Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 december 2020 in de zaak tussen
het college van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân, verweerder,
derde-partijheeft aan het geding deelgenomen: [belanghebbende]
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 3 december 2020 uitspraak gedaan in een geschil over een natuurvergunning voor de wijziging van een melkrundveehouderij. De vergunning was verleend door het college van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân, maar eisers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. V. Wösten, hebben beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. De rechtbank oordeelde dat de passende beoordeling die aan het Programma Aanpak Stikstof (PAS) ten grondslag ligt, niet voldoet aan de eisen van artikel 6 van de Habitatrichtlijn. Dit leidde tot de conclusie dat de vergunning in strijd met de Wet natuurbescherming (Wnb) was verleend. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en het primaire besluit van 21 april 2017 herroepen, omdat de vereiste passende beoordeling ontbrak. De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van eisers, die in totaal € 2.074,-- bedragen, inclusief kosten in bezwaar. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending.