3.1.De man verzoekt na wijziging van zijn verzoek, bij beschikking voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. de omvang van de tussen partijen bestaande beperkte gemeenschap van goederen vast te stellen aldus dat tot de gemeenschap behoort:
Activa
- Woning aan de [adres 1] € 535.000,-
- Inboedel PM
- Paard [naam 1] € 15.000,-
- Bankrekeningen met saldi man per peildatum 8 juli 2021:
- NL 73 ABNA [bankrekening 1] met saldo € 433,16
- NL 59 ABNA [bankrekening 2] met saldo € 502,94
- NL 97 ABNA [bankrekening 3] met saldo € 220,93
- Bankrekeningen van de vrouw per peildatum 8 juli 2021:
- NL 17 RABO [bankrekening 4] met saldo PM
- NL 23 RABO [bankrekening 5] met saldo PM
- NL 41 RABO [bankrekening 6] met saldo PM
Passiva
- Hypotheekschulden rustend op de woning aan de [adres 1] € 273.260,54
[nummer 1] annuïteit
[nummer 2] annuïteit
Totaal restant per 1 mei 2021 € 273.260,54.
- Vergoedingsplicht van de gemeenschap jegens de man € 64.534,-
in privé ter zake de investering van de overwaarde van
zijn privéwoning in de huidige woning van € 64.534,- althans
een hogere of lagere vergoedingsplicht vast te stellen
II. De verdeling van de beperkte gemeenschap van goederen vast te stellen aldus:
Woning aan de [adres 1]Primair
Aan de vrouw wordt toegedeeld de echtelijke woning aan de [adres 1] tegen een door de rechtbank te benoemen deskundige vast te stellen marktwaarde (woning inclusief stallen) binnen drie maanden na datum van diens rapport, met de bepaling dat de vrouw de hypothecaire geldlening bij de ASR bank onder de nummers [nummer 1] en [nummer 2] ter grootte van (per 1 mei 2021) € 273.260,54 totaal voor haar rekening neemt, met uitsluiting van de man en zij de kosten van toedeling voor haar rekening neemt, onder de opschortende voorwaarde dat de man uit de hoofdelijke aansprakelijkheid van de voornoemde hypothecaire geldlening wordt ontslagen, een en ander met veroordeling van de vrouw om ter zake een overbedelingsvergoeding te voldoen ter grootte van de helft van de overwaarde.
Subsidiair
b1) Te bepalen dat als de vrouw de woning niet wil of kan overnemen tegen de door de deskundige vast te stellen prijs binnen drie maanden na de datum van diens rapport, te bepalen dat de vrouw de woning niet meer tegen die vastgestelde prijs kan overnemen en dat de woning dient te worden verkocht aan een derde.
b1) Te bepalen de woning aan de [adres 1] , gemeente [gemeente] moet worden verkocht;
b2) Te bepalen dat de verkoop van de woning geschiedt door een gezamenlijke opdracht van partijen aan [naam 3] , dan wel aan een door de rechtbank te benoemen makelaar, en indien partijen niet binnen twee weken na het wijzen van de beschikking deze makelaar daartoe opdracht hebben gegeven, te bepalen dat de woning aan een derde wordt verkocht waarbij de man zelfstandig bevoegd is een makelaar daartoe opdracht te geven;
b3) Te bepalen dat partijen in overleg met de makelaar een vraagprijs bepalen, welke dient te zijn gebaseerd op de onroerendgoedmarkt ter plaatse en de kwaliteit van de woning, en, indien partijen niet binnen twee weken na de opdrachtverlening erin slagen om gezamenlijk een vraagprijs te bepalen, te bepalen dat de makelaar de woning te koop aanbiedt tegen een marktconforme vraagprijs;
b4) Te bepalen dat partijen in overleg met de makelaar de verkoopovereenkomst aangaan met degene die de hoogste prijs biedt, indien en voor zover die prijs volgens beide partijen, gezien de onroerendgoedmarkt ter plaatse en de kwaliteit van de woning, de best mogelijke prijs is, en, in het geval partijen het niet eens kunnen worden over de vraag of een aanbod de best mogelijke prijs is, te bepalen dat de makelaar naar beste weten de vraagprijs bepaalt;
b5) Te bepalen dat beide partijen gehouden zijn aan deze verkoop en meewerken aan het daaropvolgende notariële transport van de woning aan de koper;
b6) Te bepalen dat de kosten van de makelaar, van de notaris en de overige kosten ter zake van de verkoop en levering, door beide partijen bij helfte worden gedragen;
