Uitspraak
1 september 2016, 16/1633 (aangevallen uitspraak) en het verzoek om schadevergoeding
OVERWEGINGEN
b. Zijn er in de situatie van betrokkene medische redenen, waarom hij in aanmerking dient te komen voor een Gehandicapten Parkeerkaart?In aanmerking komend voor een Gehandicapten Parkeerkaart, moet er sprake zijn (…) of (3) wanneer iemand een ernstige beperking heeft, niet zijnde een loopbeperking. (…)
Ad 3) Betrokkene is lijdende aan een autistische stoornis, een obsessieve-compulsieve stoornis, een ongedifferentieerde somatoforme stoornis en een depressieve stoornis NAO. Vanuit deze psychiatrische stoornissen valt geen maximale loopafstand te bepalen. Deze zal immers per individu verschillen. Bij betrokkene zal de maximale loopafstand afhangen van de hoeveelheid omgevingsprikkels waaronder het aantal onbekende mensen dat zich in de nabije omgeving bevindt. In wezen geldt voor betrokkene dat, hoe meer prikkels en hoe meer onbekende mensen in zijn nabijheid, des te onrustiger, meer gespannen en onveiliger hij zich zal voelen, waarbij de onrust en spanningen zouden kunnen leiden tot paniekgevoelens.(…)”
BESLISSING
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 8 maart 2016;
- bepaalt dat het college aan appellant een gehandicaptenparkeerkaart, type bestuurder en type passagier, verleent voor de duur van vijf achtereenvolgende jaren en bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit van 8 maart 2016;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 2.475,-;
- bepaalt dat het college aan appellant het door hem betaalde griffierecht van in totaal € 124,- vergoedt;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.