Uitspraak
2.[eiser], te [plaats], eiser sub 2;
4.[eiser], te [plaats], eiser sub 4;
5.[eisers], te [plaats], eisers sub 5;
6.[eiseres], te [eiseres], eiseres sub 6,
derde-partijenhebben aan het geding deelgenomen:
www.noorderzijlvest.nl.
Rechtbank Noord-Nederland
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedateerd 1 februari 2018, wordt de watervergunning voor een rietproef en bijbehorende tijdelijke waterpeilverhoging in het Lauwersmeer behandeld. De rechtbank oordeelt dat de vergunninghouder, het college van gedeputeerde staten van de provincie Groningen, een watervergunning heeft verleend voor het uitvoeren van handelingen in een watersysteem ten behoeve van de rietproef. De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de aanvraag van de vergunninghouder, de zienswijzen van de eisers, en de deskundigenrapporten van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (StAB). De rechtbank concludeert dat de watervergunning op goede gronden is verleend en dat de belangen van de eisers, waaronder agrarische gronden, recreatieparken en jachthavens, voldoende zijn meegewogen. De rechtbank wijst op de noodzaak van een belangenafweging en de toepassing van de Waterwet, waarbij de waterstaatkundige belangen voorop staan. De rechtbank oordeelt dat de tijdelijke verhoging van het waterpeil in het Lauwersmeer niet leidt tot onredelijke schade voor de betrokken partijen. De beroepen van de eisers worden ongegrond verklaard, en de rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken.