMK
AAJD6686NL/S32-A bevat BMK
AAJD6684NL/S33-A bevat amfetamine
AAJD6630NL/S37-A bevat N-formylamfetamine
AAJD6631NL/S40-A bevat N-formylamfetamine en een lage concentratie BMK
AAJD6632NL/S44-A bevat amfetamine gerelateerde synthese verontreinigen en een lage concentratie amfetamine in methanol
AAJD6633NL/S45-A bevat amfetamine
AAJD6634NL/S47-A bevat BMK
AAJD6635NL/S48-A bevat amfetamine
AAJD6636NL/S50-A bevat BMK
AAJD6637NL/S51-A bevat MDMA en methylamine in methanol en water
AAJD6640NL/S59-A bevat PMK
AAJD6642NL/S61-A bevat PMK
AAJD6643NL/S65-A bevat BMK
AAJD6641NL/S67-A bevat BMK
AAJD6644NL/S69-A bevat amfetamine en amfetamine gerelateerde syntheseverontreiniginen
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2018, aanvullend opgenomen, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 5] :
Op dinsdag 12 december 2017 werd door de Landelijke Eenheid, dienst Landelijke Faciliteit Ontmantelen, een onderzoek uitgevoerd aan de [straatnaam] te Suwâld. In het proces-verbaal van dit onderzoek staat als interpretatie beschreven:
"Uitgaande van de aangetroffen hoeveelheid aan circa 1500 liter kristallisatieafval is er ter plaatse minimaal circa 300 en vermoedelijk circa 500 kilo MDMA-HCL gekristalliseerd." Ik heb telefonisch contact gezocht met de afdeling Verdovende Middelen van het Nederlands Forensisch Instituut. Ik hoorde dat de gemiddelde hoeveelheid MDMA-HCL in een tablet in
2017 (aangetroffen in Nederland) 210 milligram betrof. Dit betekent dat, uitgaande van de interpretatie van het LFO, er met de in dit laboratorium gekristalliseerde MDMA, minimaal circa 1.400.000 en vermoedelijk circa 2.300.000 tabletten konden worden geproduceerd.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen camerabeelden Suwald
(met als bijlagen de uitwerking waarnemingen camerabeelden op pagina 536 - 605)d.d. 16 april 2018, opgenomen op pagina 532 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
Op dinsdag 12 december 2017 omstreeks 12:30 uur werd op het adres [straatnaam] te Suwâld een camerasysteem in beslaggenomen. Ik heb deze camerabeelden uitgekeken. De uitwerking van deze waarnemingen zijn inclusief diverse screenshots van de camerabeelden, opgenomen in bijlage 1 van dit proces-verbaal. Op de beelden zijn diverse voertuigen en personen waargenomen. Met name de voertuigen VW Polo en Mitsubishi Spacestar zijn regelmatig waargenomen. Deze voertuigen zijn gelinkt aan verdachte:
[verdachte] , geboren [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] .
Mitsubishi Spacestar voorzien van kenteken [kenteken] stond van 4 november 2017 tot 18 januari 2018 op naam van [verdachte] . De VW Polo staat sinds 16 juni 2016 op naam van [naam 1] . [naam 1] is de (ex)vriendin van [verdachte] .
Uit onderzoek komen ook de volgende verdachten naar voren:
[medeverdachte 1] , geboren [geboortedatum] -1990 te [geboorteplaats] , en
[medeverdachte 2] , geboren [geboortedatum] -1985.
Voertuig: VW Polo grijs
Kenteken: [kenteken]
Tenaamstelling: [naam 1]
Aantal waarnemingen: 92
Gemiddeld per week 6,3
Voertuig: Mitsubishi Spacestar
Kenteken: [kenteken]
Tenaamstelling: [verdachte]
Aantal waarnemingen: 69
Gemiddeld per week: 4,7
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen [bedrijf 1] d.d. 9 april2018, opgenomen op pagina 652 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
Ik, heb de camerabeelden uitgekeken en zag hier het volgende op. Op vrijdag 8 september 2017 omstreeks 15:57 uur rijdt een gele bestelbus het erf op. Op de voorzijde van de bestelbus staat de tekst [bedrijf 1] . Uit onderzoek blijkt dat dit een bestelbus is, voorzien van het kenteken [kenteken] , van het bedrijf [bedrijf 1] . Deze bestelbus rijdt het erf op en rijdt achteruit naar de ingang van de schuur. Omstreeks 16:02 uur rijdt de bestelbus het erf af. Op woensdag 20 september 2017 omstreeks 15:21 uur rijdt dezelfde bestelbus weer het erf op en rijdt met de achterzijde naar de ingang van de schuur. Omstreeks 15:29 uur rijdt de bestelbus het erf af. Het voertuig rijdt deze dagen dusdanig het erf op dat het niet anders kan dat de inzittende van de bestelbus de schuur waar het laboratorium zat gevestigd bezocht. Op woensdag 24 januari 2018 ontving ik van [bedrijf 1] een huurcontract. De huurder van de desbetreffende bestelbus bleek te zijn:
[verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1983.
Op het huurcontract staat aangegeven dat de bestelbus gehuurd is van 08 september 2017 13:30 tot 08 september 2017 18:00.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen Polo d.d. 9 april 2018,opgenomen op pagina 655 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 6] :
Ik, heb de camerabeelden uitgekeken en zag hier het volgende op. Op maandag 4 september 2017 omstreeks 20:17 uur, rijdt voor het eerst een grijze Volkswagen Polo het erf op. Het kenteken is niet leesbaar. Op vrijdag 15 september 2017 is het kenteken leesbaar op de camera. De Volkswagen Polo is voorzien van het kenteken [kenteken] . De te naam gestelde van dit kenteken betreft:
[naam 1] , geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats] .
In de periode van 1 september 2017 tot en met 12 december 2017 wordt dit voertuig 92 keer waargenomen op de camerabeelden. [naam 1] is de (ex) vriendin van [verdachte] geboren [geboortedatum] 1983. Het voertuig parkeert dusdanig op het erf dat het niet anders kan dat de inzittende van het voertuig de schuur waar het laboratorium zat gevestigd bezocht.
10. Een schriftelijk bescheid, te weten een mutatie rapport d.d. 11 oktober 2017, opgenomen oppagina 659 e.v. van voornoemd dossier, voor zover inhoudend:
Op dinsdag 10 oktober 2017, omstreeks 21:40 uur, reden wij achter een grijze Volkswagen Polo, vvk [kenteken] , rijdend op de N355 Rijksstraatweg richting Leeuwarden. De Polo gaf op enig moment richting, stuurde half in en reed vervolgens rechtdoor. Dit gaf voor ons de aanleiding voor een staande houding. Het voertuig werd bestuurd door [verdachte] . Hij verklaarde in de auto van zijn vriendin te rijden. In het voertuig zaten nog twee mannen. Hen naar hun identiteit gevraagd. Zij bleken te zijn [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 april 2018,opgenomen op pagina 703 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 1] :
Donderdag 12 april 2018 heb ik, verbalisant [verbalisant 1] , de beelden bekeken van het onderzoek naar het drugslab in Suwâld. Ik herkende een drietal ambtshalve bekende personen op de beelden te weten: [medeverdachte 1] (geboren [geboortedatum] 1990), [verdachte] (geboren [geboortedatum] 1983) en [medeverdachte 2] (geboren [geboortedatum] 1985). Ik heb kortgeleden met al deze personen te maken gehad. [verdachte] werd door collega's en mij op 21 maart 2018 aangehouden. Op 8 april 2018 heb ik met [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , naar aanleiding van een stilhouding op basis van de Wegenverkeerswet, een kort gesprek gevoerd. Ik heb in verband met de hoeveelheid beeldmateriaal een schifting moeten maken welke beelden door mij werden bekeken.
Op de beelden voorzien van de datum 07/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 10:47 zag ik dat onder andere twee personen in het beeld verschenen. Ik herken deze personen als voornoemde [medeverdachte 1] en [verdachte] .
Op de beelden voorzien van de datum 07/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 18:25 zag ik dat onder andere een persoon in het beeld verscheen. Ik herken deze persoon als [medeverdachte 1] .
Op de beelden voorzien van de datum 07/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 18:30 zag ik dat onder andere een persoon, in het beeld verscheen. Ik herken deze persoon als [medeverdachte 1] .
Op de beelden voorzien van de datum 07/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 18:32 zag ik dat onder andere een persoon in het beeld verscheen. Ik herken deze persoon als [medeverdachte 1] .
Op de beelden voorzien van de datum 12/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 23:07 zag ik dat onder andere een persoon in het beeld verscheen. Ik herken deze persoon als [verdachte] . Ik zag tevens dat [verdachte] een zwart gekleurd schoudertasje droeg.
Op de beelden voorzien van de datum 13/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 12:12 zag ik dat onder andere een persoon in het beeld verscheen. Ik herken deze persoon als [verdachte] .
Op de beelden voorzien van de datum 14/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 17:45 zag ik dat onder andere een persoon in het beeld verscheen. Ik herken deze persoon als [medeverdachte 1] .
Op de beelden voorzien van de datum 15/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 13:57 zag ik dat onder andere een persoon en een voertuig in het beeld verscheen. Ik zag dat het kenteken van het voertuig [kenteken] betrof en dat [medeverdachte 1] linksachter uit het voertuig stapte.
Op de beelden voorzien van de datum 16/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 11:08 zag ik dat onder andere een voertuig in het beeld verscheen. Ik zag vervolgens dat [medeverdachte 1] aan de bij rijders zij de uit dit voertuig stapte.
Op de beelden voorzien van de datum 20/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 17:50 zag ik dat onder andere een grijze Volkswagen Polo in het beeld verschijnt. Ik herken de bestuurder van dit voertuig als [verdachte] .
Op de beelden voorzien van de datum 27/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 11:28 uur zag ik dat onder andere persoon in het beeld verschijnt. Ik herken deze persoon als [verdachte] .
Op de beelden voorzien van de datum 27/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 16:35 uur zag ik dat onder andere 3 personen in het beeld verschenen. Ik herken één van deze persoon als [verdachte] en één andere persoon als [medeverdachte 1] .
Op de beelden voorzien van de datum 27/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 17:35 zag ik dat onder andere twee personen in het beeld verschenen. Ik herken deze personen als [verdachte] en [medeverdachte 1] .
Op de beelden voorzien van de datum 29/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 17:26 zag ik dat onder andere een persoon in het beeld verscheen. Ik herken deze persoon als [verdachte] .
Op de beelden voorzien van de datum 30/09/2017 en voorzien van het tijdstip: 17:12 zag ik dat onder andere een persoon in het beeld verscheen. Ik herken deze persoon als [verdachte] .
Op de beelden voorzien van de datum 26/10/2017 en voorzien van het tijdstip: 21:57 zag ik dat onder
andere een voertuig in het beeld verscheen. Ik herken de bij rij der van dit voertuig als [medeverdachte 1] en de bestuurder als [verdachte] .
Op de beelden voorzien, van de datum 07/11/2017 en voorzien van het tijdstip: 00:23 zag ik dat onder andere een persoon met een pet in het beeld verscheen. Ik herken deze persoon als [medeverdachte 2] .
Op de beelden voorzien van de datum 09/12/2017 en voorzien van het tijdstip: 17:35 zag ik dat onder andere een voertuig in het beeld verschenen. Ik herken de bijrijder als [verdachte] en [medeverdachte 1] als de persoon die achterin het voertuig zat.
Op de beelden voorzien van de datum 10/12/2017 en voorzien van het tijdstip: 15:34 zag ik dat onder andere een. persoon in het beeld verscheen. Ik herken deze persoon als [verdachte] .
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 april 2018, opgenomen op pagina 706 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 2] :
Ik ontving een verzoek om een aantal foto's te kijken. Dit waren foto's gemaakt van camerabeelden van camera’s die hingen bij een boerderij in Friesland waar een drugslaboratorium was aangetroffen in december 2017.
