ECLI:NL:RBNNE:2020:3430

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
7 oktober 2020
Publicatiedatum
7 oktober 2020
Zaaknummer
18/950004-18
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens medeplegen van gewoontewitwassen van contante geldbedragen afkomstig van internationale drugshandel

Op 7 oktober 2020 heeft de Rechtbank Noord-Nederland in Assen uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van medeplegen van gewoontewitwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij het verbergen en vervoeren van contante geldbedragen die afkomstig waren van internationale drugshandel. De verdachte is op 30 mei 2018 aangehouden, waarbij in een verborgen bergruimte van zijn voertuig een totaalbedrag van € 81.700,- werd aangetroffen. Dit bedrag was afkomstig van verschillende drugstransacties die in de maanden voorafgaand aan de aanhouding hadden plaatsgevonden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachten op meerdere momenten geldbedragen van Duitsland naar Nederland hebben vervoerd, waarbij zij wisten dat deze bedragen afkomstig waren uit misdrijven. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 42 maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de rol van de verdachte in de georganiseerde drugshandel. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die een gevangenisstraf van 42 maanden had geëist, volledig toegewezen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het handelen van de verdachte een ernstige bedreiging vormt voor de legale economie en dat hij zich bewust was van de criminele herkomst van de geldbedragen die hij vervoerde.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Locatie Assen
parketnummer 18/950004-18
Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 7 oktober 2020 in de zaak van het Openbaar Ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1986 te [geboorteplaats] ,
wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van
9 september 2020.
Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. J.J. Bussink, advocaat te 's-Gravenhage, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.
Het Openbaar Ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G. Wilbrink.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 april 2018 tot en met 30 mei 2018 te Assen en/of Groningen, althans (elders) in Nederland, en/of te Hamburg en/of Berlijn en/of Hannover, althans (elders) in Duitsland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
a. a) (telkens) van een of meer voorwerp(en) de werkelijke aard en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op voornoemd voorwerp was, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie een voorwerp voorhanden heeft gehad,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn medeverdachte(n),
- op of omstreeks 3 april 2018 een of meer contant(e) geldbedrag(en), althans enig voorwerp
(AH-043, map 3, p. 270 ev; AH-044, map 3, p. 277; AH-104, map 5, p. 2; AH-120, map 5, p. 388; AH-119, map 5, p. 310),
en/of
- op of omstreeks de periode van 30 april 2018 tot en met 1 mei 2018 een of meer contant(e) geldbedrag(en), althans enig voorwerp
(AH-064, map 4, p. 185; AH-123, map 5, p. 443; AH-119, map 5, p. 310),
en/of
- in of omstreeks de periode van 14 mei 2018 tot en met 15 mei 2018 een of meer contant(e) geldbedrag(en), althans enig voorwerp
(AH-073, map 4, p. 268; AH-095, map 4, p. 446; AH-123, map 5, p. 443; AH-119, map 5, p. 310; AH-130, map 5, p. 485; AH-131, map 5, p. 485),
en/of
- in of omstreeks de periode van 24 mei 2018 tot en met 25 mei 2018 een of meer contant(e) geldbedrag(en), althans enig voorwerp
(AH-096, map 4, p. 448; AH-123, map 5, p. 443; AH-119, map 5, p. 310; AH-130, map 5, p. 485; AH-131, map 5, p. 485),
en/of
- in of omstreeks de periode van 29 mei 2018 tot en met 30 mei 2018 een of meer contante geldbedragen van (ongeveer) 15.000,- euro en/of 29.590,- euro en/of 37.110,- euro (in totaal (ongeveer) 81.700,- euro), althans enig geldbedrag, althans enig voorwerp
(AH-094, map 4, p. 434; AH-123, map 5, p. 443; AH-076, map 4, p. 314; AH-097, map 4, p. 467; AH-093, map 4, p. 420; AH-119, map 5, p. 310; AH-131, map 5, p. 499),
(telkens)
- in een of meer voornoemde plaatsen in Duitsland opgehaald, althans laten ophalen, en/of
- voornoemde geldbedrag(en), althans voorwerpen, in een verborgen/geheime (berg)ruimte/bergplaats in de kofferbak van een auto verborgen, althans laten verbergen, en/of
- aldus naar Nederland vervoerd, althans laten vervoeren,
terwijl hij en/of zijn medeverdachte(n) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat voornoemd(e) geldbedrag(en), althans voorwerpen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf
(AH-055, map 3, p. 289; AH-066, map 4, p. 198/204; AH-106, map 5, p. 17; AH-107, map 5, p. 156; AH-101, map 4, p. 475; AH-103, map 4, p. 488; AH-117, map 5, p. 304; AH-093, map 4, p. 420; AH-119, map 5, p. 310; AH-130, map 5, p. 485; AH-131, map 5, p. 499),
en hij/zij aldus van het plegen van witwassen een gewoonte heeft/hebben gemaakt;
althans, indien ter zake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij (op een of meer tijdstippen) in of omstreeks de periode van 3 april 2018 tot en met 30 mei 2018 te Assen en/of Groningen, althans (elders) in Nederland, en/of te Hamburg en/of Berlijn en/of Hannover, althans (elders) in Duitsland,
tezamen en in vereniging met een of meer ander(en), althans alleen,
een of meer voorwerpen, te weten
- op of omstreeks 3 april 2018 een of meer contant(e) geldbedrag(en), althans enig voorwerp, en/of
- in of omstreeks de periode van 30 april 2018 tot en met 1 mei 2018 een of meer contant(e) geldbedrag(en), althans enig voorwerp, en/of
- in of omstreeks de periode van 14 mei 2018 tot en met 15 mei 2018 een of meer contant(e) geldbedrag(en), althans enig voorwerp, en/of
- in of omstreeks de periode van 24 mei 2018 tot en met 25 mei 2018 een of meer contant(e) geldbedrag(en), althans enig voorwerp, en/of
- in of omstreeks de periode van 29 mei 2018 tot en met 30 mei 2018 een of meer contante geldbedragen van 15.000,- euro en/of 29.590,- euro en/of 37.110,- euro (in totaal 81.700,- euro), althans enig geldbedrag, althans enig voorwerp,
heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat voornoemd(e) contant(e) geldbedrag(en), althans die/dat voorwerp(en) onmiddellijk afkomstig was uit enig eigen misdrijf.

Beoordeling van het bewijs

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft veroordeling gevorderd voor het primair ten laste gelegde gewoontewitwassen. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Uit de bevindingen met betrekking tot het geldtransport op 29 en 30 mei 2018 kan een modus operandi worden afgeleid: in Duitsland wordt op verschillende adressen geld opgehaald en deze geldbedragen worden in de verborgen ruimte van een Mercedes naar Nederland vervoerd. Deze opgehaalde geldbedragen zijn aflossingen op afgeleverde partijen drugs, die telkens in de administratie, die op de telefoon van verdachte is aangetroffen, zijn verwerkt. De politie heeft na de aanhouding van verdachte en de medeverdachte feitelijk de in de administratie genoteerde aflossingen in contanten in de verborgen ruimte van de auto aangetroffen. Gelet op de verschillende notities, foto’s en schermafbeeldingen die in de Samsung Galaxy S8 van verdachte zijn aangetroffen, in samenhang met de modus operandi, kan worden uitgegaan van de juistheid en betrouwbaarheid van de drugs- en debiteurenadministratie.
Ten aanzien van de ten laste gelegde afzonderlijke geldtransporten heeft de officier van justitie - kortgezegd - verwezen naar de peilbakengegevens, de mastgegevens, de OVC-opnames (Opname van Vertrouwelijke Communicatie), de observatieverslagen, de debiteurennotities van [naam 1] , [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] in de telefoon van verdachte, de bevindingen met betrekking tot de verborgen bergruimte in de Mercedes en het in die verborgen ruimte aangetroffen geldbedrag op 30 mei 2018.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat verdachte moet worden vrijgesproken van de gehele tenlastelegging. Hij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
Ten aanzien van de eerste vier gedachtestreepjes ontbreekt het bewijs voor (gewoonte)-witwassen, nu gelet op de geringe bewijswaarde van de OVC’s en telefoonnotities het overtuigende bewijs ontbreekt dat op de in de ten laste gelegde opgenomen data daadwerkelijk geld afkomstig uit Duitsland is verborgen en vervoerd naar Nederland. Er worden in het dossier vergaande conclusies getrokken uit de geluiden op de OVC’s, die sterk afhankelijk zijn van de subjectieve invulling van de politie. Er wordt bijvoorbeeld een zoemend geluid gehoord en dus zegt de politie dat dat het geluid van de verborgen ruimte is. De telefoonnotities zijn kennelijk niet volledig, nu niet iedere afboeking is te relateren aan een rit. En dus valt de door de politie gemaakte koppeling tussen vermeende transporten en vermeende in de administratie opgenomen aflossingen niet te maken. Ten aanzien van het vijfde gedachtestreepje is er daarnaast onvoldoende overtuigend bewijs voorhanden dat het aangetroffen geld afkomstig is van enig of eigen misdrijf, gelet op de verklaring van verdachte over de herkomst van het geld. Er is onvoldoende bewijs voor een gronddelict en verdachte heeft een concrete, min of meer verifieerbare verklaring gegeven die niet hoogst onwaarschijnlijk is.
Oordeel van de rechtbank

