ECLI:NL:RBNNE:2018:3919
Rechtbank Noord-Nederland
- Bodemzaak
- R.B. Maring
- K. Wentholt
- D.W.J. Vinkes
- Rechtspraak.nl
Herziening en intrekking van WW- en ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 5 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder) over de rechtmatigheid van de geweigerde WW- en ZW-uitkeringen. Eiser had een WW-uitkering aangevraagd na een ziekmelding, maar verweerder concludeerde na een onderzoek dat er geen sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, maar van een gefingeerd dienstverband. Dit onderzoek, dat onder andere bestond uit het raadplegen van de Belastingdienst en het horen van getuigen, leidde tot de conclusie dat eiser niet verzekerd was voor de WW en ZW. De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende bewijs had geleverd voor zijn standpunt en dat eiser niet in staat was om het tegendeel aannemelijk te maken. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en de rechtbank oordeelde dat de herziening en intrekking van de uitkeringen terecht waren.