Op 2 juli 2021 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Leeuwarden uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het telen van 491 hennepplanten, diefstal van elektriciteit en het aanwezig hebben van 1,2 kilogram gedroogde henneptoppen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand met een proeftijd van twee jaren. De bijzondere voorwaarden omvatten een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en mogelijke financiële bewindvoering. De feiten vonden plaats op of omstreeks 21 december 2018 in de gemeente Waadhoeke, waar de hennepplanten werden aangetroffen in vrachtwagentrailers op het erf van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat de bewijsverkrijging rechtmatig was en dat er geen sprake was van vormverzuimen die de uitsluiting van bewijsmiddelen rechtvaardigden. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, evenals de persoonlijke situatie van de verdachte, die te maken had met financiële problemen en psychosociaal functioneren. De rechtbank volgde het advies van de reclassering en legde de bijzondere voorwaarden op om recidive te voorkomen.