Bij het zien van de foto's herkende ik direct de mij ambtshalve bekende [medeverdachte 1] en [verdachte] op deze foto's. Het waren meerdere foto's van meerdere, verschillende dagen en tijdstippen. Op 21 en 22 maart 2018 heb ik een aantal keren in verhoor gezeten met verdachten [medeverdachte 1] en [verdachte] . Deze verdachten zijn mij daardoor ambtshalve bekend en zodoende heb ik een goed beeld van het uiterlijk en het postuur van deze beide heren. Vervolgens heb ik op donderdag 12 april 2018 de bewegende beelden bekeken van de momenten dat er zich personen in de directe omgeving van de boerderij in Friesland bevinden. De vraag was of ik deze personen kon herkennen. Op de volgende dagen en tijdstippen zag ik beide verdachten, [medeverdachte 1] en [verdachte] tegelijk in beeld:
07 september 2017 omstreeks 10:47 uur
27 september 2017 omstreeks 16:35 uur
27 september 2017 omstreeks 17:35 uur
26 oktober 2017 omstreeks 21:57 uur
09 december 2017 omstreeks 17:35 uur
Op de volgende dagen en tijdstippen zag ik de mij ambtshalve bekende [verdachte] in beeld verschijnen:
12 september 2017 omstreeks 23:07 uur
13 september 2017 omstreeks 12:12 uur
20 september 2017 omstreeks 17:50 uur
27 september 2017 omstreeks 11:28 uur
29 september 2017 omstreeks 17:26 uur
30 september 2017 omstreeks 17:12 uur
10 december 2017 omstreeks 15:34 uur
Op de volgende dagen en tijdstippen zag ik de mij ambtshalve bekende [medeverdachte 1] in beeld verschijnen:
7 september 2017 omstreeks 18:30 uur
14 september 2017 omstreeks 17:45 uur
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 2 mei 2018, opgenomen op pagina 735 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 7] :
Het onderzoek is verricht in een vrijstaande schuur gelegen bij de boerderij, perceel
[straatnaam] in Suwâld, binnen de gemeente Tytsjerksteradiel. Mij werd verzocht om aan de hand van dactyloscopisch en/of DNA-onderzoek, de identiteit van de gebruikers van het laboratorium vast te stellen.
De schuur waarin het laboratorium was aangetroffen, is gelegen op circa 10 meter ten oosten van de boerderij, [straatnaam] te Suwâld. In de noordgevel van de schuur bevonden zich dubbelle schuifdeuren. Achter deze deuren bevond zich een (gedeeltelijk) met plastic afgeschermde ruimte (nader aan te duiden als voorste ruimte). Ik zag dat in deze ruimte o.a. een palletkar met een intermediate bulk container (IBC-container), een losse
IBC-container en diverse vaten en jerrycans met chemicaliën, gascilinders en een pallet met zakken stonden. Op de losse IBC-container lag o.a. een schroevendraaier. Achter het plastic waarmee deze ruimte was afgeschermd bevond zich een grotere ruimte (nader aan te duiden als grote ruimte). In deze ruimte stonden o.a. diverse destillatieketels, gasflessen met daarop aangesloten gasbranders, een palletkar en diverse vaten en IBC-containers met chemicaliën. Ik zag dat in deze ruimte zowel op een destillatieketel en een jerrycan schuifmessen lagen. Voorts zag ik dat in deze ruimte een emmer stond met daarin diverse gele huishoudhandschoenen. Naast deze emmer stonden plastic bakken. In deze bakken lagen twee (kennelijk een paar) overwegend oranje werkhandschoenen. Op een in deze ruimte staande tafel lagen o.a. een rol vuilniszakken en een notitieblokje. Op een stoel lag een rol grijze duct-tape. Voorts zag ik dat op een metalen stellage een aantal delen duct-tape waren geplakt.
De volgende voorwerpen zijn door mij met wattenstaafjes bemonsterd op biologische contactsporen. Deze bemonsteringen werden voorzien van de navolgende SIN:
AALH1537NL Bemonstering van linker huishoudhandschoen (AADL7743NL) aangetroffen in emmer in de grote ruimte.
14. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, zaaknummer 2018.01.15.217, d.d. 29 maart 2018, opgenomen op pagina 780 e.v. van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. V. van Marion, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
Het doel van dit onderzoek Is het vaststellen van wie het DNA in de bemonsteringen afkomstig kan zijn. Resultaten, interpretatie en conclusie vergelijkend DNA-onderzoek:
AALH1537NL#01, bemonstering binnenzijde linker handschoen, behalve manchet,
DNA-profiel van ten minste één persoon, het DNA kan afkomstig zijn van [medeverdachte 1] ;
AALH1537NL#01
Het is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker dat de bemonstering DNA van [medeverdachte 1] en geen of één onbekende persoon bevat dan dat de bemonstering DNA bevat van één of twee willekeurig onbekende personen.
Bewijsoverwegingen
Feit 1:
Periode
Gelet op de grote hoeveelheid aangetroffen kristallisatieafval, de aangetroffen resten amfetamine en de grote activiteit bij de schuur is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat het drugslaboratorium al geruime tijd voor 12 december 2017 in werking was. Een drugslaboratorium is zeer lucratief en daarom is het aannemelijk dat er in het drugslaboratorium vrij snel na 1 september 2017 synthetische drugs werden geproduceerd. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat het laboratorium in de gehele ten laste gelegde periode in werking is geweest.
Betrokkenheid verdachte
Op 12 december 2017 werd in een schuur aan de [straatnaam] te Suwâld een in werking zijnde drugslaboratorium aangetroffen voor het op zeer grote schaal vervaardigen van amfetamine en MDMA. Het dossier bevat, naast de resultaten van het onderzoek naar de aangetroffen middelen, onder meer camerabeelden van het betreffende perceel aan de [straatnaam] te Suwâld. Tevens is Op 1 mei 2018 tijdens de doorzoeking op het adres [straatnaam] te Beilen, het adres van de toenmalige vriendin van verdachte, een USB-stick aangetroffen met daarop een bestand met de naam "huurovereenkomst huurdersvriendelijk.docx.pages". De inhoud van het bestand is een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte gelegen aan de [straatnaam] te Suwâld.
1
Verbalisant [verbalisant 6] heeft de camerabeelden gedurende de gehele ten laste gelegde periode bekeken. De verbalisant ziet op deze beelden veel activiteit rondom de schuur waarin het drugslaboratorium is aangetroffen, waarbij diverse voertuigen en personen zijn waargenomen. De twee voertuigen die het meeste werden waargenomen door verbalisant [verbalisant 6] zijn een Volkswagen Polo en een Mitsubishi Spacestar. De Volkswagen Polo werd in de periode van 4 september 2017 tot met 19 oktober 2017 92 keer waargenomen. De Mitsubishi Spacestar werd in de periode 6 november 2017 tot en met 12 december 2017 69 keer waargenomen. Het kenteken van de Volkswagen Polo is op 15 september 2017 goed leesbaar, namelijk [kenteken] . Uit onderzoek blijkt dat de eigenaar van deze Volkswagen Polo [naam 1] is, de toenmalige vriendin van verdachte. Voorts is gebleken dat verdachte op 4 november 2017 eigenaar werd van een Mitsubishi Spacestar, twee dagen daarna werd voor het eerst een Mitsubishi Spacestar waargenomen op de camerabeelden. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de eigenaar van de Mitsubishi Spacestar was en dat hij ook regelmatig reed in de Volkswagen Polo van zijn toenmalige vriendin. Ten slotte is op 8
september 2017 en op 20 september 2017 een bestelbus gezien met de tekst [bedrijf 1] , waarbij de verbalisant opmerkt dat de bestelbus dusdanig het erf op rijdt dat het niet anders kan dan dat de inzittende van de bestelbus de schuur, waarin het drugslaboratorium bevond, bezocht. Uit onderzoek blijkt dat deze bestelbus is gehuurd door verdachte.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben een deel van de camerabeelden bekeken, waarbij zij verdachte in de periode van 7 september 2017 tot en met 10 december 2017 op twaalf momenten hebben herkend. Uit de beschrijving van de camerabeelden volgt dat de persoon, die verbalisanten als verdachte hebben herkend, op negen van die momenten is gearriveerd en vertrokken met een Volkswagen Polo.
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat de camerabeelden van dusdanige slechte kwaliteit zijn dat de beelden en de daarbij horende herkenningen niet gebezigd kunnen worden als bewijsmiddel. De rechtbank volgt het verweer van de raadsman niet. Verdachte is op twaalf verschillende momenten door twee verschillende verbalisanten herkend, waarbij hij negen keer is gearriveerd met een Volkswagen Polo die te linken is aan de toenmalige partner van verdachte. Voorts is verdachte op 10 oktober 2017 samen met medeverdachte [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] rond 21:40 uur op de N355 richting Leeuwarden staande gehouden als bestuurder van dezelfde Volkswagen Polo. Om 22:08 uur rijdt vervolgens een Volkswagen Polo het terrein op in Suwâld met drie inzittenden. Gelet op de korte tijd tussen het staande houden en het arriveren van een Volkswagen Polo op het terrein in Suwâld kan het niet anders dan dat het verdachte was die op dat moment het terrein in Suwâld op reed.
Daar komt bij dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij ook reed in de Volkswagen Polo. Ten slotte heeft de rechtbank op de zitting van 6 oktober 2022 de stills van de camerabeelden voorgehouden en daarbij waargenomen dat de persoon op de stills steeds dezelfde persoon lijkt te zijn en dat die sterke gelijkenissen vertoont met verdachte. De rechtbank is daarmee van oordeel dat geen twijfel bestaat aan de betrouwbaarheid van de herkenningen van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] en hun bevindingen mee kunnen worden genomen voor het bewijs.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij nimmer bij de schuur en de woning aan de [straatnaam] te Suwâld is geweest, dat hij niks wist van het daar aanwezige drugslaboratorium, dat hij zichzelf niet herkent in de camerabeelden en dat hij in die periode vaak zijn spullen, waaronder zijn auto, zonder na te denken uitleende aan verschillende personen. Desgevraagd wil verdachte niet aangeven aan wie allemaal hij zijn auto heeft uitgeleend. De verklaring van verdachte, dat hij zijn auto vaak uitleende in de ten laste gelegde periode wordt niet ondersteund door de stukken in het dossier en kan doordat verdachte niet wil aangeven aan wie hij zijn auto uitleende niet geverifieerd worden. Gelet op de bewijsmiddelen en de daaruit te trekken conclusies had het op de weg van verdachte gelegen om opheldering te verschaffen en de bewijsmiddelen te ontzenuwen, hetgeen hij heeft nagelaten. De rechtbank acht deze verklaring van verdachte ongeloofwaardig.
Gelet op het feit dat verdachte twaalf keer is herkend op de camerabeelden, dat op de beelden 163 keer een voertuig is waargenomen die te linken is aan verdachte (Volkswagen Polo, Mitsubishi Spacestar en bestelbus [bedrijf 1] ) is de rechtbank van oordeel dat verdachte gedurende de ten laste gelegde periode prominent aanwezig was bij de schuur aan de [straatnaam] te Suwâld en dat hij daarom een actieve rol had bij het vervaardigen van synthetische drugs. Dat oordeel wordt versterkt door het feit dat verdachte op 10 oktober 2017 in de Volkswagen Polo is staande gehouden en dat medeverdachte [medeverdachte 1] toen bij hem in de auto zat. Van medeverdachte [medeverdachte 1] is DNA aangetroffen in het drugslaboratorium. Daar komt nog bij dat in de woning van de toenmalige partner van verdachte een USB-stick is aangetroffen waarop het huurcontract van de schuur aan de [straatnaam] te Suwâld staat. Uit het onderzoek van de politie is gebleken dat dit huurcontract een schijnconstructie is.
