3.1.[verzoeker] verzoekt de kantonrechter bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
voor de duur van de procedure, [verweerster] te veroordelen:
an [verzoeker] te voldoen het verschuldigd salaris van [verzoeker] ad € 2.362,60 bruto per 4 weken, te vermeerderen met de vakantiebijslag en overige emolumenten vanaf 3 augustus 2020 tot het moment waarop de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig geëindigd zal zijn;
aan [verzoeker] te verstrekken de salarisspecificaties vanaf 3 augustus 2020, waarin de betalingen sub a zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 100,00 per dag, althans een door U E.A. in goede justitie te bepalen dwangsom per dag, voor elke dag dat [verweerster] na vijf dagen na het wijzen van de beschikking niet aan de beschikking voldoet;
aan [verzoeker] te betalen de wettelijke verhoging van 50% wegens vertraging over het aan [verzoeker] toekomende loon ex artikel 7:625BW;
tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten conform de staffel buitengerechtelijke incassokosten;
tot betaling van de wettelijke rente over de onder a, b, c en d genoemde kosten vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag der algehele voldoening;
het ontslag op staande voet van 3 augustus 2020 te vernietigen;
[verweerster] te veroordelen om binnen twee dagen na het wijzen van de beschikking:
I . [verzoeker] toe te laten tot de werkvloer teneinde de gebruikelijke werkzaamheden te verrichten, op straffe van een dwangsom van € 500,00 althans een door u E.A. in goede justitie te bepalen dwangsom per dag, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [verweerster] in gebreke blijft aan de beschikking te voldoen;
II. de wettelijke rente over de genoemde kosten/posten te betalen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag der algehele voldoening.
Subsidiair:
[verzoeker] verzoekt de kantonrechter, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [verweerster] te veroordelen om binnen twee dagen na het wijzen van de beschikking aan [verzoeker] te betalen:
een billijke vergoeding conform artikel 7:681 BW ter hoogte van € 50.000,00 dan wel een door u E.A. te bepalen billijke vergoeding;
een bedrag gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren, conform artikel 7:677 BW. Dit betreft een bruto bedrag van € 2.362,60 te vermeerderen met vakantiegeld en alle overige emolumenten;
voor het geval de arbeidsovereenkomst wel is geëindigd door het ontslag op staande voet aan [verzoeker] een transitievergoeding toe te kennen ad € 3.374,77;
aan [verzoeker] schriftelijke en deugdelijke bruto/netto specificaties te verstrekken waarin de betalingen en bedragen van sub a en b zijn verwerkt, op straffe van een dwangsom van € 100,00, althans een door u E.A. in goede justitie te bepalen dwangsom per dag, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [verweerster] in gebreke blijft aan de beschikking te voldoen;
betaling van de buitengerechte incassokosten;
betaling van de wettelijke rente over de onder a, b, c, d en e genoemde bedragen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag der algehele voldoening;
Primair en subsidiair, voor zover de voorlopige voorziening geen doorgang kan vinden;
doorbetaling aan [verzoeker] door [verweerster] van het verschuldigd salaris ad € 2.362,60 bruto per 4 weken, vermeerderd met alle emolumenten, waaronder vakantietoeslag, vanaf 3 augustus 2020 tot de dag dat de dienstbetrekking rechtsgeldig geëindigd zal zijn;
verstrekking door [verweerster] van de salarisspecificaties vanaf 3 augustus 2020, waarin de betalingen van sub a zijn verwerkt op straffe van een dwangsom van € 100,00 althans een door u E.A. in goede justitie te bepalen dwangsom per dag, voor iedere dag of gedeelte van een dag dat [verweerster] in gebreke blijft aan de beschikking te voldoen;
betaling door [verweerster] van de wettelijke verhoging van 50% wegens vertraging over het aan [verzoeker] toekomende loon ex artikel 7:625 BW;
betaling door [verweerster] van de buitengerechtelijke incassokosten;
betaling van de wettelijke rente over de onder a, b, c en d genoemde bedragen vanaf het opeisbaar worden van die bedragen tot de dag der algehele voldoening;
veroordeling van [verweerster] in de kosten van de procedure.