1. Aanleiding onderzoek

Op 10 november 2017 omstreeks 04:00 uur heeft verdachte bij de politie gemeld dat hij zojuist zou zijn overvallen nabij zijn woning in Assen, waarbij zijn tas was weggenomen. Kort na dit tijdstip heeft een getuige een tasje gevonden met daarin persoonlijke spullen van verdachte en een geladen vuurwapen. Op dit wapen is DNA van verdachte aangetroffen.
Op 15 november 2017 heeft de politie een melding via Meld Misdaad Anoniem (MMA) over verdachte ontvangen, dat verdachte handelt in verdovende middelen, dat hij contant geld ophaalt in het buitenland en dat hij dit geld witwast in zijn autobedrijf.
Op 1 december 2017 is verdachte aangehouden op grond van de Wet Wapens en Munitie en is de woning van verdachte doorzocht, waarbij onder andere € 13.050,-- is aangetroffen in een bankstel.
Naar aanleiding van de DNA-match op het wapen, de MMA-melding en het aangetroffen geldbedrag is op 1 februari 2018 het onderzoek Kinverji gestart naar de vermeende handel in verdovende middelen en het witwassen van daaruit verkregen inkomsten.
Door de politie zijn ten behoeve van dit opsporingsonderzoek diverse bijzondere opsporingsbevoegdheden ingezet, zoals het opnemen van (tele)communicatie, stelselmatige observatie, het opvragen van historische verkeersgegevens, het opnemen van vertrouwelijke communicatie (hierna ook: OVC) en het vorderen van historische gegevens. Ook zijn gegevens uit Duitsland verkregen.