2
Gelet op de omvang van het drugslaboratorium, de grote mate van activiteit bij de schuur en de omstandigheid dat verdachte meerdere malen op het terrein is gezien samen met medeverdachte [medeverdachte 1] waarvan DNA is aangetroffen in het drugslaboratorium, acht de rechtbank bewezen dat verdachte dit feit samen met anderen heeft gepleegd.
Tevens is cumulatief ten laste gelegd het voorhanden hebben van 587 gram MDMA-HCL en/of amfetamine.
Op basis van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat verdachte in ieder geval op 10 december
2017 nog bij het drugslaboratorium is geweest. Gelet op de langere periode dat het drugslaboratorium in werking is geweest en de prominente en actieve rol die verdachte bij de productie had, is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat hij in de ten laste gelegde periode op enig moment een hoeveelheid MDMA-HCL en/of een hoeveelheid amfetamine voorhanden heeft gehad.
Niet kan worden vastgesteld dat verdachte is geweest die samen met één of meer anderen de beschikkingsmacht had op 12 december 2017 over ongeveer 587 gram MDMA-HCL. Verdachte zal daarom van dat deel van de tenlastelegging worden vrijgesproken
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank zowel het vervaardigen als het voorhanden hebben van synthetische drugs zoals ten laste gelegd onder 1 wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2:
De in de tenlastelegging genoemde stoffen en goederen zijn op 12 december 2017 in het drugslaboratorium aan de [straatnaam] te Suwâld aangetroffen. Op dat moment was het drugslaboratorium in werking en was het, indien de inval niet had plaatsgevonden, de bedoeling om ook na 12 december 2017 met deze goederen en stoffen synthetische drugs te produceren. Op grond van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat verdachte op 10 december 2017 in de schuur met het drugslaboratorium aanwezig was en dat hij zich op dat moment bezighield met het vervaardigen van synthetische drugs. Omdat er, blijkens de camerabeelden, tussen 10 december 2017 en 12 december 2017 geen grote verhuisbewegingen hebben plaatsgevonden bij de schuur waarin zich het drugslaboratorium bevond, had verdachte naar het oordeel van de rechtbank op 10 december 2017 de beschikkingsmacht over de aangetroffen goederen en stoffen en heeft verdachte aldus voorbereidingshandelingen verricht om ook na 12 december 2017 amfetamine en MDMA te vervaardigen.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank het onder 2 ten laste gelegde eveneens wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank merkt daarbij op dat het hier om een eendaadse samenloop gaat met het onder 1 bewezenverklaarde feit.

18.143675-22 (Dagfinnur)

Feit 1:
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Blijkens het proces-verbaal van verbalisanten [verbalisant 18] en [verbalisant 19] (LFO)
3is achter de vakantiewoning aan de [straatnaam] te Zuidlaarderveen een provisorische tent met dekzeilen gemaakt. Direct naast de tent stond een opslaghokje. In de provisorische tent en het opslaghokje zijn restanten van amfetamine en MDMA, en ook andere goederen aangetroffen die volgens het LFO karakteristiek zijn voor de productie dan wel bewerking van amfetamine en MDMA. Hoewel het NFI in haar rapport van 28 mei 2018 heeft geconcludeerd dat er ook grondstoffen zijn gevonden die kunnen worden gebruikt voor de productie van amfetamine en MDMA, kan naar het oordeel van de rechtbank niet ondubbelzinnig worden vastgesteld dat er sprake is geweest van een ter plaatse werkend drugslaboratorium waar synthetische drugs zijn vervaardigd. Zo is er slechts een geringe hoeveelheid residu op de goederen aangetroffen, waarbij de exacte hoeveelheden onbekend zijn gebleven. Bovendien kan op grond van de voorhanden zijnde bewijsmiddelen niet worden uitgesloten dat de aangetroffen materialen en goederen tweedehands zijn en/of mogelijk zijn gebruikt bij een ander drugslaboratorium.
Feit 2:
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Er zijn
DNA-sporen van verdachte aangetroffen op een waterpomptang en op een rol tape. De waterpomptang en de tape lagen in de nabijheid van goederen en stoffen die gebruikt kunnen worden voor het produceren van synthetische drugs. Hoewel dat een stevige verdenking oplevert, is enkel het aantreffen van het DNA van verdachte op twee verplaatsbare voorwerpen naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende om met zekerheid vast te stellen dat verdachte, al dan niet met één of meer anderen, ter plaatse is geweest en aldus voorbereidingshandelingen heeft verricht met betrekking tot het produceren van synthetische drugs. Het KPN pakketje dat is aangetroffen in de garagebox in Leek dateert van 2016 en dus van buiten de ten laste gelegde periode. Daarom kan dit niet worden meegenomen als bewijs.
Feit 3:
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. Niet kan worden bewezen dat verdachte enige wetenschap had dat de goederen zijn aangetroffen in de auto van medeverdachte [medeverdachte 3] bestemd waren voor de productie van verdovende middelen.

18.202898-21 (Fauna)

De rechtbank acht de onder parketnummer 18/202898-21 onder 1 en 3 ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen, hetgeen hierna nader zal worden gemotiveerd.
Het onder parketnummer 18/202898-21 onder 2 ten laste gelegde acht de rechtbank wel wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank past de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
1. De door verdachte ter zitting van 6 oktober 2022 afgelegde verklaring, voor zover inhoudend:
Het klopt dat er bij mij thuis 40 kilogram MAPA is aangetroffen, ik heb dat voor iemand bewaard. Ik herken mijzelf op de foto die op 24 juni 2021 is gemaakt. Ik heb die dag enkel een gasfles naar de woning aan de [straatnaam] getild.
2. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 juli 2021,opgenomen op pagina 96 e.v. van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NN3R021015 (onderzoek Fauna) d.d. 7 december 2021, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
21 Juni 2021
Uit bakengegevens blijkt dat op 21 juni het voertuig waar [verdachte] zich in verplaatst, Audi A3 voorzien van kenteken [kenteken] stopt aan de [straatnaam] in Oosterwolde. Hier zit het bedrijf werken met merken. Dit bedrijf komt naar voren in een eerder onderzoek genaamd Balou omdat er eerder methanol is gekocht. Methanol wordt gebruikt voor de productie van speed. Opvallend is dat bakengegevens van de Audi en de mast gegevens van [medeverdachte 1] parallel lopen naar Oosterwolde.
23 juni 2021
De werknemer van de Gamma gaf later aan dat er een dag eerder een manspersoon in de winkel was geweest die een wat vreemde indruk op het personeel maakte. Ook hiervan zijn de beelden bekeken en [medeverdachte 4] is herkend op de beelden.
Om 20:56 uur een manspersoon bij de kassa komt. Manspersoon herken ik, verbalisant [verbalisant 1] als zijnde [medeverdachte 4] .
Verder zag ik :
Dat [medeverdachte 4] 7 witte flacons op de loopband plaatst. Op de kassabon welke is bijgevoegd staan de volgende producten: 7 Gamma ontstopper Korrel 18,83,-
3. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie vrijdag 23 april 2021 opgemaakt d.d. 26 april 2021, opgenomen op pagina 481 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
14.3
Ik zag dat de Audi vertrok.
15.17
Ik zag dat [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] -1990 te [geboorteplaats] , de bestuurder was van de Audi.
4. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie donderdag 24 juni 2021 opgemaakt d.d. 24 juni 2021, opgenomen op pagina 483 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
18:35 Zag ik, verbalisant, dat de bovengenoemde Audi A3, voorzien van het kenteken [kenteken] , stond geparkeerd op de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden
(Noot griffier: moet [straatnaam] zijn, zie herstel op pagina 487).
18:36 Zag ik, verbalisant, dat er 2 manspersonen vanaf de woning richting de Audi A3 liepen. Zag ik dat 1 manspersoon een wit shirt droeg. Deze persoon herkende ik als zijnde [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 1983 te [geboorteplaats] . Zag ik dat 1 manspersoon een zwart Tshirt droeg. Deze persoon herkende ik als zijnde [medeverdachte 4] , geboren op
[geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] . Zag ik dat [verdachte] en [medeverdachte 4] allebei een gasfles uit voornoemde Audi A3 pakten en deze meenamen richting de woning [straatnaam] te Nieuw Roden.
18:38 Zag ik dat een witte bestelbus voorzien van kenteken [kenteken] de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden opreed. Zag ik dat de bestuurder van de bestelbus met [verdachte] en Hubert aan het praten was.
18:42 Zag ik, verbalisant, dat [verdachte] , [medeverdachte 4] en de bestuurder van witte bestelbus bij de Audi A3 stonden. Zag ik dat de kofferbak van de Audi A3 openging. Zag ik dat [medeverdachte 4] een grijze cilinderachtig voorwerp uit de Audi A3 pakte en hier mee richting de woning liep.
18:45 Zag ik, verbalisant, dat [verdachte] bij de Audi A3 kwam en instapte en vertrok.
5. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 juni 2021,opgenomen op pagina 94 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 9] :
Op de foto’s is te zien dat de verdachte een voorwerp vasthoudt. Ik herken dit voorwerp als een destilleerkolom (koelhuis) voor een drugslabketel. Een destilleerkolom betreft een onderdeel van een drugslabketel en wordt gebruikt voor het produceren van synthetische drugs. Het maken van een destilleerkolom wordt gedaan door een ketelbouwer en wordt enkel en alleen gebruikt voor de productie van synthetische drugs. Even voor het nemen van bovenstaande foto’s werd een gasfles naar binnen gebracht. Gasflessen kunnen ook gebruikt worden bij het produceren van synthetische drugs. Het correcte adres betreft [straatnaam] te Nieuw Roden.
6. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie dinsdag 29 juni 2021 opgemaakt d.d. 2 juli 2021, opgenomen op pagina 500 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
14:48 Ik zag dat de Audi vanaf de oprit van de [straatnaam] vertrok.
15:02 Ik zag dat de mannen in de Action bij de gereedschappen stonden en dat ze allerlei artikelen in een winkelmandje deden. Ik herkende de man gekleed in de roze trui als [verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983. Ik herkende de andere man als
[medeverdachte 4] , geboren te Groningen op [geboortedatum] 1990.
15:05 Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 4] in de Action bij de kassa stonden. Ik zag dat onder andere een gereedschapskist, meerdere sleutelsets en meerdere rollen grijze duct-tape werden afgerekend.
15:08 Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 4] uit de Action kwamen en in de Audi stapten. Ik zag dat [verdachte] als bestuurder instapte en [medeverdachte 4] als bijrijder. Ik zag dat de Audi vertrok.
15:15 Ik zag dat de Audi vanaf de gedeelde oprit tussen de percelen [straatnaam] achteruit de weg opreed en vertrok. Ik zag dat [verdachte] de bestuurder was en [medeverdachte 4] de bijrijder.
15:21 Ik zag dat de Audi stopte op het parkeerterrein van de Gamma, gevestigd [straatnaam] te Roden. Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 4] uitstapten en de Gamma in liepen.
15:26 Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 4] in de Gamma bij de kassa stonden. Ik zag dat onder andere een Bahco steeksleutel, een zwart lampje met een rood accent, witte handschoenen, en een blikje Red Buil werd afgerekend.
15:33 Ik zag dat de Audi de gedeelde oprit tussen de percelen [straatnaam] te Nieuw-Roden opreed. Ik zag dat de Audi direct erna vanaf de gedeelde oprit tussen de percelen [straatnaam] achteruit de weg opreed. Ik zag vervolgens dat de Audi de gedeelde oprit tussen de percelen [straatnaam] opreed.
