3.4.Partijen twisten in deze procedure over de uitleg en uitwerking van de huwelijkse voorwaarden. In de huwelijkse voorwaarden zijn partijen het volgende overeengekomen, voor zover van belang:
"Uitsluiting
Artikel 1
De echtgenoten sluiten elke gemeenschap van goederen uit.
(…)
Vergoedingsrechten
Artikel 4
Een echtgenoot heeft een vergoedingsrecht jegens de andere echtgenoot, indien een bedrag of waarde ten behoeve van die andere echtgenoot aan zijn vermogen is onttrokken. De vergoeding is gelijk aan het bedrag of de waarde ten tijde van de onttrekking en is direct opeisbaar, tenzij redelijkheid en billijkheid zich tegen die opeisbaarheid verzetten.
(…)
Inkomen
Artikel 6
Onder inkomen in deze huwelijkse voorwaarden wordt verstaan het besteedbaar inkomen na betaling van belastingen, premies sociale verzekeringen en de kosten die redelijkerwijs gemaakt moeten worden voor de verwerving van het inkomen. Ingeval een echtgenoot inkomen heeft in de vorm van winst uit onderneming of resultaat uit een werkzaamheid, dienen de echtgenoten, naar normen die in het maatschappelijk verkeer als redelijk worden beschouwd, vast te stellen welk gedeelte van de winst of van het resultaat voor onttrekking in aanmerking komt en aldus inkomen is als hiervoor bedoeld.
Voor zover een echtgenoot in overwegende mate bij machte is te bepalen dat de winst van een door een rechtspersoon uitgeoefende onderneming hem rechtstreeks of middellijk ten goede komt, wordt die onderneming voor de toepassing van de vorige zin aangemerkt als een door die echtgenoot uitgeoefende onderneming. Onder winst uit onderneming wordt dan verstaan: de in de onderneming behaalde winst, verminderd met de daarover door de rechtspersoon verschuldigde belastingen. Bij het voorgaande wordt de mate waarin de echtgenoot tot de rechtspersoon is gerechtigd in aanmerking genomen.
Kosten van de huishouding
Artikel 7
(…)
1.
De echtgenoot die in een kalenderjaar meer heeft bijgedragen in de kosten van de huishouding dan hij op grond van het bepaalde in dit artikel zou moeten dragen, kan dit meerdere van de andere echtgenoot terugvorderen, mits hij die vordering instelt binnen een jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar.
(…)
Verrekening van inkomsten
Artikel 9
De echtgenoten zijn verplicht om jaarlijks te verrekenen hetgeen van hun inkomen resteert, nadat daarop de bijdrage in de kosten van de huishouding in mindering is gebracht. Bij deze verrekening komt ieder de helft van het gezamenlijke bespaarde bedrag toe.
De verrekening vindt plaats, doordat de echtgenoot wiens resterende inkomen groter is dan dat van de andere echtgenoot, de helft van het verschil tussen beide resterende inkomens aan de andere echtgenoot uitkeert.
De uitkering geschiedt in geld en vindt, tenzij bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten, plaats binnen een jaar na afloop van het kalenderjaar.
Indien de in een jaar bespaarde inkomsten niet overeenkomstig lid 3 zijn verrekend, wordt de waarde van hetgeen met die besparingen is verkregen in de verrekening betrokken.
Indien tijdens het huwelijk in het geheel niet is verrekend, wordt het vermogen dat ieder van de echtgenoten bij ontbinding van het huwelijk heeft tot op tegenbewijs geacht met de bespaarde inkomsten te zijn verkregen.
Indien een goed voor een deel met bespaard inkomen is gefinancierd, wordt het goed voor het deel dat uit de bespaarde inkomsten is betaald in de verrekening betrokken.
De waarde van een goed dat met behulp van een lening is verkregen, wordt niet in de verrekening betrokken. Voor zover rente en/of aflossing van de lening uit de bespaarde inkomsten is voldaan, wordt het nominale bedrag daarvan in de verrekening betrokken.
Indien tot het inkomen behoort de winst van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 6 lid 3, wordt de waarde van de in de onderneming gereserveerde, uitkeerbare winst en hetgeen met de belegging daarvan is verkregen in de verrekening betrokken naar de mate waarin de echtgenoot tot de winst is gerechtigd. Indien deze winst tijdens het huwelijk niet is verrekend wordt het gehele vermogen van de rechtspersoon tot op tegenbewijs geacht uit te verrekenen, uitkeerbare winst of de belegging daarvan te bestaan.