2. Afkomstig uit enig misdrijf

2.1
Ritten met de grijze en zwarte Mercedes
Uit het politieonderzoek is naar voren gekomen dat verdachte in de onderzochte periode de beschikking had over een zwarte Mercedes ML320 met het Duitse kenteken [kenteken] en een grijze Mercedes ML350 met het Duitse kenteken [kenteken] .
De zwarte Mercedes met kenteken [kenteken] stond in deze periode op naam van [naam 5] . Uit politiemutaties blijkt dat verdachte in elk geval sinds 2015 de beschikking heeft gehad over dit voertuig, onder meerdere kentekens en kentekenhouders. In de woning van verdachte zijn op 1 december 2017 meerdere facturen en de reservesleutels aangetroffen met betrekking tot dit voertuig. Daarnaast zijn op 30 mei 2018 de autopapieren en diverse boetes van in Duitsland gepleegde overtredingen aangetroffen bij verdachte.
De grijze Mercedes is voor het eerst waargenomen door de politie op 5 februari 2018 nabij de woning van verdachte aan de [straatnaam] te Assen. De Mercedes had op dat moment groene kentekenplaten die op naam stonden van [bedrijf 1] . Verdachte is eigenaar van dit bedrijf. Op 14 februari 2018 is hetzelfde voertuig aangetroffen met het Duitse kenteken [kenteken] . De kentekenhouder is [naam 6] uit Hannover. In de woning van verdachte werden autopapieren en reservesleutels gevonden, die verstopt waren in de meterkast in het plafond. [1]
Op grond van gegevens uit de peilbakens kan worden vastgesteld dat de zwarte Mercedes in de periode van 7 februari 2018 tot en met 27 april 2018 en de grijze Mercedes in de periode van 24 februari 2018 tot en met 30 mei 2018 meerdere malen van Assen en/of Groningen naar verschillende plaatsen in Duitsland zijn gereden.
Blijkens de opgenomen communicatie in beide voertuigen, opgevraagde camerabeelden, telefoongegevens en verklaringen hebben, naast verdachte, verschillende personen als bestuurder en/of bijrijder plaatsgenomen in de voertuigen. Dit betreffen onder andere medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .
Ten aanzien van beide voertuigen zijn ook ritten in Nederland geregistreerd. De ritten op 25 april 2018 (grijze Mercedes) en op 26 april 2018 (zwarte Mercedes) worden in dit verband uitgelicht. Op deze dagen zijn de voertuigen gecontroleerd op mogelijke aanwezigheid van verborgen audio- en volgapparatuur, het zogeheten ‘sweepen’.
Het peilbaken van de grijze Mercedes heeft op 25 april 2018 een rit geregistreerd in (de omgeving van) Assen. Uit de opnames in het voertuig blijkt dat verdachte gedurende de gehele rit in gesprek is geweest met een onbekende man. Deze onbekende man spreekt over een ‘sweepstel’ dat hij bij zich heeft en dat de gehele auto wordt nagekeken op apparatuur. Verdachte zegt op een vraag van de onbekende man dat ‘deze’ (de rechtbank begrijpt: het voertuig) uit 2013 is, dat deze drie maanden geleden is gekocht voor € 29.000,-- en sinds vier weken in gebruik is. De onbekende man zegt dat hij iedereen die van A naar B reist met precaire handel, zoals geld of diamanten, adviseert de auto na aanschaf te checken. Vervolgens bevestigt verdachte dat het zijn voertuig is en dat een persoon met een Engels rijbewijs geld moet ophalen. [2]
Op 26 april 2018 is met de zwarte Mercedes een rit geregistreerd van Groningen naar Arnhem en terug. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] zijn herkend op de opnames in het voertuig. In Arnhem hebben zij een onbekende man ontmoet, die wordt herkend als dezelfde man die op de opnames op 25 april 2018 in de grijze Mercedes is gehoord. De onbekende man zegt: “ik gooi even dat apparaat bij jou naar binnen”. Ook nu is het voertuig kennelijk gecontroleerd op mogelijke aanwezigheid van verborgen audio- en volgapparatuur. [3]
2.2
Aanhouding 30 mei 2018 en de verborgen bergruimte
Het onderzoek heeft geresulteerd in de aanhouding van verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] op 30 mei 2018 omstreeks 21:10 uur op de afrit van de snelweg A28 naar Assen. Verdachte en [medeverdachte 2] reden op dat moment in de grijze Mercedes die, blijkens de informatie uit de peilbakens, op 29 mei 2018 omstreeks 23:30 uur uit Groningen is vertrokken en via tussenstops in Hamburg, Berlijn en Hannover naar Assen is gereden. [4]
De grijze Mercedes is na de aanhouding in beslag genomen en doorzocht. Aan de achterzijde is in het voertuig een verborgen bergruimte aangetroffen. Uit OVC-opnames in de grijze Mercedes op 14 mei 2018 volgt dat verdachte een gedetailleerde uitleg heeft gegeven aan een onbekende man over het openen van de bergruimte. Aan de hand van deze beschrijving en met behulp van de afstandsbediening die in de fouillering van verdachte is aangetroffen, heeft de politie de bergruimte geopend. [5] In de bergruimte zijn drie zakken aangetroffen met daarin geldbedragen van in totaal € 81.700,--. [6]
Het mechanisch gezoem dat hoorbaar was bij het openen van de bergruimte, hebben verbalisanten meerdere keren herkend op de OVC-opnames. Dit was het geval tijdens de ritten op 30 april 2018, 1 mei 2018, 14 mei 2018, 24 mei 2018 en 29 en 30 mei 2018. [7] De rechtbank heeft op de betreffende OVC-opnames mechanisch gezoem gehoord. Nu het door verbalisanten waargenomen geluid bij het onderzoeken van het voertuig niet is opgenomen, kan niet worden vastgesteld dat dit geluid overeenkomt met het geluid dat op de OVC-opnames is te horen. De rechtbank heeft echter geen reden om aan de deskundigheid van de politie met betrekking tot de herkenning van het zoemende geluid te twijfelen. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat het mechanisch gezoem van de verborgen bergruimte hoorbaar is op de OVC-opnames van genoemde data.
De later in beslag genomen zwarte Mercedes is eveneens onderzocht op de aanwezigheid van een verborgen bergruimte. Daarbij is geconstateerd dat bij het openen van de achterklep van het voertuig een onverklaarbare naad of kier zichtbaar was. In de kofferbak werden verse slijp- en snijsporen en slijpsel van metaal aangetroffen. Daarnaast werden twee identiek uitgeslepen rechthoekige gaten aangetroffen die grof waren afgedicht door laspunten. Ook was er een extra stroompunt aanwezig dat kennelijk niet standaard door de fabriek in de auto was aangebracht. Vergeleken met de verborgen bergruimte in de grijze Mercedes, kan worden vastgesteld dat in de zwarte Mercedes een vergelijkbare verborgen bergruimte aanwezig moet zijn geweest die kennelijk is verwijderd. [8]
2.3
Debiteurenadministratie op de Samsung Galaxy S8
In de grijze Mercedes is bij de aanhouding van verdachte een Samsung Galaxy S8 met het serienummer [nummer] aangetroffen. [9] Verdachte heeft bij de politie verklaard dat dit zijn telefoon is. Op vragen van de politie heeft verdachte verklaard dat niemand anders het wachtwoord van deze telefoon weet en dat niemand anders deze telefoon gebruikt. [10] De rechtbank gaat er daarom vanuit dat verdachte de enige persoon is geweest die toegang heeft gehad tot de betreffende Samsung Galaxy S8.
De politie heeft de toegangscode van de Samsung Galaxy S8 van verdachte achterhaald en zich zodoende toegang verschaft tot de inhoud van het toestel. [11] Op het toestel is een notitie-app aangetroffen, die beveiligd bleek te zijn met hetzelfde wachtwoord als het wachtwoord van het toestel waardoor ook toegang is verkregen tot de inhoud van deze app. Deze notitie-app is voor het laatst bewerkt op 30 mei 2018 om 20:41 uur, vlak voor de aanhouding van verdachte, en bevatte in totaal 98 notities. De voor deze administratie relevante bevindingen worden hierna per categorie opgenomen.
Prijslijsten
In een tweetal notities worden verschillende namen en afkortingen opgesomd, gevolgd door een getal: [12]
Notitie 85 (titel: [naam 7] )
X 1
M 22000
Snel 1300
AM 5000
Kush 4200
Haze Hasj 3500
Kush Hasj 3300
PP Hasj 3100
Notitie 92 (titel: [naam 2] )
Haze 3300
Kush 3100
pp 2900
Door verbalisanten die deel uitmaken van het Hennepteam van de Eenheid Noord-Nederland, en zodoende veelvuldig in aanraking zijn gekomen met verschillende hennepsoorten, is gerelateerd dat de benamingen PP, Kush, Haze en AM verschillende hennepsoorten betreffen. Daarbij is PP een afkorting voor Power Plant en AM een afkorting voor Amnesia Haze. [13] De toevoeging ‘hasj’ bij een aantal van deze soorten bevestigt deze aanname. Uit het document ‘Landelijke drugsprijzen 2012-2015’, gebaseerd op een gemiddelde van prijzen voor verschillende soorten drugs die uit politieonderzoeken naar voren komen, blijkt dat de prijzen voor droge hennep rond € 3.770,13 per kilo liggen. Deze gemiddelde kiloprijs is gebaseerd op 74 meldingen. [14] De getallen die achter de hennepsoorten staan vermeld in de notitie, lijken daarom kiloprijzen te zijn, nu deze getallen variëren van 2900 tot 4200.
In notitie 85 worden voorts de benamingen M en Snel gebruikt. Het is de verbalisant ambtshalve bekend dat MDMA ook wel ‘M’ wordt genoemd. De verbalisant heeft daarnaast vermeld dat op de website drugskompas.nl naar voren komt dat ‘Snel’ wordt gebruikt voor speed/amfetamine.
De rechtbank acht, gelet op de voorgaande bevindingen, aannemelijk dat de notities prijslijsten van verschillende soorten drugs betreffen.
Lijsten met adressen in Duitse steden
Er zijn acht notities aangetroffen met daarin adressen in en nabij verschillende Duitse steden, waaronder Hannover, Hamburg, Stuttgart en Berlijn. In enkele notities worden bijnamen genoemd. In notitie 13 worden bijvoorbeeld adressen in en nabij Hamburg genoemd onder de bijnamen [naam 2] , [naam 8] , [naam 9] en [naam 10] . Notitie 15 bevat adressen in en nabij Heilbronn en Stuttgart, waarin de bijnamen [naam 11] en [naam 12] zijn genoemd. Ook staan bijnamen in de titels van de notities, zoals in notitie 66 ( [naam 13] ), notitie 83 ( [naam 14] ) en notitie 88 ( [naam 15] ).
Track & trace-codes en verzonden pakketten naar Duitsland
In de notities die zijn genummerd 8, 87, 94 en 95 zijn getallenreeksen opgenomen die overeen komen met track & trace-codes. [15] In totaal zijn in deze notities 32 track & trace-codes van pakketdiensten DPD, Seur Geopost S.L.U. (een lokale Spaanse koerierdienst die werkt voor DPD) en GLS opgenomen. Via deze pakketdiensten zijn de verzendgegevens van 21 pakketten achterhaald. Het betreffen pakketten die in de periode van 15 februari 2018 tot en met 1 juni 2018 zijn verzonden naar adressen in Duitsland. Van deze pakketten zijn drie pakketten verzonden vanuit Nederland en achttien pakketten vanuit Spanje. Bij de meeste codes in de notities staan ook andere gegevens genoteerd, zoals ‘ [naam 16] ’ (bij pakketten die door Seur Geopost S.L.U. zijn vervoerd) en ‘Dep’ (bij pakketten die door DPD zijn vervoerd). In notitie 94 is achter vijf track & trace-nummers het bijschrift ’10 am’ genoteerd. Dit betreft een verwijzing naar de hennepsoort Amnesia Haze.
