In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Noord-Nederland op 26 februari 2019, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en Purioso Hoeve B.V. over de levering van een paard, Handsome O, dat volgens de eiseres een gebrek vertoonde. De eiseres vorderde onder andere een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk was ontbonden en dat er sprake was van een non-conforme levering. De kantonrechter oordeelde dat de eiseres niet in haar bewijsopdracht was geslaagd, omdat niet kon worden aangetoond dat het gebrek 'hanentred' ten tijde van de levering op 17 februari 2015 bestond. Hierdoor werden de vorderingen in conventie afgewezen.
In reconventie vorderde Purioso Hoeve B.V. de opheffing van conservatoire beslagen die door de eiseres waren gelegd. De kantonrechter oordeelde dat de beslagen op de bankrekeningen van de gedaagden moesten worden opgeheven, maar dat het beslag op het vermogen van Purioso moest blijven liggen. De kantonrechter compenseerde de proceskosten in reconventie, aangezien beide partijen over en weer in het ongelijk waren gesteld. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bewijs bij vorderingen tot ontbinding van koopovereenkomsten en de voorwaarden voor het opheffen van conservatoire beslagen.