Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
vonnis van de kantonrechter d.d. 3 september 2019
[eiser] ,
Procesverloop
Motivering
tegemoetkomingin
mogelijke(cursivering kantonrechter) schade onderschrijft dit.
€ 720,00(2 punten x tarief € 360,00)
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter op 3 september 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en de Gemeente Smallingerland. De zaak betreft een koopovereenkomst voor een woonboerderij, waarbij de Gemeente als verkoper optrad. De kern van het geschil draait om de verplichting van de Gemeente tot het legen van een mestsilo die bij de boerderij hoorde. Bij de levering op 28 juli 2016 bleek de mestsilo niet volledig leeg te zijn, wat leidde tot een (depot)overeenkomst waarin de Gemeente zich verplichtte om de mestsilo te legen en de koper te vrijwaren van eventuele rechtsgevolgen. Gedurende de periode van september 2016 tot maart 2017 heeft de Gemeente maandelijks een bedrag van € 500,-- aan [eiser] betaald in verband met het gebruik van de mestsilo. Echter, na het legen van de mestsilo op 1 maart 2017 bleef er nog een restfractie van mest achter, wat leidde tot een geschil over de betalingsverplichtingen van de Gemeente. De kantonrechter oordeelde dat de Gemeente haar verplichtingen niet volledig was nagekomen en dat de maandelijkse betalingen aan [eiser] doorliepen tot augustus 2018. De vordering van [eiser] tot betaling van € 10.991,15 werd toegewezen, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering van de Gemeente in reconventie werd afgewezen, en de Gemeente werd veroordeeld in de proceskosten.