Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding;
- de incidentele conclusie tot primair aanhouding op grond van litispendentie en subsidiair onbevoegdverklaring;
- de incidentele conclusie van antwoord.
2.Het geschil in de hoofdzaak
3.Het geschil in incident
bis-Vo) totdat de Cypriotische rechter uitspraak heeft gedaan over zijn bevoegdheid. Hoch Capital verzoekt in dit kader subsidiair een nadere termijn om de betekeningsstukken te overleggen.
bis-Vo. Volgens Hoch Capital is [eiseres] de beleggingsovereenkomst niet als consument aangegaan, zodat zij geen beroep kan doen op de consumentenbescherming van afdeling 4 van de Brussel I
bis-Vo (artikelen 17 tot en met 19) en zij de zaak dus niet kan aanbrengen bij de Nederlandse rechter. [eiseres] heeft zich in november 2017 als professioneel belegger bij Hoch Capital aangemeld met het doel een kleinschalige handel op te zetten. Hoch Capital wijst er daarbij op dat [eiseres] blijkens haar eigen verklaring werkzaam is geweest bij een bank en dat zij, nu zij kennelijk op zoek was naar een alternatieve bron van inkomsten, haar expertise in het bankwezen wilde inzetten om beroepsmatig in "Contracts for Difference", hierna: CfD's, te handelen.
bis-Vo genoemde uitzondering in het geval waarbij de eisende partij consument is. Daarvan is in dit geval sprake. [eiseres] heeft de overeenkomst niet als professioneel belegger, maar als consument gesloten. Zij heeft haar spaargeld aangewend om te beleggen. Zij heeft geen onderneming en is werkzaam in loondienst. In het verleden heeft [eiseres] inderdaad voor een bank gewerkt, maar zij heeft destijds enkel lokethandelingen en baliewerkzaamheden verricht. Na aanmelding heeft Hoch Capital [eiseres] aangemerkt als "retailbelegger/consument", waarna zij op initiatief van Hoch Capital "geüpgraded" naar professioneel belegger. Op grond van de consumentenbeschermende bepalingen van artikelen 17 e.v. van de Brussel I
bis-Vo is [eiseres] gerechtigd om haar rechtsvordering aan te brengen voor de eigen nationale rechter (in dit geval: de Nederlandse rechter). Hoch Capital kan zich niet beroepen op het in de oorspronkelijke overeenkomst opgenomen forumkeuzebeding omdat een forumkeuzebeding in consumentenzaken slechts geldig is indien deze is overeengekomen na het ontstaan van het geschil.
4.De beoordeling in incident
Pleidooi?
Artikel II van de Wet betreft de wijzigingen in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zoals dat geldt voor procedures, vorderingen en gerechten waar geen verplichting tot digitaal procederen geldt. In artikel II onder F is bepaald dat artikel 134, dat betrekking heeft op het pleidooi, vervalt.
bis-Vo moet worden beantwoord. Artikel 4 van de Brussel I
bis-Vo bepaalt dat, onverminderd deze verordening, zij die woonplaats hebben op het grondgebied van een lidstaat, ongeacht hun nationaliteit, worden opgeroepen voor de gerechten van die lidstaat. Gelet op deze hoofdregel dient Hoch Capital in beginsel voor de Cypriotische rechter opgeroepen te worden.
bis-Vo volgt dat slechts afwijking van deze hoofdregel mogelijk is op grond van de regels die zijn neergelegd in de afdelingen 2 tot en met 7 (de artikelen 7 tot en met 26) van hoofdstuk II van de Brussel I
bis-Vo. Zodoende is de vraag aan de orde of sprake is van een van de hoofdregel afwijkende bevoegdheid op grond waarvan de Nederlandse rechter bevoegd is van de vordering van [eiseres] kennis te nemen.
bis-Vo geldt dat wanneer voor gerechten van verschillende lidstaten tussen dezelfde partijen vordering aanhangig zijn, die hetzelfde onderwerp betreffen en op dezelfde oorzaak berusten, het gerecht waar de zaak als laatste aanhangig is gemaakt zijn uitspraak aan totdat de bevoegdheid van het gerecht waar de zaak als eerste aanhangig is gemaakt vaststaat (artikel 29 Brussel I
bis-Vo). In artikel 31 lid 2 van de Brussel I
bis-Vo is een uitzondering op deze hoofdregel opgenomen voor het geval er sprake is van een exclusieve forumkeuze: in dat geval houden alle lidstaatgerechten waar de zaak aanhangig is gemaakt de zaak aan totdat het gerecht dat door middel van het forumkeuzebeding is aangewezen over de bevoegdheid heeft beslist. Deze uitzondering is op de voet van artikel 31 lid 4 van de Brussel I
bis-Vo vervolgens weer niet van toepassing op gevallen waarbij (onder meer) de consument de eisende partij is.
bis-Vo. De vraag of er op grond van artikel 31 lid 2 van de Brussel I
bis-Vo een verplichting bestaat tot aanhouding van de procedure is namelijk - zoals hierboven is overwogen - afhankelijk van het oordeel over de geldigheid van de forumkeuze in het licht van de stelling van [eiseres] dat zij consument is (artikel 31 lid 4 Brussel I
bis-Vo).
