Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige belastingkamer van 22 juli 2021 in de zaken tussen
[de VOF] , te [vestigingsplaats] ,
[vennoot 1] , te [woonplaats] ,
[vennoot 2] , te [woonplaats] ,
[vennoot 3] , te [woonplaats] , eisers
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Leeuwarden, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
3.1.1. Kasverantwoording/geldbeweging
De administratie is niet gevoerd naar de eisen van uw bedrijf
- niet op de Z-afslag afdrukken van Grand Totals;
- niet afdrukken van een Z-volgnummer;
- niet inzichtelijk maken van de dagafsluiting;
- niet boeken/registreren van kasverschillen;
- niet doen van periodieke kascontrole;
- inkopen boeken op betaaldatum;
- negatieve berekende voorraadstanden.
- niet inzichtelijk maken van de dagafsluiting;
- niet boeken/registreren van kasverschillen;
- niet doen van periodieke kascontrole;
- inkopen boeken op betaaldatum;
- negatieve berekende voorraadstanden.
De administratie is niet bewaard.
De aard, omvang en complexiteit van een bedrijf of beroep bepalen de vereiste omvang en inhoud van de administratie.
- de data / detailgegevens van het afrekensysteem;
- de voorraadtellijsten;
- de pakbonnen.
- de data / detailgegevens van het afrekensysteem;
- de voorraadtellijsten;
- de pakbonnen.
Conclusie
Indien de inspecteur een informatiebeschikking geeft waarin op grond van daarin vermelde feiten en omstandigheden wordt vastgesteld dat niet is voldaan aan de administratieplicht van artikel 52 AWR, kan de rechter tot het oordeel komen dat in deze beschikking (mede) feiten en omstandigheden zijn vermeld die niet kunnen bijdragen tot die vaststelling. Een dergelijke informatiebeschikking kan dan toch in stand blijven indien de overige vaststaande, eventueel in het geding voor de rechter nader aangevoerde feiten en omstandigheden naar het oordeel van de rechter voldoende grondslag bieden voor de vaststelling dat niet is voldaan aan de administratieplicht. Die vaststelling is immers het voorwerp van die informatiebeschikking.”
Het staat de inspecteur vrij om bij een geschil over een informatiebeschikking waarin is vastgesteld dat niet is voldaan aan de verplichtingen van artikel 52 AWR in de bezwaarfase of voor de rechter ter staving van die vaststelling andere gronden aan te voeren dan hij eerder had gedaan. Dit is slechts anders voor zover een beroep op die gronden ondubbelzinnig is prijsgegeven, dan wel die gronden worden aangevoerd onder zodanige omstandigheden dat behandeling ervan zou leiden tot een inbreuk op een goede procesorde.”
De administratieplicht houdt volgens artikel 52 AWR in dat de rechten en plichten van het bedrijf en de voor de heffing van belasting overigens van belang zijnde gegevens te allen tijde duidelijk uit de administratie moeten blijken. Dit brengt volgens de parlementaire toelichting op deze bepaling mee dat de administratie regelmatig moet worden bijgehouden. In het licht hiervan moet worden aangenomen dat het niet mogelijk is om achteraf alsnog aan de administratieplicht te voldoen indien vaststaat – zoals in dit geval voor de jaren 2011 tot en met 2014 – dat de administratieplichtige heeft nagelaten een administratie bij te houden als hiervoor bedoeld.”