Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 7 september 2018 in de zaak tussen
het college van gedeputeerde staten van Fryslân, verweerder
de Stichting Dorpsmolen Reduzum, te Reduzum, de Stichting
Rechtbank Noord-Nederland
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 7 september 2018 uitspraak gedaan in een bodemprocedure over de weigering van een ontheffingsaanvraag door het college van gedeputeerde staten van Fryslân. Eiseres, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden, had een aanvraag ingediend voor een ontheffing op grond van de Verordening Romte 2014 voor de vervanging van een bestaande windturbine in Reduzum. De bestaande turbine heeft een masthoogte van 36 meter en een tiphoogte van 51 meter, terwijl de aanvraag betrekking heeft op een nieuwe turbine met een masthoogte van 55 meter en een tiphoogte van 77 meter. Het college van gedeputeerde staten heeft de aanvraag geweigerd, wat heeft geleid tot het indienen van beroep door eiseres.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag niet voldoet aan de voorwaarden van de Verordening Romte, met name de artikelen 9.1.1 en 9.2.1, die beperkingen opleggen aan de vervangingen van windturbines. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag niet kan worden goedgekeurd omdat de gewenste vervangende turbine niet voldoet aan de gestelde eisen met betrekking tot mast- en tiphoogte. Eiseres heeft betoogd dat de Verordening Romte in strijd is met de Wet op de ruimtelijke ordening, maar de rechtbank volgt dit betoog niet. De rechtbank concludeert dat de weigering van de ontheffingsaanvraag terecht is, omdat de aanvraag in strijd is met het geldende beleid van de provincie ten aanzien van windenergie.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.