Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis in hoofdzaak en vrijwaring van 18 oktober 2017;
- de ten behoeve van de comparitie ingekomen brief van 13 maart 2018 van Biomet;
- het proces-verbaal van comparitie van 29 maart 2018 in de hoofdzaak en in de vrijwaringszaak;
- de reacties van partijen op het proces-verbaal van 20 en 25 september 2018, die aan het proces-verbaal zijn gehecht;
- de akte na comparitie tevens houdende akte wijziging van eis van Treant van 29 augustus 2018;
- de antwoordakte van Biomet van 10 oktober 2018;
- het verzoek van Treant om (primair) een nadere comparitie van partijen te gelasten, subsidiair, om pleidooi en meer subsidiair om een nadere akte te mogen nemen van 24 oktober 2018;
- het bezwaar van Biomet van 24 oktober 2018;
- de nadere reacties van Treant van 24 en 25 oktober 2018.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
alleenin een vroeg stadium is gesproken met Biomet.
- waarschijnlijk in consignatie -van Biomet.
5.De beslissing
21 augustus 2019voor het nemen van een antwoordakte als genoemd in r.o. 4.16 aan de zijde van Treant,