In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 4 november 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een docent en de voorzitter van het College van Bestuur van de Stichting Openbaar Onderwijs Groep Groningen. De docent, die sinds 39 jaar werkzaam was, kreeg ontslag na het aantreffen van ongepaste foto's op zijn privé-telefoon. De primaire ontslaggrond was ongeschiktheid voor de functie, maar de rechtbank oordeelde dat deze grond niet voldoende was gemotiveerd. De subsidiaire ontslaggrond, namelijk gewichtige redenen, werd echter wel geaccepteerd. De rechtbank oordeelde dat het bekend worden van de foto's een grote impact had op de leerlingen, ouders en collega's, waardoor de docent zijn functie niet langer kon uitoefenen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond voor de primaire ontslaggrond, vernietigde het bestreden besluit en herroepte het primaire besluit, maar verklaarde het beroep ongegrond voor de subsidiaire ontslaggrond. Het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen, maar de rechtbank droeg de verweerder op het griffierecht te vergoeden en veroordeelde de verweerder in de proceskosten van de eiser.