In de Samsung Galaxy S8 is een foto aangetroffen van een pakketlabel met daarop adresgegevens en een track & trace-code. Uit de verzendgegevens van Seur Geopost S.L.U. volgt dat het pakket op 28 mei 2018 is verzonden naar een adres in Spanje. Op 31 mei 2018, kort na de aanhouding van verdachte, is de verzending geannuleerd. De verzendgegevens komen in verschillende notities terug. Het adres van de ontvanger op het pakketlabel komt overeen met een adres, genoemd in notitie 13 onder de naam ‘ [naam 2] ’. De geadresseerde van dit adres is [bedrijf 2] . De track & trace-code van het pakketlabel komt overeen met een getallenreeks genoemd in notitie 94. [16] In de notitie staat bij de getallenreeks ‘ [naam 16] ’ en ‘ [naam 2] 10 handels’ genoteerd. Gelet op de samenhang tussen de verzendgegevens en de verschillende notities kan worden vastgesteld dat het om een daadwerkelijk verzonden pakket gaat en dat verdachte over de verzendgegevens beschikte in meerdere notities.
Naast de genoemde verzendingen van 18 pakketten uit Spanje, kan de administratie van verdachte worden gekoppeld aan verzendingen uit Nederland aan de hand van drie track & trace-codes in de notities.
Twee track & trace-codes die in de notities zijn genoemd betreffen pakketten die zijn verzonden van Meppel naar adressen in Duitsland. Uit verzendgegevens van DPD bleek dat deze pakketten waren verzonden door [bedrijf 3] , de eenmanszaak van [naam 17] . [naam 17] is op 5 maart 2018 herkend als bestuurder van een voertuig dat op naam stond van verdachte. Als bijrijder zat [naam 18] in het voertuig. [17] [naam 18] is eigenaar van de eenmanszaak [bedrijf 4] . Uit informatie van de Duitse politie is gebleken dat in oktober 2017 een pakket met hennep, afkomstig van [bedrijf 4] , is onderschept in Hamburg door de Duitse politie. Op het adres waar het pakket naartoe was verzonden, werden verschillende uitgepakte pakketverpakkingen aangetroffen van [bedrijf 4] . De huurder van dit pand bleek de vriendin van [naam 19] te zijn. Op 21 maart 2018 is verdachte in Hamburg herkend terwijl hij een ontmoeting had met [naam 19] . [18]
De derde track & trace-code met betrekking tot een pakket dat uit Nederland is verzonden, betreft een verzending door eenmanszaak [bedrijf 5] via GLS. [19]
Naar aanleiding van de bevindingen met betrekking tot [bedrijf 3] , [bedrijf 4] en eenmanszaak [bedrijf 5] , zijn de verzendgegevens met betrekking tot deze ondernemingen opgevraagd bij DPD en GLS van 1 januari 2017 t/m 30 mei 2018. De resultaten, alsmede een vergelijking met de notities met adressenlijsten, zijn in onderstaande tabel opgenomen. [20]
Onderneming
Periode
Pakketten bezorgd
Waarvan pakketten met bezorgadres in de notities
[bedrijf 4]
17 januari 2017 t/m 3 november 2017
160
134
[bedrijf 3]
13 november 2017 t/m 30 mei 2018
188
179
[bedrijf 5]
15 februari 2018 t/m 19 februari 2018
2
2
Totaal
352
315
Bovenstaande ondernemingen hebben in totaal 315 pakketten verzonden naar 36 adressen van de in totaal 45 unieke adressen in de adressenlijsten in de notities op de Samsung Galaxy S8. Deze 36 adressen zijn onder te verdelen in zes gebieden, te weten Hannover, Hamburg, Stuttgart, Berlijn, Hildburghausen en Luik (België).
Rekenstaten (debiteurennotities)
In 31 notities zijn met elkaar vergelijkbare rekenstaten opgenomen. Iedere rekenstaat is op dezelfde wijze opgebouwd. Er wordt steeds een startsaldo genoemd, dat veelal overeenkomt met het eindsaldo van de periode daarvoor. Het startsaldo wordt opgeteld met bedragen, waarbij gebruik wordt gemaakt van de formule ‘hoeveelheid x prijs = totaal’. Achter deze formules zijn soms verschillende benamingen van drugs en/of een datum genoemd. Daarnaast worden bedragen in mindering gebracht. Ook hierbij worden soms data genoemd.
Hoewel de rekenstaten gedetailleerde berekeningen bevatten, zijn deze niet altijd volledig. Vermoedelijk zijn in sommige rekenstaten oudere gegevens verwijderd. De eerstgenoemde datum in de notities is in sommige gevallen namelijk veel later dan de aanmaakdatum van de betreffende notitie. De notitie begint met een startsaldo, waaruit kan worden opgemaakt dat er sprake is van een reeds aanwezige schuld.
De rechtbank stelt vast dat de notities met rekenstaten op verschillende onderdelen overeenkomsten vertonen met de eerder genoemde notities en met overige onderzoeksbevindingen. Zo zijn er verschillende benamingen van drugs achter de optellingen genoemd. Dit betreffen voornamelijk de in de prijslijsten genoemde hennepsoorten Amnesia Haze (AM), Kush, Power Plant (PP) en hasj, maar ook zijn de termen speed/snel, blok en stein genoemd. ‘Blok’ is de benaming voor een kilo cocaïne. Uit informatie van de Duitse politie is gebleken dat ‘stein’ een benaming is voor cocaïne. In de notities zijn enkel prijslijsten opgenomen ten aanzien van [naam 7] en [naam 2] , maar in de rekenstaten van andere afnemers worden vergelijkbare prijzen ten aanzien van de genoemde drugs gehanteerd.
De rekenstaten hebben overwegend als titel bijnamen die ook in de overige notities naar voren komen, zoals [naam 1] , [naam 8] , [naam 2] , [naam 11] , [naam 15] , [naam 12] , [naam 9] , [naam 13] en [naam 14] .
Voorts zijn er koppelingen te maken met de data die in de rekenstaten zijn genoemd en de pakketten die zijn afgeleverd. De datum die achter een optelling volgens bovenstaande formule is genoemd, komt in sommige gevallen overeen met een pakket dat is afgeleverd via DPD of GLS. In andere gevallen is er geen datum bekend, maar wordt wel een optelling genoteerd die binnen het stramien van de rekenstaat in een periode van enkele dagen valt.
In de rekenstaat met titel [naam 2] (notitie 55, die voor het laatst is bijgewerkt op 30 mei 2018) worden bijvoorbeeld in de volgende vier gevallen data genoemd bij de optelsom. Daar kunnen vier pakketten aan worden gekoppeld door middel van de verzendgegevens bij de track & trace-codes, zoals zichtbaar is in onderstaande tabel.
Notitie 94 (track & trace-code)
Notitie 55 (rekenstaat [naam 2] )
Gegevens aflevering DPD
[naam 2] 10 am 07081007709464 goed
17 mei amber
10000 x 4.8 = 48000
17 mei 2018
Status: afgeleverd
[naam 16] 294874377947 [naam 2] 8 neu
18 mei crigra
8000 x 3.8 = 30400
18 mei 2018
Status: afgeleverd
Gewicht: 10,8 kilo
[naam 2] 10 am 07081007786448 goed
31 mei amber
10000 x 4.8 = 48000
1 juni 2018
Status: afgeleverd
[naam 16] 294874383221 [naam 2] 10 handels
31 mei crigra
10000 x 3.8 = 38000
31 mei 2018
Status: geannuleerd
Gewicht: 12,5 kilo
In de tabel valt voorts op dat de hoeveelheden in de rekenstaten (10000 of 8000) corresponderen met de notitie waarin de track & trace-codes zijn opgenomen (10 of 8). Ervan uitgaande dat deze getallen het gewicht in respectievelijk grammen en kilo’s uitdrukken, komen deze overeen met het geregistreerde gewicht van de pakketten.
Van tien pakketten die via DPD zijn verzonden uit Spanje, is ook het gewicht van de pakketten bekend. Dit is bijvoorbeeld het geval bij enkele pakketten van [naam 2] in bovenstaande tabel. Deze pakketten zijn te koppelen aan optellingen in de rekenstaten van verschillende afnemers, waarbij het pakket steeds twee of drie kilo zwaarder is dan het genoteerde gewicht in de rekenstaten. [21]
Ten slotte kan er een verband worden gelegd tussen bedragen die in mindering worden gebracht (de aflossingen) en de ritten die zijn uitgevoerd met de zwarte of de grijze Mercedes. In sommige gevallen is een datum genoteerd bij de aflossingen in de rekenstaat, die overeen komt met de datum waarop een rit is geregistreerd. In andere gevallen is er geen datum genoemd, maar blijkt uit de gedetailleerde uitwerking en de koppeling met pakketleveringen dat er in een bepaalde periode van enkele dagen een aflossing heeft plaatsgevonden.
Ten aanzien van één rit kan daadwerkelijk worden vastgesteld dat er een contant geldbedrag is vervoerd van Duitsland naar Nederland, dat nagenoeg overeenkomt met de aflossingen die zijn genoteerd in de rekenstaten van drie afnemers. Tijdens de rit op 29 en 30 mei 2018, waarbij verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] zijn aangehouden, is in totaal € 81.700,-- aangetroffen in de verborgen bergruimte van de grijze Mercedes. Uit de rekenstaten van [naam 2] , [naam 3] ( [naam 7] ) en [naam 1] volgt dat er aflossingen hebben plaatsgevonden van in totaal
€ 81.980,--. [22]
Gelet op de opbouw van de rekenstaten en de samenhang tussen de notities in de Samsung Galaxy S8 van verdachte, de verzendgegevens van de pakketten en de geregistreerde ritten met de grijze of de zwarte Mercedes, kunnen deze rekenstaten naar het oordeel van de rechtbank worden beschouwd als debiteurenbestanden van verschillende afnemers van pakketten.
De politie heeft in het bijzonder de debiteurenbestanden ten aanzien van de bijnamen [naam 2] , [naam 1] , [naam 4] en [naam 3] , in combinatie met de andere onderzoeksbevindingen, geanalyseerd. [23] Deze gegevens zullen hierna bij de afzonderlijk ten laste gelegde ritten worden besproken.
2.4
Overige aanwijzingen drugshandel
Uit de onderzoeksbevindingen die hiervoor zijn opgenomen zijn verschillende verwijzingen naar drugs naar voren gekomen. Naast deze bevindingen, biedt het dossier nog enkele aanwijzingen dat sprake is van een administratie van de handel in drugs.
Op voornoemde Samsung Galaxy S8 van verdachte zijn namelijk tevens foto’s van hennep, geldbiljetten en schermafbeeldingen aangetroffen. [24] Op een van deze foto’s wordt een henneptop vastgehouden, waarbij op de duim een moedervlekje is te zien. De politie heeft de duim aan het moedervlekje herkend als de duim van verdachte. [25]
De schermafbeeldingen bevatten chatgesprekken waarin onder andere wordt gezegd “Broer ik wil amnesia van Granada 100 kilo.” [26] In twee verschillende chatgesprekken op 26 mei 2018 wordt gevraagd wat een ‘blok’ kost. In het ene gesprek wordt hierop geantwoord met “27500 a 28000.” In het andere gesprek wordt “rond 28” genoemd. [27] Het is de politie ambtshalve bekend dat ‘amnesia’ een hennepsoort betreft en dat een ‘blok’ straattaal is voor een kilogram cocaïne, waarvan de straatwaarde voor een kilogram rond € 30.000,-- ligt. [28]
Daarnaast is een foto opgenomen van een tafel in een woonkamer met een grote stapel geldbiljetten. Door de Duitse politie is deze woonkamer herkend als de woonkamer van [naam 20] . [29] [naam 20] is in Duitsland meerdere keren naar voren gekomen in onderzoeken naar verdovende middelen. [30]
2.5
Conclusie
Gelet op de inhoud en de onderlinge samenhang van voorgaande onderzoeksbevindingen, in combinatie met de waargenomen ritten naar Duitsland in de zwarte of grijze Mercedes en het daadwerkelijk aangetroffen geldbedrag in de grijze Mercedes op 30 mei 2018, kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat er in de onderzochte periode meerdere geldtransporten hebben plaatsgevonden van Duitsland naar Nederland, waarbij het vervoerde geld afkomstig was van drugshandel waarbij verdachte betrokken was.
De verklaring van verdachte dat hij niets weet van drugshandel, de notities op zijn telefoon noch van de op de telefoon aangetroffen foto’s en screenshots, acht de rechtbank in het licht van het vorenstaande ongeloofwaardig en schuift de rechtbank terzijde.
3. Ritten
