ECLI:NL:RBNNE:2020:1612
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde van recreatiewoning en vrijstelling natuurterreinen
In deze zaak hebben eisers beroep ingesteld tegen de vastgestelde WOZ-waarde van hun recreatiewoning op Vlieland, die door de heffingsambtenaar van de gemeente Vlieland op € 593.000 is vastgesteld per 1 januari 2017. De rechtbank Noord-Nederland heeft op 30 maart 2020 uitspraak gedaan. Eisers betogen dat zij in aanmerking komen voor een vrijstelling op basis van de natuurgrondvrijstelling, zoals bedoeld in artikel 18, lid 4 van de Wet WOZ. De rechtbank heeft vastgesteld dat de onroerende zaak een vrijstaande recreatiewoning betreft, gelegen op grond die in eigendom toebehoort aan Staatsbosbeheer, waar eisers een recht van erfpacht op hebben. De rechtbank oordeelt dat de vrijstelling niet van toepassing is, omdat de grond niet kan worden aangemerkt als natuurterrein in de zin van de wet. De rechtbank wijst erop dat de vrijstelling beperkt is tot echte natuurterreinen die beheerd worden door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid en die zich uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen. De rechtbank concludeert dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door rechter mr. A.M.A.M. Kager, in aanwezigheid van griffier R.H. Wolfslag. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.