ECLI:NL:RBNNE:2018:3917
Rechtbank Noord-Nederland
- Bodemzaak
- R.B. Maring
- K. Wentholt
- D.W.J. Vinkes
- Rechtspraak.nl
Herziening en intrekking van uitkeringen op basis van gefingeerd dienstverband en rechtmatigheid van werknemersverzekeringen
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 5 oktober 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de rechtmatigheid van haar uitkeringen op basis van de Werkloosheidswet (WW), de Ziektewet (ZW) en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Eiseres had een uitkering aangevraagd, maar het UWV concludeerde na een fraudeonderzoek dat er geen sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, maar van een gefingeerd dienstverband. Dit leidde tot de herziening en intrekking van haar uitkeringen.
De rechtbank oordeelde dat het UWV voldoende aannemelijk had gemaakt dat eiseres niet verzekerd was voor de WW, de ZW en de WIA, en dat de besluiten tot intrekking en terugvordering van de uitkeringen terecht waren genomen. Eiseres had niet kunnen aantonen dat de bevindingen van het UWV onjuist waren. De rechtbank volgde de argumenten van het UWV en concludeerde dat het onderzoek naar de rechtmatigheid van de uitkeringen zorgvuldig was uitgevoerd. Eiseres had geen objectieve en verifieerbare gegevens overlegd die haar standpunt konden onderbouwen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en wees op de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor eiseres om met bewijsstukken te komen die haar claims ondersteunen, vooral in gevallen van vermeende fraude met uitkeringen.