In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 5 februari 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Smallingerland. De eiser, vertegenwoordigd door mr. A.J. Spoelstra, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de gemeente dat hem verbood de mestsilo op zijn perceel te gebruiken voor de opslag van meststoffen. Dit besluit volgde op een eerdere bouwvergunning die in 1992 was verleend voor de mestsilo, maar de gemeente had in 2019 besloten dat het gebruik van de mestsilo niet meer in overeenstemming was met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de mestsilo niet onder de bestemmingsomschrijving 'Agrarisch - Cultuurgrond' valt en dat het gebruik ervan in strijd is met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft ook overwogen dat het overgangsrecht niet van toepassing is, omdat het gebruik van de mestsilo sinds de levering aan de eiser in 2016 niet meer heeft plaatsgevonden. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en geoordeeld dat de gemeente bevoegd was om handhavend op te treden. De uitspraak is openbaar gemaakt op de maandag na de uitspraakdatum.