17:38 Ik zag dat ter hoogte van de [straatnaam] te Nieuw-Roden een zwarte Peugeot 307 met kenteken [kenteken] , hierna te noemen Peugeot, stopte. Ik zag dat één van de inzittenden van de Peugeot naar [perceel] liep en even later met [verdachte] in de richting van de Peugeot liep
Opmerking verbalisant: Later werd deze inzittende van de Peugeot herkend als [medeverdachte 1] , geboren te Groningen op [geboortedatum] 1990.
17:41 Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 1] in de Peugeot stapten en dat deze vertrok.
17:45 Ik zag dat in de Peugeot drie personen zaten.
17:47 Ik zag dat de Peugeot stopte op het parkeerterrein van de Gamma, gevestigd [straatnaam] te Roden. Ik zag dat [verdachte] , [medeverdachte 1] en een NN-man de Gamma in liepen.
17:48 Ik zag dat de drie mannen in de Gamma bij de kassa stonden. Ik zag dat [verdachte] een klein voorwerp in zijn hand had en degene was die afrekende. Ik zag dat de mannen de Gamma uit liepen.
17:56 Ik zag dat de Peugeot stopte voor de woning aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden.
17:58 Ik zag dat de Peugeot vertrok en dat er twee personen in het voertuig zaten. Ik, 821, zag dat NN1 de bestuurder van de Peugeot was.
18:27 Ik zag dat de Peugeot stopte op de [straatnaam] te Groningen. Ik zag dat [medeverdachte 1] uit de Peugeot stapte. Ik zag dat [medeverdachte 1] een plastic tasje bij zich droeg en de portiek met daarin onder andere [perceel] inliep.
7. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie woensdag 30 juni 2021 opgemaakt d.d. 4 juli 2021, opgenomen op pagina 489 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
10:35 Zag ik dat de Audi A3 geparkeerd stond op de oprit van [straatnaam] te
Nieuw-Roden. Zag ik dat er voor de Audi A3 een witte bestelbus, van het merk Citroën, type Jumpy en voorzien van het kenteken [kenteken] stond geparkeerd.
15:05 Zag ik dat de Audi A3 stond geparkeerd op het parkeerterrein bij bedrijf [bedrijf 3], gevestigd [straatnaam] te Roden.
15:09 Zagen wij dat het subject [verdachte] , het bedrijf [bedrijf 3] uit kwam lopen en in de Audi A3 stapte waarna de Audi A3 vertrok.
15:20 Zag ik, verbalisant, dat de Audi A3, de oprit van [straatnaam] te Nieuw-Roden opreed.
15:21 Zag ik, verbalisant, dat [verdachte] uit de Audi A3 stapte en samen met [medeverdachte 5] richting het schuurtje, welke bij perceel [straatnaam] hoort, liepen. Zag ik dat [medeverdachte 5] en [verdachte] het schuurtje naar binnen gingen via de openstaande deur.
15:25 Zag ik dat de Jumpy de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden afreed. Zag ik dat de Jumpy achteruit bleef rijden en de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden opreed. Zag ik dat de Audi A3 achter de Jumpy aanreed en de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden opreed. Zag ik dat [verdachte] aan de bestuurderszijde van de Audi A3 uitstapt. Zag ik dat [medeverdachte 5] aan de bestuurderszijde van de Jumpy uitstapte. Zag ik dat de Jumpy heel dicht tegen het schuurtje van [straatnaam] te Nieuw Roden geparkeerd stond.
15:30 Zag ik de Audi A3 rijden. Zag ik dat [verdachte] bestuurder was en dat [medeverdachte 1] , [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedatum] 1990 te Groningen bijrijder was.
15:33 Zag ik dat de Audi A3 de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden opreed.
15:40 Zag ik dat de Audi A3 en de Jumpy de oprit van [straatnaam] te Nieuw Roden afreden. Zag
ik dat de Jumpy de oprit van [straatnaam] te Nieuw-Roden opreed. Zag ik dat [medeverdachte 5] als bestuurder uitstapte. Zag ik dat [medeverdachte 5] een emmer, gelijkend op een cementemmer, in de Jumpy legde.
15:57 Zag ik dat de Audi A3 over de N372 reed, gaande in de richting van de A7. Zag ik, ter hoogte van de Borchsingel te Eelderwolde dat [verdachte] bestuurder en dat [medeverdachte 1] bijrijder was van de Audi A3.
8. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal observatie donderdag 1 juli 2021 opgemaakt d.d. 8 juli 2021, opgenomen op pagina 509 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas:
13:37 Ik zag dat de Audi het bedrijventerrein opreed van [bedrijf 3] gelegen aan de [straatnaam] te Roden.
13:39 Ik zag dat [verdachte] uit het bedrijf kwam lopen in de richting van de Audi. Ik zag dat hij een doorzichtig wit plastic tasje in zijn handen had. Ik zag dat hij instapte als bestuurder van de Audi. Ik zag dat de Audi vertrok.
13:46 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat de Audi de oprit opreed van [perceel] aan de [straatnaam] te Nieuw Roden. Ik zag dat [verdachte] uitstapte en via de schutting bij de woning naar binnen ging aan de achterzijde. Ik zag dat hij een wit tasje bij zich had.
14:04 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat [verdachte] en de NN man uit de woning kwamen lopen. Ik zag dat [verdachte] en de NN man bij de schuur naar binnen gingen. Ik zag dat beide mannen weer naar buiten kwam lopen. Ik zag dat [verdachte] iets wits gaf aan de NN man. Ik zag dat [verdachte] richting de Audi liep en instapte als bestuurder van de Audi. Ik zag dat de NN man ook richting de Audi liep en instapte als bijrijder. Ik zag dat de Audi vertrok.
14:08 Ik zag de Audi rijden over de Roderweg. Ik herkende de bijrijder van de Audi als [medeverdachte 4] geboren op [geboortedatum] 1990.
14:14 Ik zag dat de Audi geparkeerd stond op de parkeerplaats bij de Kampeerhal Roden aan de Kanaalstraat 63 te Roden. Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 4] al waren uitgestapt en bij de Kampeerhal naar binnen gingen.
14:46 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat de Audi weer de oprit opreed van de [straatnaam] [perceel] te Nieuw Roden. Ik zag dat [verdachte] uitstapte als bestuurder en [medeverdachte 4] als bijrijder. Ik zag dat [verdachte] bij de schuur naar binnen ging. Ik zag dat [medeverdachte 4] via de achterzijde de woning naar binnenging [perceel] .
14:56 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat [verdachte] uit de schuur kwam lopen met iets wits in zijn handen. Ik zag dat hij instapte als bestuurder van de Audi. Ik zag dat [medeverdachte 4] ook richting de Audi liep en instapte als bijrijder. Ik zag dat de Audi vertrok.
15:10 Ik zag dat [medeverdachte 4] in de Kampeerhal Roden liep. Ik zag dat hij richting de uitgang liep met 3 verpakkingen van slangpilaar binnendraad van het merk GIMEG Ik zag dat hij een gasbrander bij zich had.
15:30 Ik zag via een technisch hulpmiddel dat de Audi weer de oprit opreed van de [straatnaam] [perceel] te Nieuw Roden. Ik zag dat [verdachte] uitstapte als bestuurder en [medeverdachte 4] als bijrijder. Ik zag dat [verdachte] en [medeverdachte 4] bij de schuur naar binnen gingen.
9. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 28 juli 2021, opgenomen op pagina 515 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 8] :
Betreft: Observatie 27 juli 2021
14:10 Zag ik dat de Jumpy plus de aanhangwagen parkeerde op de openbare weg ter hoogte van de [straatnaam] te Nieuw Roden. Ik zag dat er twee mannen uit de Jumpy stapten.
14:11 Zag ik, dat er een man, die ik herkende als verdachte [verdachte] , uit de richting van de woning kwam lopen in de richting van de Jumpy plus aanhangwagen. Zag ik vervolgens dat de twee inzittenden en verdachte [verdachte] samen de aanhangwagen loskoppelden van de Jumpy. Ik zag dat de drie mannen de aanhangwagen achterwaarts de oprit van de woning aan de [straatnaam] duwden.
14:27 Zagen wij dat de Citroen Jumpy vertrok in de richting van Roden.
14:38 Zagen wij dat de Jumpy parkeerde aan de [straatnaam] te Roden. Hier zit gevestigd [bedrijf 2] Roden.
14:42 Zag ik dat de Jumpy geparkeerd stond bij [bedrijf 2] en dat de schuifdeur en de deuren aan de achterzijde van het voertuig openstonden.
10. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 september 2021, opgenomen op pagina 157 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
Op 10 september heb ik een onderzoek ingesteld naar de aankoop van de melktank / ketel.
Uit onderzoek blijkt het volgende:
CHATgesprek tussen [medeverdachte 4] en [verdachte] ( [verdachte] ) over de melktank.
Op 23 juli 2021 omstreeks 13:40 uur heeft er een chatgesprek plaats gevonden tussen
[medeverdachte 4] en [verdachte] . Hieruit blijkt dat het gaat over de aankoop van een melktank.
[verdachte] 23-7-2021 13 55 18 Melktank € 600 00
[medeverdachte 4] 23-7-2021 13 56 27 Bericht gestuurd
Contact tussen [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5]
Op 23 juli 2021, omstreeks 13.52 uur, vraagt [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] of hij morgen mee gaat naar
Nieuwegein naar de [straatnaam] . Hier woont [naam 2] [telefoonnummer] .
[medeverdachte 4] stuurt daarbij een foto van de route mee.
BAKEN
Uit bakengegevens blijkt dat de Citroen Jumpy, voorzien van kenteken [kenteken] op 24 juli 2021 in Utrecht is geweest. Ook is te zien dat de telefoon van [medeverdachte 5] mee gaat tijdens de rit in de richting van Utrecht. Op 24 juli 2021 omstreeks 12:58 uur bevindt de Citroen Jumpy, voorzien van kenteken [kenteken] in Tienhoven aan de lek. Het voertuig staat stil voor
[huisnummer] . Omstreeks 13:05 komt het voertuig weer in beweging en rijdt weer in de richting van het Noorden.
11. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal d.d. 12 augustus 2021, opgenomenop pagina 220 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 10] :
In onderzoek Fauna werd tijdens een doorzoeking aan de [straatnaam] te Leeuwarden, een bewakingssysteem (VCR) in beslaggenomen. Op de harde schijf van het bewakingssysteem werd data opgeslagen van de beveiligingscamera’s die rondom de woning van verdachte [verdachte] hangen. Bij het onderzoeksteam is bekend dat [verdachte] verblijft/ woont bij zijn vriendin [naam 3] aan de [straatnaam] te Leeuwarden. Door mij werd specifiek gezocht op de dagen 13 en 14 juli 2021. Namelijk is dan door middel van een peilbaken te zien dat de Citroen Jumpy, in gebruik bij verdachte [medeverdachte 5] , in de buurt van de woning van [verdachte] aanstraalt. Op 13 juli 2021 omstreeks 16:10 uur is te zien dat [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] de woning van [verdachte] binnengaan. Omstreeks 16:37 uur verlaten beide mannen de woning.
12. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen
(met als bijlagen de whatsappgesprekken op pagina 242 - 286)d.d. 9 september 2021, opgenomen op pagina 238 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 11] :
Op 29 juli 2021 werd de telefoon van verdachte [medeverdachte 4] in beslag genomen voor het onderzoek Fauna. In de telefoon bevond zich een SIM kaart met het telefoonnummer [telefoonnummer] , het telefoonnummer in gebruik bij verdachte [medeverdachte 4] . Met toestemming van de officier van justitie werden de gegevens op de telefoon door mij onderzocht naar contacten met medeverdachten en andere zaaks gerelateerde informatie en werd het volgende bevonden:
Contact [medeverdachte 5] . [telefoonnummer]
In de contactenlijst van [medeverdachte 4] staat [medeverdachte 5] gekoppeld aan het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit de CIOT bevraging op dat nummer blijkt dat het telefoonnummer op naam staat van het bedrijf Hoogwerktechniek Noord Nederland, het bedrijf waarvoor [medeverdachte 5] werkzaam is.
