5.11.Eisers beroepsgrond dat voor kenmerk 12 score 4 van toepassing is omdat vaardigheid is vereist is het tot overeenstemming komen met interdepartementale organisaties door het voeren van overleg, zodat hiermee aan score 4 is voldaan, slaagt. Hiertoe overweegt de rechtbank dat uit de functieomschrijving kan worden afgeleid dat voor de functie van [naam functie] onder meer vaardigheden benodigd zijn voor het adviseren, het voorbereiden van besluiten, het ontwikkelen en analyseren van methoden die betrekking hebben op organisaties, het signaleren en analyseren van ontwikkelingen en het werken in een complexe (ICT) omgeving. Het gaat, zoals de commissie in haar advies heeft overwogen, bij score 4 om het ontwikkelen, het uitdragen van beleid en om het komen tot nieuwe ideeën en concepten waarbij veelal vaardigheid is vereist bij het tot overeenstemming komen met interdepartementale organisaties door het voeren van overleg. Eiser heeft ter zitting desgevraagd naar voren gebracht dat in zijn functie wel degelijk nieuwe ideeën en concepten moesten worden verdedigd, dat hij in de referteperiode 2015-2016 ook heeft deelgenomen aan meerdere overleggen met departementale organisatie om tot overeenstemming te komen over projecten en dat hij zelf oplossingen voor ontstane problemen moest bedenken en dat daarbij allerlei externe en interne partijen waren betrokken. Verweerder heeft het door eiser ter zitting naar voren gebrachte naar het oordeel van de rechtbank niet, althans onvoldoende weersproken. De rechtbank acht in dat licht bezien het standpunt van verweerder, onder overname van het advies van de commissie, dat de vaardigheden niet benodigd zijn voor het correct uitvoeren van de functie van [naam functie] , niet begrijpelijk. Hierbij is van belang dat eiser ter zitting concrete voorbeelden heeft genoemd en heeft toegelicht wat hij in de desbetreffende referteperiode aan werkzaamheden heeft gedaan en dat hij bijna maandelijks bilaterale overleggen heeft gevoerd. De gemachtigde van verweerder heeft hierover ter zitting aangegeven dat dat een nieuw feit voor haar is en dat zij daar niets inhoudelijks over kan zeggen. Dit komt voor rekening en risico van verweerder, omdat mag worden verwacht dat een gemachtigde die verweerder te zitting vertegenwoordigd in staat moet zijn om een adequate reactie te geven op wat eiser ter zitting naar voren brengt. Dat verweerder ter zitting heeft gesteld dat score 4 niet aan de orde is, maakt het vorenstaande niet anders. Gelet op wat eiser ter zitting naar voren heeft gebracht en wat door de gemachtigde van verweerder onvoldoende is weersproken, stelt de rechtbank de score voor kenmerk 12 vast op 4.
6. Wat onder 5.6 tot en met 5.11 is overwogen, leidt de rechtbank tot de conclusie dat verweerder onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de waardering in schaal 11 passend en houdbaar is. De rechtbank komt uitgaande van hetgeen hiervoor is overwogen met betrekking tot de puntenvaststelling bij de kenmerken 8 en 12 tot de conclusie dat de waardering van eisers functie in schaal 12 dient te geschieden. De overige door eiser aangevoerde beroepsgronden behoeven gezien het voorgaande geen bespreking.
7. Het bestreden besluit houdt in rechte geen stand en wordt vernietigd. Het beroep is gegrond. De rechtbank ziet aanleiding zelf in de zaak te voorzien in die zin dat het primaire besluit van 25 september 2017 wordt herroepen en de totaalscore voor eisers functie wordt vastgesteld op 53 punten. De rechtbank bepaalt met het oog op de definitieve beslechting van het geschil dat eisers functie met ingang van 24 april 2017, de in het beroepschrift genoemde ingangsdatum, wordt ingedeeld in schaal 12.
8. Eiser heeft verzocht om vergoeding van wettelijke rente. Dat verzoek komt voor toewijzing in aanmerking. Verweerder dient bij de als gevolg van deze uitspraak, waarin eiser met ingang van 24 april 2017 dient te worden ingedeeld in schaal 12 met het daarbij behorende salaris, het bedrag van deze rente vast te stellen en aan eiser uit te betalen. Het is aan verweerder om de wettelijke rente vanaf 24 april 2017 te berekenen.
9. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiser het door hem betaalde griffierecht vergoedt.
10. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.048,- (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift, 1 punt voor het bijwonen van de hoorzitting, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 512,- en wegingsfactor 1).