(…)
De echtgenoten beogen met deze bepaling de toename van ieders vermogen tijdens het huwelijk, voor zover die toename niet het gevolg is van een verkrijging krachtens erfrecht of schenking of van waardestijging van de goederen die door hen ten huwelijk zijn aangebracht, aan ieder voor de helft ten goede te laten komen. In verband hiermee moeten ook verkrijgingen die niet of die mogelijk niet als inkomen kunnen worden gezien, zoals optierechten en vergoedingen bij het einde van de dienstbetrekking, in de verrekening worden betrokken. Goederen die aan een echtgenoot op bijzondere wijze verknocht zijn zoals bedoeld in artikel 1:94 lid 3 Burgerlijk Wetboek worden slechts in de verrekening betrokken voor zover de verknochtheid zich niet daartegen verzet.
(…)
Verrekening bij ontbinding van het huwelijk door overlijden of echtscheiding
Artikel 11
Indien het huwelijk wordt ontbonden door echtscheiding of overlijden en bij scheiding van tafel en bed zal tussen de echtgenoten dan wel de langstlevende echtgenoot en de rechtverkrijgenden van de overleden echtgenoot worden afgerekend alsof de echtgenoten in algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd.
Binnen acht maanden na de ontbinding van het huwelijk wordt in verband met deze verrekening het vermogen van ieder van de echtgenoten beschreven. Daarbij wordt rekening gehouden met vergoedingsrechten die kunnen bestaan tussen het vermogen van een echtgenoot dat niet in de verrekening wordt betrokken en het vermogen van de echtgenoten dat wel in de verrekening wordt betrokken.
Onder het vermogen van een echtgenoot wordt verstaan het saldo van de bezittingen en schulden die wel en die niet in de verrekening worden betrokken. Indien de langstlevende echtgenoot een verzekering heeft afgesloten op het leven van de overleden echtgenoot en in verband met diens overlijden door hem een uitkering wordt verkregen waarover successierecht verschuldigd kan zijn, wordt het vermogen van de langstlevende echtgenoot vermeerderd met de premies en koopsommen die tijdens het huwelijk in verband met deze verzekering te zijnen laste zijn gekomen omdat hij de premies en koopsommen verschuldigd was, vermeerderd met een zodanige schadeloosstelling dat bij de verrekening, wat deze premies betreft, niets aan het vermogen van de overledene wordt/zal zijn onttrokken.
De beschrijving van de vermogens van de echtgenoten en de waardering van de daartoe behorende bezittingen en schulden geschiedt:
- bij ontbinding van het huwelijk door overlijden: op het tijdstip waarop het huwelijk wordt ontbonden;
- bij ontbinding van het huwelijk door echtscheiding en bij scheiding van tafel en bed: op het tijdstip waarop het verzoek daartoe is ingediend.
De waardering van de goederen en schulden vindt plaats in onderling overleg en bij gebreke daarvan door een of meer deskundigen, te benoemen door de kantonrechter genoemd in artikel 679 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
5.
De verrekening vindt plaats doordat de ene partij aan de andere partij een zodanig bedrag uitkeert dat na de uitkering ieders vermogen gelijk is aan de helft van de gezamenlijke vermogens van de echtgenoten die in de verrekening moeten worden betrokken.
6.
(...)
7.
(…)
8.
Indien de verrekening plaats vindt bij ontbinding van het huwelijk door echtscheiding of bij scheiding van tafel en bed, worden niet in de verrekening betrokken:
- de goederen die door de echtgenoten krachtens erfrecht of schenking zijn verkregen alsmede de op die verkrijgingen drukkende schulden en de wegens die verkrijgingen geheven belastingen, zoals erf- en schenkbelasting;
- al hetgeen krachtens zaaksvervanging voor bovengenoemde goederen in de plaats is getreden;
- de opbrengst van goederen die van de verrekening zijn uitgesloten;
- al hetgeen behoort tot het ondernemingsvermogen van een echtgenoot.
Onder ondernemingsvermogen wordt (tevens) begrepen
- het direct dan wel indirect houden van een aandeel of aandelen in een rechtspersoon waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld, voor zover dit aandeel/deze aandelen een belang vertegenwoordig(t)(en) van tenminste vijf procent (5%) van het geplaatste kapitaal en/of van een bepaalde soort aandelen;
- het hebben van rechten om direct of indirect aandelen te verwerven tot tenminste vijf procent (5%) van het geplaatste kapitaal en/of van een bepaalde soort aandelen;
- het hebben van winstbewijzen die betrekking hebben op tenminste vijf procent (5%) van de jaarwinst van een vennootschap dan wel op tenminste vijf procent (5%) van wat bij liquidatie wordt uitgekeerd;
- gerechtigd zijn tot tenminste vijf procent (5) van de stemmen uit te brengen in de algemene vergadering van een coöperatie of coöperatieve vereniging;
- al hetgeen naar redelijkheid en billijkheid geacht moet worden tot ondernemingsvermogen van een echtgenoot te behoren.".