WhatsApp
Via de communicatie app Whatsapp hebben [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] bijna dagelijks contact met elkaar. Op de telefoon zijn Whatsapp berichten terug te lezen vanaf 7 maart 2021. Uit dit WhatsApp contact zijn door mij zaaks gerelateerde gesprekken geselecteerd.
  • Op 20 juni 2021, omstreeks 19.00 uur vraag [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] wanneerhet donker wordt en of ze zo wat in zijn garage kunnen gooien.
  • Op 22 juni 2021, omstreeks 22.19 uur vraag [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] of hij devolgende dag zijn auto kan lenen om “loog” te halen. [medeverdachte 5] zegt toe dat dat kan. [medeverdachte 4] geeft aan dat morgen [verdachte] ook geld voor hem heeft. [medeverdachte 5] zegt dat hij gaat proberen of hij kan bestellen op naam van de zaak. NB. “loog” kan gebruikt worden als ontstopper.
  • Op 12 juli 2021, omstreeks 23.00 uur, vraagt [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] of hijmorgen mee gaat naar Leeuwarden voor een werkbespreking en een andere aanpak. [medeverdachte 5] antwoord met :”Oké”.
  • Op 23 juli 2021, omstreeks 13.52 uur, vraagt [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] of hijmorgen mee gaat naar Nieuwegein naar de [straatnaam] , [naam 2] [telefoonnummer] . [medeverdachte 4] stuur daarbij een foto van de route mee.
  • Op 27 juli 2021, omstreeks 11.47 uur, vraagt [medeverdachte 4] of [medeverdachte 5] geldheeft. [medeverdachte 5] zegt dat ze zo langs de lasser moeten.
  • Op 29 juli 2021, omstreeks 09.53 uur vraagt [medeverdachte 5] aan [medeverdachte 4] of hetgisteren nog gelukt is. [medeverdachte 4] antwoord dat [naam 4] er nu is en dat ze de bak gaan leeggooien en die shit dan gaan dumpen.
Contact [verdachte] , [telefoonnummer]
In de contactenlijst van [medeverdachte 4] staat [verdachte] vermeld als [verdachte] met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Uit een tapgesprek op 31 maart 2021 bleek dat [verdachte] gebruik maakte van dit telefoonnummer.
- Op 29 juni 2021, omstreeks 13.24 uur hebben [medeverdachte 4] en [verdachte] contact met elkaar.
[verdachte] stuurt dat hij er aan komt en vraagt aan [medeverdachte 4] of hij klaar met opruimen is. - Op 1 juli 2021, omstreeks 19.05 uur, gaat het gesprek tussen [medeverdachte 4] en [verdachte] over ene “ [naam 5] ”. Uit het gesprek blijkt dat ze niet te spreken over hem zijn. Verder gaat het gesprek over het inrichten van een werkplaats zodat ze niemand verder nodig zijn en onafhankelijk zijn. [verdachte] zegt dat hij er staat voor [medeverdachte 4] en “ [naam 5] " en dat hij het zelf moet uitleggen. [medeverdachte 4] stelt voor dat [verdachte] goede tekeningen maakt en dat het dan wel gemaakt wordt.
  • Op 4 juli 2021, omstreeks 18.15 uur, vraag [medeverdachte 4] wat de bedoeling is en wanneer hijklaar moet staan. [verdachte] zegt dat dinsdag het lasapparaat binnen is.
  • Op 20 juli 2021, omstreeks 13.26 uur, stuurt [verdachte] naar [medeverdachte 4] dat ze thuis gaanopruimen en naar de stort gaan. Ook gaan spullen van “ [naam 5] ” weggooien. Buur gaat dat in de bus gooien. [verdachte] zegt dat het wel eerst schoongemaakt moet worden. [medeverdachte 4] zegt dat ze eerste fusten gedaan hebben.
  • Op 23 juli 2021, omstreeks 13.40 uur, vraagt [verdachte] of [medeverdachte 4] al iets van [naam 6] heeft gehoord. [medeverdachte 4] zegt dat hij direct gaat bellen. [verdachte] stuurt daarna een advertentie van Marktplaats door van een melktank die 600 euro kost.
  • Op 24 juli 2021, omstreeks 10.02 uur, vraagt [verdachte] aan [medeverdachte 4] of het wat is.
[medeverdachte 4] zegt dat het een mooi ding is, dat hij er bij staat maar dat er geen geld van af kan.
  • Op 26 juli 2021, omstreeks 13.44 uur, stuurt [verdachte] naar [medeverdachte 4] dat het lassen zoklaar is. Ook vraagt hij of ze al begonnen zijn met opruimen. [medeverdachte 4] zegt dat hij nog niet bezig is geweest omdat hij nog niks van buur heeft gehoord. [verdachte] zegt dat ze anders morgen maar een kar moeten gaan huren.
  • Op 27 juli 2021, omstreeks 12.35 uur, gaat het gesprek tussen [medeverdachte 4] en [verdachte] over het opruimen een dag later, samen met buur.
Contact [medeverdachte 1] , [telefoonnummer]
Via de communicatie app WhatsApp heeft [medeverdachte 4] contact met het telefoonnummer [telefoonnummer]
(Noot griffier: moet [telefoonnummer] zijn, zie pagina 290). Uit de gesprekken kan worden geconcludeerd dat [medeverdachte 1] de daadwerkelijke gebruiker van het toestel is. Een enkele keer beantwoord [naam 7] een chat van [medeverdachte 4] , waarbij zij aangeeft dat [medeverdachte 4] met haar appt en niet met [medeverdachte 1] . Vanaf 17 augustus 2020 hebben [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] bijna dagelijks contact. Uit dit WhatsApp contact zijn door mij de zaaks gerelateerde gesprekken geselecteerd.
  • Op 16 maart 2021, omstreeks 20.06 uur, stuurt [medeverdachte 1] een foto naar [medeverdachte 4] dat hij de adres gegevens van [medeverdachte 4] heeft verstuurd in verband met een levering door Alibaba.
  • Op 6 april 2021, omstreeks 13.36 uur, stuurt [medeverdachte 1] dat hij nog voor 8K spullen heeftbesteld. Dit zou worden verstuurd vanuit Duitsland. In het gesprek schrijft [medeverdachte 1] “van poeder tot olie". [medeverdachte 4] zegt dat hij geld wil verdienen en dat zijn zakken leeg zijn.
  • Op 1 mei 2021, omstreeks 20.12 stuurt [medeverdachte 1] dat ze morgen weer los gaan.
[medeverdachte 1] zegt dat ze die poeder gaan uitrekken en dan gaan vacuüm trekken. Daar krijgen ze CM (Crystal Meth) voor terug dat 8,5K waard is.
- Op 3 mei 2021, omstreeks 22.00 uur, is er een gesprek tussen [medeverdachte 4] en
[medeverdachte 1] over een productieproces waarbij Fosfor, Soda, water moet worden gebruikt. Er volgt een berekening door [medeverdachte 1] wat er precies moet gebeuren.
- Op 8 mei 2021, omstreeks 19.53 uur, stuurt [medeverdachte 1] dat hij op maandagmiddag eenafspraak heeft. Ook willen ze van die “sjap" uit Leeuwarden potten en pannen hebben.
[medeverdachte 1] stuurt dat ze BMK kunnen omzetten naar “A”. Een pakket kost ze 1140 voor 8a olie.
  • Op 13 mei 2021, omstreeks 00.05 uur, stuurt [medeverdachte 1] een foto van een afzuiger naar[medeverdachte 4] . Ook stuurt [medeverdachte 1] dat ze een nieuwe pan moeten kopen van 72 liter. [medeverdachte 4] stuurt dat het werk nu kan beginnen en dat de plek er al is.
  • Op 26 mei 2021, omstreeks 15.55 uur, vraagt [medeverdachte 4] hoe het zit met die chinezen.[medeverdachte 1] stuurt [medeverdachte 4] een screenshot van een chatbericht waarop te lezen is dat de BMK en PMK klaar staan voor verzending.
  • Op 28 mei 2021, omstreeks 22.59 uur, stuurt [medeverdachte 1] [medeverdachte 4] een weblinkover citroenzuur. Volgens [medeverdachte 1] moetje dit warm maken, 15 kilo op 25 liter water. Volgens [medeverdachte 1] is dat beter dan zoutzuur maar rookt het niet. Hij wil die zoutzuur bewaren voor vriezen later.
-Op 10 juni 2021, omstreeks 23.31 uur, stuurt [medeverdachte 4] dat iemand aan hem had gevraagd hoe het kan dat sos een roze kleur kan krijgen. [medeverdachte 1] zegt dat het dan verbrand is met omzetten naar poeder. Volgens [medeverdachte 1] kan je het ook goed uitkoken en wordt het wel zuiver.
  • Op 15 juni 2021, omstreeks 23.42 uur, stuurt [medeverdachte 1] een Whatsapp screenshot tussenhem en een onbekend persoon. In dit gesprek vraagt [medeverdachte 1] om een RVS buis van 20 cm en een diameter van 150 mm en een 6x 1/2 “ lassok. In de chat met [medeverdachte 1] vraagt hij zich af hij morgen dan mee aankomt. Gesprek gaat verder over dat het ook kan zonder filter, maar met filter wordt er 6/7 k bespaard.
  • Op 17 juni 2021, omstreeks 15.09 uur, stuurt [medeverdachte 4] een screenshot van een factuurnaar [medeverdachte 1] . Op deze factuur staat een bestelling op naam van [medeverdachte 4] van een wok brander voor 194,85 euro.
  • Op 19 juni 2021, omstreeks 16.24 uur, vraagt [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 1] of hij eenPH meter heeft. [medeverdachte 1] stuurt dat deze bij de afzuigbox ligt.
  • Op 21 juni 2021, omstreeks s 16.15 uur, [medeverdachte 1] een screenshot van een bestelling vanbeitspasta. [medeverdachte 4] zegt dat het alleen verstuurd kan worden naar een adres.
13. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen
(met als bijlagen de verstuurden berichten op pagina 293 - 329)d.d. 29 oktober 2021, opgenomen op pagina 291 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
Op 18 oktober 2021 werd de telefoon van verdachte [medeverdachte 1] in beslag genomen voor het onderzoek Fauna. In de telefoon bevond zich een SIM kaart met het telefoonnummer [telefoonnummer] , het telefoonnummer in gebruik bij verdachte [medeverdachte 1] .
Programma Gebruikersnaam
Telegram [naam 8]
15-10-2021 [naam 9] en [naam 8]
In deze chat vraagt [naam 8] waarom zijn pakket niet is verstuurd van maart. Het gaat om 25 KG BMK poeder.
14. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 augustus 2021,opgenomen op pagina 171 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 12] :
Op donderdag 29 juli 2021 werd [medeverdachte 4] , geboren op [geboortedatum] 1990 te
[geboorteplaats], wonende [straatnaam] te Nieuw Roden, aangehouden in het onderzoek FAUNA. Dit betreft een onderzoek naar de productie van en handel in synthetische drugs. [medeverdachte 4] zat als bestuurder in een witte Citroen Jumpy voorzien van het kenteken [kenteken] . Achter het voertuig was een gesloten aanhangwagen bevestigd.
15. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d.
1 december 2021, opgenomen op pagina 348 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant J. van der Werk:
Op vrijdag 30 juli 2020 omstreeks 14:020 uur heb, ik samen met een collega van de forensische opsporing een doorzoeking gedaan in een 2-tal voertuigen.
