Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.[A] ,
[B], in zijn hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van wijlen de heer
[C],
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens houdende antwoord in reconventie;
- de conclusie van dupliek in conventie, tevens houdende repliek in reconventie;
- de conclusie van dupliek in reconventie;
- de bij brief van 25 augustus 2020 door DGG c.s. ingediende producties;
- het proces-verbaal van het op 31 augustus 2020 gehouden pleidooi en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities van partijen;
- de bij brief van 13 oktober 2020 overgelegde producties van de zijde van [A] c.s.;
- de brief van 10 november 2020 van de zijde van DGG c.s. en de brief van 24 november 2020 van de zijde van [A] c.s. met opmerkingen naar aanleiding van het proces-verbaal van het pleidooi;
- de antwoordakte van 12 november 2020 van DGG c.s.;
- de brief van 9 december 2020 met producties van de zijde van [A] c.s.;
- de antwoordakte van 23 december 2020 van DGG c.s.;
- de brief van 23 december 2020 van de zijde van [A] c.s.;
- de brief van 23 december 2020 van de zijde van DGG c.s.;
- de brief van 24 december 2020 van de rechtbank waarin zij heeft meegedeeld dat het door mr. Maakal opgeworpen bezwaar is afgewezen.
2.De feiten
In aanmerking nemende dat:
maximaal€ 1.700.000 inclusief BTW, voor rekening Kopers
8. Asbest/Milieu
9.Bijzondere bepalingen
8. Asbest/Milieu
9.Bijzondere bepalingen
Over te nemen rechten/plichten
Overeenkomst
nooitop zoek zijn gegaan naar een koper/ belegger. In ieder geval nu nog niet, want het project was immers nog (lang) niet af in die zin dat toen cliënten met uw cliënten in gesprek raakten, er nog geen sprake was van getekende huurovereenkomsten met de toekomstige gebruikers. Dat die gebruikers het gebouw in kwestie wilden aanpassen aan hun specifieke wensen en daarnaast dit gebouw ook wilden (laten) moderniseren, was ook bekend. Dit wisten uw cliënten dus.
3.De vorderingen
in conventie
lees: 23 februari 2018, aanvulling rechtbank) ontbindt wegens wanprestatie zijdens [A] c.s. en [A] c.s. hoofdelijk veroordeelt tot vergoeding aan DGG c.s. van de door DGG c.s. als gevolg van de ontbinding geleden schade, te begroten op € 4.699.849,41 en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 30 november 2018, althans vanaf een zodanig tijdstip als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren;
lijst met functionele aanpassingen’, die als bijlage 7 deel uitmaakt van de overeenkomst met Cosis en voor wat betreft dit ene benoemde stuk op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat [A] c.s. in gebreke blijft om dit stuk binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan DGG c.s. te verschaffen;
4.De beoordeling
- alle door DGG c.s. relevant geachte informatie aan haar aan te leveren,
- in te staan voor de aanwezigheid van de juiste bestemming en de benodigde onherroepelijke omgevingsvergunningen,
- de koopovereenkomst nader uit te werken,
- de verbouwkosten binnen het bedrag van € 1.700.000,00 te houden,
- uit te komen op een huursom van € 800.000,00 per jaar en huurtermijnen van 15 jaar,
- de bouw te begeleiden,
- het gebouw vrij van asbest en technische mankementen en inclusief energielabel te leveren en
- de overeenkomst op 18 oktober 2018 te ondertekenen,
- waarna levering op 30 november 2018 zou plaatsvinden.
- de omstandigheid dat de koopprijs nog niet was vastgesteld maar nog zou worden bepaald door de hoogte van de te realiseren huuropbrengst;
- de e-mail van 6 februari 2018 van [D] aan [A] , waarin hij “om tot een goede eerste waarde-inschatting te komen” nog diverse vragen heeft gesteld verband houdende met de te verwachten huursom;
- de e-mails van 12 februari 2018 van [A] aan [D] en de daarbij onder meer meegezonden concept-huurovereenkomst, die nog nader moet worden uitgewerkt, en een raming van verbouwingskosten;
- de e-mail van 14 februari 2018, waarin [D] aan [A] op basis van de hem bekende en aangeleverde informatie een indicatief voorstel van € 10.000.000,00 heeft gedaan en waarin hij heeft aangegeven dat er nog afspraken moeten worden gemaakt voor de due diligence en financiering, dat hij zal zorgen voor een getekende LOI met alle uitgangspunten en dat hij bij overeenstemming vanaf 5 maart 2018 aan de slag kan “om alles tijdig te onderzoeken en uitwerken voor een optimale (ver)koopstructuur”.
- de nadien onder andere bij e-mails van 22 maart 2019 en 5 april 2018 opgevraagde informatie en de verschillende concept-koopovereenkomsten, waarbij werd vermeld dat het ging om een concept voor discussiedoeleinden of dat het concept geldt “onder nadrukkelijk voorbehoud van wijzigingen”, en de reacties op deze concept-koopovereenkomsten.
koopovereenkomst – ook geen grond om aan te nemen dat [A] c.s. zonder dat een dergelijke termijn gesteld was, in verzuim is geraakt. Er is dan ook niet voldaan aan de vereisten voor ontbinding van de overeenkomst, en de vordering van DGG c.s. tot ontbinding van de overeenkomst van 23 februari 2018 zal dus worden afgewezen. Ook de vordering tot vergoeding van schade die door de ontbinding geleden wordt, zal dus worden afgewezen.
€ 15.996,00 (4 punten × tarief € 3.999,00)