De rechtbank stelt vast dat er meer ritten naar Duitsland zijn geregistreerd door de peilbakens dan aan verdachte en/of zijn medeverdachten ten laste zijn gelegd. Daarnaast kunnen niet alle geregistreerde ritten worden gekoppeld aan een aflossing in de drugsadministratie van verdachte, die hiervoor is uiteengezet. Dit laat de mogelijkheid open dat er ook ritten zijn gemaakt naar Duitsland, waarbij (uiteindelijk) geen contant geldbedrag is vervoerd naar Nederland. Evenmin kunnen alle (in de drugsadministratie geregistreerde) aflossingen worden gekoppeld aan een specifieke rit. Zo zijn bijvoorbeeld tussen de pakketafleveringen op 24 april 2018 en 4 mei 2018 twee aflossingen genoteerd (van € 181.000,-- en € 19.385,--), terwijl slechts één rit is geregistreerd, namelijk op 30 april 2018. [31] De rechtbank sluit daarom niet uit dat er op andere wijze dan door een rit met een van de twee onderzochte Mercedessen aflossingen zijn opgehaald of hebben plaatsgevonden. Het dossier schept zodoende geen volledig beeld van alle ritten, waarbij sprake is van een aflossing door middel van een geldtransport.
Nu aan verdachte concrete ritten zijn ten laste gelegd waarbij een geldtransport zou hebben plaatsgevonden, zal de rechtbank moeten beoordelen of er daadwerkelijk geld is vervoerd op de datum van de betreffende rit. Met het ontbreken van volledigheid van de aangetroffen drugsadministratie overweegt de rechtbank dat zij slechts kan concluderen tot een bewijsbare rit indien hetzij de aflossing in de administratie een concrete datum bevat die gekoppeld kan worden aan een concrete rit, hetzij er voldoende andere aanknopingspunten voor het vervoeren van een geldbedrag aanwezig zijn. De rechtbank zal aan de hand van dit toetsingskader de bewijsbaarheid per rit bespreken.
3.1
Rit 3 april 2018 (Hamburg)
Uit de gegevens van het peilbaken in de zwarte Mercedes is gebleken dat het voertuig op
3 april 2018 om 12:16 uur is weggereden vanuit de [straatnaam] in Groningen. [32] Verdachte was op dat moment bestuurder en de enige inzittende. [33] Om 15:03 uur is het voertuig aangekomen aan de [straatnaam] in Hamburg. Daar is verdachte in de zwarte Mercedes herkend door de Duitse politie. [34] Hierna heeft het voertuig nog drie korte tussenstops gemaakt in Hamburg. Op de OVC-opnames is hoorbaar dat verdachte omstreeks 15:34 uur een ontmoeting buiten het voertuig heeft gehad. Daarbij zijn een onbekende vrouw en een onbekende man te horen die een aantal keren “warte” zeggen. Vervolgens zegt verdachte: “Hast du wirklich geld da? Bei dir?” Vervolgens zegt de onbekende man iets onverstaanbaars. Daarop zegt verdachte: “Ja kom.” De achterklep of een portier wordt vervolgens geopend, waarna geritsel van papier of plastic is te horen. Daarna is mechanisch gezoem te horen en wordt de achterklep of het portier weer gesloten. [35] De rechtbank neemt aan dat het mechanische gezoem het geluid betreft van het openen en sluiten van de verborgen bergruimte. Hoewel de politie alleen een herkenning heeft gedaan met betrekking tot het mechanisch gezoem in de grijze Mercedes, neemt de rechtbank aan dat dit ook geldt ten aanzien van de zwarte Mercedes. [36]
Kort na deze ontmoeting heeft verdachte telefoongesprekken gevoerd, waaruit blijkt dat hij vermoedt dat hij gevolgd of geobserveerd wordt. Om 16:28 uur is het voertuig teruggereden naar Nederland. Om 19:13 uur is het voertuig gestopt bij een tankstation in Scheemda. Buiten de auto zijn de stemmen van verdachte en van medeverdachte [medeverdachte 1] hoorbaar op de OVC-opnames. Ook nu spreekt verdachte over de politie en dat hij gevolgd is. [37] Om 19:18 uur vertrekt het voertuig. Omstreeks 19:27 uur heeft verdachte een telefoongesprek gevoerd met een onbekend persoon, waarbij hij zich afvraagt hoe men hem heeft gevonden. Kort daarna zegt verdachte: “Die vriend van mij is naar de grens gereden voor de controle…”. [38] Uit de mastgegevens volgt dat de telefoon van [medeverdachte 1] om 19:11 uur een mast in Scheemda heeft aangestraald. Op grond van het voorgaande kan worden vastgesteld dat [medeverdachte 1] op verzoek van verdachte naar de grens is gereden om deze te controleren, toen verdachte vermoedde dat hij werd gevolgd door de politie in Hamburg. Het voertuig is om 19:37 uur aangekomen in de [straatnaam] in Groningen. Om 19:41 uur is op de observatiecamera, gericht op de Seat Leon van verdachte die stond geparkeerd nabij de [straatnaam] , te zien dat een Citroën C1 wordt geparkeerd. [medeverdachte 1] is als bestuurder van dit voertuig herkend. Vijf minuten later komt verdachte in beeld. Verdachte legt een plastic tas, die hij uit de zwarte Mercedes heeft meegenomen, in de Seat Leon. Verdachte en [medeverdachte 1] spreken met elkaar en vervolgens vertrekt verdachte in de Seat Leon en [medeverdachte 1] in de Citroën C1. [39]
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het voorgaande dat verdachte de bestuurder was van de zwarte Mercedes en dat hij in de verborgen ruimte een contant geldbedrag heeft vervoerd naar Nederland. Bij dat oordeel betrekt de rechtbank dat de zwarte Mercedes aan de [straatnaam] in Hamburg is geweest, het adres waar blijkens het dossier in de periode van november 2017 tot en met april 2018 in totaal 18 pakketten aan afnemer [naam 8] zijn verzonden. [40]
3.2
Rit 30 april 2018 (Hannover)
In de debiteurennotitie van [naam 1] wordt het volgende genoteerd na de pakketlevering op 18 en 19 april 2018:
24 apr amber
10000 x 5 = 50000
Dit betreft een verzending van 10 kilogram voor een totaalbedrag van € 50.000,--. Uit de gegevens van DPD komt een pakketlevering met track & trace-code 7081007566411 naar voren die gekoppeld kan worden aan deze verzending. Dit betreft een pakket dat op 18 april 2018 is verzonden vanuit Spanje. Het pakket wordt op 24 april 2018 afgeleverd in Lehrte, een dorp nabij Hannover. [41]
In de debiteurennotitie wordt hierna het volgende genoteerd:
239120
50000 +
289120
181000 -
107120
19385 -
87735
In deze berekening is na het startsaldo van € 239.120,-- de levering van een pakket ter waarde van in totaal € 50.000,-- geregistreerd. Op het totaalbedrag van € 239.120,-- zijn vervolgens aflossingen genoteerd van € 181.000,-- en € 19.385,--. Uit de gegevens van DPD volgt dat de volgende pakketten worden afgeleverd op 4 mei 2018. Hieruit volgt dat er twee aflossingen hebben plaatsgevonden in de periode tussen 24 april 2018 en 4 mei 2018. De enige rit naar Duitsland die in deze periode is geregistreerd betreft de rit op 30 april 2018 met de grijze Mercedes. [42]
Nu de aflossingen niet aan een concrete datum in het debiteurenbestand kunnen worden gekoppeld, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of er voldoende aanknopingspunten zijn voor het vervoeren van een geldbedrag op de ten laste gelegde data.
De grijze Mercedes is op 30 april omstreeks 20:34 uur vertrokken vanuit de [straatnaam] in Assen. Via een tussenstop bij een tankstation is het voertuig naar Hannover gereden. Medeverdachte [medeverdachte 1] is op camerabeelden van dit tankstation herkend als bestuurder van het voertuig. Daarnaast is zijn stem herkend op de OVC-opnames in het voertuig. Verder zijn er geen inzittenden waargenomen op de camerabeelden en de OVC-opnames. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat [medeverdachte 1] bestuurder en enige inzittende van het voertuig was. Tussen 23:15 uur en 23:42 uur heeft het voertuig stilgestaan aan de [straatnaam] in Hannover. Om 23:33 uur is op de OVC-opnames te horen dat [medeverdachte 1] een ontmoeting heeft met een Duits sprekende man. [medeverdachte 1] spreekt de man als volgt aan: “Schnell [naam 1] . Schnell. [naam 1] .” Vervolgens stapt er iemand in de auto. Er wordt een gesprek in het Duits gevoerd, waarbij enkele keren geritsel is te horen. Er klinken vervolgens piepgeluiden en het geluid van mechanisch gezoem. De achterklep wordt opengedaan en er klinkt een knisperend geluid. Ook wordt er gefluisterd. Daarna klinkt weer mechanisch gezoem en een knisperend geluid. Vervolgens wordt de achterklep dicht gedaan en vertrekt het voertuig naar Assen. Om 02:03 uur en om 02:06 uur wordt weer het geluid van mechanisch gezoem waargenomen. Uit de mastgegevens volgt dat het telefoonnummer [mobielnummer] masten heeft aangestraald die overeen komen met de route die het baken van de grijze Mercedes heeft afgelegd. Dit telefoonnummer is bij verdachte in gebruik. [43]
Alle omstandigheden in aanmerking genomen, waaronder met name hetgeen op de OVC-opnames is geregistreerd met betrekking tot het geritsel en het mechanisch gezoem, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de verborgen bergruimte daadwerkelijk is geopend en dat er contant geld in de bergruimte is vervoerd. Bij dat oordeel heeft de rechtbank ook betrokken dat [medeverdachte 1] de onbekende man aanspreekt met ‘ [naam 1] ’ en dat het een aflossing van iemand met de bijnaam ‘ [naam 1] ’ betreft.
De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat de telefoon met het telefoonnummer van verdachte met het voertuig is meegereisd, zonder dat verdachte zelf aanwezig was in het voertuig. Hoewel aan verdachte geen uitvoeringshandelingen zijn toe te schrijven ten aanzien van het geldtransport, moet verdachte wetenschap hebben gehad van dit geldtransport nu hij, zoals hiervoor is overwogen, betrokken was bij levering van drugs aan Duitsland en hij daartoe de gehele drugsadministratie beheerde. Daarnaast is de rit uitgevoerd in een voertuig waar verdachte beschikking over had. De intellectuele bijdrage van verdachte is met het voorgaande zodanig, dat er sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [medeverdachte 1] en dat hij zodoende als medepleger kan worden aangemerkt.
3.3
Rit 14 mei 2018 (Hannover en Hamburg)
In de debiteurennotities van [naam 1] en [naam 4] zijn aflossingen genoteerd van respectievelijk
€ 105.000,-- en € 48.000,-- met het bijschrift ‘14 mei’. [44] Gelet op de opbouw van de debiteurennotities en de aan de debiteurennotities gekoppelde pakketten, kan worden vastgesteld dat dit 14 mei 2018 betreft.
Op 14 mei 2018 heeft een rit plaatsgevonden met de grijze Mercedes. Blijkens de OVC-opnames heeft verdachte voorafgaand aan de rit samen met een onbekende man (NNman2) instructies gegeven aan een andere onbekende man (NNman1) over de navigatie en het voertuig. Ook hebben verdachte en NNman2 aan NNman1 uitgelegd hoe iets werkt in de kofferbakruimte. Dit betreffen de instructies die de politie later heeft gebruikt om de verborgen bergruimte in de kofferbak te kunnen openen. [45] Tijdens de rit is NNman1 de bestuurder en enige inzittende van het voertuig, blijkens de OVC-opnames. Uit de gegevens van het peilbaken volgt dat het voertuig van Groningen naar een locatie in Hannover is gereden. In Hannover volgt een ontmoeting met een onbekende man, waarna het mechanisch gezoem van de verborgen bergruimte is te horen. Hierna is het voertuig naar Hamburg gereden. Ook hier volgt een ontmoeting met een onbekende man en is het mechanisch gezoem van de bergruimte te horen. Daarna is het voertuig weer naar Groningen gereden, waar het om 23:58 uur is aangekomen. [46]