Citroën Jumpy [kenteken] met aanhanger:
Nadat wij deze goederen naast de aanhanger hadden gezet, rook ik, de weeïge/ zoete lucht van synthetische drugs. Vervolgens hebben we een zwarte vuilniszak gepakt, welke enigszins "lekte", in deze zak zat een steelpannetje en een soeplepel. Het is ons ambtshalve bekend dat deze goederen gebruikt worden bij het vervaardigen van synthetische drugs. Ik kreeg hierbij een onbekende vloeistof op mijn arm, hierop voelde ik dat deze vloeistof meteen op zijn huid brandde. Mogelijk dat in deze vuilniszak (en meerdere in de aanhangwagen) restant zit van stoffen die gebruikt worden bij het vervaardigen van synthetische drugs. Hierop is de aanhanger door ons weer gesloten in afwachting van de bevindingen van het LFO. In de Citroën Jumpy lag een metalen plaat met mogelijk dacty en drugskristallen erop. Achter in de Jumpy bij de deuren lag geel zand. Het was mij bekend dat bij de dumping in Foxwolde een emmer met kristallen en soortgelijk zand was aangetroffen.
16. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 augustus 2021,opgenomen op pagina 415 van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 10] :
In de laadruimte van de Citroen Jumpy werd op de vloer een substantie aangetroffen. De geur van de substantie was chemisch. Door de LFO is deze substantie ter plaatse getest en het betrof: 2-broom-4methylpropiofenon te zijn. Precursor van Mefedron (Ook wel miaw miaw genaamd).
17. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor
(met fotobijlagen)
d.d. 17 augustus 2021, opgenomen op pagina 379 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 10] :
V: In dit onderzoek hebben wij gezien dat voertuigen van verdachten bij jou bedrijf zijn geweest. Wat kun je er over zeggen?
A: De dag voordat het lab is ontmanteld, heb ik bezoek gehad van 2 mensen. Dat was op 27 juli 2021 geloof ik. Een van die jongens was [medeverdachte 5] . Die ken ik omdat ik zijn vader ken en omdat hij met mijn broertje om ging. Die andere persoon kende ik niet.
V: Dus ze kwamen bij je langs op de zaak en toen?
A: Ik zag [medeverdachte 5] de loods in lopen en dacht direct dat ik daar die melktank voor moest lassen.
Hij had zelf de onderdelen meegenomen die er op gelast moesten worden. Het ging om 4 of 5 dingetjes.
V: Waar voor dingetjes?
A: Ik moest een gat afdichten aan de bovenkant. Ook moest ik een koppelstuk met draadjes vastlassen.
V: Was het een nieuwe tank?
A: Het was een gebruikte tank. Die onderdelen waren nieuw. Hij heeft me niet verteld waar de onderdelen of de tank vandaan kwamen.
O: Foto's zijn als foto 1 en 2 bij het verhoor gevoegd.
A: Dat is de ketel waaraan ik heb gewerkt.
O: Op de getoonde foto’s heeft de getuige aangegeven wat hij heeft gelast.
18. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen
(met foto bijlagen)d.d. 4 augustus 2021, opgenomen op pagina 416 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 13] en [verbalisant 14] :
Op donderdag 29 juli 2021, omstreeks 14:15 uur hebben wij een onderzoek ingesteld op de volgende locaties:
[straatnaam] te Nieuw-Roden
[straatnaam] te Nieuw-Roden
De locatie [straatnaam] betrof een twee onder één kapwoning met links naast de woning twee geschakelde garages welke los van de woning waren gesitueerd. De rechter garage behoorde tot de woning met perceelnummer 9.
In de garage stonden naast diverse fietsen en tuinbenodigdheden diverse jerrycans en een 120 liter klemdekselvat. Na het openen van het klemdekselvat kwam er een geur uit welke wij ambtshalve herkenden als de geur van benzylmethylketon (BMK). Één witte jerrycan met blauwe dop van 30 liter had een tekst aan de bovenzijde “Fos”. De vloeistof hierin werd door ons bemonsterd FD = ‘fosforzuur”
(S1a - AAMY0853NL). Een blauwe jerrycan van 20 liter met de opschrift “formamide” werd door ons indicatief getest als FD= formamide
(S2a - AAMY0855NL). Verder troffen wij 2 blauwe jerrycans van 20 liter aan waarvan er één verpakt zat in een grijze vuilniszak. Eén jerrycan bleek leeg en de andere gevuld met ongeveer één liter heldere rokende vloeistof. Gelet op de geur en de damp betreft het hier vermoedelijk zoutzuur
(S3a - AAMY0856NL).Eén jerrycan rood van kleur 20 liter met een restant heldere vloeistof werd door ons bemonsterd
(S4a - AAMY0857NL). In een blauwe vuilniszak zat een stukgesneden 5 liter jerrycan en een ijzeren pollepel. Onder in voornoemde zak lag een gering laagje vloeistof welke door ons werd bemonsterd
(S5a - AAMY0858NL). In het klemdekselvat van 120 liter, waar een gat in het midden van de deksel zat en welke onderaan nagenoeg over de gehele ronding was doorgezaagd, namen wij een monster van een bruine substantie (geur BMK) met witte poederresten
(S6a+b - AAMY0883NL).Als referentie werd een monster genomen van de door ons gebruikte methanol
(S7a - AAMY0881NL).
De locatie [straatnaam] betrof een twee onder één kap woning met rechts achter de woning gelegen een vrijstaande schuur/garage met twee naar buiten slaande tuindeuren. Voor de garage stond een vierkante roestvrijstalen bak welke vermoedelijk als Au bain-marie bak werd gebruikt. In de garage troffen wij een horizontale roestvrijstalen en gemodificeerde reactieketel aan. De reactieketel was voorzien van een reflux (verticaal geplaatste koelhuis) en was aan de bovenzijde voorzien van een industriële klep met sluiting. De reactieketel had als afmetingen; lengte 115 cm en een doorsnede van 75 cm Inhoud 507 liter. Zeer waarschijnlijk was deze reactieketel nog niet gebruikt gezien de aangetroffen staat. De aangebrachte modificaties waaronder het aanbrengen en plaatsen van een reflux (koelhuis) maakt deze reactieketel geschikt voor de vervaardiging van synthetische drugs in casu amfetamine. De aangetroffen reactieketel vertoond uiterlijke overeenkomsten met soortgelijke reactieketels welke in amfetamine laboratoria zijn aangetroffen. Onder de werkbank troffen wij twee roestvrijstalen koelhuizen aan welke konden worden gebruik als zogenaamde refluxen. Eén buis had een lengte van 100 cm en een diameter van
16
cm. De andere had een lengte van 87 cm en een doorsnede van 10 cm. Tevens stond er een vrieskist in de garage waarin 6 zakken zaten elk met een inhoud van 25 kg. Indicatief werd de inhoud, kristalachtig wit poeder, van twee zakken positief getest op MAPA
(MethylAllaacetylPhenylAcetaat)
(B1a en B1b - AANK8023NL en AANK0888NL). Op de bodem van de vriezer lag een vloeistof laag waarvan een monster werd genomen
(B1c - AAMY0889NL).In een blauwe jerrycan zat een vloeistoflaagje welke riekte naar amfetamine. Hiervan werd door ons een monster genomen
(B2a - AAMY0890NL).Verder troffen wij 4 Prima gasflessen aan en 1 Rijngas gasfles aan. In een gele boodschappentas zaten diverse koppelingen en afsluiters. In een kliko in de achtertuin, naast de vierkante rvs bak, lag een doos met daarop de afbeelding van een roermixer.
Deze roermixer werd aangetroffen op de tuintafel.
Interpretatie LFO:
Geconstateerd is dat:
• In een garage aan de [straatnaam] te Nieuw Roden een ton en jerrycans stonden opgeslagen metdaarin restanten formamide, fosforzuur, zoutzuur en BMK;
• In een garage aan de [straatnaam] te Nieuw Roden 150 kg MAPA, een rvs reactieketel met reflux,twee rvs koelhuizen, een Au Bain Mariebak plus jerrycans met fosforzuur, formamide en een vloeistof met de geur van amfetamine stonden opgeslagen;
• Zoutzuur en fosforzuur kunnen worden gebruikt bij de omzetting van MAPA in BMK. BMK is deprecursor ten behoeve van (met)amfetamine. Zoutzuur, formamide en BMK kunnen worden gebruikt voor de vervaardiging van amfetamine.
• Een Au bain-marie bak kan in combinatie met het 120 liter klemdekselvat en zoutzuur of fosforzuuren MAPA worden gebruikt voor de vervaardiging van BMK. MAPA is een preprecursor welke geen legitiem doel heeft en veelvuldig in laboratoria wordt gebruikt voor de vervaardiging van BMK;
• De rvs reactieketel met reflux alsmede de twee koelhuizen kunnen worden gebruikt bij devervaardiging van amfetamine via de Leuckart synthese;
• 150 kg MAPA kan worden gebruikt voor de vervaardiging van 153 en 204 kg amfetamine pasta.
19. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie vanVeiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.08.04.056, d.d. 25 augustus 2021, opgenomen op pagina 440 e.v. van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.B.M. van Esh - De Bruin, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
AANK8023NL / B1a monster wit poeder en brokjes, volgens opgave afkomstig uit "Wit kristal poeder (FD MAPA)" bevat (vrijwel) uitsluitend MAPA.
AAMY0888NL / B1b monster wit poeder en brokjes, volgens opgave afkomstig uit "Wit kristal poeder (FD Mapa)'' bevat (vrijwel) uitsluitend MAPA.
AAMY0889INL / B1c gele vloeistof, volgens opgave afkomstig uit "Vloeistof bodem vrieskist' bevat een lage concentratie BMK in een zwak alkalische waterige vloeistof.
AAMY0890NL / B2a B2a blauwe vloeistof, volgens opgave "Monster uit blauwe jerrycan restant vloeistof geur amfetamine” bevat BMK en MAPA in methanol.
In relatie tot drugs wordt MAPA gebruikt voor het vervaardigen van BMK, een grondstof voor amfetamine of metamfetamine.
20. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie vanVeiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.08.04.056, d.d. 7 september 2021, opgenomen op pagina 446 e.v. van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.B.M. van Esh - De Bruin, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
AAMY0853IML/ S1a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster uit jerrycan met opschrift Fosforzuur" bevat fosforzuur, resultaat conform opschrift.
AAMY0855NL / S2a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster restant uit jerrycan fd formamide" bevat formamide.
AAMY0856NL / S3a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster heldere vloeistof uit jerrycan" bevat (vrijwel) uitsluitend een geconcentreerde oplossing van zoutzuur in water.
AAMY0857NL / S4a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster uit rode jerrycan restant heldere vloeistof" bevat mierenzuur.
AAMY0858NL/ S5a kleurloze vloeistof met crèmekleurige deeltjes, volgens opgave "Vloeistofmonster uit zak met pollepel" bevat 2-broom-4'-methylpropiofenon in fosforzuur.
AAMY0883NL / S6a+b twee wattenstaafjes volgens opgave "2 x swap" Hiervan werd onderzocht: crèmekleurige en groene resten op de tip van één wattenstaafje voornamelijk aan amfetamine gerelateerde syntheseverontreinigingen en lage concentraties amfetamine en BMK aangetoond. AAMY0881NL / S7a kleurloze vloeistof, volgens opgave "Monster blanco Methanol" geen Opiumwetsubstanties of grondstoffen/hulpstoffen/tussen- producten aangetoond.
21. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming d.d. 29 juli 2021, opgenomen op pagina 941 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisant [verbalisant 15] :
Op donderdag, 29 juli 2021 werd voor een doorzoeking ter inbeslagneming binnengetreden in een hoekwoning aan de, [straatnaam] te Leeuwarden.
