Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 10 juni 2021 in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank, verweerder
[derde-partij]gevestigd te [plaats] ,
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 10 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) over de afwijzing van een herzieningsverzoek. Eiseres had eerder een besluit van de Svb aangevochten dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving op haar van toepassing verklaarde over een bepaalde periode. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Svb het herzieningsverzoek terecht heeft afgewezen, omdat eiseres geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden heeft aangevoerd die een herziening van het besluit rechtvaardigen. De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit niet evident onredelijk was en verklaarde het beroep van eiseres ongegrond.
De procedure begon met een primair besluit van de Svb op 24 december 2019, waarin het verzoek van eiseres om herziening van een eerder besluit werd afgewezen. Dit werd bevestigd in een bestreden besluit op 15 april 2020. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank concludeerde dat de Svb zorgvuldig had gehandeld en dat de argumenten van eiseres niet voldoende waren om het herzieningsverzoek te honoreren. De rechtbank benadrukte dat nieuw gebleken feiten of omstandigheden noodzakelijk zijn om terug te komen op een eerder besluit, en dat de door eiseres aangevoerde argumenten niet als zodanig konden worden aangemerkt.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 9 april 2021, waarbij de gemachtigden van beide partijen aanwezig waren. Na de zitting zijn de zaken gesplitst, en de rechtbank heeft in deze uitspraak de afwijzing van het herzieningsverzoek bevestigd. De uitspraak wordt openbaar gemaakt op de maandag na de datum van uitspraak, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.