De rechtbank stelt vast dat er op 14 mei 2018 een geldbedrag is afgelost door [naam 1] in Hannover en dat er vervolgens een geldbedrag is afgelost door [naam 4] in Hamburg, nu het voertuig slechts twee keer heeft stilgestaan en deze afnemers zich, gelet op de adresgegevens van de verzonden pakketten, in deze steden bevinden. Deze aflossing zijn vervolgens onder vermelding van de datum van 14 mei 2018 verwerkt in de administratie. Anders dan de officier van justitie heeft aangevoerd, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden aangenomen dat er op deze datum ook ten aanzien van [naam 3] , die zich kennelijk in Berlijn bevindt, een aflossing heeft plaatsgevonden, nu deze aflossing onvoldoende te koppelen is aan de administratie.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt uit het voorgaande dat een onbekende man de bestuurder was van de grijze Mercedes en dat deze onbekende man in de verborgen ruimte contante geldbedragen heeft vervoerd naar Nederland. Daarbij kan verdachte, zoals hiervoor overwogen onder 3.2, als medepleger van deze onbekende man worden beschouwd.
3.4
Rit 24/25 mei 2018 (Berlijn en Hamburg)
In de debiteurennotities van [naam 2] en [naam 4] zijn aflossingen genoteerd van respectievelijk
€ 33.880,-- en € 38.400,-- met het bijschrift ‘24 mei’. [47] Gelet op de opbouw van de debiteurennotities en de aan de debiteurennotities gekoppelde pakketten, kan worden vastgesteld dat dit 24 mei 2018 betreft.
Daarnaast is er een aflossing genoteerd in de debiteurennotitie van [naam 3] ( [naam 7] ). In de debiteurennotitie van [naam 3] wordt het volgende genoteerd:
22 mei
7000 x 4.2 = 29400 kush breck 5600
Dit betreft een verzending van 7 kilogram hennep (Kush) voor een totaalbedrag van € 29.400,--. Aan deze verzending is de datum 22 mei gekoppeld. In de notitie met track & trace-codes is het volgende opgenomen:
294874378371 [naam 7] 7 breck
Uit de gegevens van DPD komt een pakketlevering met deze track & trace-code naar voren die gekoppeld kan worden aan deze verzending. Dit betreft een pakket van 9,5 kilogram dat op 16 mei 2018 is verzonden vanuit Spanje. Het pakket wordt op 22 mei 2018 afgeleverd in Berlijn. [48] De toevoeging “ [naam 7] ” verwijst naar de afnemer uit Berlijn, de toevoeging “7” naar de bestelde 7 kilogram en de toevoeging “breck” naar een adres. In de debiteurenadministratie is een adres in Berlijn opgenomen dat geadresseerd is aan Herr Breckenfelder.
In de debiteurennotitie wordt na de levering op 22 mei het volgende genoteerd:
[…]
172080
29400 +
201480
40500 -
161480
In deze berekening is na het tussensaldo van € 172.080,-- de levering van het hiervoor genoemde pakket ter waarde van in totaal € 29.400,-- geregistreerd. Op het totaalbedrag is vervolgens een aflossing genoteerd van € 40.500,--. Uit de gegevens van DPD volgt dat het volgende pakket wordt afgeleverd op 25 mei 2018. Hieruit volgt dat er een aflossing heeft plaatsgevonden in de periode tussen 22 en 25 mei 2018. De enige rit naar Duitsland die in deze periode is geregistreerd betreft de rit op 24 mei 2018 met de grijze Mercedes. [49]
Nu de aflossing van debiteur [naam 3] niet aan een concrete datum in het debiteurenbestand kan worden gekoppeld, ziet de rechtbank zich voor de vraag gesteld of ten aanzien van deze datum voldoende aanknopingspunten zijn voor het vervoeren van een geldbedrag.
De grijze Mercedes is op 24 mei 2018 omstreeks 08:51 uur vertrokken vanuit de [straatnaam] in Groningen. Het voertuig werd bestuurd door dezelfde onbekende man die op 14 mei 2018 het voertuig heeft bestuurd. Het voertuig is om 17:46 uur aangekomen in Berlijn, waar de bestuurder een ontmoeting heeft gehad met een Duits sprekende man. Tijdens het gesprek is geritsel te horen. Hierna is het openen van de achterklep en meerdere keren het mechanisch gezoem te horen. Vervolgens heeft de bestuurder een telefoongesprek met verdachte, waarbij verdachte een adres in Hamburg doorgeeft. Om 18:16 uur is het voertuig vertrokken, waarna het om 22:13 uur is aangekomen in Hamburg. In Hamburg heeft het voertuig tussenstops gemaakt op twee verschillende locaties. Op beide locaties hebben ontmoetingen plaatsgevonden, waarbij ook het mechanisch gezoem is waargenomen. Op 25 mei 2018 om 0:09 uur is het voertuig naar de [straatnaam] in Groningen gereden, waar het om 03:35 uur is aangekomen. [50]
Alle omstandigheden in aanmerking genomen, waaronder met name hetgeen op de OVC-opnames is geregistreerd met betrekking tot de uitleg over de verborgen bergruimte, het geritsel en het mechanisch gezoem, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de verborgen bergruimte daadwerkelijk is geopend en dat er contant geld in de bergruimte is vervoerd door een onbekende man. Daarbij kan verdachte, zoals hiervoor overwogen onder 3.2, als medepleger van deze onbekende man worden beschouwd.
De rechtbank stelt vast dat er een geldbedrag is afgelost door [naam 7] in Berlijn en dat er vervolgens geldbedragen zijn afgelost door [naam 2] en [naam 4] in Hamburg, nu het voertuig eenmaal in Berlijn en tweemaal in Hamburg heeft stilgestaan en deze afnemers zich, gelet op de adresgegevens van de verzonden pakketten, in deze steden bevinden. Anders dan de officier van justitie heeft aangevoerd, kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden aangenomen dat ook ten aanzien van [naam 1] een aflossing heeft plaatsgevonden. Uit de debiteurenadministratie van [naam 1] volgt namelijk dat er enkel een aflossing op 25 mei 2018 heeft plaatsgevonden. Daarnaast is [naam 1] , blijkens de debiteurenadministratie, in Hannover gevestigd.
3.5
Rit 29/30 mei 2018 (Hamburg, Berlijn en Hannover)
Uit het dossier volgt dat de grijze Mercedes op 29 en 30 mei 2018 van Groningen naar Hamburg, Berlijn, Hannover en terug naar Nederland is gereden en dat deze rit is uitgevoerd door verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] . Het voertuig is omstreeks 23:30 uur vertrokken uit Groningen. Omstreeks 23:36 uur is een tweede persoon in de auto gestapt. De mannen zijn op de OVC-opnames herkend als verdachte en [medeverdachte 2] . Tijdens de rit geeft verdachte aanwijzingen aan [medeverdachte 2] , waaruit kan worden opgemaakt dat [medeverdachte 2] op dat moment de bestuurder van het voertuig is. De bestemmingen Hamburg, Berlijn en Hannover worden genoemd. Op 30 mei 2018 omstreeks 03:05 is het voertuig tot stilstand gebracht in Hamburg. In Hamburg is een onbekende man ingestapt, waarna het mechanisch gezoem is te horen. Hierna zijn papiergeluiden te horen en worden er bedragen genoemd. [medeverdachte 2] spreekt daarbij over briefjes van tien en een bedrag van tachtig. Verdachte noemt eerst een bedrag van 6580 en vervolgens van 6980. Kort daarna zijn ze verder gereden. Om 05:30 uur is het voertuig geparkeerd in Berlijn. Op 30 mei 2018 om 14:03 uur zijn verdachte en [medeverdachte 2] weer bij het voertuig en is het mechanisch gezoem te horen. Vervolgens is het voertuig naar Hannover gereden, waar het omstreeks 17:31 uur tot stilstand is gebracht aan de Tollenbrink. Door verdachte en een onbekende man worden bedragen van 500 en 7500 genoemd. Vervolgens is het mechanisch gezoem te horen. Verdachte noemt de onbekende man enkele keren ‘ [naam 1] ’. Omstreeks 18:19 uur is het voertuig naar Nederland gereden. Wanneer het voertuig de Nederlandse grens passeert, bevestigen verdachte en [medeverdachte 2] dat er niemand bij de grens staat, alleen een vrachtwagen. Omstreeks 21:08 uur zijn verdachte en [medeverdachte 2] bij Assen aangehouden door de politie. [51] Hierna zijn in de verborgen ruimte drie tassen met daarin geldbedragen van € 15.000,--, € 29.590,-- en € 37.110,-- (in totaal € 81.700,--) aangetroffen. [52]
In de debiteurennotities van [naam 2] (Hamburg), [naam 3] (Berlijn) en [naam 1] (Hannover) zijn aflossingen genoteerd. In de debiteurennotitie van [naam 2] zijn, na de aflossing op 24 mei 2018, twee andere aflossingen genoteerd. [53] Een van deze aflossingen, van € 6.980,--, is genoemd door verdachte toen het voertuig stilstond in Hamburg. In de debiteurennotitie van [naam 3] is een aflossing genoteerd van € 60.000,--, tussen de leveringen waarbij 25 mei en 30 mei staat genoteerd. [54] In de debiteurennotitie van [naam 1] is, tussen de levering op 30 mei 2018 en de pakketverzending waarbij de datum 1 juni is aangegeven, een aflossing van € 15.000,-- genoteerd. [55] Precies dit geldbedrag is in een van de tassen aangetroffen in de verborgen bergruimte van het voertuig. Het totaalbedrag van deze aflossingen (€ 81.980,--) komt nagenoeg overeen met het aangetroffen geldbedrag in de verborgen bergruimte.
Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden, waaronder met name de waarneming van het mechanisch gezoem bij iedere tussenstop, het tellen van geld en het aangetroffen geldbedrag dat nagenoeg overeen komt met de aflossingen in de debiteurennotities, is de rechtbank van oordeel dat er voldoende aanwijzingen zijn op grond waarvan kan worden vastgesteld dat de verborgen bergruimte daadwerkelijk is geopend en dat tijdens de rit meerdere contante geldbedragen in de bergruimte zijn gelegd, waarna het voertuig naar Nederland is gereden.
Door verdachte is - uiteindelijk - verklaard dat hij het geldbedrag vanuit Nederland heeft meegenomen in de verborgen ruimte om voor een klant een voertuig te kopen in Berlijn, waarbij [medeverdachte 2] hem vergezelde. Zij zouden ‘s nachts ergens in Hamburg hebben gegeten in verband met de ramadan. In Berlijn hebben zij overnacht en zouden zij de volgende dag het voertuig hebben bezichtigd. Omdat bleek dat de auto schade had geleden, zou de koop niet zijn doorgegaan. Daarop zouden zij naar Hannover zijn vertrokken om familieleden te bezoeken, waarna zij terug naar Nederland zijn gereden.
De rechtbank acht de verklaring van verdachte volstrekt onaannemelijk. Verdachte heeft geen details gegeven over de vermeende koper en de aankoop van de auto, de locaties waar hij met [medeverdachte 2] zou zijn geweest en de personen die zij zouden hebben ontmoet. De verklaring is daarom ook op geen enkele wijze te verifiëren. Daarnaast is blijkens de OVC-opnames tijdens de ritten door verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] op geen enkel moment gesproken over de eventuele aankoop van een voertuig en dat deze aankoop niet door was gegaan omdat de auto schade had, dan wel familiebezoek. Bovendien is deze verklaring in strijd met hetgeen op de OVC-opnames is te horen, nu bij iedere tussenstop het mechanisch gezoem van het openen en/of sluiten van de verborgen bergruimte en het tellen van geld te horen is, waarbij verdachte ook nog eens exact het afgeloste bedrag van [naam 2] van € 6.980,-- heeft genoemd.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat voldoende vaststaat dat verdachte samen met [medeverdachte 2] naar verschillende adressen in Duitsland is gereden, waar hij verschillende contante geldbedragen heeft meegenomen die afkomstig zijn van de drugshandel waar verdachte betrokken bij was.
4. Conclusie
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van witwassen van contante geldbedragen, door het verbergen van de vindplaats en het verhullen van de verplaatsing van deze bedragen bij geldtransporten van Duitsland naar Nederland. De rechtbank acht voorts bewezen dat verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt, nu sprake is van meerdere ritten in een relatief korte periode en deze ritten deel uitmaken van de georganiseerde drugshandel door verdachte.

