ECLI:NL:RBNNE:2022:2513
Rechtbank Noord-Nederland
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Bouwstop en last onder dwangsom inzake het bouwen van een schuur op perceel in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland op 7 juli 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een bouwstop en een last onder dwangsom. Verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde J.P. Keizer, hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Drenthe, dat hen opdroeg de bouwwerkzaamheden voor het bouwen van een schuur op hun perceel per direct te staken. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het bouwen van de schuur in strijd is met de regels van het bestemmingsplan "Buitengebied Midden-Drenthe" en dat verzoekers geen omgevingsvergunning hebben aangevraagd.
De voorzieningenrechter oordeelt dat de bouw van de schuur geen gewoon onderhoud betreft en dat er geen sprake is van herbouw van een bestaande schuur. De nieuwe schuur heeft een andere constructie en indeling dan de oude schuur, die door stormschade en saneringswerkzaamheden deels was verwoest. Hierdoor is er geen grond voor de stelling van verzoekers dat zij recht hebben op herbouw. De voorzieningenrechter concludeert dat het college bevoegd was om handhavend op te treden en dat de bouwstop een ordemaatregel is waarbij slechts een beperkte belangenafweging kan worden gemaakt.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat de gevolgen van de bouwstop voortkomen uit de keuze van verzoekers om zonder de benodigde vergunning te bouwen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de bouwstop in redelijkheid kon worden opgelegd en dat er geen aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.