Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties 1 t/m 20 van Arriva, ingekomen op 6 oktober 2022
- het verweerschrift met producties 21 en 22 van [A] , ingekomen op 17 oktober 2022
- producties 23 t/m 25 van Arriva
- producties 26 en 27 van [A]
- productie 28 van Arriva
- de mondelinge behandeling van 25 oktober 2020, waarbij de gemachtigde van Arriva het standpunt van haar cliënte heeft toegelicht aan de hand van een pleitnotitie.
2.De feiten
ktr.: [A]) krijgt de tijd tot volgende week donderdag om na te denken over mogelijke
3.Het verzoek
ernstigverwijtbaar handelen of nalaten van [A] en dat er om die reden geen recht op betaling van de transitievergoeding bestaat. Arriva verzoekt daarom voor recht te verklaren dat aan [A] geen transitievergoeding toekomt. Daarnaast volgt daaruit dat de arbeidsovereenkomst op zo kort mogelijke termijn dient te worden ontbonden, aldus Arriva.
4.Het verweer
5.De beoordeling
ernstigverwijtbaar handelen of nalaten waardoor [A] geen aanspraak kan maken op een transitievergoeding en op grond waarvan de opzegtermijn niet in acht behoeft te worden genomen. [A] heeft betwist dat van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten sprake is.