Bewezenverklaring

De rechtbank acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 3 april 2018 tot en met 30 mei 2018 te Assen en/of Groningen, en/of te Hamburg en/of Berlijn en/of Hannover, tezamen en in vereniging met anderen,
telkens van voorwerpen de vindplaats en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld,
immers hebben verdachte en zijn medeverdachten,
- op 3 april 2018 een contant geldbedrag en
- in de periode van 30 april 2018 tot en met 1 mei 2018 een contant geldbedrag en
- in de periode van 14 mei 2018 tot en met 15 mei 2018 contante geldbedragen en
- in de periode van 24 mei 2018 tot en met 25 mei 2018 contante geldbedragen en
- in de periode van 29 mei 2018 tot en met 30 mei 2018 contante geldbedragen van in totaal 81.700,- euro
telkens
- in een of meer voornoemde plaatsen in Duitsland opgehaald en
- voornoemde geldbedragen in een verborgen bergruimte in de kofferbak van een auto verborgen en
- aldus naar Nederland vervoerd,
terwijl hij en zijn medeverdachten wisten dat voornoemde geldbedragen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf,
en hij aldus van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde levert op:
1. primair witwassen en medeplegen van witwassen, terwijl hij hiervan een gewoonte heeft gemaakt.
Dit feit is strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.

Strafbaarheid van verdachte

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering

Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het planmatige en grootschalige witwashandelingen betreffen, gelieerd aan internationale handel in verdovende middelen, waarbij verdachte een leidende en sturende rol heeft gehad. De eis is gebaseerd op de richtlijn voor strafvordering witwassen, waarbij rekening is gehouden met het totale witgewassen bedrag van € 800.000,-- en de toepasselijkheid van categorie 3 gelet op de faciliterende rol van verdachte voor de georganiseerde criminaliteit.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft - mocht de rechtbank komen tot een veroordeling - gepleit voor matiging van de geëiste gevangenisstraf. Hij heeft daartoe aangevoerd dat het door de officier van justitie gekozen uitgangspunt met betrekking tot de richtlijn onjuist is, aangezien het totale witgewassen bedrag bij een bewezenverklaring veel lager uitvalt dan € 800.000,-- en verdachte niet tot categorie 3 (facilitators) behoort, maar tot categorie 2 (degene die geld, afkomstig van een door hem zelf gepleegd misdrijf, witwast). Daarnaast dient rekening te worden gehouden met overschrijding van de redelijke termijn.
Oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek ter terechtzitting en het reclasseringsrapport d.d. 22 mei 2019, het uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de verdediging.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan gewoontewitwassen van contante geldbedragen die afkomstig waren van internationale drugshandel. Door reguliere pakketdiensten werden vanuit Nederland en Spanje pakketten met kilo’s softdrugs en harddrugs verzonden naar afnemers in verschillende steden in Duitsland. Vervolgens werden de contante betalingen voor deze pakketten met drugs vanuit Duitsland naar Nederland vervoerd in auto’s met een verborgen bergruimte. Verdachte heeft de administratie van deze drugshandel nauwgezet in zijn telefoon bijgehouden en hij heeft, naast een uitvoerende rol, een centrale organiserende rol gehad bij het vervoeren van de geldbedragen. Op grond van de bewezen verklaarde ritten volgt dat op deze wijze in een periode van twee maanden grote contante geldbedragen zijn vervoerd, maar uit het dossier volgen sterke aanwijzingen dat het handelen van verdachte zich uitstrekte over een langere termijn en hogere bedragen. Uit het dossier blijkt namelijk dat door verdachte grote geldbedragen zijn geïnvesteerd in cryptovaluta en dat grote geldbedragen naar Spanje zijn verzonden door middel van underground banking.
Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie en tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan, mede vanwege de corrumperende invloed ervan op het reguliere handelsverkeer. Door geldstromen aan het zicht te onttrekken wordt tevens de opsporing van onderliggende misdrijven bemoeilijkt.
De rechtbank rekent verdachte zijn handelen ernstig aan. Kennelijk vanwege zijn zucht naar geldelijk gewin heeft verdachte zich aan het voorgaande niets gelegen laten liggen en de feiten bewust gepleegd. Ook neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte op geen enkele wijze verantwoording heeft afgelegd voor zijn handelen.
De rechtbank stelt vast dat de redelijke termijn is overschreden met vier maanden. Gelet op de omvang van het opsporingsonderzoek en de door de verdediging ingediende onderzoeksverzoeken, is de rechtbank van oordeel dat aan dit verzuim geen gevolg behoeft te worden verbonden en zal worden volstaan met een vaststelling van het verzuim.
Gelet op de aard en de ernst van het feit, is de rechtbank van oordeel dat slechts een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf als straf in aanmerking komt. De rechtbank kan zich verenigen met de eis van de officier van justitie en zal daarom aan verdachte een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden opleggen.

