(p. 313) A: [verdachte] begon te veranderen.
V: Op een gegeven moment begint [verdachte] te veranderen, is hij minder aardig tegen jou, waarom ben jij toen niet naar de politie gegaan?
A: Ik dacht, dat hij zo deed omdat hij een huis, een familie met mij wilde.
(p. 314) V: Hoeveel verdiende jij?
A: 500 euro in een week.
V: Hoeveel dagen werkte je daarvoor?
A: Iedere dag werkte ik. 24/24.
V: Had je wel eens vrij of nam je weleens vrij?
A: Nee.
V: Waarom niet?
A: Ik wilde voor die mensen geld verdienen. Om te laten zien dat ik het ook kan. Want iedere keer kreeg ik te horen over [getuige 1].
V: Waar is het geld gebleven wat jij hebt verdiend?
A: Dat heeft hij opgegeten.
V: Wie?
A: [verdachte]. In Roemenië deed hij het groot. Luxe leven.
V: Hoe kwam hij aan het geld?
A: Ik gaf het aan hem.
V: Waarom?
A: Hij was mijn liefje.
(p. 316) A: 6 maanden ben ik in Duitsland geweest, daarna ben ik naar Nederland gegaan. Ik was toen 20. Ik ben 2 weken in Nederland gebleven. Daarna ben ik teruggegaan naar Duitsland. Toen ik 21 was geworden ben ik terug naar Nederland gekomen.
V: Hoe ging jij naar Nederland en wie waren daarbij?
A: Toen ik nog geen 21 was en naar Nederland ging?
V: Ja. Wie besloot dat?
A: De jongens.
A: Ik was met [getuige 1] (de rechtbank begrijpt: [getuige 1]) gekomen.
V: Wie was daar nog meer bij?
A: [verdachte]?
V: Hoe zijn jullie toen naar Nederland gekomen?
A: Met de auto.
A: [verdachte] was vertrokken naar Kassel.
V: Waar leefde hij van?
A: Logisch; ik stuurde geld.
V: Die eerste 14 dagen in Nederland, hoeveel heb je toen verdiend?
(p. 318) V: Als we dat berekenen, dan is dat in die 14 dagen zo rond de 4000 euro, wat is hiermee gebeurd?
A: Ik heb een keertje aan [verdachte] gestuurd. Hij woonde in Duitsland.
(p. 319) V: Dan ga jij 3 weken voordat je 21 wordt naar Nederland. Hoe ging jij toen naar Nederland?
A: [verdachte] heeft ons toen ook gebracht.
V: Dan blijf je 3 weken hier en waar verbleef je toen?
A: In [club 2]. Nadat ik 21 was geworden ben ik verhuisd naar [club 1].
V: Wat heb jij die 3 weken hier in Nederland gedaan?
(p. 320) A: Gewerkt.
V: Wat heb je toen verdiend?
A: Weet ik niet. Ik verdiende wel want ik was nooit gebleven zonder geld. Ik werkte dus ik had geld. Ik was hier nooit zonder geld gebleven.
V: En daarna, hoe lang ben je toen in Nederland gebleven?
A: (..) Ik ben in juni hier gekomen en in juli ben ik weer teruggegaan naar Duitsland.
A: [verdachte] heeft mij weer naar Nederland gebracht. Hij heeft mij hier achter gelaten. Hij is vertrokken.
(p. 321) V: Die maand dat jij hier alleen in Nederland was heb je 7000 verdiend?
A: Ja.
A: (..) Ik heb dit uitgegeven aan kleding en wat ik aan meneer [verdachte] heb gestuurd.
V: Veel?
A: Ja, 1000 euro voor een auto van een vriend om die te hebben voor 2 weken. Zodat wij die 2 weken lang konden gebruiken. Ik heb 1000 euro betaald en ik heb veel geld gegeven.
V: Veel geld gegeven?
A: Gestuurd en daarom hebben ze mij geblokkeerd met de Moneygram.
V: Welke maand was dit?
A: Augustus vorig jaar.
(p. 322) A: Ik denk dat wij in november weer naar Nederland zijn gekomen tot nu toe.
(p. 324) A: Ja hij is hier ook nog een keer geweest. Na 2 weken. Hij is naar mij gekomen na 2 weken. Nadat hij uit Duitsland was gekomen.
V: 2 weken na wat? Na 21 januari 2018?
A: Ja. Hij is bij mij gekomen. Ik had hem lang niet gezien. Ik heb hem geknuffeld, ik was aan het huilen en dat soort dingen maar hij is direct naar de portemonnee gegaan. "Hoeveel geld heb je?"
V: Hoeveel had je?
A: Ik heb hem 3000 gegeven.
A: Omdat hij zei dat hij geen geld meer had.
V: Hoe lang is hij op dat moment bij jou gebleven?
A: Ik denk iets van 6 uurtjes.
(p. 328) A: Hij heeft mij als een soort machine behandeld die geld maakt door in de prostitutie te werken.