Tijdens de doorzoeking werd het volgende in beslag genomen:
Schoenendozen met vermoedelijk verdovende middelen
2 Robijn dozen met vermoedelijk verdovende middelen
Verhuisdoos met hierin 20 verpakkingen met hierin vermoedelijk verdovende middelen
Mondmasker/gasmasker
Glazen potje met mogelijk verdovende middelen
Opslag bewakingscamera's
22. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verdovende middelen d.d. 2 september 2021, opgenomen op pagina 454 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als relaas van verbalisanten [verbalisant 16] en [verbalisant 17] :
Op 2 augustus 2021 werd een reeds een onderzoek uitgevoerd op één van de 40 verpakkingen van het onderstaande goed waarvan een proces verbaal is opgemaakt.
SIN : AAOT9158NL
Omschrijving : 40 verpakkingen bestaande uit gesealde, kleurloze plastic zakken met daarin kleurloze kristallen.
Netto gewicht : 39,91 kilogram
SIN Monster (van verpakking welke op 2 augustus 2021 onderzocht werd) :
AAON1712NL
23. Een deskundigenrapport afkomstig van het Nederlands Forensisch Instituut van het Ministerie vanVeiligheid en Justitie, zaaknummer 2021.08.04.100, d.d. 5 augustus 2021, opgenomen op pagina 436 van voornoemd dossier, opgemaakt door ing. A.B.M. van Esh - De Bruin, op de door hem/haar afgelegde algemene belofte als vast gerechtelijk deskundige, voor zover inhoudend als zijn/haar verklaring:
AAON1712NLmonster kleurloze kristallen bevat (vrijwel) uitsluitend MAPA
24. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 9 augustus2021, opgenomen op pagina 587 van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [naam 3] :
V: Wie maken er allemaal gebruik van jou telefoon met nummer [telefoonnummer] ? A: Ik zelf en [verdachte] omdat zijn telefoon kapot was.
V: Verder is er op zolder een mondmasker/gasmasker van het merk Drager aangetroffen. Van wie is die?
A: Het zal wel van hem zijn.
25. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 29 juli 2021,opgenomen op pagina 804 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 5] :
V: Met wie ga je om?
A: Ik denk dat je doelt op de buurjongen, daar ga ik weleens mee om. Dit is [medeverdachte 4] .
V: Jij zei, ik ben met [medeverdachte 4] mee geweest en nu zit ik hier. Hoe zit dat?
A: [medeverdachte 4] is zijn schuur aan het opruimen geweest en ik weet dat daar jerrycans staan, daar zat wat in wat weg moest. Die jerrycans die kan je niet naar de stort brengen. Ik heb ook een nieuwe vrieskist meegenomen. Die was ook van [medeverdachte 4] .
V: Heb je voertuigen tot je beschikking?
A: Ja. De werkauto. Dat is een citroen Jumpy XL.
V: Wie maken hier gebruik van jouw auto? A: Ja, ik en [medeverdachte 4] dus.
26. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 30 juli 2021,opgenomen op pagina 810 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 5] :
V: Wat denk jij van die jerrycans dan?
A: Dat daar iets in zit of er uit moet of er in moet.
V: Wat dan?
A: Ik denk dat dat te maken heeft met drugs. Dat weet ik wel zeker.
O: Verbalisanten laten de verdachte een foto zien van de situatie van de schuur. Deze wordt bij het verhoor gevoegd.
V: Wat is dat op de foto?
A: Dat is een melktank. Die komt ook bij [medeverdachte 4] uit de schuur. Die vriezer en die melktank heb ik samen met [medeverdachte 4] in mijn schuur gezet.
V: Hoelang staat het al bij jouw in schuur?
A: Ik denk een dag of vier.
V: Hoe heb je dat gedaan dan?
A: Met mijn auto. Dat ding kun je zo niet tillen. [medeverdachte 4] heeft de tank achter in mijn auto gezet ik heb hem wel even geholpen met er in duwen. Ik heb de bus van zijn huis naar mijn huis gereden en daarna de tank in mijn schuur gezet. Op de foto zie ik dat er een pijp op zit. Die zat er toen nog niet op. V: En die vriezer?
A: Die had ik twee weken eerder al uit [medeverdachte 4] s schuur gehaald.
27. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 14 september 2021, opgenomen op pagina 817 e.v. van voornoemd dossier, inhoudend als verklaring van [medeverdachte 5] :
V: Op 23 juli 2021, omstreeks 13.52 uur, vraagt [medeverdachte 4] aan [medeverdachte 5] of hij morgen mee gaat naar Nieuwegein naar de [straatnaam] , [naam 2] [telefoonnummer] .
[medeverdachte 4] stuur daarbij een foto van de route mee. Wat moesten jullie daar doen?
A: Een ketel op halen. Hij vroeg of ik mee ging. Hij vroeg mij of ik mee ging. Ik moest rijden.
V: Hoe wist je dat het voor de productie was?
A: De heen weg in de auto met [medeverdachte 4] .
V: heb jij het vaker over synthetische drugs gehad met [medeverdachte 4] of [verdachte] ?
A: Met [medeverdachte 4] in de schuur. Ik weet dat [medeverdachte 4] zich daar mee bezig houdt.
V: Op 27 juli 2021, omstreeks 11.47 uur, vraagt [medeverdachte 4] of [medeverdachte 5] geld heeft.
[medeverdachte 5] zegt dat ze zo langs de lasser moeten.
A: Ja dat klopt, dat gaat over die ketel. Ik ben naar Roden geweest. [medeverdachte 4] moest spul op de ketel laten lassen. Ik wist daar wel iemand voor. Ik heb daar iemand voor gebeld.
V: Wist jij wat er op gelast moet worden?
A: Dat was er op getekend.
V: Wie had het erop getekend?
A: Ik denk [medeverdachte 4] . Ik weet alleen dat het erop moet worden gelast. Er moest volgens mij een buisje op. Ik ben toen naar die lasser gereden.
V: Bij wie ben jij geweest voor het lassen?
A: Bij [naam 10] .
V: Wij willen het met je hebben over 24 juni 2021. We laten jou een foto zien. Kan je aangeven wat je ziet?
A: Links ben ik, midden [medeverdachte 4] en recht [verdachte] .
V: Waar is dat?
A: Dat is bij mij op de oprit. Dat zie ik aan die witte stoelen.
V: Wat kan je vertellen over deze foto?
A: Dat heb ik in de papieren gelezen, in het dossier. Het is een koelhuis, een ijzeren buis wat later bleek een koelhuis.
A: Volgens mij kwamen [verdachte] en [medeverdachte 4] aan rijden in die audi toch? De kofferbak ging open, toen hebben we die buis eruit gepakt.
Bewijsoverwegingen
Feit 1:
De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Op 29 juli 2021 treft de politie in de schuren aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden goederen en
stoffen aan die gebruikt kunnen worden voor het produceren van synthetische drugs. Er was op dat moment geen sprake van een werkend drugslaboratorium, de goederen waren niet aangesloten en de ketel was nog niet gebruikt.
Dat een medeverdachte, waar verdachte blijkens de stukken in het dossier veelvuldig contact mee had, drugsafval heeft gedumpt, maakt naar het oordeel van de rechtbank niet dat verdachte, al dan niet samen met één of meer anderen, in de ten laste gelegde periode synthetische drugs heeft geproduceerd. Niet is duidelijk geworden waar het afval vandaan komt en welke rol verdachte in een productieproces zou hebben gespeeld.
Het aanwezig hebben van amfetamine en mefedron acht de rechtbank evenmin bewezen, omdat deze stoffen bij de doorzoekingen niet zijn aangetroffen. Het enkele feit dat in een klemdekselvat, dat in de schuur op de [straatnaam] is aangetroffen, in een substantie lage concentraties amfetamine is aangetroffen, is onvoldoende voor een bewezenverklaring voor het aanwezig hebben gehad van amfetamine in de ten laste gelegde periode.
Feit 2:
Verdachte heeft met betrekking tot het aanwezig hebben van 40 kilogram MAPA een bekennende verklaring afgelegd. Verdachte heeft ter terechtzitting ontkend dat hij, al dan niet met één of meer anderen, voorbereidingshandelingen heeft verricht met betrekking tot het vervaardigen van
synthetische drugs. Verdachte heeft verklaard dat hij wel aanwezig is geweest op de percelen aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden, maar dat hij daar enkel op visite kwam. Naar het oordeel van de rechtbank vindt deze ontkennende verklaring van verdachte weerlegging in de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen en de overige stukken in het dossier. De rechtbank acht deze verklaring ongeloofwaardig. De rechtbank heeft daarbij onder andere gelet op de volgende bevindingen van de politie.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte en de medeverdachten in de periode van 1 maart 2021 tot en met 29 juli 2021 veelvuldig contact met elkaar hadden, dat zij veelvuldig en in wisselende samenstelling aanwezig waren op elkaars woonadressen (er zijn meerdere reisbewegingen waargenomen van en naar Leeuwarden, Nieuw-Roden en Groningen) en dat zij drugsgerelateerde berichten naar elkaar stuurden. Medeverdachte [medeverdachte 1] stuurt op 6 april 2021 een bericht naar medeverdachte [medeverdachte 4] dat hij voor 8K spullen heeft besteld. Dit zou worden verstuurd vanuit Duitsland. In het gesprek schrijft [medeverdachte 1] “van poeder tot olie”. Medeverdachte [medeverdachte 4] reageert hierop met de opmerking dat hij geld wil verdienen en zijn zakken leeg zijn. Op 24 juni 2021 ziet een observant dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 4] twee gasflessen uit de auto van verdachte naar de woning aan de [straatnaam]
(woning van medeverdachte [medeverdachte 5] ) tillen. Enkele minuten later haalt medeverdachte [medeverdachte 4] , in het bijzijn van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 5] , een destilleerkolom uit de auto van verdachte. Op 12 juli 2021 stuurt medeverdachte [medeverdachte 4] naar medeverdachte [medeverdachte 5] of hij de volgende dag meegaat naar een werkbespreking in Leeuwarden. Op de inbeslaggenomen camerabeelden van de [straatnaam] is vervolgens te zien dat medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 5] op 13 juli 2021 bij verdachte op bezoek gaan. Verdachte stuurt op 23 juli 2021 een bericht naar medeverdachte [medeverdachte 4] met een link naar een advertentie van een melktank. Medeverdachte [medeverdachte 4] neemt vervolgens contact op met de verkoper en haalt de melktank de volgende dag samen met medeverdachte [medeverdachte 5] op. Op 27 juli 2021 helpt verdachte medeverdachte [medeverdachte 5] met een aanhangwagen, waarna medeverdachte [medeverdachte 5] naar [bedrijf 2] rijdt om daar de melktank gereed te maken voor het produceren van synthetische drugs. Op 29 juli 2021 treft de politie in de schuren aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden goederen en stoffen aan die gebruik kunnen worden voor het produceren van synthetische drugs.
Gelet op de rol van verdachte en medeverdachten oordeelt de rechtbank dat sprake is geweest van een voldoende nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en zijn medeverdachten die in de kern bestaat uit een gezamenlijke uitvoering. Daarmee acht de rechtbank het tenlastegelegde medeplegen bewezen.
De rechtbank acht op grond van het bovenstaande wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte samen met medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] voorbereidingshandelingen heeft verricht met betrekking tot het produceren van synthetische drugs.
Pleegperiode
Gelet op de reisbewegingen en de chatberichten in het dossier is de rechtbank van oordeel dat verdachte tezamen en in verenging de gehele ten laste gelegde periode voorbereidingshandelingen heeft gepleegd. De rechtbank heeft daarbij met name gelet op het chatbericht van 16 maart 2021 tussen medeverdachten [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] , waaruit volgt dat medeverdachte [medeverdachte 1] al op 10 maart 2021 bezig was met het bestellen van precursoren die vervolgens verzonden moesten worden naar de woning aan de [straatnaam] te Nieuw-Roden.