Toepassing van wetsartikelen

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 47, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak gelden.

Uitspraak

De rechtbank

Verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden.

Beveelt dat de tijd die de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf, geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.S. Sikkema, voorzitter, mr. L.W. Janssen en
mr. C.H. Beuker, rechters, bijgestaan door mr. B.E. Oosterhout, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 oktober 2020.

Voetnoten

1.Proces-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2018 (AH-129), opgenomen op pagina 476 en verder van map 5 van het dossier van Politie Noord-Nederland met nummer NN3R017108 van 3 december 2018 (onderzoek Kinverji).
2.Proces-verbaal van bevindingen van 7 mei 2018 (AH-066), opgenomen op pagina 198 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
3.Proces-verbaal van bevindingen van 7 mei 2018 (AH-067), opgenomen op pagina 208 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
4.Proces-verbaal van bevindingen van 12 juni 2018 (AH-094), opgenomen op pagina 434 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
5.Proces-verbaal van bevindingen van 14 juni 2018 (AH-097), opgenomen op pagina 469 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
6.Proces-verbaal doorzoeking Mercedes ML [kenteken] van 14 juni 2018 (AH-076), opgenomen op pagina 314 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
7.Proces-verbaal van bevindingen van 5 september 2018 (AH-123), opgenomen op pagina 443 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
8.Proces-verbaal van bevindingen van 26 juni 2018 (AH-104), opgenomen op pagina 2 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
9.AH-076, opgenomen op pagina 314 en verder van map 4.
10.Proces-verbaal van verhoor verdachte van 14 augustus 2018 (V-001-11), opgenomen op pagina 98 en verder van map 1 van voornoemd dossier, p. 102 en 103.
11.Proces-verbaal van bevindingen van 17 juli 2018 (AH-106), opgenomen op pagina 17 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
12.AH-106, opgenomen op pagina 17 en verder van map 5, p. 139 en 147.
13.Proces-verbaal van bevindingen van 24 juli 2018 (AH-107-01), opgenomen op pagina 162 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
14.Proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2018 (AH-107), opgenomen op pagina 156 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
15.AH-106, respectievelijk p. 37, p. 142, p. 149/150 en p. 95; proces-verbaal van bevindingen van 6 augustus 2018 (AH-108), opgenomen op pagina 178 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
16.Proces-verbaal van bevindingen van 24 juli 2018 (AH-103), opgenomen op pagina 488 en verder van map 4 van voornoemd dossier, p. 516.
17.Proces-verbaal van bevindingen van 11 september 2018 (AH-122), opgenomen op pagina 434 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
18.Proces-verbaal van bevindingen van 24 april 2018 (AH-060), opgenomen op pagina 68 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
19.Proces-verbaal van bevindingen van 10 oktober 2018 (AH-124), opgenomen op pagina 446 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
20.Proces-verbaal van bevindingen van 4 december 2018 (FIN-013), opgenomen op pagina 7 en verder van map 12 van voornoemd dossier; AH-124 opgenomen op pagina 446 en verder van map 5.
21.AH-108, opgenomen op pagina 178 en verder van map 5.
22.Proces-verbaal van bevindingen van 17 augustus 2018 (AH-093), opgenomen op pagina 420 en verder van map 4 van voornoemd dossier; proces-verbaal van bevindingen van 25 oktober 2018 (AH-131), opgenomen op pagina 499 en verder van map 5 van voornoemd dossier; proces-verbaal van bevindingen van 15 november 2018 (AH-119), opgenomen op pagina 310 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
23.Respectievelijk AH-093, pagina 420 en verder van map 4; AH-119, pagina 310 en verder van map 5; AH-130, pagina 485 en verder van map 5 en AH-131, pagina 499 en verder van map 5.
24.AH-103, opgenomen op pagina 488 en verder van map 4.
25.Proces-verbaal van bevindingen van 20 augustus 2018 (AH-117), opgenomen op pagina 304 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
26.AH-103, opgenomen op pagina 488 en verder van map 4, p. 498.
27.AH-103, opgenomen op pagina 488 en verder van map 4, p. 512.
28.AH-107, opgenomen op pagina 156 en verder van map 5, p. 158.
29.Proces-verbaal van bevindingen van 22 oktober 2018 (AH-127), opgenomen op pagina 472 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
30.Een schriftelijk bescheid, te weten een verslag van de Staatsanwaltschaft Hannover d.d. 12 juni 2018 (EOB-007-03), opgenomen op pagina 78 en verder van map 10.
31.Proces-verbaal van bevindingen van 15 november 2018 (AH-119), opgenomen op pagina 310 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
32.Proces-verbaal van bevindingen van 3 mei 2018 (AH-044), opgenomen op pagina 277 en verder van map 3 van voornoemd dossier.
33.Proces-verbaal van bevindingen van 3 april 2018 (AH-043), opgenomen op pagina 276 van map 3 van voornoemd dossier.
34.Een schriftelijk bescheid, te weten een vertaling van een observatieverslag van Landeskriminalamt Hamburg d.d. 6 april 2018 (TTI-012-01), opgenomen op pagina 56 van map 6 van voornoemd dossier.
35.Proces-verbaal van bevindingen van 28 augustus 2018 (AH-120), opgenomen op pagina 388 van map 5 van voornoemd dossier.
36.Zie daartoe ook hetgeen onder 2.2 is overwogen.
37.Proces-verbaal van bevindingen van 19 april 2018 (AH-055), opgenomen op pagina 2 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
38.Bijlage bij AH-055, sessienummer 126, opgenomen op pagina 19 en 20 van map 4 van voornoemd dossier.
39.Proces-verbaal van observatie 3 april 2018 (TTI-013), opgenomen op pagina 65 en verder van map 6 van voornoemd dossier.
40.Zie hiertoe met betrekking tot de afgeleverde pakketten aan de [straatnaam] 24 in Hamburg het proces-verbaal van bevindingen van 11 september 2018 (AH-122), opgenomen op pagina 434 en verder van map 5 van voornoemd dossier, in combinatie met de adressenlijst ‘Dres Ham’ (notitie 13) bijgevoegd bij AH-106, pagina 42 en 43 van map 5.
41.AH-108, opgenomen op pagina 178 en verder van map 5.
42.AH-119, opgenomen op pagina 310 en verder van map 5.
43.Proces-verbaal van bevindingen van 4 mei 2018 (AH-064), opgenomen op pagina 185 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
44.AH-119, opgenomen op pagina 310 en verder van map 5; proces-verbaal van bevindingen van 24 oktober 2018 (AH-130), opgenomen op pagina 485 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
45.AH-097, opgenomen op pagina 469 en verder van map 4.
46.Proces-verbaal van bevindingen van 7 juni 2018 (AH-073), opgenomen op pagina 268 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
47.AH-093, opgenomen op pagina 420 en verder van map 4; AH-130, opgenomen op pagina 485 en verder van map 5 van voornoemd dossier.
48.AH-108, opgenomen op pagina 178 en verder van map 5.
49.AH-131, opgenomen op pagina 499 en verder van map 5.
50.Proces-verbaal van bevindingen van 12 juni 2018 (AH-096), opgenomen op pagina 448 en verder van map 4 van voornoemd dossier.
51.AH-094, opgenomen op pagina 434 en verder van map 4.
52.AH-076, opgenomen op pagina 314 en verder van map 4.
53.AH-093, opgenomen op pagina 420 en verder van map 4.
54.AH-131, opgenomen op pagina 499 en verder van map 5.
55.AH-119, opgenomen op pagina 310 en verder van map 5.