Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Groningen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
“Motivering
Belanghebbende is ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Betwist wordt dat hij op de daartoe voorgeschreven wijze is uitgenodigd, herinnerd en aangemaand. Verder blijkt niet dat de aanslag conform de regels van de Awb en AWR is opgelegd. De onderliggende stukken ontbreken. Derhalve is er sprake van schending van voornoemde wet- en regelgeving en kan er niet worden gesteld dat er sprake is van een procedure waarin er acht is geslagen op de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Verder blijkt niet dat de aanslag conform de regels van de Awb en AWR is opgelegd.’ in het beroepschrift (zie 1.4). Deze stelling zou voorts nader onderzoek van feitelijke aard vereisen. De stelling zou immers tot gevolg hebben dat op verweerder de bewijslast komt te rusten om de juiste en tijdige verzending van de aanslag aannemelijk te maken. Verweerder heeft ter zitting aangegeven niet terstond te kunnen reageren. Voor het leveren van het bewijs van de juiste en tijdige verzending zal een rapportage opgesteld moeten worden, aldus verweerder. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank eisers stelling over het niet hebben ontvangen van de aanslag tardief.