Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 maart 2022 in de zaken tussen
derde-partijheeft aan het geding deelgenomen: [vergunninghouder], te [plaats], vergunninghouder,
Rechtbank Noord-Nederland
Op 30 maart 2022 heeft de Rechtbank Noord-Nederland uitspraak gedaan in de zaak tussen verschillende eisers en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoogeveen. De zaak betreft de verlening van een omgevingsvergunning voor het realiseren van 16 appartementen op een perceel in Hoogeveen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vergunning in strijd is met het bestemmingsplan, omdat het bouwplan niet voldoet aan de eisen voor de bouwhoogte en de gerichtheid van de appartementen. De eisers, die bezwaar hadden gemaakt tegen de vergunning, stelden dat de vergunninghouder niet bevoegd was om af te wijken van het bestemmingsplan en dat er onvoldoende onderzoek was gedaan naar de gevolgen voor zon- en lichtinval, privacy en brandveiligheid.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de vergunninghouder niet kon aantonen dat het bouwplan voldeed aan de vereisten van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Besluit omgevingsrecht (Bor). De rechtbank heeft de bezwaren van de eisers gegrond verklaard en het bestreden besluit van de gemeente vernietigd. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de eisers recht hebben op vergoeding van de proceskosten en het griffierecht. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het verlenen van omgevingsvergunningen en de noodzaak om te voldoen aan de geldende bestemmingsplannen en bouwvoorschriften.