ECLI:NL:RBNNE:2018:3496
Rechtbank Noord-Nederland
- Bodemzaak
- K. Wentholt
- D.W.J. Vinkes
- A.M. Klingenberg
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot afwijzing vervoersvoorziening op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten
In deze zaak heeft de Rechtbank Noord-Nederland op 25 juli 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. M.R. van der Pol, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leeuwarden, vertegenwoordigd door B. van der Horst en H. van der Hoef. Eiser had een aanvraag ingediend voor een vervoersvoorziening op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg), welke aanvraag door verweerder op 23 augustus 2007 was afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, wat leidde tot een eerdere uitspraak van de rechtbank op 4 juli 2016, waarin werd geoordeeld dat verweerder een nieuwe beslissing op bezwaar moest nemen. In het bestreden besluit van 30 augustus 2017 heeft verweerder opnieuw geweigerd om eiser een vervoersvoorziening toe te kennen, wat eiser opnieuw aanvecht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verweerder in het bestreden besluit niet heeft voldaan aan de eerdere opdracht om te onderzoeken op welke wijze eiser gecompenseerd kan worden voor zijn vervoersproblemen. De rechtbank oordeelt dat verweerder ten onrechte heeft verwezen naar mogelijkheden vanuit het sociale netwerk van eiser, zonder de eerder gegeven instructies in acht te nemen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en voorziet zelf in de zaak door eiser een persoonsgebonden budget (PGB) toe te kennen voor het kunnen afleggen van een afstand van 1750 kilometer per jaar. Tevens veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiser en bepaalt dat het betaalde griffierecht aan eiser wordt vergoed.