bis-Vo niet van toepassing is, omdat de vordering van [eiseres] in de hoofdzaak een vordering uit onrechtmatige daad betreft en niet een vordering voortvloeiende uit overeenkomst. De rechtbank passeert deze stelling en overweegt daartoe het volgende. Het begrip ‘verbintenis uit onrechtmatige daad’ moet worden beschouwd als een autonoom begrip, waaronder elke rechtsvordering valt die beoogt de aansprakelijkheid van een verweerder in het geding te brengen en die geen verband houdt met een ‘verbintenis uit overeenkomst’ (HvJEG 27 september 1988, zaak 189/87 ( [naam 1] ), NJ 1990, 425). Het gestelde onrechtmatig handelen van Hoch Capital - en dat geldt ook voor de op onverschuldigde betaling gebaseerde vordering van [eiseres] (zie r.o. 2.2. hiervoor) - houdt echter wel verband met de door [eiseres] gestelde consumentenovereenkomst. De rechtbank begrijpt het door [eiseres] aan Hoch Capital gemaakte verwijt aldus dat zij stelt dat Hoch Capital in het kader van de uitvoering van de door partijen gesloten overeenkomst toerekenbaar is tekortgeschoten, nu Hoch Capital zich heeft bediend van oneerlijke handelspraktijken. De grondslag van de vordering is derhalve gelegen in de door [eiseres] gestelde overeenkomst (vgl. ook HvJEU 2 april 2020, C-500/18, [naam 2] ). Dit blijkt ook uit de door [eiseres] ingestelde vordering, namelijk een verklaring voor recht dat de overeenkomst tussen partijen is vernietigd, dan wel vernietiging daarvan door de rechter. De overige vorderingen (zoals schadevergoeding) zijn onlosmakelijk met de overeenkomst verbonden. Zonder overeenkomst zou [eiseres] de bedragen waarvan zij nu terugbetaling vordert niet aan Hoch Capital hebben betaald, geen schade hebben geleden en dus geen vordering op Hoch Capital hebben.
bis-Vo. In artikel 17 van de Brussel I
bis-Vo wordt de overeenkomst tussen een consument en zijn wederpartij gedefinieerd. Het gaat in deze zaak om een activiteit die valt onder artikel 17 lid 1 sub c van de Brussel I
bis-Vo, nu Hoch Capital zich uitdrukkelijk richt op Nederlandse consumenten (naast consumenten uit andere lidstaten, hetgeen niet afdoet aan de specifieke gerichtheid op de Nederlandse markt). Hoch Capital heeft zich weliswaar op het standpunt gesteld dat zij zich in 2017 - het moment waarop de overeenkomst met [eiseres] is gesloten - niet op de Nederlandse markt richtte, zodat artikel 17 lid 1 sub c van de Brussel I
bis-Vo niet van toepassing is. De rechtbank gaat hieraan voorbij, nu Hoch Capital niet heeft betwist dat [eiseres] de overeenkomst via de website van Itrader heeft gesloten nadat zij op deze website terechtkwam via een advertentie met een bekende Nederlander en dat door middel van iDEAL ingelegd kon worden. Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat Hoch Capital zich middels de website van Itrader wel degelijk richtte op Nederlandse consumenten. Dat [eiseres] de algemene voorwaarden van Hoch Capital in het Engels zou hebben geaccepteerd, doet - voor zover dit als vast is komen te staan, nu [eiseres] stelt de algemene voorwaarden in het Nederlands te hebben geaccepteerd - niet ter zake.
bis-Vo kan de rechtsvordering van een consument worden gebracht voor het gerecht van de plaats waar de consument woonplaats heeft. Nu [eiseres] in Nederland woont, heeft voor deze vordering de Nederlandse rechter rechtsmacht.
bis-Vo bepaalt dat, indien de partijen, ongeacht hun woonplaats, schriftelijk een gerecht van een lidstaat hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen die naar aanleiding van een bepaalde rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan, dit gerecht in beginsel exclusief bevoegd is. Forumkeuze is in consumentenzaken evenwel, gelet op artikel 19 sub 1 van de Brussel I
bis-Vo, alleen mogelijk na het ontstaan van het geschil. Dat is hier niet het geval. Pas na het zien van de uitzending van het televisieprogramma "Opgelicht" van 1 oktober 2019 heeft [eiseres] zich gerealiseerd dat zij te maken heeft gehad met oneerlijke handelspraktijken althans onrechtmatig handelen. Dat was ruim na de totstandkoming van de forumkeuze. Een forumkeuze vooraf kan er niet toe leiden dat aan de consument de fora worden ontnomen die hem, zonder forumkeuze, toekomen (artikel 19 sub 2 van de Brussel I
bis-Vo). De uitzondering van artikel 19 sub 3 van de Brussel I
bis-Vo doet zich hier niet voor. [eiseres] en Hoch Capital hebben hun verblijfplaats niet in hetzelfde land.
bis-Vo kan de rechtsvordering van een consument worden gebracht voor het gerecht van de plaats waar de consument woonplaats heeft. De conclusie luidt dan ook dat de Nederlandse rechter, als rechter van de woonplaats van [eiseres] , bevoegd is om van het bodemgeschil kennis te nemen.
bis-Vo niet gehouden de zaak aan te houden. Gelet op het bepaalde in artikel 29 van de Brussel I
bis-Vo is deze rechtbank, als gerecht waar de zaak als eerste aanhangig is gemaakt, bevoegd om als eerste uitspraak te doen over de bevoegdheid. Dit nog daargelaten het antwoord op de vraag of er überhaupt een zaak aanhangig is bij de Cypriotische rechter, hetgeen [eiseres] heeft betwist.
bis-Vo (ten aanzien van verbintenissen uit onrechtmatige daad). In het bovenstaande (r.o. 4.5.) is reeds geoordeeld dat de vorderingen van [eiseres] in de hoofdzaak zijn gebaseerd op een contractuele grondslag dan wel hier onlosmakelijk mee zijn verbonden, en niet op onrechtmatige daad.
5.De beslissing
23 september 2020voor conclusie van antwoord.