Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
[eiseres] , te [plaats] , eiseres
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Groningen, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Gedane werkzaamheden:
Gedane Werkzaamheden :
Beste [aandeelhouder] ,
Betreft de overige facturen van [onderneming 1] :
Van [exploitant onderneming 1] weet ik dat hij bij pijpleidingbedrijf Nacap heeft gewerkt als pijpfitter waar ik in de jaren 2005-2012 ook op verschillende projecten heb gewerkt.
- ik vanaf het begin van de eenmanszaak [uitzendbureau] tot op heden met [uitzendbureau] inzage heb gehad in het verloop.
- Ik was aanwezig bij de mondelinge afspraken met de heren [exploitant onderneming 1] .
- [onderneming 1] heeft in 2010, 17 personen geleverd aan [uitzendbureau]
- [onderneming 1] heeft in 2011, 43 personen geleverd aan [uitzendbureau]
Omdat ik en [exploitant] niet aan iedereen hebben geuit dat ik voor 49% aandeelhouder ben van [uitzendbureau] . ook [exploitant onderneming 1] hebben we dat niet aangegeven. Ik ben altijd aanwezig geweest tijdens de gesprekken als vriend van de heer [exploitant] . ”.
Wij zijn van mening dat de vorenstaande facturen zowel materieel (er is geen prestatie verricht) als formeel (onjuist btw nummer) onjuist zijn. Het gevolg is dat de geclaimde kosten en de geclaimde omzetbelasting niet door ons worden geaccepteerd.”.
“5.2.1.Correctie voorbelasting
2010.2011
Minder voorbelasting 6.460 16.340
”.
Ik wil u ook nog het volgende zeggen over een belastingonderzoek die tegen [aandeelhouder] loopt. Dit gaat over de periode 2012-2014. Dit onderzoek gaat over facturen die ik voor hem moest maken van het callcenter, [aandeelhouder] betaalde de facturen, en ik moest cash dit geld opnemen en aan [aandeelhouder] betalen. [aandeelhouder] kreeg de btw terug en had hierbij ook nog andere belastingvoordelen. Ik had er geen voordeel bij, sterker nog, ik moest die belasting wel afdragen. Dat heb ik nooit gedaan. In totaal heb ik zo voor 120.000,- euro geld wit gewassen voor [aandeelhouder] , dit noem je toch witwassen? [aandeelhouder] heeft een aanslag gekregen. De FIOD en belastingdienst zijn hiervan op de hoogte.”
Bij mijn aanvullende verklaring voeg ik een kopie van mijn bankafschriften van betalingen van [aandeelhouder] aan mij, en opnames van geld door mij, welke ik contant weer ging afdragen aan [aandeelhouder] . [aandeelhouder] stortte dan een bedrag op mijn rekening, en dit geldbedrag gaf ik contant weer aan [aandeelhouder] met daarbij een factuur voor gedane werkzaamheden vanuit mijn callcenter en vanuit de BV van mijn vader, [onderneming 2] . In de factuur stond dan een eenmalige vergoeding voor het aanleveren van personeel. Dat was fictief, er was nooit personeel aangeleverd. Het was gewoon een vorm van witwassen en belastingontduiking. [aandeelhouder] kon dan belasting terugvragen.
- verklaart het beroep voor zover gericht tegen de naheffingsaanslag en de daarbij behorende beschikking heffingsrente ongegrond;
- verklaart het beroep voor zover gericht tegen de boetebeschikking gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar betreffende de boetebeschikking;
- vernietigt de boetebeschikking en vermindert de boete tot een bedrag van € 9.120;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 334 aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 511.