De raadsman van verdachte heeft zich op het standpunt gesteld dat niet aan verdachte te verwijten valt dat hij de garages op de [straatnaam] te Nieuw-Roden ter beschikking heeft gesteld en dat er geen chatberichten van verdachte zijn aangetroffen over het produceren van synthetische drugs. De rechtbank volgt dat standpunt niet, omdat de rechtbank bewezen acht dat de gedragingen in de tenlastelegging tezamen en in vereniging zijn gepleegd. Verdachte en zijn medeverdachten zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de ten laste gelegde gedragingen.
Feit 3:
De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij. De rechtbank overweegt daartoe dat niet is gebleken dat verdachte op enige wijze betrokken was bij het dumpen van drugsafval. Het dossier bevat geen aanknopingspunten dat verdachte aanwezig was bij het dumpen van de drugsafval dan wel op enigerlei andere wijze betrokken was. Evenmin volgt uit het dossier waarvan de gedumpte drugsafval afkomstig is. Dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van voorbereidingshandelingen maakt naar het oordeel van de rechtbank niet zonder meer dat verdachte zich eveneens tezamen en in verenging schuldig heeft gemaakt aan het dumpen van drugsafval.
Bewezenverklaring
Parketnummer 18/750029-18 ten tijde van de uitspraak gewijzigd in 18/275353-22 (Trausti)
De rechtbank acht de onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
1.
hij in de periode van 01 september 2017 tot en met 12 december 2017, te Suwâld, gemeente Tytsjerksteradiel, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk heeft vervaardigd, bereid, bewerkt, verwerkt
-een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA (3,4 methyleendioxymethamfetamine) en
-een grote hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid, van een materiaal bevattende MDMA-HCL (kristallen) (3,4-methyleendioxymethamfetamine) en/of amfetamine, zijnde MDMA (3,4methyleendioxymethamfetamine)
2.
hij op of omstreeks 12 december 2017, te Suwâld, gemeente Tytsjerksteradiel, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken en/of vervaardigen van een materiaal bevattende MDMA (3,4methyleendioxymethamfetamine) en/of amfetamine, zijnde MDMA (3,4-
methyleendioxymethamfetamine) en/of amfetamine, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, een of meer stoffen, te weten
  • formamide en
  • methylamine en
  • zoutzuur en
  • PMK en
  • BMK en
  • aceton en
  • mierenzuur en
  • APAA en
  • N-formylamfetamine
en/of een of meer voorwerpen, te weten
  • vaten (inhoudende vloeistoffen) en
  • ketels en
  • IBC tanks en
  • vriezers en
  • jerrycans en
  • gasflessen en
  • RVS ketels en
  • gemodificeerde biervaten en
  • zakken caustic soda en
  • klemdekselvaten en/of emmers en
  • destillatieketels en
  • drukreactieketels en
  • RVS au-bain-marie bakken en
  • vacuümpompen en
  • weegschalen en
  • gasbranders en/of branderbakken en
  • maatbekersvoorhanden heeft gehad, waarvan verdachte wist dat die stoffen en voorwerpen bestemd waren tot het plegen van dat feit;
Parketnummer 18/202898-21 (Fauna)
De rechtbank acht het onder 2 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
2.
hij in de periode van 1 maart 2021 tot en met 29 juli 2021 te Leeuwarden en/of Nieuw-Roden en/of Roden, gemeente Noordenveld, en/of Groningen en/of Oosterwolde, gemeente Ooststellingwerf, en/of Smilde en/of Nieuwegein, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervaardigen van een of meer hoeveelhe(i)d(en)
(meth)amfetamine, zijnde (meth)amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval een of meer hoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en te bevorderen:
  • zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeftgetracht te verschaffen,
  • voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist ofernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, immers, heeft/hebben hij, verdachte en/of zijn mededader(s) in voornoemde periode en op een of meer van voornoemde pleegplaatsen (telkens):
  • ( een deel van) een of meer woning(en)/schu(u)r(en)/garage(s) aan de [straatnaam] en/of
[straatnaam] in Nieuw-Roden en/of [straatnaam] in Leeuwarden (als opslagruimte voor chemicaliën en grondstoffen en (laboratorium)benodigdheden ter beschikking gesteld en/of
  • een of meer vervoermiddelen ter beschikking gesteld en gebruikt en voorhanden gehad van en naarvoornoemd woning(en)/schu(u)r(en)/garage(s) aan de [straatnaam] en/of [straatnaam] in NieuwRoden en/of
  • informatie uitgewisseld over de bereidingswijze en/of het productieproces vansynthetische drugs en/of
  • onderdelen van een productieopstelling aangeschaft en voorhanden gehad, waaronder een of meerRVS-reactieketels en/of koelhuizen en/of gasbranders en/of afsluiters en/of
  • ( laboratorium)benodigdheden en gereedschappen aangeschaft en/of laten aanschaffen en/ofvervoerd en/of laten vervoeren en/of opgeslagen en/of voorhanden gehad, waaronder een of meer gasflessen en jerrycans en een vrieskisten en een roermixer en een klemdekselvat en/of
  • de goederen in de woning(en)/schu(u)r(en)/garage(s) aan de [straatnaam] en [straatnaam] inNieuw-Roden getild en/of
  • chemicaliën en grondstoffen, bedoeld voor de productie van BMK (Benzylmethylketon) en/of(meth)amfetamine, aangeschaft en opgeslagen en voorhanden gehad, waaronder (ongeveer) 40 kilogram MAPA en (ongeveer) 150 kilogram MAPA en BMK en formamide en mierenzuur en fosforzuur en zoutzuur en
  • één van zijn mededaders op de hoogte gehouden over de levering/aankoop van chemicaliën en/ofgrondstoffen voor het vervaardigen van precursoren, en/of (laboratorium)benodigdheden en/of - handschoenen en een gasmasker voorhanden gehad.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
parketnummer 18/750029-18 ten tijde van de uitspraak gewijzigd in 18/275353-22 (Trausti)
Feit 1 Primair:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder B en D van de Opiumwet gegeven verbod en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2, onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Feit 2 primair:
om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
Parketnummer 18/202898-21 (Fauna)
Feit 2:
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, zichzelf en een ander gelegenheid en middelen en inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen en
medeplegen van om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, voorwerpen en vervoermiddelen en stoffen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen hij bewezen heeft geacht, gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht en een geldboete van € 20.000,-. De officier van justitie heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de strafbare feiten en met de omstandigheid dat de redelijke termijn in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) is overschreden.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met de rol van verdachte in het geheel, de persoonlijke omstandigheden van verdachte en met de omstandigheid dat de redelijke termijn in de zin van artikel 6 EVRM is overschreden. De raadsman heeft gepleit voor het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de duur dat verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsadvies van Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) van 28 maart 2022 en de aanvulling daarop van 30 september 2022, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen. Verdachte heeft in de periode van 1 september 2017 tot en met 12 december 2017 samen met anderen in Suwâld MDMAHCL en amfetamine geproduceerd. Ook heeft hij deze middelen voorhanden gehad. In de schuur waarin de productieplaats was ingericht, is circa 1.500 liter kristallisatieafval aangetroffen. Dit wijst op de productie van circa 300 kilo en vermoedelijk circa 500 kilo MDMA-HCL. Hieruit zouden minimaal 1.4 miljoen en vermoedelijk 2.3 miljoen xtc-tabletten kunnen worden geproduceerd. Verdachte heeft aldus samen met anderen op zeer grote schaal MDMA-HCL en daarnaast amfetamine geproduceerd. Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het verrichten van voorbereidingshandelingen om ook na 12 december 2017 MDMA en amfetamine te produceren.
De productie van MDMA-HCL en amfetamine is een zeer kwalijk strafbaar feit. Deze drugs zijn verslavend en schadelijk voor de volksgezondheid. Bovendien is het productieproces (brand)gevaarlijk en het produceren van drugs gaat bovendien gepaard met andere vormen van criminaliteit zoals het lozen van afvalstoffen doorgaans in de natuur of oppervlaktewateren. Dit laatste levert een behoorlijke schadepost op voor de samenleving. Door zijn handelen heeft verdachte hieraan een kwalijke bijdrage geleverd.
Daarnaast heeft verdachte in de periode van 1 maart 2021 tot en met 29 juli 2021 zich nogmaals schuldig gemaakt aan het verrichten van voorbereidingshandelingen voor het produceren van synthetische drugs. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan, omdat hij voor die periode reeds meerdere malen is aangehouden in verband met het produceren van synthetische drugs en in het onderzoek Trausti was geschorst onder voorwaarden. Kennelijk heeft dit verdachte niet weerhouden om zich opnieuw bezig te gaan houden met het (voorbereiden van) produceren van synthetische drugs.
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen dat verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soort gelijke feiten.
Gelet op de aard en ernst van de feiten, zoals hiervoor uiteengezet, kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
De reclassering heeft op 28 maart 2022, aangevuld op 30 september 2022, een reclasseringsadvies opgesteld. Hieruit volgt - kort samengevat - dat er sprake is van een duidelijke weerstand tegen reclasseringsbemoeienis. Ten tijde van het toezicht heeft de reclassering twee officiële waarschuwingen gegeven voor het niet verschijnen op meldplichtafspraken en het geen contact meer kunnen krijgen met verdachte. Het kost moeite om verdachte aan de afspraken te laten houden. Het is onduidelijk of verdachte zich laat beïnvloeden op een positieve manier. Het advies van de reclassering is dan ook om geen bijzondere voorwaarden op te leggen.
De rechtbank neemt dit advies van de reclassering over.
Door de raadsman is een beroep gedaan op overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank stelt voorop dat in artikel 6, eerste lid, EVRM het recht van iedere verdachte is gewaarborgd om binnen een redelijke termijn te worden berecht. Die termijn vangt aan op het moment dat vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het openbaar ministerie een strafvervolging zal worden ingesteld. Het eerste verhoor van de verdachte door de politie heeft niet steeds als zodanige handeling te gelden. Wel dienen de inverzekeringstelling van de verdachte en de betekening van de dagvaarding als een zodanige handeling te worden aangemerkt.
Als uitgangspunt heeft te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en/of zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De redelijke termijn is in de zaak met parketnummer 18/7500219-18 (onderzoek Trausti) aangevangen op het moment van de inverzekeringstelling, te weten 1 mei 2018. De rechtbank wijst eindvonnis op 27 oktober 2022. Van bijzondere omstandigheden die van invloed zijn geweest op de redelijke termijn is niet gebleken. Dit betekent dat de redelijke termijn van twee jaren in aanzienlijke mate is overschreden, te weten met ruim 29 maanden. De rechtbank is van oordeel dat deze overschrijding matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht passend en geboden. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de aanzienlijke overschrijding van de redelijk termijn.
De rechtbank legt een lagere straf op dan de officier van justitie heeft gevorderd, omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt. De rechtbank zal geen geldboete opleggen. Gelet op de financiële positie van verdachte en de geringe legale inkomsten zou een geldboete neerkomen op het uitzitten van vervangende hechtenis.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47, 55, 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 10, 10a van de Opiumwet.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder parketnummer 18/202898-21 onder 1 en 3 en onder parketnummer 18/143675-22 onder 1, 2 en 3 is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder parketnummer 18/750029-18 (ten tijde van de uitspraak gewijzigd in 18/27535322) onder 1 primair en 2 primair en onder parketnummer 18/202898-21 onder 2 ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren.
Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. G. Eelsing, voorzitter, mr. B.F. Hammerle en mr. H. Supér, rechters, bijgestaan door mr. J.D. Zwaagstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 oktober 2022.
Mr. B.F. Hammerle en mr. H. Supér zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
proces-verbaal met nummer NNRAA17051 (onderzoek Trausti), pagina 875 e.v.
proces-verbaal met nummer NNRAA17051 (onderzoek Trausti), pagina 394 e.v.
proces-verbaal met nummer 2017196244 (onderzoek Dagfinnur), pagina 257 e.v