b7) Met machtiging om, indien de vrouw onwillig is en blijft om aan de uit te spreken bepalingen te voldoen, de beschikking in de plaats te stellen van de wilsverklaringen van de vrouw in ondertekening van de koopovereenkomst en de notariële aktes en met bepaling dat de opgemaakte notariële aktes rechtsgeldig kunnen worden ingeschreven in de daartoe bestemde registers;
b8) De vrouw te veroordelen tot onvoorwaardelijke medewerking en opvolging van
schriftelijke aanwijzingen van de makelaar ter zake van het verkoop klaar maken van voormelde woning, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag of dagdeel dat de vrouw na betekening van de in deze te wijzen beschikking nalaat aan deze veroordeling te voldoen;
b9) De vrouw te veroordelen tot medewerking aan de handelingen om tot verkoop van de woning te komen in die zin dat zij toegang verschaft tot de woning aan de makelaar en geïnteresseerden, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,- per keer dat de vrouw na betekening van de in deze te wijzen beschikking nalaat aan deze veroordeling te voldoen;
- Te bepalen dat de vergoedingsplicht van de gemeenschap jegens de man in privé € 9.695,05
bedraagt, althans een hogere dan wel lagere vergoedingsplicht die de rechtbank juist acht, door partijen gelijkelijk wordt gedragen aldus dat de vrouw aan de man voldoet een bedrag van € 4.847,52, althans een bedrag gelijk aan de helft van de vergoedingsplicht van de gemeenschap.
- Tevens te bepalen dat de saldi van de bankrekeningen van partijen per peildatum 8 juli 2021 bij helfte worden verdeeld.
c) Te bepalen dat de vrouw in het kader van de verdeling van de inboedel aan de man dient te vergoeden een bedrag van € 4.000,- waarbij het bankstel, de kasten, de visvijver, het aquarium, de pelletwagen en nog kleine dingen die voor de man nog in de schuur staan nog aan hem toekomen en hij de houtkachel en de aanhanger behoudt,
De vrouw te veroordelen tot afgifte aan de man van:
- de (van een derde) geleende grondbak en de hefmast
- het bankstel, de kasten, de visvijver, het aquarium, de pelletwagen en de kleine dingen die in de schuur staan, alle in goede staat,
op straffe van een dwangsom van € 100,- per dag of dagdeel, dan wel op straffe van een dwangsom die de rechtbank juist acht, in het geval de vrouw niet aan deze veroordeling voldoet;
d) Te bepalen dat beide tractoren 1220 en 3055, mits werkend en in goede staat, aan de man worden toegedeeld tegen een vergoeding aan de vrouw van € 1.150,-.
e) Te bepalen dat de Ford Capri als privégoed van de man dient te worden gekwalificeerd, waarbij de gemeenschap dan een vergoedingsrecht heeft op de man van € 1.000,- (ofwel de vrouw op de man een vordering heeft van € 500,-).
Te bepalen dat de man in het kader van de verkoop van de auto Ford Fusion een vergoedingsrecht heeft op de beperkte gemeenschap van € 600,- ofwel te bepalen dat de vrouw aan de man € 300,- dient te vergoeden.
f) Te bepalen dat het paard wordt toegedeeld aan de vrouw onder de veroordeling van de
vrouw tot betaling van de helft van de waarde aan de man, dan wel dat het paard binnen 2 maanden na de in deze te wijzen beschikking wordt verkocht, met betrokkenheid en goedkeuring van beide partijen, waarbij de opbrengst tussen partijen bij helfte zal worden verdeeld.
g) Dat de vergoedingsplicht van de gemeenschap jegens de man in privé ad € 90.000,-
althans een hogere dan wel lagere vergoedingsplicht door uw rechtbank in goede
justitie te bepalen.
Gebruiksvergoeding
III. de vrouw te veroordelen tot betaling van gebruiksvergoeding aan de man van € 550,- per maand, subsidiair een bedrag van € 753,64 per maand, bij vooruitbetaling te voldoen, met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking tot aan de datum dat de woning is toegedeeld aan de vrouw, dan wel tot aan de datum dat de woning aan een derde is geleverd.
AlimentatieIV. de wederzijdse onderhoudsplicht na ontbinding van het geregistreerd partnerschap te limiteren tot nihil, dan wel de door de man aan de vrouw verschuldigde onderhoudsbijdrage met ingang van de datum van inschrijving van de ontbindingsbeschikking te stellen op nihil, dan wel - al dan niet met een afbouw- te limiteren of op nihil stellen met ingang van een zodanige datum als de rechtbank juist acht, dan wel het verzoek van de vrouw af te wijzen;
V. de zelfstandige verzoeken van de vrouw af te wijzen