Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[verdachte] ,
Tenlastelegging
Beoordeling van het bewijs
- het brengen van een aangeefster in een pijnlijke positie waarin zij fysiek belemmerd werd om zich aan de situatie te onttrekken of anderszins zich niet of niet goed kon verweren;
- een aangeefster onverhoeds, in een situatie dat zij dat niet verwachtte en ook niet hoefde te verwachten, confronteren met een seksuele gedraging;
- het bewust gebruik maken van zijn overwicht ten opzichte van een aangeefster.
onder feit 3tenlastegelegde handelingen en opmerkingen tijdens het stretchen, dient te worden beoordeeld of deze van zodanige aard zijn geweest dat zij kunnen worden aangemerkt als een poging tot verkrachting.
feit 4tenlastegelegde ontuchtige handelingen tijdens het masseren overweegt de rechtbank het volgende.
stretchenoverweegt de rechtbank het volgende.
massagesaan de borsten, vagina en/of billen heeft aangeraakt. Deze handelingen zijn tijdens een trainingssessie of massage verricht, terwijl zij daartoe geen enkel doel dienden. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze handelingen, zoals al eerder overwogen, mede gelet op de setting waarin deze aanrakingen werden verricht, onmiskenbaar als ontuchtig aan te merken.
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van verdachte
Strafmotivering
Benadeelde partijen
Toepassing van wetsartikelen
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.
Uitspraak
De rechtbank
een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren.
12 jaren.
5 jarenop geen enkele wijze -direct of indirect- contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
- [slachtoffer 1] ( [geboortedatum] 2003);
- [slachtoffer 2] ( [geboortedatum] 2001);
- [slachtoffer 3] ( [geboortedatum] 2005);
- [slachtoffer 4] ( [geboortedatum] 1999);
- [slachtoffer 5] ( [geboortedatum] 2003);
- [slachtoffer 6] ( [geboortedatum] 2002);
- [slachtoffer 7] ( [geboortedatum] 2002);
- [slachtoffer 8] ( [geboortedatum] 2002);
- [slachtoffer 9] ( [geboortedatum] 2000);
- [slachtoffer 10] ( [geboortedatum] 1990);
- [slachtoffer 11] ( [geboortedatum] 1996);
- [slachtoffer 12] ( [geboortedatum] 1999);
- [slachtoffer 13] ( [geboortedatum] 2002).
[slachtoffer 1]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van €
12.075,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. De ingangsdatum hiervan is voor de materiele schade van € 75,00 bepaald op 27 februari 2021 en voor de immateriële schade een bedrag van € 12.000,00 op 27 augustus 2020.
€ 12.075,00. Dit bedrag bestaat, zoals hierboven bestaat opgenomen, deels uit materiële en deels uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 2]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 8.602,66,te vermeerderen met de wettelijke rente. De ingangsdatum hiervan is voor de materiële schade van € 102,66 bepaald op 27 februari 2021 en voor de immateriële schade van € 8.500,00 op 1 maart 2020.
€ 8.602,66. Dit bedrag bestaat, zoals hierboven bestaat opgenomen, deels uit materiële en deels uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 3]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 8.530,36, te vermeerderen met de wettelijke rente. De ingangsdatum hiervan is voor de materiële schade van € 30,36 bepaald op 27 februari 2021 en voor de immateriële schade van € 8.500,00 op 24 augustus 2020.
€ 8.530,36. Dit bedrag bestaat, zoals hierboven bestaat opgenomen, deels uit materiële en deels uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 4]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 7.011,13, te vermeerderen met de wettelijke rente. De ingangsdatum hiervan is voor de materiële schade van € 11,13 bepaald op 17 september 2020 en voor de immateriële schade van € 7.000,00 op 1 januari 2017.
€ 7.011,13. Dit bedrag bestaat, zoals hierboven bestaat opgenomen, deels uit materiële en deels uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 5]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 7.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. De ingangsdatum hiervan is bepaald op 9 juli 2020.
€ 7.500,00. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 6]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 5.103,30, te vermeerderen met de wettelijke rente. De ingangsdatum hiervan is voor de materiële schade van €103,30 bepaald op 27 februari 2021 en voor de immateriële schade van € 5.000,00 op 7 augustus 2020.
€ 250,00.
€ 5.103,30. Dit bedrag bestaat, zoals hierboven bestaat opgenomen, deels uit materiële en deels uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 7]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 5.129,44, te vermeerderen met de wettelijke rente. De ingangsdatum hiervan is voor de materiële schade van € 129,44 bepaald op 1 februari 2021 en voor de immateriële schade van € 5.000,00 op 7 juli 2020.
€ 5.129,44. Dit bedrag bestaat, zoals hierboven bestaat opgenomen, deels uit materiële en deels uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 8]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 7.560,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. De ingangsdatum hiervan is voor de materiële schade van € 60,00 bepaald op 27 februari 2021 en voor de immateriële schade van € 7.500,00 op 7 februari 2020.
€ 569,25.
€ 7.560,00. Dit bedrag bestaat, zoals hierboven bestaat opgenomen, deels uit materiële en deels uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 9]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 2.500,00. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 10]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 5.829,72, te vermeerderen met de wettelijke rente. De ingangsdatum hiervan is voor de materiële schade van € 829,72 bepaald op 27 februari 2021 en voor de immateriële schade van € 5.000,00 op 1 augustus 2020.
€ 5.829,72. Dit bedrag bestaat, zoals hierboven bestaat opgenomen, deels uit materiële en deels uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 11]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 5.464,46, te vermeerderen met de wettelijke rente. De ingangsdatum hiervan is voor de materiële schade van € 464,46 bepaald op 27 februari 2021 en voor de immateriële schade van € 5.000,00 op 1 augustus 2020.
€ 5.464,46. Dit bedrag bestaat, zoals hierboven bestaat opgenomen, deels uit materiële en deels uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 12]toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 5.269,87, te vermeerderen met de wettelijke rente. De ingangsdatum hiervan is voor de materiële schade van € 269,87 bepaald op 27 februari 2021 en voor de immateriële schade van € 5.000,00 op 1 augustus 2020.
€ 5.269,87. Dit bedrag bestaat, zoals hierboven bestaat opgenomen, deels uit materiële en deels uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.
[slachtoffer 13]gedeeltelijk toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan deze benadeelde partij van een bedrag van
€ 758,85, te vermeerderen met de wettelijke rente. De ingangsdatum hiervan is voor de materiële schade van € 258,85 bepaald op 28 maart 2021 en voor de immateriële schade van € 500,00 op 8 april 2018.
€ 758,85. Dit bedrag bestaat, zoals hierboven bestaat opgenomen, deels uit materiële en deels uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente, zoals hierboven ten aanzien van de vordering is bepaald.
28 dagenworden toegepast, met dien verstande dat de toepassing van de gijzeling de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft.